Home » Gorinchemse streekgeschiedenis

Categorie archieven: Gorinchemse streekgeschiedenis

Testament van Barbera de la Barre (?-?) uit het Notarieel Archief te Gorinchem

In de notariële akten van Maarten Mekern junior in het Regionaal Archief Gorinchem vinden we ook het testament van Barbera de la Barre (?-?). Het testament is opgesteld op 30 juli 1763. Hieronder volgt de letterlijke transcriptie.1

De transcriptie luidt:

“De testatrice declareerdt des (?) boven vijftig duijzend gulden gegoed te wesen, en houd geen verbanden.

gegrasst: heeden den 30e Júlij 1763. compareerden voor mij maart: Mekern Júnior, openbaar en bij den Edele Hove van Holland geadmitteert Notaris, binnen Gorinchem residerende, ende voorde nagenoemde getúijgen,

Mejúffroúw Berbera de La Barre wedúwe vande Heer Lambertús van Meerten in zijn leeven Scheepen en oúd borger Capiteijn binnen dese Stad, dewelke verklaarden te approberen de mútúele testamentaire dispositie met en benevens de voornoems de haren man gemaakt, en gepasseert voor mij Notaris en zeekere daar bij genoemde getúijgen in dato den 28e December seventien honderd ses en vijftig, en bij hem met de dood geconfirmeerd, in zo verre alhier niet anders of nader gedisponeert werd, dog als nú tot nadere dispositie komende, zo verklaard zij Testatrice om gewigtige en gantsch regtmatige reedenen, uijt hare na te latene goederen te maken en legateren aande dogter van haar overleen broeder de Heer Adriaan de La Barre, vroúwe Adriana de La Barre, egtgenoot vande wel Edele Gestrenge Heer Mr: Hendrik vander Graaf de Vapoer, oúd Borgermeester en Raad inde vroedschap deser Stad, en wegens deselve gecommitteert in het Edele Mogend Collegie van gecommitteerde Raden, en bij voor overlijden van deselve, aan hare na te latene kind of kinderen, de volgende ses aobligatien, namentlijk,

Een obligatie ten lasten vande Provintie van Holland en westvriesland, ten comptoire van Dordrecht, groot in Capitaal twee duijsend Ponden, staande ten name van Adriaen de La Barre, in dato 30 Júnij 1745. Fol: 1050 A: geagre eerd den 22e November 1745, Númo. 9148 Regta Fol: 666.

Een obligatie ten lasten en Comptoir als voren, groot en capitaal twee dúijsend ponden, staande ten name van Adriaen de La Barre in dato 30e Júnij 1745. Fol: 1050 B: geagre eerd den 22e November 1745. Númo. 1949 Regta. fol: 666.

Een obligatie ten lasten en Comptoir als voren, groot in capitaal twee dúijsend ponden, staande ten name van Lambert van Meerten in dato den 30e Júnij 1745. Fol: 1030 sto. geagre eerd den 22e: November 1745. Númo. 9150 Regta: Fol: 666

Een obligatie ten lasten als voren, ten Comptoire van Gorinchem groot in Capitaal een dúijsend Ponden, staande op thoonder deeses in dato den 26e Maart 1744. Fol: 45, geagre eerd den 1e: Júnij 1744. Núm. 1670. Reg. Fol. 208

Een obligatie ten lasten en Comptoir als voren, groot in Capitaal een dúijsend Ponden, staande op thoonder deeses, in dato den 26e: Maart 1744. Fol. 46. geagre eert den 1e Júnij 1744. Núm. 1671. Reg. Fol. 208

