Home » Museumgids

Categorie archieven: Museumgids

COLUMN: Zoogdiergebrom in dinoland

Onlangs bezocht ik het natuurhistorische museum Naturalis om te werken aan een creationistische museumgids. Naturalis is een prachtig museum dat ons door middel van allerlei (permanente) tentoonstellingen meeneemt in de aardgeschiedenis. Helaas houden de makers van deze tentoonstellingen geen rekening met de Bijbelse geschiedenis.

 De overblijfselen van het skelet van Repenomamus robustus. Bron: Wikipedia.

Wanneer we de afdeling van de dinosaurussen binnenstappen. Dan worden we overweldigd door deze uitgestorven beesten. We zien de lange Camarasaurus. Het grootste landdier uit de collectie van Naturalis. Deze langnekdino is opgezet op zijn achterpoten zodat zijn kop wel tien meter hoog reikt. Je kunt daarom het skelet ook van de onderkant bekijken. Naast dit topstuk zien we ook de bekende Triceratops, Stegosaurus, Tyrannosaurus en Edmontosaurus. De laatste dino wordt ook wel een eendensnaveldino genoemd. Als dinoliefhebber om te smullen. Wanneer je door deze zaal stapt zou je haast denken dat er een tijdperk is geweest met alleen maar dino’s, zeereptielen en vliegende reptielen. Dat is echter niet zo.

Om een compleet beeld te krijgen van het leefgebied van de dinosauriërs moet je niet naar Naturalis maar de literatuur induiken. Zo worden zoogdieren gemist. Naast zoogdieren leefden er ook krokodillen, amfibieën en andere soorten in het leefgebied van deze kolossen. Door deze beesten, bewust of onbewust, niet weer te geven krijgen de bezoekers een scheef beeld van deze ecosystemen. Verder wordt in de dinozaal ook nog aandacht besteed aan de gedachte dat vogels geëvolueerd zijn uit een bepaald type dino’s. Vanuit Genesis weten we dat dit onjuist is. Dino’s en vogels werden namelijk op afzonderlijke dagen geschapen.

Al een tijdje verdiep ik mij in zoogdieren die gevonden worden in de buurt van dinobotten en in aardlagen waarin dinoleefgebieden begraven werden. Vroeger dachten we dat zoogdieren in het leefgebied van de dino’s niet groter werden dan een spitsmuis en vooral ’s nachts actief waren om de dino’s te ontlopen. De laatste twintig jaar is de kennis van deze zogenoemde Mesozoïsche zoogdieren enorm toegenomen. En blijkt deze groep dieren in het dinoleefgebied enorm divers te zijn geweest, met heel wat grotere soorten dan het maatje spitsmuis. Hieronder enkele voorbeelden. In 2005 werd een ondersoort van Repenomamus beschreven met resten van een jonge dino in zijn maag(streek). Deze jonge Psittacosaurus was een van laatste maaltijden voor dat dit zoogdier werd begraven. Repenomamus kon wel 1 meter lang worden. In 2014 werd er een zoogdier beschreven dat drie keer zo groot werd als een bosmarmot. Het knaagdier werd gevonden op Madagascar. In 2020 werd een groot zoogdier beschreven die eveneens gevonden is op Madagascar. Het beest werd zo groot als een huiskat en leek in uiterlijk wel wat op een das. Het skelet was verbazingwekkend compleet. Vermeldenswaard zijn ook nog Volaticotherium en Castorocauda. De eerste kon net als een suikereekhoorn zweven door de bomen, de tweede had een uiterlijk van een bever en woog ongeveer één kilo. De lijst met vondsten zou nog veel langer gemaakt kunnen worden.

Musea zouden er goed aan doen om een compleet plaatje te schetsen van de leefgebieden van dinosauriërs. Christenen hoeven het niet oneens te zijn met de vondsten. Het betreffen namelijk beesten die werkelijk opgegraven worden. Veel christenen die uitgaan van een zesdaagse schepping denken dat dinoleefgebieden verwoest zijn door de wereldwijde zondvloed en daarmee als stille getuigen van deze ramp gezien kunnen worden.

Dit artikel verscheen eerder in het gezinsblad ‘Om Sions Wil’ en is met toestemming van de redactie hier overgenomen. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2022, Nederlandse vulkanen?, Om Sions Wil 2022 (1): 25. Hier is wat meer te lezen over ‘Om Sions Wil’.

ANDERE COLUMNS UIT 'OM SIONS WIL' JAARGANG 2022