Home » Onderwijs (Pagina 2)

Categorie archieven: Onderwijs

AI kans of bedreiging voor bezielend onderwijs?

Terwijl kunstmatige intelligentie behoort tot de oude, sterfelijke wereld, komt christelijk onderwijs op vanuit de nieuwe schepping. Als we onze jongeren vormen, vormen wij hun ziel in dit licht.

Elke 18 tot 24 maanden verdubbelt de rekencapaciteit van de chips in onze computers en smartphones. Deze buitengewoon krachtige groei tart elke verbeelding. Als we ons proberen voor te stellen hoe deze rekenkracht zich ontwikkelt, kan een enkele chip in 2050 meer rekenkracht hebben dan de hele wereldbevolking bij elkaar.

De eerste contouren van de gevolgen hiervan tekenen zich reeds af. Een zelfsturende auto is veiliger dan een auto met een menselijke bestuurder. In Eindhoven is men bijna zo ver dat een kunstmatig voetbalteam beter voetbalt dan een menselijk team. In Israël is men heel ver met het op elkaar afstemmen van alle wapensystemen onder controle van AI (artificial intelligence, kunstmatige intelligentie), omdat de mens de rekenkracht niet heeft om het overzicht te bewaren.

Ook in de medische wetenschap zijn de vooruitzichten veelbelovend: robots die operaties uitvoeren, zeldzame syndromen weten te detecteren en veel nauwkeuriger tumoren herkennen. En wat te denken van de mogelijkheden van Musks Neuralink: prothesen die aangestuurd kunnen worden, magnetische velden die depressies effectief tegengaan of implantaten in onze hersens om onze kennis op te waarderen.

AI raakt ook onze geestelijke vermogens. De robot kan al jaren beter schaken dan de mens. De Bijbel vertalen lukt beter met behulp van AI. Wie op internet naar een filmpje van robot Sophia zoekt, ziet deze staatsburger van Saoedi-Arabië in gesprek met een lichtelijk zenuwachtige interviewer van de BBC.

Individuele afstemming

De vraag is wat AI voor het onderwijs betekent. Er zijn tal van positieve overwegingen te geven. AI betekent dat we het onderwijs veel beter kunnen personaliseren. In plaats van ”one size fits all” (iedereen hetzelfde onderwijs) kunnen we het leerproces afstemmen op de individuele leerling. Daarmee doen we recht aan persoonlijke talenten.

Bovendien zijn we ook in staat om het onderwijs beter te laten aansluiten bij de menselijke geest. Het huidige onderwijs behoort meer bij de moderniteit dan bij de postmoderniteit. Kennisverwerving staat nu centraal. Ook de strakke lestijden horen meer bij de moderniteit dan bij de huidige situatie. Dat geldt ook voor het afnemen van toetsen. Die worden bovendien gestuurd door een systeem van wantrouwen. In plaats dat we sturen op de kracht van leerlingen sturen we op hun zwakten.

Zou AI geen geweldige mogelijkheid bieden om hierin een slag te maken? AI kan het onderwijs veel uitdagender maken. Bovendien kan inzicht veel interactiever, en dus effectiever, worden verworven. Het is toch geweldig als onze leerlingen kunstmatig (met ”virtual reality”) het oude Rome kunnen beleven, een ruimtereis kunnen meemaken of de ontbossing in het Amazonegebied van nabij kunnen bekijken? Zo zullen we in ons onderwijs niet alleen de intelligentie aanspreken, maar ook de verbeelding, de toegenegenheid en het verlangen. De betrokkenheid van de leerlingen zal toenemen.

En dan hebben we het nog niet over het schrijnende tekort aan onderwijsgevenden. Bovendien zijn robots altijd goed in vorm. Ze kunnen updates van de nieuwste pedagogische inzichten ontvangen. En… de digitale docent is 24/7 beschikbaar.

Kritische stemmen

Moeten we AI zien als de uitvinding van de boekdrukkunst, of als internet, dat zowel een „stap ten hemel als een stap ter hel” (dichter en historicus Da Costa) was? Is AI in zichzelf neutraal en hangt het enkel af van het gebruik dat we ervan maken? Vanuit onze calvinistische traditie zijn we geneigd om positief te denken over de gaven van de Geest in de schepping. We kunnen er ook aan denken dat het gebruik van de schepping goed is, mits het geheiligd wordt door het Woord en het gebed (1 Timotheüs 4:4-5).

Er zijn ook stemmen die veel kritischer zijn. Die vergelijken AI niet met techniek in het algemeen, maar met een specifieke ontwikkeling, zoals de ontwikkeling van een atoombom. Dat gaat veel verder dan de vraag hoe we moeten omgaan met werkstukken die via ChatGPT gemaakt zijn. Niemand minder dan de wis- en natuurkundige Stephen Hawking noemde AI het einde van de wereld. We kunnen het ons voorstellen: stel dat Poetin als eerste de beschikking zou krijgen over superintelligentie?

Betekent AI een opwaardering van de mens tot ”cyborg”, een symbiose van mens en computer? Betekent AI ook dat we de inhoud van onze geest in de cloud kunnen kopiëren om het in een ander lichaam over te planten? Komt onsterfelijkheid zo in ons blikveld?

Zonder ziel

Het wereldbeeld achter AI gaat terug op de filosoof Descartes, die dacht vanuit de ”ghost in the machine” (de geest in de machine van het lichaam). Nu gaan we een stap verder en materialiseren we zelfs de geest. Historicus en futuroloog Noah Harari bracht deze visie tot uitdrukking in zijn overtuiging dat de werkelijkheid teruggaat op data.

Als we zo over de mens denken, kan de robot wel eens de vervanger worden van de leerkracht. Misschien toont de robot wel meer empathie dan de leerkracht voor de groep. Maar heeft de robot ook liefde? Heeft de robot een ziel?

Al verduizendvoudigt de rekenkracht van AI, het is zonder ziel. En daarom zonder echte toegenegenheid, pijn, genot en verlangen. AI is zonder lichamelijkheid, wijsheid en moraliteit. Uiteindelijk is een robot niet echt intelligent. Onze ziel is een groter geheim dan het aflopen van algoritmen.

Dit betekent dat AI nooit be-ziel-ing kan brengen. Intuïtief voelen we dit allemaal wel aan. Op een conferentie van ”Brave New World” (naar een gelijknamig boek van Aldous Huxley) werd aan 150 mensen de vraag gesteld: „Als je geliefde sterft, houd je dan net zoveel van zijn/haar perfecte kopie?” 80 procent antwoordde ontkennend.