Een obligatie ten lasten der Vereenigde Neederlanden, ten Comptoire generaal in Sr hage, groot in Capitaal twee dúijsend Ponden staande in Blanco, zonder naam, in dato den 1e april 1709, Fo: 160S10 C. Fo. 1335S10 H, geagre eert den 20e November 1709. Fol. 231 No. 407

nog een groot blaúw porcelijne haardstel van vijf stúks met de voeten daar onder, en ses grote geammelteerde gecoúleúrde schotels, staande inde porcelijn kast,

nog verklaarde zij testatrice te maken en legateren aan haar Nigtje Johanna Hendrika vander Graaf de Vapoúr oudste dogter vande voorgemelde Heere Mr: Hendrik vander Graaf de Vapoúr, en vroúwe Adriana de La Barre, het groot silver schenkbort, gemaakt bij gelegenheijd van het vijf en twintigste Jaar van het húwelijk van haar Testatrice met haar overleeden man, en daar hún beijde Wapens op staan,

als mede aan Adriana Helena vander Graaf de Vapoúr, twede dogter vande gemelde heere Mr: Hendrik vander Graaf de Vapoúr en vroúwe Adriana de La Barre, haar testatrices kerkboek met twee goúde haken, bij minderjarigheid van beijde, of een van beijde over te geven aan derselver oúders, of de langstleevende van hún,

ende ingevalle op het overlijden van haar Testatrice de voorgemelde hare broeders dogter vroúwe Adriana de La Barre reeds mogte zijn afgestorven, en mits dien hare nagelatene kind of kinderen ofte verdre Descendenten, úijt kragte deses geregtigd Wierden tot de hier vorens gemelde ses obligatiën, en dat deselve, of een van hún minderjarig waren, zo stelden zij testatrice daar over tot eenig voogd de hier voorgemelde heer Mr: Hendrik vander Graaf de Vapoúr

en dewijl bij het hier vorengemelde Testament door haar testatrice en haar overleeden man drie voogden en administrateurs over minderjarige of úijt landigen mede erfgenamen zijn gesteld geweest, en alleen een van die sr: Pieter van Herweijnen borger en Coopman binnen dese stad, haar Testatrice swager is overgebleven, en denselven al mede tot Jaren komt, zo verklaard zij testatrice hem wel inde volle Qúaliteijt bij het voornoemde testament aan hem gedesereerd te laten, dog niettemin benevens hem, en zo hij voor haar Testatrice overleeden mogte zijn, in desselfs plaats tot voogden en administrateúrs aan te stellen over de minderjarige, of úijtlandige kinderen en Descendenten van wijlen Bastiaan van Meerten, der kinderen oomen srs: Jan van Meerten en Johan Húraú, wonende den eersten te Goúda, en de tweede alhier, en over de kinderen en verdre Descendenten, van wijlen Rachel van Amerongen in egte verwekt met … de Bosson wonende tot Sevenbergen, de zelve der kinderen oomen srs: Reijnardús van Amerongen wonende te Seevenbergen, en Adrianús van Appelteere Coopman alhier, Item over de kinderen en verdre Descendenten van wijlen Maria van Amerongen in egte verwekt met Adrianús van Appelteere der kinderen oom en Neef Reijnardús van Amerongen en Johan Húraú, gevende aan de gemelde voogden en administrateurs zo veel magt gesag en aúthoriteijt als daar aan gegeven Werden kan, en Wel insonderheijd de magt om in allen gevallen andre voogden en administrateúrs in hún plaats aan te stellen en verkiesen, met gelijke magt en gesag als hún gecompeteert heeft

excúserende en úijtslúijtende de Teatatrice in allen gevalle met Eerbiedigheijd vande voogdij over minderjarigen, en andre toesigt behoevende mede erfgenamen de Edele Agtbare Heeren Weesmeesters deser Stad Gorinchem en Landen van Arkel, en alle andre oppervoogden, Geregten, Weeskameren, en andre, niemand uijtgesonderd die zig andersints daar mede alhier of elders zoúde kúnnen bemoeijen, vertroúwende zúlx geheel en al aande vorens genomineerde voogden

