Home » Onderwijs
Categorie archieven: Onderwijs
Een puzzel met een waarheidsgetrouwe ark
“God vertelde Noach wat Hij ging doen en zei: ‘Bouw een ark van hout met drie verdiepingen. En maak daar allemaal vakken in. De ark moet 150 meter lang, 25 meter breed en 15 meter hoog worden. Smeer hem ook in met pek zodat hij waterdicht wordt.”

Dat staat op de achterkant van de Grote Vloer Puzzel. Wie deze tekst, die ontleend is aan Genesis 6, leest moet wel denken aan een groot en waterdicht object. Helaas tekenen de meeste kinderboekjes van tegenwoordig, bij de geschiedenis van de ark, een vaartuig in de vorm van een tobbe met allerlei lachende dieren en zwaaiende mensen erop. Zo’n ark zou nooit de zondvloed overleven en maakt het zondvloedverhaal (mogelijk onbewust) belachelijk. Gelukkig doet deze Grote Vloer Puzzel dat anders. De tekenaar van de puzzelplaat probeert zich aan de Bijbeltekst te houden.
De plaat
Op de plaat zien we een grote houten ark zoals we die vanuit de Bijbel kennen. De ark is geland op een berg en uit de ark komen allerlei dieren. Deze dieren komen twee aan twee uit de ark. Dus twee beren, twee wolven, twee herten, twee leeuwen, twee olifanten, etc. In de lucht vliegen de vogels ook twee aan twee. We zien een regenboog boven de ark. Het belofteteken van God dat er nooit meer zo’n vloed over de aarde zou komen. Rechts achterin zien we een stapel stenen met daarboven op een vuur. We zien een oude man met zijn handen omhoog staan, hij is aan het bidden. In zijn buurt staat een vrouw en daaromheen drie mannen met hun vrouwen. Precies zoals de Bijbel ons zegt.
Kinderen
De plaat is een Grote Vloer Puzzel van 48 stukken. De puzzel is geschikt voor kinderen vanaf 3 jaar, al moeten driejarige kinderen de eerste keer mogelijk wel op weg geholpen worden. Het is een grote puzzel, het formaat is 89 centimeter bij 61 centimeter. De puzzelstukken zijn stevig en daarmee geschikt voor driejarigen. Tijdens het puzzelen kunt u. naar aanleiding van de puzzelplaat, de geschiedenis van Noach vertellen. Op de achterkant staat dit verhaal in vijf talen (Duits, Frans, Deens, Nederlands en Italiaans). De puzzel is een product van Ravensburger, de bekende fabrikant van gezelschapsspellen en puzzels. De puzzel is mede door de waarheidsgetrouwe weergave van de ark en de Bijbelse geschiedenis van Noach een aanrader voor onze gezinnen.
Dit artikel werd geschreven in 2019.
Iconische kikkerserie leert peuters miljoenen jaren – Bespreking van ‘Kikker en Beertje’
Samen met Beertje gaat Kikker op zoek naar een schat. Op zijn gevoel graaft hij een gat in de grond. Na een paar uur graven is het gat zo diep dat Kikker niet meer te zien is. Beertje buigt voorover, maar kan zijn evenwicht niet meer bewaren en valt in het gat. Samen zitten ze daar. Het gat is zo diep dat ze er onmogelijk uit kunnen komen. De volgende morgen zien Eend en Varkentje de twee in het gat. Ze vragen Rat om hulp. Rat haalt snel een ladder en samen bevrijden ze Beertje en Kikker. Kikker is verdrietig dat hij geen schat heeft gevonden. Rat raapt een steen op die uit de kuil naar boven was gekomen. Een hele oude steen. Kikker blij omdat hij een hele oude schat gevonden heeft.
Het is erg belangrijk om peuters (en ook kleuters) verhalen voor te lezen uit (prenten)boeken. Voorlezen ontwikkelt de woordenschat van deze jonge kinderen. Wijlen Max Velthuijs ontwikkelde de zogenoemde kikkerserie speciaal voor peuters en kleuters. Hij ontving in 2004 voor zijn hele oeuvre de Hans Christian Andersenprijs. En terecht! Met de kikkerserie komt hij dicht bij de belevingswereld van de peuter (en de kleuter).