Onze geest gaat niet op in data maar is een mysterie: „Groot is dat vermogen, dat mijn geheugen is, geweldig groot mijn God! Een weidse, onbegrensde ruimte is het! Wie is er tot op zijn grond gekomen? En dit vermogen is een vermogen van mijn geest en behoort tot mijn natuur, en ikzelf vat niet alles wat ik ben. De geest is dus te beperkt om zichzelf te vatten. Maar waar zou het dan zijn, datgene wat hij van zichzelf niet vat? Zou het dan soms buiten hem zijn en niet in hem? Hoe komt het dan dat hij het niet vat? Verbazing bevangt mij daarover, diepe verbazing; verbijstering grijpt mij aan” (Augustinus).

Echte wereld

Voor christelijk onderwijs betekent dit een herwaardering van onze ziel. We hebben onze ziel te zeer geïsoleerd voor een abstracte bekering, die losstaat van het dagelijkse leven. Wat wij in het onderwijs doen, heeft niet alleen betrekking op de oude wereld, omdat alles staat in het licht van de echte en eeuwige wereld. Terwijl AI behoort tot de oude, sterfelijke wereld, komt christelijk onderwijs op vanuit de nieuwe schepping (2 Korinthe 5:17). Als we onze jongeren vormen, vormen wij hun ziel in dit licht.

Zonder deze vorming zijn docenten vervangbaar door een robot… Onze hele persoonlijkheid en alle deugden doen mee in de vorming van onze leerlingen. Bidt een robot voor de leerling? Gods Geest werkt via de menselijke interactie van ziel tot ziel, zoals McCheyne treffend vertolkte: „Spreek voor de eeuwigheid, ontwikkel in de eerste plaats uw eigen geest. Eén woord dat u spreekt als uw geest zuiver is en uw hart van Gods Geest is vervuld, weegt op tegen tienduizend woorden gesproken in ongeloof en zonde.”

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Vlastuin, W. van, 2023, AI kans of bedreiging voor bezielend onderwijs?, Reformatorisch Dagblad 53 (154): 34-35 (artikel).

Volt Nederland wil bijzonder onderwijs de das om doen – Pleidooi voor afschaffen bijzonder onderwijs in concept verkiezingsprogramma

De vrijheid van onderwijs is in Nederland een grondrecht, verankerd in de Grondwet. Artikel 23 van de Grondwet ligt echter vaak onder vuur. Volt Nederland (onder leiding van Dassen) is een politieke partij die naar eigen zeggen zoekt naar verbinding en inclusiviteit. In het concept verkiezingsprogramma voor de komende verkiezingen willen zij echter het financieren van religieus onderwijs afschaffen. Een onnodig polariserend voorstel dat juist exclusiviteit laat zien.1

Reinier van Lanschot bij de formele oprichting Volt in 2018. Bron: Wikipedia.

Concept verkiezingsprogramma

In paragraaf 3.3 gaat het over het onderwijs onder de titel ‘Gelijke kansen in het onderwijs’. Daar lezen we op bladzijde 65 het volgende:

”We houden op met het financieren van religieus onderwijs. Voor een open samenleving is het nodig dat kinderen uit alle geloofsovertuigingen elkaar al op school kunnen leren kennen. Door te stoppen met het bekostigen van scholen die een of meerdere geloofsovertuigingen uitdragen, zullen kinderen met verschillende wereldbeschouwingen elkaar eerder ontmoeten en van elkaar leren. Voor het realiseren van dit voorstel is aanpassing van artikel 23 van de Grondwet nodig.”

Overigens is niet alleen het bijzonder onderwijs de klos, maar ook privéscholen moeten worden afgeschaft. Dit zou namelijk kansenongelijkheid veroorzaken. Bovendien vindt Volt dat er op scholen aandacht moet zijn voor medialessen, ‘inclusieve’ geschiedenislessen, ‘inclusieve’ seksuele educatie, racisme en discriminatie. Volt geeft aan dat zij het bovendien belangrijk vinden dat er in het onderwijs meer aandacht komt voor Europees burgerschap, kunstmatige intelligentie (AI) en dat het onderwijs meer digitaal vormgegeven moet worden.

Het bijzonder onderwijs de das om doen?

Bijzonder onderwijs is een zegen. De Heere geeft in dit land nog steeds de ruimte om kinderen te onderwijzen en op te voeden vanuit het christelijk wereldbeeld. Dagelijks kunnen de kinderen zich laven aan de Bron der bronnen en worden ze gewezen op de Enige Troost die nodig is, beide in dit leven en in het sterven. Bijzonder onderwijs is daarom voor de kinderen van levensbelang. We mogen onze scholen nog hebben en Nederland neemt daarin haar eigen unieke plaats in. Overigens is daar wel een stevige schoolstrijd aan vooraf gegaan. Wanneer kinderen op de basisschool, in een veilige omgeving, hun wereldbeeld leren verwoorden, zal dit ook een positief effect hebben op de samenleving. Op latere leeftijd zullen deze leerlingen minder gefrustreerd raken als ze met andersdenkenden in gesprek geraken. Ze hebben immers hun eigen standpunt op degelijke wijze leren verwoorden. Reformatorische ouders sturen hun kinderen, als het goed is met een biddend hart, naar reformatorische scholen. Het wordt anders als dit reformatorische onderwijs wordt afgeschaft. Het onderwijs dat Volt op het oog heeft zal vanuit een seculiere geest gegeven worden en onze kinderen zullen onder andere ondergedompeld worden in materialisme, hedonisme en naturalisme. Bij seksuele opvoeding zal ruimte geboden worden aan opvattingen die bewust of onbewust Gods geboden, die goed zijn voor alle mensen, met de voeten treden. Biologie, aardrijkskunde en geschiedenis zal vanuit naturalistische leest gegeven worden2, met als uitgangspunt miljarden jaren, universele gemeenschappelijke afstamming en andere naturalistische natuurfilosofieën waarin God als Schepper en Onderhouder geen plaats heeft.3 Het voorstel van Volt zal eerder groepen tegen elkaar opzetten, dan dat dit voorstel verbindend zal werken. Neem bijvoorbeeld voorlezende drag queens. In het openbaar onderwijs veroorzaakten deze drag queens bij sommige ouders al ophef, laat staan als daar, vanwege de aanpassingen van Volt, ook nog een flink aantal christelijke ouders bij komen. Het thuisonderwijs onder christelijke ouders zal groeien. Sommige ouders hebben echter daar de bevoegdheid of mentale capaciteiten niet voor. Kansenongelijkheid zal daardoor toenemen. Of kinderen zullen bij ongewenste activiteiten thuisgehouden worden, waardoor de onderwijstijd van deze kinderen afneemt en deze kinderen achter raken bij hun klasgenoten. Een exclusief en onnodig polariserend voorstel, waarvan de exacte reden onduidelijk blijft. Het gaat gelukkig nog om een conceptvoorstel en Volt kan dit onderdeel uiteraard nog schrappen of herschrijven. Laat dat onze wens en bede zijn! Waarom zou er tijdens deze verkiezingscampagne een hernieuwe polariserende schoolstrijd plaats moeten vinden?4