resterende de Testatrice mede aan zig omme volgens de Claúsúle zekratoir dese hare dispositie te amplieren met meerdre of andre legaten, bereijds gemaakte te vermeerderen, verminderen, of geheel te vernietigen, en sodanige andre schikkingen ontrent hare nalatenschap te maken als zij te raden werden zal, t’ zij voor Notaris en getúijgen, of op andre wettige wijse bij hare onderteekening, begeerende dat zúlx zal gehoúden werden van die kragt en waarde als of het in dese gestelt en úijtgedrúkt stond,

het welke voorschreve staat, aande Júffroúwe Testatrice zijnde voorgeleesen, verklaarden zij zúlx te wesen hare úijterste Wil, begeerende dat het mede zal werden opgevolgt en na gekomen t’ zij als Codicil, legaat, gifte ter zake vande dood, zo en zúlx het best zal kúnnen bestaan, ten dien tijde mede geobserveert hoúdende alle verijschte solemniteijten

Aldús gepasseert voor mij Notaris voornoemt, ten overstaan van Martinús Mekern Maartensz en Adriaan Mekern als getuijgen in dese versogt

Barbare de la barre Martinús Mekern Mz: Adrianús Mekern Maart: Mekern Júnior Notaris”

Voetnoten

Testament van Margrita van Meerten (1722-?) uit het Notarieel Archief te Gorinchem

In de notariële akten van Maarten Mekern junior in het Regionaal Archief Gorinchem vinden we ook het testament van Margrita van Meerten (1722-?). Het testament is opgesteld op 10 november 1758. Hieronder volgt de letterlijke transcriptie.2

De transcriptie luidt:

“De Testatrice declareerde boven vier dúijsend gl: niet gegoed te wesen.

Testament met belasting

gegraffe: heeden den 10e November 1758, compareerden voor mij Maart: Mekern Junior openbaar en bij den Ed: Hove van Holland geadmitteerd notaris binnen Gorinchem residerende, ende voorde getuijgen nagenoemt.

Mejúffroúw Margreta van Meerten bejaarde ongehúwde dogter borgerette ende wonende binnen dese stad, dewelke beqúaam ende genegen Zijnde omme van hare goederen te disponeren zo overtúijgend bleek, verklaarde te Wederroepen dood ende te niette te doen alle testamenten ende andre aitens van uijterste willens dewelke voor dato van dese eenigsints door haar gemaakt ofte gepasseerd wesen mogte, begerende dat die gene kragt zúllen behoúden

ende nú tot dispositie komende zo verklaarden zij testatrice te maken ende te legateren aan ieder van de drie nagelaten kinderen van haar overleeden broeder Bastiaan van Meerten t’ gene alhier volgt namentlijk

aan Adrianús van Meerten een somme van een honderd gulden in gelden

aan Elisabet van Meerten een somme van vijfhonderd gulden in gelden, dartien Sexvetten met een Streep gekomen van der testatrice moeder, en het zilver secoúpje t’ gene de testatrice heeft bekomen ter gelegenheijd vande zilvere brúijloft van haar oom en múij dheer Lambert van Meerten ende mejúffrouw Barbera de la Barre.

ende aan Johannis Bastiaan van Meerten een somme van ses honderd gúlden in gelden, en ses silvere vorken,