In een van de kikkerklassiekers wil Velthuijs echter het naturalistische wereldbeeld aan de kinderen onderwijzen. In het verhaal van ‘Kikker vindt een schat’, schrijft hij het volgende “Hier is de schat die je gevonden hebt. Deze steen is wel honderd miljoen jaar oud”.1 Ik heb hiertegen twee bezwaren en wil ouders en opvoeders een oplossing aanreiken zodat ze de serie met een gerust hart kunnen voorlezen aan hun kleine kinderen.
Bezwaar
Het eerste bezwaar is dat peuters en kleuters totaal geen beeld hebben bij ‘honderd miljoen jaar oud’. Dit komt totaal niet overeen met de belevingswereld van deze jonge kinderen. Het is daarom beter een getal als 100.000.000 jaar weg te laten uit deze boeken. Wie kan zich immers een voorstelling maken van honderd miljoen jaar? Peuters en kleuters in ieder geval niet. Het tweede bezwaar dat ik heb is dat ‘honderd miljoen jaar oud’ voortkomt uit een naturalistisch wereldbeeld. Dit naturalistische wereldbeeld is schadelijk voor het zielenheil van de peuter en kleuter. Van nature denken peuters en kleuters sterk teleologisch. Ze denken en geloven dat er een plan achter deze werkelijkheid ligt. Kinderen zijn namelijk ‘Born believers’, zo zou Justin L. Barrett zeggen.2 Een naturalistisch wereldbeeld is tegennatuurlijk. We moeten onze jonge kinderen opbouwen in geloof en het aangeboren Godsbesef vanuit de Schrift verder uitbreiden en inkaderen.
Oplossing
De oplossing voor dit ‘probleem’ is om vervangend taalgebruik te kiezen en dit op de plaats van ‘honderd miljoen jaar oud’ te plakken. De kikkerserie is namelijk te mooi opgezet om helemaal links te laten liggen. Je zou als ouder en/of opvoeder kunnen kiezen voor de volgende zin: “Hier is de schat die je gevonden hebt. Deze steen is wel heel erg oud”. Misschien lijkt dit een bijzaak, maar vergeet niet dat wanneer we kinderen vanaf de peutertijd indoctrineren met ‘honderd miljoen jaar’ ze er later vanzelf in gaan geloven. Want ze hebben dat nu eenmaal een aantal jaren aan moeten horen. Lees daarom ook de Bijbelse geschiedenissen voor die in verschillende ‘peuterbijbels’ te vinden zijn. Zo geef je de kinderen een positief intrinsiek creationistisch wereldbeeld mee.
Dit artikel is in 2018 geschreven.
Voetnoten
In de dierentuin met Tup en Joep – Bespreking ‘Tup en Joep in de dierentuin’
Bezoek aan een dierentuin is een bemoediging voor hen die het klassieke scheppingsgeloof belijden. Men kan de rijke variatie, die God in Zijn schepping gelegd heeft, bestuderen en zich daarover verwonderen. Helaas zijn veel dierentuinen verworden tot naturalistische bolwerken, waarbinnen Universele Gemeenschappelijke Afstamming over miljarden jaren wordt gepropageerd en waardoor God de Schepper niet meer de eer krijgt die Hem toebehoort. Het is daarom geboden om tegenwicht te bieden aan deze stortvloed van naturalistische informatie en kinderen op te voeden met een andere (lees: creationistische), tegenovergestelde, visie. Zodat dierentuinen weer plaatsen worden voor leken, waar men zich kan verwonderen over de rijke variatie die God Zelf in Zijn schepping heeft gelegd. Vanwege deze reden schrijven we op onze website positieve artikelen over christelijke en neutrale (lees)boekjes die gaan over de dierentuin en werken we, met Fundamentum, aan dierentuingidsen.3
Met neutrale boekjes bedoelen we dierentuinboekjes die noch spreken vanuit een creationistisch- noch uit een naturalistisch raamwerk. Er wordt hier ‘gewoon’ niet over gesproken. Neutrale dierentuinboekjes zijn het ‘minste’ wat we kunnen gebruiken in de opvoeding van onze kinderen, liever spreken we vanuit het scheppingsparadigma, gebaseerd op het klassieke scheppingsgeloof. Eén zo’n neutraal dierentuinboekje is ‘Tup en Joep in de dierentuin’. ‘Tup en Joep’ is een grappige serie kinderboekjes over twee apen die allerlei avonturen beleven. Tup en Joep horen oorspronkelijk in het oerwoud, maar zijn gevangen genomen en komen zo in de bewoonde wereld. Om later in de serie overigens weer in het oerwoud terecht te komen. De bewoonde wereld is niet geschikt voor apen, en daarom worden Tup en Joep ziek (daar begint dit deeltje mee). Ze zijn in het vorige deeltje gevangen, omdat ze los in de stad liepen, en naar de dierentuin gebracht. Gelukkig hebben de dierverzorgers allerlei middeltjes in huis en Tup en Joep knappen al snel op. De dierentuin voelt, voor apen die de vrijheid van het oerwoud gewend zijn, wel erg opgesloten. Op een dag ontsnappen ze uit hun kooi, omdat de oppasser vergeet het hok af te sluiten. Helaas komt de oppasser er al snel achter. De apen weten, echter met behulp van veel kinderen, een compromis voor elkaar te krijgen: overdag mogen ze vrij rondzwieren in de dierentuin, maar ’s avonds moeten ze terug in de kooi.