Voetnoten

Maanlander van Apollo 11 draagt bij aan een rijke leeromgeving

Kinderen in de basisschool hebben baat bij een zogenoemde rijke leeromgeving. Een rijke leeromgeving met veel materialen en mogelijkheden zou leerlingen stimuleren tot het zelf oplossingen bedenken en zich creatief te ontwikkelen. Speelgoed zou daarbij kunnen helpen.1

Maanlanding

In de hoogste groepen van de basisschool komt bij de zaakvakken de maanlanding van 20 juli 1969 voorbij. Sommige mensen staan sceptisch tegenover deze maanlandingen en betwijfelen of ze daadwerkelijk wel zo gebeurd zijn. Deze argumenten van deze sceptici moeten uiteraard weersproken worden en dat kan door foto- en geluidsmateriaal. Alleen de meer cognitief-intelligentere kinderen zijn geïnteresseerd in deze argumenten. Andere kinderen willen vooral weten hoe die maanlanding gegaan is. Of het ethisch verantwoord is om naar de maan te reizen, is ook een vraag die we de kinderen moeten stellen. Mogen we wel naar de maan?2

LEGO CREATOR

Ter gelegenheid van het vijftig jarige maanlandingsjubileum bracht LEGO CREATOR een maanlander uit van LEGO.3 Een prachtig object om te hebben in deze rijke leeromgeving, al zijn er geloof ik wel goedkopere nabootsingen van deze maanlander. Het instructieboekje bevat vooraf foto’s en een tijdlijn van de maanlandingen. De tijdlijn loopt van de lancering tot de landing terug op aarde. Het bouwen van de maanlander wordt geadviseerd voor jongeren vanaf een jaar of 16. Toen ik op bezoek was bij Space Expo in 2020 zag ik deze LEGO-maanlander ook in de vitrine staan. Dit laat zien dat het bouwwerk geschikt is voor een rijke leeromgeving. Samen met de LEGO Saturn V raket is de maanlanding van 1969 ook uit te beelden voor de klas.4

Voetnoten

Geneeskunde of Klassieke Talen? – Een gesprek tussen een VWO-6 leerling en Alex Thomson (MA)

Onlangs verscheen er een nieuw jongerenblad onder de titel Nabij Jou.1 Het is een initiatief van het Deputaatschap Opvoeding, Onderwijs en Catechese (DOOC), uitgaande van de Gereformeerde Gemeente in Nederland, en de Vereniging tot Bevordering van SchoolOnderwijs op Gereformeerde Grondslag (VBSO). Het blad verschijnt acht keer per jaar. In de derde uitgave een interessant gesprek tussen een leerling van VWO-6 en classicus Alex Thomson (MA) over een eventuele vervolgstudie en een verwijzing naar Weet Magazine.

“In Weet Magazine lees je dat het Bijbelse scheppingsverhaal en wetenschap elkaar niet uitsluiten.” Bron: Pixabay.

Weet Magazine

Deze week is het de zogenoemde Week van de Schepping.2 In deze derde uitgave van Nabij Jou wordt daarom aandacht gegeven aan geloof en (natuur)wetenschap. In de maand maart komt de natuur weer ‘tot leven’. Hierin is de hand van God te zien (Genesis 8:22). “De meeste mensen in ons land geloven niet in een God Die alles laat groeien en bloeien. Zij geloven niet in Jeremia’s worden: Gij hebt de hemelen en de aarde gemaakt, door Uw grote kracht en door Uw uitgestrekte arm.” Ongetwijfeld zullen reformatorische jongeren met dergelijke denkbeelden in aanraking komen. Daarom is het goed om argumenten te verzamelen vóór de schepping en contra evolutionaire denkbeelden. “Want ondanks dat we een geloofsleer hebben, sluiten Bijbel en Wetenschap elkaar niet uit.” Redacteur Marco Visser verwijst voor meer informatie hierover naar Weet Magazine. “Hierin lees je dat het Bijbelse scheppingsverhaal en wetenschap elkaar niet uitsluiten.3 Het is goed dat dergelijke creationistische populair-wetenschappelijke tijdschriften onder aandacht komen in reformatorische jongerenbladeren.4

Vervolgstudie

Jongeren die binnenkort examen hopen te doen, denken flink na over een vervolgstudie. Dat kan leiden tot keuzestress. Welke studie moet ik kiezen? Welke studie past het best bij mijn talenten en karakter? Kan ik mijn talenten ook in Zijn dienst besteden? Niet eenvoudig om op dergelijke vragen een antwoord te vinden. Gelukkig kennen de meeste scholen voor Voortgezet Onderwijs een decaan die de leerlingen daarbij kan helpen. Al eerder adviseerde ik een studie op te pakken ‘in deze vakgebieden en wie weet kun je later als expert bijdragen aan het debat ten voordele van het scheppingsreferentiekader’.5 In Nabij Jou lezen we een verslag van een gesprek tussen een VWO-6 leerling en classicus Alex Thomson (MA)6

Roeping

Lisa de Jong (17) ontdekt na het gesprek met Thomson hoe belangrijk klassieke talen zijn. “Ze praat met hem over studeren in onze tijd, maar ook over het herkennen van een goddelijke roeping.” Voordat het gesprek start vertelt Thomson eerst iets over zichzelf. Hij is geboren in Engeland. Naast talloze activiteiten geeft hij les in Grieks en Hebreeuws aan studenten van de theologische school van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Lisa twijfelt of ze moet gaan voor een studie Geneeskunde of Klassieke Talen. Hoe maakt zij de goede afweging? Thomson adviseert om datgene te ‘gaan studeren waarvoor je aanleg hebt’. Hij ziet dat als Bijbels en verwijst naar Spreuken 22:6, waarin wordt opgeroepen het onderwijs te laten aansluiten bij hoe het kind is. “De denkkracht is door God ingegeven. Als je merkt waar je denkkracht ligt, waar je zogezegd goed in bent, ben je al op weg om je Goddelijke roeping te onderkennen.” Verder wijst Thomson op verlangen. “Blijft dat verlangen, laat ik zeggen meer dan een half jaar, dan heb je een sterke indicatie dat dat je beroep kan worden. Als het uiteraard een eerlijk beroep is.