onder dese conditie van verbande ten opsigte van het voorgemelde gelegateerde aan Elisabet van Meerten ende Johannis Bastiaan van Meerten, dat zij daar over voor het geheel nog ten deelen niet zúllen kúnnen ofte vermogen te disponeren, als mede niet over de vrúgten daar van komende, voor dat ieder van hún den oúderdom van vijf en twintig Jaren zal hebben bereijkt, ofte in húwelijk getreeden wesen zal, als wanneer het gene aan ieder van hún is gelegateerd, met de vrúgten gedúrende hare minderjarigheijd daar van gekomen (indien die niet zijn uijtgekeerd) aan deselve zal werden overgegeven, vrij ende onthefst van eenige last, ende dat ingevalle een van hún beijde voorden gemelden oúderdom van vijf en twintig Jaaren, of eerderen húwelijken staat, zal komen te overlijden, al het gene daar aan gemaakt is, met alle de vrúgten daar van geprovenieerd ende als dan onúijtgekeerd voor handen, zonder eenige aftrek of vermindering hoe genaamt, het zij vande trebellianicqúe portie honderdste twee honderdste, minder of meerder penningen als anders zal overgaan ende versterven op den gene die over blijven ende in Leven wesen zal, met dese Last dat ingevalle de Laatse van hún beijde vervolgens mede voor desselfs vijf en twintig Jaaren, of eerderen húwelijken staat zal komen te overlijden, alle het gene daar aan gemaakt ende gelegateerd is, gelijk mede het gene door het overlijden vanden gene die gestorven (de onúijtgekeerde) wesen mogte, daar op gekomen zal zijn, met alle vrúgten, ende mede zonder eenige aftrek of vermindering hoe gemaakt, het zij van de Trebellianiqúe poertie honderdste twee honderdste, minder of meerder Penningen als anders, zal overgegaan ende versterven op de nagenoemde geinstitúeerde erfgenamen vande Testatrice, ofte op derselver nasaten bij representatie, als dewelke daar toe nú voor als dan werden geroepen, des dat ingevalle de nagemelde Voogden, ofte derselver Representanten oordeelen dat de moeder der kinderen, of na het overlijden vande moeder (de laatste regel van deze scan is niet leesbaar)

maakte ende Legateerde zij Testatrice mede aan Adriana Van Dord dewelke bij haar woond een somme van ses honderd gúlden, als mede een cabinet, een Ledikant, een bed hoofdpeúlúwe en twee kússens, ses slaaplakens, ses kússenslopen, en drie dekens, die alle goed zijn,

ende dewijle zij Testatrice in gebrúijk heeft het gevlúgte goed van gemelde Adriana van Dord, als coper, tin, porcelijn en boeken tgeen voor het meerder gedeelte haar toekomt, ende daar úijt differente mogte komen welk daar van het hare ware, zo verklaarden zij Testatrice ter vermijding van differente mede aande zelve Adriana van Dord te maken ende te Legateren al haar coper tin en porcelijn tgeen zij nalaten zal, als mede alle boeken, gene úijtgesond als alleen een zak bijbeltje, en een testamentje met zilvere haken,

ende verklaarden de Testatrice verders te maken ende te prelegateren aan hare zúster Segrina van Meerten, húijsvroúw van Johan Húraú, ende bij overlijden vande zelve voor de Testatrice, aan de voorgemelde Elisabet van Meerten dogter van haar broeder Bastiaan van Meerten, alle hare cleederen, ende het gene eenigsints ten haren Tuzame heeft behoord, daar onder mede gerekent goúd en zilver

eijndelijk verklaarden zij testatrice te maken ende te Legateren aande gene die zij testatrice in de teijd wanneer zij zal komen te overlijden gewoon is geweest te gebrúijken om haar húijswerk te doen een somme van vijf en twintig gúlden, t’ zij die vast bij haar woond of niet.

alle welke Legaten doorde nagestelde erfgenamen ofte derselver Representanten zúllen moeten werden voldaan ende betaalt binnen twee a drie maanden, na het overlijden vande Testatrice, geheel ende ten vollen, zonder eenige kortinge, om wat reedenen het ook zoúde mogen wesen, ook niet úijt hoofde vande Falciditere wet, t’ zelve expresselijk verbiedende,