Praktische informatie
‘Tup en Joep in de dierentuin’ is geschreven door Henri Arnoldus, met tekeningen van Carol Voges. De boekjes zijn al decennia oud (1979), maar blijven leuk om voor te lezen aan kleuters en basisschoolleerlingen uit groep 3. Omdat de boekjes verouderd zijn, zijn deze alleen nog tweedehands te verkrijgen, bijvoorbeeld via Boekwinkeltjes of via een plaatselijke kringloop. De boekjes spreken tot de verbeelding, daarom heeft het, onder reformatorische christenen, bekende Familystream diverse deeltjes laten voorlezen, tot genoegen van de kinderen. Soms is het taalgebruik wat verouderd en het is goed als de voorlezer de vindingrijkheid heeft om dit aan te passen naar een moderne situatie. In het leesboek gaat het niet over oorsprongsvragen, dat is ook niet altijd nodig. Naar aanleiding van het boekje zou een willekeurige dierentuin bezocht kunnen worden. Hier kunnen de oorsprongsvragen wel naar boven komen en daardoor kan er een spontaan gesprek hierover ontstaan. Neem hier de tijd en ruimte voor! Voorlezen: belangrijk en leuk (zeker met Tup en Joep)!
Voetnoten
Een zandsculptuur van de Toren van Babel – Bespreking van ‘Lot en Lu op de camping’
“Kgg kgg, klinkt het. Het is onder de tent, zegt Lot. Ze voelt op het zeil van de tent. Er beweegt iets. Een beest! roept Log. Papa, mama, een beest! Papa komt snel naar de tent. Hij lacht. Ik weet het al, kom maar uit je bed.”
Het beest bleek een mol te zijn. Kees van den End heeft ondertussen al een hele serie boekjes geschreven in de ‘Lot en Lu’-serie. Het is een serie van verhalen om voor te lezen vanaf de kleuterleeftijd en voor de beginnende lezer om zelf te lezen. Het zijn alledaagse verhalen, waarin alledaagse dingen gebeuren. In het deeltje dat voorligt gaat het gezin van Lot en Lu naar de camping. Het begint op school vlak voor de start van een vakantie en gaat door totdat het gezin van Lot en Lu vanaf de camping weer naar huis gaan. Tussendoor beleeft het gezin van alles: zo gaan ze een tent uitzoeken bij een kampeerwinkel of gaan ze naar een klimbos. Er is ook aandacht voor de alledaagse opvoeding vanuit de Bijbel. Zo zingen de kinderen als ze uit de school gaan, vertelt de juf een geschiedenis uit de Bijbel na, wordt er na het eten aan tafel uit de Bijbel gelezen en zijn er morele lessen te halen (zoals geen geld stelen van de ander). De schrijver verweeft dat op alledaagse wijze door het boekje heen en dit zal vooral herkenning oproepen bij kinderen van reformatorische ouders. Waardevol om voor te lezen en, doordat het in eenvoudige taal geschreven is, ook goed om zelf te lezen door de beginnende lezer uit groep 3 of 4.