Economisch nut

Waarom zou je Klassieke Talen studeren? Veel mensen denken tegenwoordig veelal aan het economische nut van een studie. Wat heb ik eraan, wat verdien ik ermee? Bij het bestuderen van Klassieke Talen leer je echter meer dan alleen de taal zelf. Thomson verwijst naar de Gouden Eeuw, waar studenten standaard Grieks en Latijn kregen: “Het doel was om hun éigen taal daardoor beter te kennen en om beter leiding te kunnen geven, bijvoorbeeld in een stadsbestuur. Een tekst is niet zomaar een verhaal, maar het is een argument met hoofdzaken en bijzaken. Die verschillende onderdelen leerden studenten het beste herkennen door de klassieke talen te bestuderen. Ze konden zo heel makkelijk laten zien of een argument klopte.

Universitaire wereld

De universitaire wereld kan voor een leerling van VWO-6 bedreigend aanvoelen. Zeker als deze leerling op een vertrouwde reformatorische school gezeten heeft. Thomson geeft aan dat het studieklimaat de laatste jaren steeds meer antichristelijk is geworden. “Het is doordrenkt van de gedachte dat alles voor iedereen mogelijk moet zijn. Rectoren van universiteiten kennen de Bijbel niet meer.” Daartegenover staat, waar Thomson al eerder op wees, dat de denkkracht door God ingegeven is. “Christenen moeten daarom de laatsten zijn die bezwaar hebben tegen het bestuderen van de klassieke talen.” Immers, als jongeren geen Klassieke Talen ‘studeren, hebben we vanaf de volgende generatie geen Bijbelvertalers meer!7

Voetnoten

Bouwen aan een creationistisch wereldbeeld – (Literatuur)onderzoek ter onderbouwing van een bijbelgetrouw standpunt

Creationistisch onderzoek is belangrijk voor de opbouw van een creationistisch wereldbeeld. Ik, Jan van Meerten, wil met deze website bouwen aan dit creationistische wereldbeeld. Daarvoor doe ik onder andere (literatuur)onderzoek. Hieronder de grote thema’s waarmee ik mij de afgelopen jaren heb bezig gehouden en waarvoor ik mij de komende jaren, als de Heere de gezondheid en het leven geeft, wil inzetten. Achter het dikgedrukte thema een korte omschrijving. Na de overkoepelende thema’s ook enkele thema’s die kleiner en meer doelgericht zijn opgezet. Als laatste enkele thema’s die ik al jaren als hobbythema heb en graag ook verder uitbouw.

Overkoepelde thema’s

Geschiedenis van scheppingsleer en scheppingsmodel in de periode 1800-1925. Veel sceptici geven aan dat het door hen zo genoemde creationisme ontstaan is met de activiteiten van George McCready Price en de bekende Scopes Trial (1925). De literair-historische lezing van Genesis zou een moderne uitvinding zijn van de laatste honderd jaar. Als het gaat om de scheppingsleer dan lijkt het er echter op dat de eerste 1800 jaar het grootste gedeelte van de kerk de verhalen in Genesis (in ieder geval voor het grootste gedeelte) opvatte als historische gebeurtenissen. In de 18e eeuw waren er zondvloedgeologen en theologen die uitgingen van een historische zondvloed. Sommigen zien de rede van geoloog en natuurtheoloog Adam Sedgewick in 1831 als de grafrede van de zondvloed. Is het daarna stil geworden? Met dit onderzoek naar boeken en artikelen van Nederlandse predikanten, onderwijzers, theologen en natuurwetenschappers van 1800-1925 wil ik aantonen dat het tegendeel waar is. Ik begin daarbij bij de afgescheiden en dolerende kerken (1834-einde van het onderzoeksgebied) en de kring rond het zogenoemde Reveil (1817-ca 1865), maar hoop dat later breder te kunnen trekken.

Visie Gereformeerde Gezindte op schepping of evolutie vanaf 1925. Zelf aangesloten bij de Gereformeerde Gemeente doe ik graag onderzoek naar de visie van de Gereformeerde Gezindte in de breedste zin van het woord op schepping en evolutie. Deze periode start in 1925, omdat in het vorige onderzoek genoemde periode dan eindigt. Onder de Gereformeerde Gezindte versta ik de volgende kerken en groeperingen: Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland, Hersteld Hervormde Kerk, Voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland, Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, Nederlands Gereformeerde Kerken, Gereformeerde Kerken Nederland, de Gereformeerde Kerken (hersteld), Christelijke Gereformeerde Kerken, Gereformeerde Gemeente, Gereformeerde Gemeente in Nederland, Gereformeerde Gemeente in Nederland buiten verband, Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland en diverse vrije gereformeerde kerken en evangelisaties.

Geologie van de Benelux. Creationisten uit Nederland, België en Luxemburg (Benelux) hebben de afgelopen jaren relatief weinig aandacht besteed aan de geologie van de Benelux. Rond de millenniumwisseling was er een expositie over ijstijden op Urk, drs. Tom Zoutewelle van Creaton organiseert jaarlijks excursies naar de Ardennen, drs. Hans Hoogerduijn heeft als het gaat om de Ardennen in privésfeer artikelen geschreven, ing. Stef Heerema schreef en sprak over de zoutlagen in Noord-Nederland en ijstijdverschijnselen en ing. Cok van der Louw schreef in het verleden een brochure over de zondvloed in Nederland en deed wat veldwerk. Het is hard nodig dat er meer veldwerk en literatuurstudie wordt gedaan door creationisten naar de ondergrond van de Benelux. Graag zou ik samen met een groep studenten en academici werken aan veldwerk, literatuurstudie en publicaties over de ondergrond van de Benelux in creationistisch perspectief.

Geologie van Hongarije. Creationisten hebben erbarmelijk weinig nagedacht over de geologie van Hongarije. Samen met Lorens Knap van Hongarije Holidays heb ik een vijfdaagse geologie-excursie naar Hongarije georganiseerd. We hebben daar vulkanische afzettingen, zand- en kalksteenformaties en grotten bekeken. Ik hoop de geologische locaties verder in kaart te brengen, (literatuur)onderzoek te doen en de geologische en paleontologische zaken te beschouwen binnen een creationistisch wereldbeeld.