Stellende zij Testatrice vervolgens tot eenige en algeheele erfgenamen in alle goederen roerende ende onroerende, hebbende ende verkrijgende actien ende geregtigheeden gene úijtgesonderd dewelke zij met de dood ontrúijmen ende nalaten zal haar Testatrice broeder Johannis van Meerten ende haar Testatrice zúster Segrina van Meerten húijsvroúw van Johan Húraú, ende bij iemands voor overlijden diens kind ofte kinderen bij representatie, ende voor overleeden wesende zonder kind ofte kinderen na te Laten, den overige voort geheel, onder dese mits restrictie en verbande nogtans in opsigte van haar testatrice zúster Segrina van Meerten, dat ingevalle deselve zonder kind ofte kinderen na te Laten zal komen te overlijden voor haar man Johan Húraúw, úijt hare nalatenschap zal moeten werden úijtgekeerd aande twee voorgemelde kinderen van haar Testatrice overleeden broeder Bastiaan van Meerten, met name Elisabet, ende Johannis Bastiaan van Meerten, ofte diens kinderen, en die mankerende aan den Langst levende van hún, of desselfs kinderen, een somme van vier honderd gulden in gelden, zonder eenige afrek of vermindering he genaamt,

ende stelden de testatrice tot Voogden over alle minderjarige erfgenamen ofte Legataxitten eenigsints in hare nalatenschap zijnde geintresseerd, mitsgaders tot administrateúrs der goederen van úijtlandige ende andre toesigt behoevende mede erfgenamen of Legataxitten haar Testatrice Broeder en Oomen, de heeren Johannis van Meerten, ende Lambertús van Meerten oud scheepen deser stad, mitsgaders Pieter van Herweijnen borger en coopman alhier, en zo die overleeden wesen mogt desselfs zoon Lambartús van Herweijnen ofte de Langst Levende van hún, gevende daar aan met eerbiedige úijtslúijting van alle oppervoogden magistraten geregten Weeskameren ende andre, mede vande Weeskamer der Stad Gorinchem en Landen van Arkel alle ende generale magt Voogden ende administrateúrs na regten eenigsints Competerende, spetiaal onme andre in desselfs plaats aan te stellen ende te verkiesen, met gelijke magt ende gesag ten úijt eijnde toe, ende onder úijtslúijting als voren,

ende verklaarden zij Testatrice particúlier den gemelden haar Testatrice oom de heer Lambertús Van Meerten te aúthoriseren tot de geheele directie van haar Testatrices begraaffenis om deselve nu zijn goedvinden en welgevallen te verrigten, als mede tot de Scheijding ende verdeeling der goederen door haar Testatrice na te laten, op dat alles in Vrindschap en eenigheid mag geschieden

Reserverende de Testatrice eijdelijk nog aan zig omme ingevolge de claúsúle reservatoir dese hare dispositie te vermeerderen met het maken van andre legaten, bereijds gemaakte te vermeerderen, verminderen, of geheel te vernietigen, ofte andre schikkingen ende conditien ontrent hare nalatenschap te maken, voogden en administrateúrs te herroepen, andre te stellen, ofte andersints te disponeren, zo zij te raden werden zal, t’ zij bij acte voor Notaris en getúijgen, ofte onder hare particúliere handtekening, begerende dat zúlx zal werden gehoúden als of het in dese dispositie úitgedrúkt ware

Alle t’ welke voorschreven staat, aande Testatrice wel dúijdelijk zijnde voorgelesen, verklaarden zij zúlx te wesen haar Testament Laatste en úijterste wil, begerende dat het na haar overlijden strikt ende onverbreekelijk zal werden agtervolgt ende nagekomen, als testament codicil, Legaat, giste ter zake des doods ofte onder den Levende, zo ende zúlx het best en bondigst na regeten ende costúme van dese Landen zal kúnnen bestaan, alware daarinne niet geobserveerd alle nodige solemniteijten.

Aldús gedaan ende gepasseerd voor mij Notaris voornoemt; in presentie ende ten overstaan van Woúter van Zon borger en inwoonder alhier, ende Martinús Mekern, als getúijgen in dese versogt

Margrita van Meerten Wouter van Son martinus Mekern mij Presz Maart: Mekern Júnior Nots: púb.”