Toren van Babel
Het gezin gaat ook naar een zandsculpturenfestijn, met zandsculpturen van geschiedenissen uit de Bijbel.4 Allerlei mooie gebouwen en figuren van zand komen langs in het boekje. “Kijk eens goed Lot! zegt papa. Waar lijkt het op? Op een toren, zegt Lot. Het is de toren van Babel, zegt papa. Er zijn nog meer dingen uit de Bijbel.” De geschiedenis van de bouw van de Toren van Babel wordt niet uitgelegd. De auteur veronderstelt dat de kinderen dit verhaal al kennen. Naast het stukje tekst van hierboven staat een plaatje, met de Toren van Babel zoals Pieter Bruegel5 deze geschilderd heeft. Ook Adam en Eva en Jozef in de put krijgen een plaats in de tekst. Waardevol dat Van den End deze geschiedenissen voorbij laat komen.
Op deze website hebben we al meer boekjes uit deze serie besproken (zie hier en hier). Niet alle boekjes in deze serie bevatten verwijzingen naar onze vroegste geschiedenis.
Deze bespreking is onderdeel van het onderwijsproject ‘Onderwijzen en opvoeden voor de toekomst – Leren over onze vroegste geschiedenis’. Het boek is hier opgenomen in de lijst van gelezen kinder- en jeugdboeken.
Voetnoten
Cambridge House Project – Studiecentrum vanuit scheppingsperspectief met toerusting van studenten en bemoediging van academici
Studerende jongeren en academici gaan ons aan het hart. We zien, ook in Nederland, dat van oorsprong orthodox-christelijke studenten of academici (soms langzaam) zwichten voor de evolutionaire tijdgeest. In die zin dat ze eerst geloofden in een zesdaagse schepping, maar later grote waarde hechten aan universele gemeenschappelijke afstamming ingebed binnen deep time, een vorm van theïstische evolutie aanhangen of nog verder afdwalend richting materialistisch/naturalistische ontstaanstheorieën. Gelukkig zijn er ook studenten die voor deze afdwalingen bewaard worden. Wat zou het mooi zijn als er, ook in Nederland, een interdisciplinair studiecentrum in een universiteitsstad zou ontstaan waar studenten toegerust en academici bemoedigd worden om hun werk op de universiteit voort te zetten vanuit scheppingsperspectief. De universiteitssteden Utrecht of Amsterdam zouden, wat de disciplines theologie en de verschillende natuurwetenschappen aangaat, hiervoor zeer geschikt zijn. Utrecht is bovendien ook nog eens centraal gelegen. Eeuwen geleden hield de bekende hoogleraar Gisbertus Voetius in Utrecht zijn studenten voor om geleerdheid en vroomheid niet van elkaar los te koppelen.6 Maar helaas, tijden veranderen. Wellicht geeft de Heere het nog dat we de bovenstaande gedachten verder kunnen ontvouwen, uitwerken en uitvoeren.
Vandaag aandacht voor een project vanuit ons buurland aan de overkant van de Noordzee. Biblical Creation Trust (BCT) wil in de bekende universiteitsstad Cambridge een creationistisch studiecentrum opzetten, waarbij er oog is voor bovenstaande zaken.7 Hieronder is een promotiefilmpje te zien waarin het project kort wordt uitgelegd. Het studiecentrum zal de uitnodigende naam Cambridge House krijgen. Meer informatie over het project is te vinden op de website van BCT (zie voetnoot).8
Voetnoten
Schriftgezag en Schriftkritiek (5) Door Woord en Geest
In het vorige artikel ging ik in op het gesprek met de jeugd over Bijbelse vraagstukken. Hoe herkenbaar is het doof zijn voor het Woord?! We mogen in afhankelijkheid naar wegen zoeken om het Woord van de Heere te laten klinken. De maaltijd is daar vaak erg geschikt voor en geeft ook ruimte voor een gesprek. Wat is het toch belangrijk om daar de tijd voor te nemen en dan vervolgens alle noden aan de Heere voor te leggen in het gebed.
Laat het Bijbellezen bij de maaltijd of het begin of eind van de dag niet een ‘formalistisch lezen’ zijn, een stukje lezen, maar laat er meer ‘omheen’ gebeuren, bijv. zingen, of vragen stellen over het Bijbelgedeelte. Op deze wijze kan de huisgodsdienst worden vormgegeven. We vrezen dat er momenteel voor huisgodsdienst weinig ruimte meer is.