Onderbouwing zondvloed/post-zondvloed-grens. De zondvloed/post-zondvloedgrens is een discussiepunt onder creationisten. Sommige creationisten beweren dat de geologische kolom van ná het Precambrium ná de zondvloed is afgezet. Andere creationisten denken dat de zondvloedgrens om en nabij het Perm ligt of iets lager, in het Devoon. Weer andere creationisten geven aan dat de grens om en nabij Krijt/Paleogeen ligt. Nog weer andere creationisten denken dat de grens in de buurt van de Mioceen/Plioceen-grens ligt. En als laatste zijn er creationisten die aangeven dat de zondvloedgrens boven de zogenoemde ‘ijstijdafzettingen’ ligt. Ik ben mijn hele creationistische leven hier al over na aan het denken en mijn voorkeur gaat momenteel uit naar de Krijt/Paleogeen-grens als interessante werkhypothese. Hiervoor wordt door verschillende academische creationisten onderbouwing gegeven. Maar zijn die argumenten overtuigend genoeg? De tijd zal het leren.

Scheppings-, paradijs- en zondvloedverhalen. Bij aloude volkeren zijn talloze schepping-, paradijs- en zondvloedverhalen te vinden. Het is goed om deze verhalen in kaart te brengen en te kijken hoe ze aan elkaar verwant zijn. Veel oudtestamentici kijken daarbij slechts naar het Midden-Oosten, maar mijn doel is om dit gegeven wereldwijd te bezien!

Menselijke evolutie. In de afgelopen honderdvijftig jaar zijn er verschillende mensachtigen gevonden. De vraag rijst op groot de menselijke variatie is onder de mensachtigen. Creationisten schrijven al net zo lang als de vondsten over deze vondsten. Sommige creationisten zijn zeer stellig, anderen meer voorzichtig. Hoeveel evolutie kan de menselijke ‘soort’ aan en hoe groot was de variatie in het verleden?

Versmalde thema’s

Mount St. Helens. In 1980 blies de vulkaan Mount St. Helens zijn top eraf. Dat leidde tot allerlei geologisch interessante verschijnselen. Creationisten hebben deze verschijnselen in kaart gebracht en daar over gepubliceerd. Ik ben deze publicaties aan het verzamelen en wil dat samenvatten in een groot verhaal zodat we in Nederland ook mee kunnen genieten van dit creationistische onderzoek. Replieken op dat onderzoek moeten worden weersproken en zo nodig weerlegd zodat dit een icoon kan blijven van het catastrofisme.

St. Joris en de draak. Dankzij een sponsor ben ik in 2018 op bezoek geweest bij het Creation Museum van Answers in Genesis. De video’s die in het Creation Museum getoond worden zijn in een collectie dvd’s uitgegeven: The Creation Museum Collection. Eén dvd in deze collectie gaat over draken en beeldt aan het begin de legende van St. Joris en de draak uit. Er is kritiek gekomen op het gebruik van deze legende door creationisten. De draak in het verhaal zou in de oorspronkelijke verhalen niet voorkomen. Joris zou in dat geval nooit met een draak gestreden hebben. De draak is later toegevoegd. Indien dat het geval is, kunnen wij het verhaal niet gebruiken ten gunste van de vanuit ons wereldbeeld opkomende gedachte dat mensen en dinosauriërs samen geleefd hebben. Daarom wil ik onderzoek doen naar de herkomst en de receptiegeschiedenis van deze legende door de eeuwen heen.

De planetologie van ons zonnestelsel. Ons zonnestelsel heeft mij al vanaf mijn vroegste jaren gefascineerd. Hoe kan het zo zijn dat slechts op aarde leven voorkomt? Is dit zonnestelsel werkelijk zo oud als naturalistische wetenschappers beweren? Hoe zijn de geologische verschijnselen op manen en planeten in ons zonnestelsel ontstaan? Met dit afgebakende, maar uitgebreide onderzoek, wil ik mij daarmee bezig houden.

RATE-project. Binnen dit versmalde thema wil ik op zoek naar materialen rondom het zogenoemde RATE-project. Er is door de jaren heen veel materiaal over geschreven, vervolgonderzoek gedaan etc. Ik zou dat vervolgonderzoek graag willen samenvatten in een artikel, een ander artikel wijden aan het (voor)traject en in een laatste artikel alle kritieken bundelen.

Walvissen van de Pisco-formatie. Een van de paradepaardjes van creationistisch onderzoek vind ik de walvissen van de Pisco-formatie. Binnen dit versmalde thema wil ik het onderzoek samenvatten, werken aan een of meerdere artikelen over dit onderzoek en zo het in Nederland bekendmaken.

Hobbythema’s

Genealogie van het geslacht Van Meerten. Ik ben al jaren bezig met de genealogie van het geslacht Van Meerten. Veel materiaal heb ik in uitgeprinte of (digitaal) offline vorm. Ik zou deze genealogie graag voor een breed publiek bekendmaken zodat mijn familieleden of ‘geslachts’genoten mee kunnen denken en mee kunnen genieten.

Betuwse streekgeschiedenis. De eerste Van Meerten die in de bronnen voorkomt (zo rond 1100) is gevestigd in de Betuwe. Ik zou graag meewerken aan de Betuwse streekgeschiedenis tot aan 1900 om zo een beeld te krijgen van het leefgebied waarin mijn voorgeslacht woonde.

Dit artikel verscheen in 2019 op de oude website van ‘Oorsprong’ en is hier licht aangepast overgenomen. Omdat mijn gezondheid door hartfalen dagelijks broos is en ik veel bedlegerig ben lukt het niet om daadwerkelijk veldwerk te doen en zal het voorlopig bij literatuuronderzoek blijven. Gebed gevraagd of de Heere de middelen wil zegenen! Dit is een werkdocument en kan aangepast worden!

Opnieuw discussie over inhoud lesboeken en vermeende ‘censuur’ – Horen critici de bel wel luiden, maar weten ze niet waar de klepel hangt?