Uitleg: Er worden verschillende namen genoemd in dit testament. Margrita was de jongste dochter van Adriaan van Meerten en Jenneke Holster. Haar broer Johannes van Meerten en zus Segrina Margrita van Meerten zijn ten tijde van het testament ook nog in leven. De oudste broer Bastiaan van Meerten is vóór het opstellen van dit testament al overleden. Hij heeft drie kinderen nagelaten: Adriaan van Meerten, Johanna Elisabeth van Meerten en Johannes Bastiaan van Meerten. Deze zijn ten tijde van het testament jonger dan 25 jaar. Oom Lambertus, oud-schepen van de stad Gorinchem, is ook nog in leven. Hij wordt aangesteld als uitvoerder van het testament. Aangetrouwde oom Pieter van Herwijnen, weduwnaar van Johanna van Meerten, en zijn zoon Lambertus van Herwijnen komen ook voor in het testament. Hieronder worden de familieverbanden in een stamboom weergegeven.

Stamboom naar aanleiding van het testament van Margrita van Meerten (1722-?). Merk op dat deze stamboom niet volledig is, zo hadden Johannes van Meerten en Maria Brouwer meer kinderen die hierboven niet worden weergegeven. Dat geldt ook voor Adrianus van Meerten en Jenneke Holster en Johanna van Meerten en Pieter van Herwijnen. Bron: Getekend door Jan van Meerten d.d. 26-11-2024.

Voetnoten

Akte van Garantstelling door Johan van Meerten en Johan van Amerongen voor Adriaan van Meerten d.d. 10 maart 1724

In de notariële akten van Hubertus Brouwer in het Regionaal Archief Gorinchem vinden we ook een Akte van Garantstelling door Johan van Meerten en Johan van Amerongen voor Adriaan van Meerten. De akte is opgesteld op 10 maart 1724. Hieronder volgt de letterlijke transcriptie.1

De transcriptie luidt:

“den 10e Maaert 1724

Compareerden etc:

Schuijlenburch

Johan van Meerten Meester Chirurgijn, en Johan Amerongen Meester Silversmit, wonende binnen dese stad, de welke verklaarden bij desen hún selven te stellen borgen, als principale schúldenaars __ voor sodanige impositien, als Adriaan van Meerten pagter tot Gorinchem, met het saysoen van pre april 1724 onder het Comptoir van Gorinchem sal komen aantestaan, en pagten Belovende het komt van dien, ider in Solidúm, als ijgen Schúlt te Súllen betalen, onder Renúnciatie van de beneficien ordinis, Divisionis, et Excússiomis van de kragt der selver voor Regten door mij notaris onderrigt Sijnde. onder verband van hún lieder persoonen en goederen, die onderwerpende Speciaal de parate Execútie van den Lande

Aldús gepasseert voor mij notaris ten overstaan van willem van Meerten, en dirk van Drúnen als getuijgen in desen versogt ten dage voors:

J.V.Meerten JVAmeronge Willem Van Maerten Dirk van Drunen Mij praesent Nots: púbs: Húbert Broúwer.”

Uitleg: Johan (of: Johannes) van Meerten (1659-?) was getrouwd met Maria Brouwer (1659-1725). Hij was inderdaad chirurgijn van beroep.3 Johan (of: Jan) van Amerongen (1684-1763) was zijn schoonzoon, getrouwd met dochter Maria van Meerten (1686-1729). Adriaan (of: Adrianus) van Meerten (1684-?) was een zoon van bovengenoemde chirurgijn. Willem van Meerten (1683-?), die als getuige optrad, is waarschijnlijk een neef van Adriaan en een aangetrouwde neef van Jan van Amerongen. Zoon van Huijbertus van Meerten (1640-1684) en Eva Brouwer (1644-1705). Voor zover we weten was de andere getuige, Dirk van Drunen, niet verwant.