Ondersteuning school en gezin
De primaire taak in de opvoeding ligt bij de ouders. Dat raakt het godsdienstonderwijs thuis. We weten dat veel ouders het moeilijk vinden om hun kinderen Bijbelonderwijs te geven. Toch is dat de opdracht vanuit Gods Woord: En gij zult ze uw kinderen inscherpen en daarvan spreken, als gij in uw huis zit en als gij op den weg gaat, en als gij nederligt en als gij opstaat (Deut. 6:7).
Ouders zijn handelingsverlegen en laten dit onderwijs nogal eens aan de school en de kerk over. Het zou goed zijn ouders een handreiking te doen hoe het Bijbelonderwijs thuis gestalte kan krijgen. Die handreikingen zijn er ook wel en die zouden opnieuw onder de aandacht kunnen worden gebracht. Die handreikingen zouden ook door de scholen gebruikt kunnen worden, want leerkrachten en docenten staan voor dezelfde opdracht. Boven alle dingen is het noodzakelijk dat de Heere Zijn Geest uitzendt, opdat onze huizen en scholen een werkplaats van de Heilige Geest zullen zijn!
Geestelijk
Bij dit alles mogen we niet voorbijgaan aan het feit dat de vraag die ons in de Heilige Schrift wordt gesteld, ten diepste persoonlijk en geestelijk van aard is. Verstaat gij ook hetgeen gij leest? (Hand. 8:30). De diepste oorzaak van de verstaanscrisis overstijgt de tijden. Vanwege de zondeval begrijpt de natuurlijke mens niet de dingen die des Geestes Gods zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden (1 Kor. 2:14).
Hoe nodig is de innerlijke verlichting van Gods Geest! De Geest, Die herschept naar Gods beeld, is Dezelfde Die de apostel Petrus inspireerde tot het doen van zijn apostolische oproep: En wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel dat gij daarop acht hebt, als op een licht schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte en de Morgenster opga in uw harten (2 Petr. 1:19).
Nederlandse Geloofsbelijdenis
Er zou nog veel meer te zeggen zijn over Schriftgezag en Schriftkritiek, de gedachten erachter en de consequenties ervan. We laten het echter bij artikel 5 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis [wat als opschrift heeft: Waarvan de Heilige Schrift haar aanzien en gezag heeft]: ’Al deze boeken alleen ontvangen wij voor heilig en canoniek, om ons geloof daarnaar te regelen, daarop te gronden en daarmee te bevestigen. En wij geloven zonder enige twijfel al wat daarin begrepen is; en dat niet zozeer, omdat de kerk ze aanneemt en voor zodanig houdt; maar in het bijzonder, omdat de Heilige Geest ons getuigenis geeft in onze harten dat zij van God zijn; en omdat zij ook het bewijs daarvan bij zichzelf hebben; aangezien de blinden zelf tasten kunnen dat de dingen die daarin voorzegd zijn, geschieden.’
Gods Woord houdt stand
De woorden Gods zijn ons toebetrouwd (Rom. 3:2). Dat is een groot, onverdiend geschenk van de Heere! Het geeft ons allen een grote verantwoordelijkheid om deze woorden door te geven aan onze kinderen. Dat doen we in het vaste geloof dat Gods Woord stand houdt in eeuwigheid en geen duimbreed zal wijken, zoals Luther het onder woorden bracht in het vierde couplet van zijn lied “Een vaste Burcht is onze God”.
Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit De Wachter Sions. De volledige bronvermelding luidt: Leeuwen, G.R. van, 2024, Schriftgezag en Schriftkritiek (5) Door Woord en Geest, De Wachter Sions 72 (14): 5.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (1) God is groot en wij begrijpen het niet.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (2) Waar waart gij?
- Schriftgezag en Schriftkritiek (3) Moderne hermeneutiek.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (4) Hete hangijzers.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (5) Door Woord en Geest.
Het brullende leeuwtje en de ark van Noach – Bespreking van ‘Het brullende leeuwtje’
Er zijn niet veel prentenboeken beschikbaar die proberen vanuit Bijbels perspectief te kijken naar de ark van Noach. Michel de Boer probeert daar met zijn ‘Het brullende leeuwtje’ verandering in te brengen. Het resultaat is een leuk getekend en geschreven prentenboek.