Enige tijd geleden was er discussie over vermeende ‘censuur in lesboeken’. Dat vuurtje werd toen aangewakkerd door het NRC.1 Afgelopen zaterdag deed het dagblad Trouw een duit in het zakje met het artikel ‘Geen stereotypen en geen superhelden: bij Malmberg is de ‘sensitivity readerheel normaal’. Op social media wordt het filteren door uitgeverijen van welke informatie wél en welke informatie niet in de schoolboeken zou mogen komen, al snel weggezet als Talibanachtige verschijnselen en sharia. Gereformeerden zouden zelf dinosauriërs zijn, maar dan van het soort die weigeren uit te sterven.2

Sensitivity reader

De bekende schoolboekenuitgeverij Malmberg laat gevoeligheidlezers (sensitivity readers) meelezen met uit te geven methodes, maar laat ze ook kritisch kijken naar bestaande schoolboeken. Volgens Trouw is het doel om ‘discriminerende woorden en passages te schrappen en inclusiviteit en diversiteit in de schoolboeken te laten zien’. Malmberg is de eerste uitgeverij die met dergelijke meelezers werkt. Daar wordt in het dagblad door andere uitgeverijen positief op gereageerd. In het minste geval gaan ook andere uitgeverijen vaak te raden bij externe specialisten.

Kindermishandeling

De meeste educatieve uitgeverijen houden rekening met hun afnemers. Niels Bron, van uitgeverij Eduforce: “We brengen bijvoorbeeld geen boeken uit met afbeeldingen van dino’s. omdat we klachten kregen van gereformeerde scholen.” Ook geesten en spoken worden vaak vermeden: “Eén keer kregen we meer dan honderd klachten van christelijke scholen over een superheld.” Hoewel het niet duidelijk wordt wat die klachten over dino’s zijn, was het commentaar niet van de lucht. Hoe zou een school nu dino’s kunnen ontkennen en wáárom is dat nodig, het zou toch prima aansluiten bij het scheppingsverhaal? Heeft God de botten van die beesten dan in de grond gestopt?, zo luidde verschillenden reacties. Een reageerder noemde het ontkennen van dino’s ‘de overtreffende trap van nonsense’. Volgens een andere reageerder zouden de scholen die dino’s ontkennen doen aan kindermishandeling en acuut gesloten moeten worden.

Geen ontkenning van het bestaan van dino’s

Hoogstwaarschijnlijk zijn er geen klachten binnengekomen van gereformeerde scholen over het bestaan van dino’s, maar eerder over de interpretatie die daaraan gehangen is. Zelfs de meest behoudende reformatorische scholen erkennen het bestaan van dino’s.3 Ze zullen begrijpelijkerwijze wel grote moeite hebben met de dateringen die er op de botten ‘geplakt’ worden én ook met het naturalistisch-evolutionaire kader waarin deze botten geïnterpreteerd worden.4 Dit omdat de basisovertuiging van Universele Gemeenschappelijke Afstamming over Deep Time lijnrecht tegenover de creationistische opvatting van veel gereformeerden staat. Deze opvatting is namelijk dat God het leven op aarde in zes dagen geschapen heeft en op de zesde dag ook de landdieren (waaronder de meesten basissoorten van dinosauriërs). Eduforce hoeft de dinosauriërs daarom niet geheel te schrappen, maar ze zouden dan een andere verklaring moeten bieden waarbij in ieder geval rekening wordt gehouden met de scheppingsweek. Een sensitivity reader kan daarom nuttig zijn. Ontkennen van de werkelijkheid heeft geen zin en dat is ook hier hoogstwaarschijnlijk niet het geval. Gereformeerden interpreteren deze werkelijkheid anders dan de doorsnee naturalist dit doet. In een column voor Om Sions Wil stelde ik al voor om als gereformeerden eigen methoden samen te stellen vanuit de eigen identiteit.5 Dat voorkomt gezeur in de media over ‘censuur’ en zwartmakerij van derden die daar op aanslaan. Gelukkig bestaan er al christelijke methoden waarbij rekening wordt gehouden met identiteitszaken. Als voorbeeld noem ik Traveling the world6 en Wondering the World7 van Edu-sign.

Voetnoten

VCOG organiseert 31 januari 2023 D.V. een ouderavond over genderverwarring – Hoofdspreker is dr. Benno A. Zuiddam

Op dinsdag 31 januari 2023 D.V. organiseert de VCOG1 een ouderavond over transgenderisme. De avond draagt de titel ‘Wat is de mens?’ en de ondertitel ‘Hoe u kunt omgaan met de genderverwarring van onze tijd’. De avond wordt georganiseerd in het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente in Nederland te Opheusden. Een belangrijk onderwerp en daarmee een belangrijke avond om bij te wonen. Zeker met de opkomende ideologie van het transgenderisme in het achterhoofd.

Vanaf 19.00 uur is de inloop met koffie/thee. Om half acht is het welkomswoord van de directeur-bestuurder van VCOG, dhr. J.A. Zwerus. Om 19.35 uur opent dr. D. de Wit2, predikant van de Gereformeerde Gemeente te Kesteren en docent aan de Theologische School van de Gereformeerde Gemeente te Rotterdam, de avond met een korte meditatie. Na de meditatie spreekt dr. B.A. Zuiddam, predikant van de Hersteld Hervormde Kerk, docent aan het Hersteld Hervormd Seminarie en als lector verbonden aan Bijbels Beraad M/V.3 Dit betreft de hoofdlezing van de avond over ‘Wat is de mens?’ De titel is gekozen naar aanleiding van Psalm 8:5. De spreker zal ingaan op de genderverwarring in deze tijd. Onder zijn redactie verscheen vorig jaar het boekje ‘Transgenderisme in Bijbels perspectief’, een waardevol boekje dat in de breedte van de Gereformeerde Gezindte wordt gewaardeerd.4 Na deze lezing is er een vragenronde. Voorzitter van het bestuur van VCOG, ir. G.G. van Bochove, hoopt de avond af te sluiten. De toegang is gratis, wel zal er worden gecollecteerd ten behoeve van de nieuw te bouwen basisschool te Kesteren. De avond is ook waardevol voor niet-leden van de VCOG. Zie voor meer informatie en het adres de flyer hieronder.

Voetnoten

Een ernstig milieudelict en het rentmeesterschap van Adam en Eva – Bespreking ‘Het raadsel van de blauwe vaten’

“De twee andere kerels komen er ook bij staan. “Dus jij wou naar de politie gaan, vriendje?” sist hij. “Nee, meneer,” hakkelt Joost. “Ik zal mijn mond dicht houden.” Randy schudt zijn hoofd. “Mensen, die zo snel van mening veranderen, vertrouw ik niet helemaal,” zegt hij. “Eerlijk waar, meneer.” Jammert Joost. Hij wil alles wel beloven als ze hem maar laten lopen. “Wij gaan jou een klein lesje leren, jochie,” grijnst Randy. “Je zult het daarna wel uit je hoofd laten om naar de politie te gaan. En mocht je dat toch doen, dan weten we je te vinden, en dan rekenen we voorgoed met je af.” Joost slaat zijn handen voor zijn gezicht, want hij snapt wel ongeveer wat er nu gaat gebeuren. “Heeelp!” gilt hij in zijn angst.”