Voetnoten

Acte van Voogdij voor de minderjarige kinderen van Hendrick Tillaart en Hendrika van Meerten

In de notariële akten van Cornelis van Tetteroode in het Regionaal Archief Gorinchem vinden we ook een akte voogdij van de minderjarige kinderen van Hendrik Tillaart en Hendrika van Meerten. De akte is opgesteld op 24 december 1749. Hieronder volgt de letterlijke transcriptie.4

“Dit en volgende zegel van 12 st: dient. voor een zegel van 24. st:

Op Huijden den 24e Decemb: 1749 Compareerde voor mij mr Cornelis van Tettenroode Notaris publicq, bij den Ed: Hove van Holland geadmitteert, binnen Gorinchem resideerende ende ter presentie van de naagenoemde Getúijgen, sr Hendrik Tillaart Borger en koopman binnen deze stad; Te kennen geevende den Compt, dat bij Testamente van hem en wijle zijne húijsvroúw Hendrika van Meerten, gepasseert voor den Notaris Leendt van Tetteroode en zeekere Getúijgen alhier in dat den 2e Febrúarij 1727 onder anderen den een den anderen en de eerstervende den Langstlevenden van hún beijde hadde aangesteld tot voogd ofte voogdesse over haare minderjaarige naa te laate kinderen, met magt om een ofte meer voogden te mogen verkiezen; en dat met seclúsie van de Ed: Heeren Weesmeesteren dezer stad en Landen van Arkel, en op alle andere oppervoogden van de plaats, daar hún sterfhúijs zoúde mogen komen te vallen, als breder bij voorsz: Testamente; En verklaarde hij Compt ingevolge de magt hem bij ’t voorsz: Testament gegeven, naa doode van hem Compt tot voogden over Zijne minderjaarige kinderen te Comitteeren en aan te stellen. De Heere Lambartús van Meerten oud Borger Copiteijn, Pieter van Herwijnen oud Borger lientenant als mede sr Jan van den Berg Coster van de groote kerke alhier; Gevende aan dezelve zoodaanige ampele magt als voogden naa regten toekomt, en specialijk die van assúmptie, súrrogatie ende súbstitútie; van de voorn. voogdije excúseerende uijtslúijtende (behoúdens een ijders respect) de Ed: Heeren Weesmeesteren dezer Stad en Landen van Arkel, en alle andere die zúlx aangaan mogte.

Aldús gepasseert voor mij Notaris binnen Gorinchem voornt:, ten overstaan van Jacob Jansen ende Jacobús Timmermans Borgers hier ter Steede, als Getúijgen hier toe verzogt ten dage voorsz:”

Voetnoten

Procuratie ad negotia van procuratieverlener Maria van Meerten

In de notariële akten van Cornelis van Tetteroode in het Regionaal Archief Gorinchem vinden we ook een procuratie ad negotia (een specifieke vorm van machtiging in juridische context) van procuratieverlener Maria van Meerten (1665-1749). Deze procuratie is gegeven op 4 november 1747 Hieronder volgt de letterlijke transcriptie.5