Levi de leeuw maakt een wandeling. Wanneer hij vanaf een plateau de omgeving bekijkt ziet hij ‘een enorme boot’ staan. Hij besluit een kijkje te nemen. Hij belandt in een enorme stoet met dieren die op weg zijn naar de ark. Wanneer hij de stoet volgt komt hij in de ark, achter hem valt de deur dicht. Levi ziet dat er van ieder soort een paartje is, maar merkt dat hij zelf alleen is. Hij hoort het geluid van harde regen op het dak van de ark. “Uren gaan voorbij zonder dat het stopt met regenen.” “Pas na heel veel dagen stopt het eindelijk met gieten.” De giraf kijkt uit het ene venster en ziet zover hij kan kijken alleen maar water. “De hele aarde staat onder water.” Op een dag laat Noach een duif wegvliegen en daarna nog een tweede keer. De tweede keer komt de duif terug met een takje in haar bek. “’Het water is aan het zakken en de bomen groeien weer’, roept Noach blij.” Verschillende dagen daarna ‘vaart’ de ark ergens tegenaan. “Door de botsing valt er iemand tegen Levi aan.” Het blijkt een vrouwtjesleeuw te zijn. Alle dieren gaan uit de ark en Noach dankt God. “’De aarde zal nooit meer onder water komen te staan’, belooft God.” Hoe loopt het met Levi en Laila af? Ze krijgen samen jongen en vertellen de geschiedenis van Noach door.
Het prentenboek ‘Het brullende leeuwtje’ verscheen in 2018 bij Buddy books en vertelt op bijbelgetrouwe wijze de geschiedenis van Noach na. De vorm van de ark had ik persoonlijk anders gekozen, maar is robuust en sober en daarmee in het voordeel van de twijfel. Het bevat één venster en één deur. De giraf die na het stoppen van de regen, slechts een moment, door het venster kijkt is bij het verhaal verzonnen om kinderen een indruk te geven van de uitgestrekte gevolgen van de zondvloed, namelijk een wereldwijde overstroming. ‘Het brullende leeuwtje’ is een prentenboek dat goed in elkaar zit. Reformatorische lezers zullen dit boekje denk ik niet snel pakken, omdat het soms wat frivool (maar niet perse onheilig) omgaat met de geschiedenis van Noach.
Dit artikel is in 2021 geschreven.
Van Dijk (SGP) en Bikker (CU) stellen Kamervragen naar aanleiding van weren ‘Jij mag er zijn’-campagne door onderwijsinstellingen en universiteiten
Deze maand werd er een persbericht gepubliceerd door de Week van het Leven. Het persbericht ging erover dat de campagne ‘Jij mag er zijn’ geweerd is van scholen en universiteiten. De opgegeven reden is dat er te veel negatief commentaar op de campagne kwam.9 Op 22 november 2024 stelden mr. Diederik van Dijk (indiener) en mr. Mirjam Bikker (mede-indiener) schriftelijke Kamervragen over deze bijzondere gang van zaken. Het is goed dat hier de vinger bij gelegd wordt.10
De Kamervragen van de politici zijn gericht aan V.P.G. (Vincent) Karremans (MSc.), staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport, en dr. E.E.W. (Eppo) Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Van Dijk (SGP) en Bikker (CU) vragen allereerst of de minister en staatssecretaris bekend zijn met het bericht dat onlangs over deze kwestie in het Reformatorisch Dagblad is gepubliceerd.11 Ze vragen of de bewindspersonen de mening delen dat ‘er in Nederland ruimte zou moten zijn om via reclame-uitingen op te komen voor de bescherming van ongeboren kinderen’. In de derde vraag stellen de Kamerleden de vraag wat Karremans en Bruins ervan vinden dat de reclame-uiting van de ‘Week van het Leven’ werd geweerd in onderwijsinstellingen. Zeker nadat is gebleken dat deze niet in strijd was met de richtlijnen van de Nederlandse Reclame Code. Hoe worden scholieren en studenten nú op een evenwichtige wijze geïnformeerd over ondersteuning bij onbedoelde zwangerschap en alternatieven voor abortus? Is dit belang in beeld bij onderwijsinstellingen en koepelorganisaties? Tenslotte stellen Van Dijk en Bikker de vraag welk ondersteunend aanbod er is voor MBO-, HBO- en WO-scholieren op het gebied van onbedoelde zwangerschap. Belangrijke vragen die scholieren en studenten, maar ook het ongeboren leven zal helpen. Het is nu wachten op een antwoord van de staatssecretaris en de minister. In de regel moeten Kamervragen binnen drie weken beantwoord worden of op een of andere wijze reactie ontvangen worden (bijvoorbeeld verzoek tot uitstel van beantwoording).