Inhoud

Het negende deel van de bekende ‘Chris en Jorieke’-serie van kinderboekenschrijver Bert Wiersema heeft als titel ‘Het raadsel van de blauwe vaten’. Het boek verscheen in 1997 bij De Vuurbaak.1 Dit keer raken de avontuurlijke kinderen Huizinga betrokken bij een ernstig milieudelict. In de fabriek Gaaychem op de Harselaar in Barneveld worden metalen onderdelen van scheepsmotoren bewerkt. De fabriek wordt gerund door de gebroeders Bertus en Gert de Gaay. Bertus is een nette directeur die zich wil houden aan de strenge milieuregels. Gert wil daar juist graag onderuit. Na bewerking ontstaat er chemisch afval (filterkoek) dat afgevoerd moet worden. Op van die peperdure rekening af te komen bedenken Gert en medewerker Randy een plan. De filterkoek moet door de compost van de zwager van Randy gedraaid worden. Alles lijkt voorspoedig te gaan totdat er een kink in de kabel komt. Joost, een medewerker van de compostfabriek, komt achter het milieudelict. Daardoor raakt alles in een stroomversnelling. Een spannend avontuur volgt waarbij ook Chris en Jorieke Huizinga (met hun vader) betrokken zijn. Gelukkig kunnen de daders gepakt worden en voorkomen Chris en Jorieke dat het hele geval een dodelijke afloop kent.

Rentmeesterschap van Adam en Eva

Directeur Bertus de Gaay is een voorbeeldfiguur hoe directeuren van chemische bedrijven zouden moeten omgaan met chemisch afval. Aan het einde van het boek ontstaat er een gesprekje tussen pa Huizinga en zijn oudste kinderen over rentmeesterschap. Chris vraagt vader of ze in ons land streng zijn op het milieu. Vader geeft aan dat dit het geval is omdat er veel mensen in een klein landje wonen en Nederland bovendien het ‘afvoerputje van Europa’ is. Gelukkig zijn er afspraken gemaakt met andere landen. “Er is een Rijnaktieprogramma [sic] gemaakt door het RIZA, het Rijksinstituut voor integraal zoetwaterbeheer, daar heb ik wel eens iets over gelezen.” Dan verwijst vader Huizinga naar Genesis: “We moeten zo goed mogelijk met de schepping omgaan. God heeft ons tenslotte een cultuuropdracht gegeven.” Op de vraag van Jorieke wat dat is vervolgt vader: “God zei vroeger al tegen Adam en Eva dat ze goed op zijn wereld moesten passen. Maar de mensen dachten dat ze het wel zonder Gods hulp konden. En daar zien we nu de gevolgen nog steeds van. Hier op aarde heeft eigenlijk alles zijn schaduwzijde. Een auto is een prachtige uitvinding. Je kunt je er snel mee verplaatsen. Ziekenauto’s redden mensen het leven. Maar ze vervuilen enorm en kunnen heel gevaarlijk zijn. Met vliegtuigen is het precies zo. En zo kan ik nog wel een poosje doorgaan.” Volgens Jorieke zit er aan één ding geen schaduwzijde, en dat is: vakantie. Het is goed als creationisten zich inzetten voor de cultuuropdracht: het bebouwen en bewaren van de schepping.2 Dit is gebaseerd op een historische lezing van Genesis. Die opdracht aan Adam en Eva geldt nu nog. Mooi dat Bert Wiersema in dit deel dit op een eenvoudige wijze voor het voetlicht brengt.
Voetnoten

‘In het begin lag de aarde verloren’ – Lied voor de onderbouw van het basisonderwijs

Het is belangrijk om onze kinderen meer te leren over de zesdaagse schepping. Dat kan met behulp van diverse materialen, methoden en werkvormen. Veel jonge kinderen leren door te zingen! Het is daarom heel goed dat er ook liederen bestaan over de schepping die de chronologie van het scheppingsverhaal volgen. Eén zo’n lied is ‘In het begin lag de aarde verloren‘ Het lied is geschreven door Hanna Lam (1928-1988) en gecomponeerd door Wim ter Burg (1914-1995). ‘In het begin lag de aarde verloren‘ wordt in de onderbouw van veel (reformatorische) basisscholen aangeleerd en gezongen. Hieronder volgen twee video’s via YouTube. De tweede video is een instrumentale versie van het volledige lied met in de ondertiteling de liedtekst. Onderaan de pagina wordt ook de liedtekst van het lied weergegeven. Dit lied is ook te zingen via Gezangboek.nl.1

Nederland Zingt

Klopstra

Liedtekst

1. In het begin lag de aarde verloren,
in het begin in de duisternis.
God sprak Zijn woord en het licht werd geboren,
‘t licht dat vandaag onze dag nog is.

2. In het begin zijn de wolken en luchten,
in het begin is de hemel ontstaan.
God sprak Zijn woord en de wateren vluchtten:
zo bracht Hij scheiding en ruimte aan.

3. In het begin is de aarde gekomen,
in het begin uit de diepte der zee.
In het begin kwam het gras en de bomen,
bloeiden de bloemen en graasde het vee.

4. In het begin zijn de sterren gaan branden,
in het begin kwam de zon en de maan.
Boven het land en de zee en de stranden,
wijzen zij wegen en tijden aan.

5. In het begin kwamen vogels gevlogen,
in het begin werd hun lied al gehoord.
Vissen in ‘t water, wat leeft op het droge:
God schiep de dieren elk naar zijn soort2.

6. In het begin riep God mensen tot leven,
in het begin was het woord in hun mond.
Wat was het goed om op aarde te leven,
wat was God blij dat de wereld bestond.

Voetnoten

‘Verloren Vrijheid’-serie wijst op mensonterend slavernijverleden

“In een laatste stuiptrekking halen de klauwen uit naar Doa’s lichaam. Doa voelt de nagels in zijn buik en schouder dringen. Hij brult het uit van pijn, maar de klauwen missen de kracht om werkelijke schade aan te richten. Doa ziet dat zijn wonden niet meer zijn dan flinke schrammen. De panter ploft naast hem in de varens.”