“Op Húijden den 4e November 1747. Compareerde voor mij Mr Cornelis van Tetteroode Notaris Públicq, bij den Ed: Hove van Holland geadmitteert, binnen Gorinchem resideerende en ter presentie van de naagenoemde Getúijgen Júffr Maria van Meerten wede wijlen Dirk Lieshoút, woonende binnen deze stad, Dewelke verklaarde te Constitúeeren ende magtig te maken sr Jacobús van den Broek mede alhier woonagtig, specialijk om voor en in den naame van haar Compte te Compareeren voor heeren Commissarissen in welker handen de Liberale Gifte binnen deze stad moet worden gefúrneert, en verders in handen van de zelve voor haar Compte ende in haare ziele afte Leggen den behoorlijken Eed ingevolge het Placaat van haar Ed: Groot Mog: de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland van dato den 12. September 1747. als mede de nadere Públicatie van dato den 7. octob. daar aan volgende, En vervolgens de Liberale Gifte voor haar Compte te doen volgens de intentie van ’t evengeme Placaat en nadere públicatie van welgemelde haar Ed: Groot Mog. en voorts alles meer te doen ende te verrigte ’t gúnt verder mogte worden gereqúireert, alwaar ’t dat daar toe een nadere Last vereijscht wierd, houdende dezelve voor in deeze geinsereert Beloovende voor goed ende van waarden te houden en doen houden alle ’t geene bij den voorsz. geconstitúeerde úijt kragte deezes gedaan en verrigt zal worden onder verband als naar regten. Aldús gepasseert voor mij Notaris binnen Gorinchem ten overstaan van Húijbert van Maaren Geregtsbode ende Laúrens Stúaart als Getúijgen hier toe verzogt ten dage voorsz:.”

Voetnoten

Acte van Transport van een obligatie van 400 guldens ten laste van Holland en Westvriesland

In de notariële akten van Cornelis van Tetteroode in het Regionaal Archief Gorinchem vinden we ook een akte van transport van een obligatie van 400 gulden. De akte is opgesteld op 25 november 1749 en maakt enkele familieverbanden zichtbaar. Hieronder volgt de letterlijke transcriptie.6

“Op Húijden den 25e Novemb: 1749 Compareerden voor mij mr Cornelis van Tetteroode Notaris públicq, bij den Ed: Hove van Holland geadmitteert, binnen Gorinchem resideerende, en ter presentie van de naagenoemde Getúijgen sr Adriaan van Meerten woonende te Werkendam voor zig zelven en zig sterkmakende en de rato caveerende voor zijnen Broeder Evert van Meerten, sr Lambert van Meerten meerderjaarig Jongman woonende te Papendrecht, mitsgaders sr David Senee, woonende in ’s Hagen als in huwelijk hebbende Aletta van Meerten, en als Last en Procúratie hebbende van dezelve zijn húijsvroúw alsmede van zijne zuster Abigaël van Meerten, volgens Procúratie gepasseert voor den Nots: Hendrik Willem Prangen en Zeekere Getúijgen in dato den 4. Novemb: 1749. Dewelke verklaarden te Cedeere, transporteere, en in volle vrijen eijgendom over te geven aan ende ten behoeven van Júffr Anna van Vlierden húijsvroúwe van de Heer Pieter van der Meijden, zeekere obligatie van vier hondert gúldens Capl ten Lasten van het gemeeneland van Holland en Westvriesland ten Comptoire der stad Gorinchem van dato den 26. maart 1744 geaggreëert 1 Júnij daar aan volgende, fol. 50. núm 167 Reg. fol. 209. staande ten naame van Toonder.

Zijnde de voorsz. obligatie de Compten als mede Erfgenaame van Maria van Meerten wede Dirk Lieshoút bij acte van scheijding op heden voor mij Notaris gepasseert, aanbedeelt geworden.

Bekennende de Compten van de kooppenn. voor gem. obligatie en daar op te goeds Zijnde intresse volkomen voldaan ende betaald te wezen den laatste penning met den eersten; verklaarende vervolgens aan de voorsz. obligatie van vier hondt gls. Capl geen verder off meerder regt actie ofte toezegginge te hebben ofte te behoúden, maar daar van te renúuntieeren aan ende ten behoeven als vooren, behoorende Laatstelijk deze Transporte te vrijen en waaren als regt is, onder verband als naa regten. Aldús gepasseert voor mij Notaris binnen Gorinchem voornt. ten overstaan van sr Jacobús van den Broeck ende Laúrens Stúart als Getúijgen hier toe verzogt ten dage voorsz.”

Voetnoten