Voetnoten
Api vindt een dino – Bespreking van het gelijknamige boek
“Api heeft een boek gekregen over dinosaurussen. Das heeft het al drie keer voorgelezen, maar Api kan er geen genoeg van krijgen. ‘Geloof jij dat er zulke grote dieren hebben bestaan?’ vraagt hij. Das knikt. Hij wijst naar een plaat. ‘Kijk maar. Soms worden hun botten opgegraven en als een puzzel weer in elkaar gezet.”
Wellicht herkent u dit wel: uw peuter of kleuter die met een dinoboek voor u staat en u smekend vraagt: “Wilt u alstublieft voorlezen?” Voor creationistische ouders valt het vaak niet mee om een geschikt boek te vinden voor deze leeftijd. De meeste prentenboeken over dinosaurussen, die in een openbare bibliotheek te vinden zijn, gaan uit van een naturalistisch wereldbeeld met miljoenen jaren. Het boekje van Tineke van der Stelt, Api vindt een dino, zou u wellicht kunnen helpen. Hoewel het boek niet vanuit een Bijbels wereldbeeld is geschreven, wordt er ook geen melding gemaakt van miljoenen jaren.
Api en Das zijn de hoofdpersonen. Na het voorlezen van het boek gaan zij in de tuin aan het werk. Onder het werken fantaseert Api er lustig op los. Over dino’s die van de aardbeien in de tuin snoepen, over dino’s die eieren stelen en over takken als dinokoppen. Als hij ook nog eens de hark van Das vindt, die lijkt op een klauw, slaat de fantasie helemaal op hol: een graafdino. Maar die staat niet in het dinoboek van Api.
Van der Stelt heeft een leuk boek geschreven voor onze peuters en kleuters. De kinderen leren door het voorlezen van dit boek meer over (het gedrag van) dino’s, bijvoorbeeld dat ze eieren legden en dat er ook vliegende reptielen bestaan hebben. Doordat het boek ‘neutraal’ is geschreven is het ook aan te raden voor creationistische ouders. Het is goed om uw kind te begeleiden bij dit interessante thema en gesprekken te voeren over deze fascinerende beesten.
Dit artikel werd in 2018 geschreven.
De rakettest: een leuke activiteit voor op school of in de vakantie
In oktober 2021 werkte ik met de plusklas (basisschool) aan het project ‘(Over)leven op Mars’. We verdiepten ons in de ruimtevaart en ook in de ethische bezwaren om, als mens, naar Mars te gaan. Uiteraard hoorde bij het project ook de rakettest. Een belevenis, voor de kinderen, maar ook voor onze eigen (natuurlijke) kinderen. Zo’n rakettest moet natuurlijk van te voren worden uitgeprobeerd. Dat deden we in de herfstvakantie 2021. De rakettest bleek een succes, daarom hier een korte instructie om het zelf ook te proberen. Wellicht om met de klas te doen óf thuis met de kinderen in de herfstvakantie.
Benodigdheden:
- Lege petfles, liefst van 1,5 liter.
- Oude fietsbinnenband.
- Wijnfleskurk.
- Duct tape (eventueel).
- Boor.
- Bankschroef.
- Lijm.
- Knutselmateriaal om de petfles te veranderen in een echte raket.
- Fietspomp.
- Kleine gieter (met water).
- Doos.
Gebruiksaanwijzing:
Ga naar de fietsenmaker of kijk in de schuur naar een oude fietsbinnenband, met een nog werkend ventiel. Dat laatste is belangrijk anders valt de hele rakettest in duigen. Knip het ventiel uit de binnenband. Kijk of je een echte wijnkurk kunt vinden (zie voetnoot).12 De kurk moet precies in het gat passen van de lege petfles. Schroef eerst de dop van de petfles en kijk of de kurk past. De fles moet geheel afgesloten kunnen worden. Als de kurk niet goed past, omdat deze te klein is, dan is het mogelijk om de kurk met duct tape wat ruimer te maken.13 Boor midden in de kurk (van boven naar beneden door de lange kant) een gat, met een boortje dat net zo breed is als het ventiel. Let op: Zet de kurk eerst vast in bankschroef (of iets wat daarop lijkt), anders is het boren gevaarlijk. Kijk of het ventiel in het gat past, als er ruimte over is, probeer dit dan dicht te maken met lijn. Het ventiel moet wel een stuk uit de kurk steken, zodat de fietspompslangklem eromheen kan (anders werkt de rakettest niet). De kurk met het ventiel moet waterdicht zijn. Laat de kurk met het ventiel nog maar even los van de fles liggen.