Doa, de hoofdpersoon van het eerste deel van de ‘Verloren vrijheid’-serie van Bert Wiersma, is een Afrikaanse oerwoudbewoner. Hij maakt onderdeel uit van een kleine stam. Op een dag wordt het alledaagse leven ruw verstoord doordat er witte mannen en mannen van de Afrikaanse Hoodoo-stam het dorp binnen vallen. Een van de witte mannen heeft zelfs een stokje en een monster. Als je met dat stokje naar een tegenstander wijst dan klinkt er een knal en komt er een gat in de borstkast van die tegenstander. Doa weet op dat moment nog niet wat een pistool en een hond zijn. Deze witte mensen zijn slavenronselaars die getipt zijn door de Hoodoo-stam. Alle mensen worden weggevoerd en het dorp gaat in vlammen op. Omdat Doa op jacht is, zie de introductie, ontspringt hij de dans. In een poging de gevangenen te bevrijden wordt ook Doa gearresteerd. Ze worden met nog meer andere Afrikaanse stambewoners in de romp een slavenschip gepropt. Na een lange en barre reis komt het schip in Suriname aan. Dit is het begin van een spannend, meeslepend verhaal over de Nederlandse slavenhandel. In het tweede deel gaat het over de smid Dirk die uiteindelijk moet vluchten vanwege een afpersende graaf, ook zijn bestemming is Suriname. In het derde deel komen beide hoofdpersonen elkaar tegen en eindigt de serie in een spannende en verrassende afsluiter.

Boodschap

Bert Wiersema heeft een drietal spannende boekjes geschreven, die, zo hoop ik, door veel kinderen gelezen zullen worden. Wiersema schrijft namelijk niet zomaar enkele spannende kinderboekjes, hij wil er een boodschap in leggen. Vaak neemt hij een gezin, familie of individu als hoofdpersoon die in zijn of haar doen en laten christen is en wordt er gewezen op de Heere Jezus Christus als enige redmiddel. Zo zijn er ook in deze serie Afrikaanse slaven die overgegaan zijn naar het christendom dankzij de bediening van de zogenoemde Hernhutters. Een slavenhouder wil niets weten van wreedheden tegen zijn slaven, maar behandelt hij ze als werknemers. Hij gunt ze zelfs de vrijheid, mochten ze dat willen. Dat Wiersema de historiciteit van het Schriftwoord hoog in het vaandel heeft staan blijkt ook weer uit deze boekjes. Wiersema wijst in het tweede deel, Ontsnapt, namelijk kort op God de Schepper: “Als je nu zo kijkt naar die schitterende zon en het mooie landschap geloof je dan niet dat er een God is die dat allemaal gemaakt heeft?1 God heeft de wereld geschapen, dat lezen we ook in Genesis.

Cham-ideologie

Dat een correcte visie op de historiciteit van Genesis niet altijd leidt tot Bijbelgetrouwheid of menslievendheid komt in dit boekje duidelijk naar voren in de handelswijze en argumenten van de kapitein van het slavenschip. Wiersema laat de kapitein een Cham-ideologie verdedigen, zoals diverse mensen dat in die tijd deden. Hayco, een scheepsjongen die aanwezig bij het ronselen van de slaven in het Afrikaanse oerwoud, voelt sterk aan dat dit een zeer foute behandeling is. Hij steekt zijn gevoelen niet onder stoelen of banken. De kapitein van het schip, Geleynsz, roept de scheepsjongen bij zich en probeert hem te overtuigen van de juistheid van deze handelswijze. Hij doet dat met een beroep op de Cham-ideologie. Hij zegt al lezend in Genesis 92: “Nu moet je horen wat er gebeurt. (…) Vier zonen had Cham (…) Kusch, Misraïm, Put en Kanaän. Die laatste ken je wel. (…) Als de Israëlieten in Kanaän komen moeten ze die Kanaänieten eruit jagen. En nou zal ik je eens wat vertellen. Mizraïm is de voorvader van de Egyptenaren, een vijand van Gods volk. (…) Die Put en die Kusch zijn de voorouders van die negers die hier onder in de boot zitten. Snap je het nu? Vijanden van ons. Door God vervloekt.” De kapitein is overigens niet helemaal overtuigt van zijn verhaal en twijfelt er zelf ook aan. Maar hij stopt die twijfel weg. Wiersema schrijft: “Hij had alleen maar een goede reden nodig om op mensenjacht te gaan en daar grof geld aan te verdienen.3 De historiciteit van Genesis wordt niet ter discussie gesteld. Geen out-of-Africa-theorie. De Afrikanen zijn nakomelingen van Kusch en Put. Zoals gezegd leidt het aanvaarden van de historiciteit van Genesis niet perse tot Bijbelgetrouwheid of menslievendheid. Hadden de mensen die de Cham-ideologie aanhingen, de Genesistekst maar goed gelezen. Dr. Jan M. van der Linde schrijft in zijn boekje over deze Cham-ideologie: “In de loop der eeuwen ontstond de zogenaamde Cham-ideologie, ingezet en lang aangehouden door rabbijnen, christenen en moslims. Zij voorzagen kooplieden, planters en anderen van een vals bijbels alibi als ze slaven wilden kopen. De tekst van Genesis 9:25-27 zegt duidelijk dat Cham niet door zijn vader vervloekt werd, wel Kanaän, de jongste zoon van Cham.4 Gelukkig hobbelde niet iedereen achter deze Cham-ideologie aan. Er waren ook Bijbelvaste theologen, plantage-eigenaren en gewone burgers die gruwden van de mensonterende leefwijze van de Afrikaanse bevolking.5 Zij gingen de strijd aan en wonnen die uiteindelijk. Daarnaast waren er ook christenen die zich druk maakten om het behoud van de slaven. Zij wezen hen op de enige weg tot behoud: de Heere Jezus Christus.

N.a.v. de serie Verloren Vrijheid: Wiersema, B., 2004, Ontvoerd (Barneveld: Uitgeverij De Vuurbaak). Wiersema, B., 2004, Ontsnapt (Barneveld: Uitgeverij De Vuurbaak). Wiersema, B., 2005, Ontdekt (Barneveld: Uitgeverij De Vuurbaak).

Dit artikel werd geschreven in 2018.

Deze bespreking is onderdeel van het project ‘Onderwijzen en opvoeden voor de toekomst – Leren over onze vroegste geschiedenis in 2022’. Dit opvoedings- en onderwijsproject is onderdeel van het jaarplan ‘Fundamentum 2022’. Het boek is hier opgenomen in de lijst van gelezen kinder- en jeugdboeken.

Voetnoten