Op 7 september 2021 hield oudtestamenticus prof. dr. Hendrik Koorevaar1 zijn afscheidscollege over de opbouw van het boek Jesaja. Hij nam afscheid als hoogleraar Oude Testament aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) te Leuven. Naar aanleiding daarvan werd hij geïnterviewd door RD Magazine. Een lezenswaardig interview waar we hieronder enkele zaken uit samenvatten.2
Vrijzinnig opgegroeid
Officieel was de hoogleraar in 2012 al met emeritaat gegaan, maar hij bleef daarna doorgaan met college geven en publiceren. Als de Heere hem leven geeft dan blijft hij met dat laatste doorgaan.3 Koorevaar: “Het slotcollege was meer een komma dan een punt.” In het huis van zijn oom, waar hij na het overlijden van vader en moeder kwam te wonen, speelde God en de Bijbel geen rol. Wanneer hij later bij diens zoon in huis komt wonen, komt hij terecht in een vrijzinnig en socialistisch ‘nest’. Tijdens zijn studie bedrijfskunde op Nijenrode te Breukelen schoof ook Koorevaar het christelijk geloof terzijde. Gelukkig kwam daar later verandering in toen hij een samenkomst meemaakte van een pinkstergemeente in Gouda. Dit en nog wat andere gebeurtenissen, die in het interview te lezen zijn, zorgden voor een geestelijke ommekeer bij Koorevaar. Dit zorgde echter wel voor problemen thuis, Hendrik werd uit huis geplaatst. Hij vond onderdak in Israël, waar hij Hebreeuws studeerde aan een oelpan, een Hebreeuwse school voor Joodse emigranten.
Genesis en de evolutietheorie
Na deze studie in Israël kwam hij in contact met ds. W. Glashouwer. Glashouwer wist Koorevaar te vertellen dat er in Bazel een vrije theologische hogeschool was gestart onder leiding van prof. Samuël Külling (1924-2003).4 Dit sprak de jonge Hendrik aan en hij ging daar studeren. Over de verandering in zijn visie op schepping en evolutie vertelt hij in het interview het volgende:
“Ondanks de verandering in mijn leven, hechtte ik toen nog geloof aan de evolutietheorie. Dat veranderde door de colleges van prof. Külling. Die toonde in het tweede studiejaar aan dat de dagen waarover Genesis 1 spreekt exegetisch maar één betekenis kunnen hebben: die van een etmaal. In een half jaar evolueerde ik van een evolutionist naar iemand die het Bijbelse spreken over een schepping in zes dagen aanvaardt. De creationistische publicaties die ik later las, hebben mijn overtuiging versterkt.”
Niet alleen Külling stempelde de theologie van Koorevaar, ook de cultuurfilosoof Francis Schaeffer (1912-1984)5 en de ethicus George Huntemann (1929-2014)6 maakten grote indruk op de oudtestamenticus. Zij ‘doorzagen de moderne tijd en spraken met heldere argumenten over de betekenis van het christelijk geloof’. In 1977 werd Koorevaar benoemd tot docent aan het Bijbelinstituut België. Hij zag dat werk, en later ook zijn docentschap aan de ETF, meer als het werk van een evangelist. “Mensen zijn verloren en moeten Jezus leren kennen.” Külling had Koorevaar graag in Bazel zien doceren, maar de oudtestamenticus wist zich geroepen voor Vlaanderen.
Scheppingsgeloof en de ETF
Aan het begin van zijn loopbaan aan de ETF was het voor Koorevaar makkelijker dan later. Hij vertelt hierover:
“In het begin kon ik me daarmee (JvM: met de ETF) identificeren. Later werd dat steeds moeilijker, in de eerste plaats door mijn standpunt over de schepping. Ik heb me altijd loyaal opgesteld, maar bleef trouw aan mijn overtuigingen. Alle informatie en elk getuigenis in de Bijbel neem ik serieus. Tegen alles wat daartegen ingaat, zeg ik nee. Zowel het Oude als het Nieuwe Testament wil ik lezen zoals de betreffende schrijvers willen dat hun boeken gelezen worden, ook op historisch gebied. Het gaat om vaste en betrouwbare informatie. Dat geldt ook voor wat er staat geschreven over het ontstaan van de wereld en over homoseksualiteit. Mijn standpunt daarover werd me niet altijd in dank afgenomen, maar dat was voor mij niet beslissend.”
Als Koorevaar iets niet begrijpt in de Schrift ‘ligt dat aan mij, niet aan de Bijbel’. Hij is wat dat betreft altijd leerling gebleven. Een mooi interview van een erudiet oudtestamenticus. Ik hoop dat we nog een aantal publicaties over Genesis van hem kunnen lezen.
Voetnoten
- Koorevaar promoveerde in 1990 aan de Universitaire Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid te Brussel op een proefschrift met als titel: ‘De opbouw van het boek Jozua’. Zeven jaar later werd hij benoemd als hoogleraar aan de ETF. Samen met prof. dr. Mart-Jan Paul redigeerde hij het handboek ‘Theologie van het Oude Testament’.
- Bron van het interview: Vries, H. de, 2021, Altijd leerling gebleven, RD Magazine zaterdag 11 december 2021: 6-13. Link: https://www.rd.nl/artikel/954559-prof-hendrik-koorevaar-bleef-zijn-leven-lang-leerling.
- In 2020 publiceerde hij, bijvoorbeeld, samen met zijn collega dr. Siegbert Riecker nog een paper over de betekenis van het woordje ‘dag’ in Genesis 2:4. De paper is in het Duits geschreven en hier te vinden: https://ote-journal.otwsa-otssa.org.za/index.php/journal/article/view/326/244. Hij schreef ook enkele bijdragen voor het in 2015 verschenen boek Genesis, Schöpfung und Evolution onder redacteurschap van Reinhard Junker.
- Külling is dus de oprichter van de Staatsunabhängigen Theologischen Hochschule (STH) in Riehen (vlakbij Bazel). Hij promoveerde in 1964 aan de Vrije Universiteit te Amsterdam op een proefschrift met als titel ‘Zur Datierung der Genesis-P-Stücke, namentlich des Kapitels Genesis XVII’. Hij publiceerde over de scheppingsgeschiedenis in Genesis, bijvoorbeeld in het boek ‘Der Schöpfungsbericht und naturwissenschaftliche Fragen‘. Hij was ook betrokken bij de drie Chicago-verklaringen, waarvan het Chicago Statement on Biblical Inerrancy in ieder geval in Nederland de bekendste is geworden. Zie de Duitse Wikipedia voor meer informatie over hem: https://de.wikipedia.org/wiki/Samuel_R._K%C3%BClling.
- Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Francis_Schaeffer.
- Zie: https://de.wikipedia.org/wiki/Georg_Huntemann.