Neem nu de lege petfles en vorm deze om tot een raket. Dat kan goed met vellen wit papier. Let op: de dop moet naar onderen wijzen. Zorg ervoor dat de raket goed gestroomlijnd is. Dat kan door op de platte onderkant van de fles een punt te maken. Een goed voorbeeld is om het papier in een kegel te vouwen. Hoe je een kegel maakt is te zien in de link die in de voetnoot wordt gegeven.14 Zorg er wel voor dat het een langwerpige kegel wordt die iets groter is dan de onderkant. Als je alles vastgemaakt hebt dan, wijst de punt van de raket naar boven en de ‘dop’ van de raket naar onderen. Zo lijkt het gat die de dop afsloot op een raketmotor.15
Heb je al deze punten gehad? Dan ben je nog niet klaar, je hebt natuurlijk een lanceerplatform nodig. De raket blijft uit zichzelf niet staan, zeker niet in de proef die wij gaan doen. Het beste kun je daarom een lanceerplatform maken van een doos. Wellicht heeft jullie supermarkt nog een doos over.16 Knip een gat in de onderkant van de doos, zo groot dat de raket er in blijft staan. Let op: Niet té groot, de raket moet als het ware in de doos hangen, maar er wel ruim bovenuit steken. Het moet niet door de doos zakken. Knip eveneens aan de zijkant van de doos (in het midden van die zijkant) een strook van 20 centimeter van boven tot onder. De strook karton dat je uitgeknipt hebt kun je weggooien.
Neem nu de raket, de kurk met het ventiel, het lanceerplatform, een kleine gieter mét water17 én de fietspomp mee naar een veldje. Je zou een weiland kunnen kiezen, een speelveldje of een speeltuin in de buurt. Let op: Doe het veilig! De raket kan wel vijftien meter hoog in de lucht komen. Wanneer je alles klaar hebt staan, pak je de raket, schroef je de dop van de raketmotor en giet je er water in. Minder dan een kwart is voldoende. Houd de fles wel met de punt naar beneden, anders loopt het water eruit. Het kan ook zonder water, maar mét water heeft de raket meer stuwkracht. Duw dan voorzichtig de kurk in de fles met het ventiel naar beneden. Zet de raket op de doos, stabiel in het gat aan de onderkant van de doos. Klem de fietspompslangklem om het ventiel, of maak deze op een andere wijze vast. Dit doe je door het gat aan de zijkant van de doos. Controleer of de raket rechtop staat, als deze scheef gaat kan dat gevaarlijk zijn. Begin met pompen van de fietspomp… en dan ‘bam‘ de raket schiet omhoog. Pomp net zo lang, totdat de raket omhoog schiet. De kurk met het ventiel blijft aan de fietspompklem hangen. Je kunt het nu zo vaak doen als je dit maar zou willen.
Hieronder heb ik voor de zekerheid nog een video geplaatst hoe zo’n rakettest werkt. Het is een video van Thijs (die ik niet ken). Thijs gebruikt twee flessen, maar het kan óók met één fles. Hij gebruikt ook een ander lanceerplatform. Maar dan krijg je een idee hoe het werkt. Bedankt Thijs!
Wel spijtig om te noemen: Je kunt de raket meerdere keren testen, maar iedere testronde raakt de raket meer en meer beschadigd. Wil je lang van je kunstwerk genieten? Maak dan een foto van de raket voordat je hem gaat testen. Na herhaalde keren lanceren is ook het lanceerplatform, door het water totaal onbruikbaar. Gelukkig gaat het zo niet in het echt. Ben je benieuwd hoe een lancering in het echt gaat? Kijk dan hier. Leuk is ook om een video van de rakettest te maken, neem daarom iemand mee die het kan filmen. Laat je weten hoe het ging?
Ben ik nog wat vergeten in deze gebruiksaanwijzing? Laat het dan weten via ons contactformulier, dan kan ik dat aanpassen of aanvullen.