Home » Ecologie

Categorie archieven: Ecologie

Buidelen onder Arnhem

Vriend en collega ‘Valkenoog’ – hij ziet ze heel snel vliegen – attendeerde mij begin april op de aanwezigheid van Buidelmezen in natuurgebied Lingezegen – Waterrijk-West onder Arnhem. De volgende dag, 4 april, op naar Lingezegen! Normaal zit ik niet achter allerlei aparte waarnemingen aan, maar deze moerasvogelsoort (15-30 broedparen in 2019, Sovon) wilde ik graag zien.

Op de parkeerplaats aangekomen telde ik ongeveer 40 auto’s. Allemaal vogelaars die aan het buidelen waren?! Het gebed begroette mij met het heerlijke gepingel van Baardmannen. Al gauw zag ik verder op een heuveltje een volksstam vogelaars met kijkers en tele-kanonnen. Vanaf de grondbobbel was een lisdoddeveldje goed te over zien en hier liet, zo hoorde ik, een Buidelmees zich regelmatig zien!

Natuurlijk meegekeken en mee geloerd met de tientallen vogelaars! Ik bofte! Na niet lang wachten kreeg ik een Buidelmees in de kijker. De vogel was actief op pluizige pluimen van lisdoddesigaren. Een Buidelmees hangt bij voorkeur zijn buidelvormig nest op aan een lange, overhangende wilgentak en maakt de binnenbekleding graag van lisdoddezaadpluis. Was deze vogel dan met nestbouw bezig?

Een Buidelmees is ongeveer 11cm lang. Al spottend moest ik vanaf de kijker de vogel voor de lens zien te krijgen. Geen makkelijke opgave voor de sensor gezien de vele plantenstengels. Tientallen digitale opnamen gemaakt. Zou er een scherpe tussen zitten. De foto toont een kleurrijk mannetje Buidelmees: roodbruine mantel en rug, grijze kop en kruin, en een enorm in het oog lopend zwart oogmasker! Prachtig!

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2025, Buidelen onder Arnhem, Het GemeenteNieuws 24 (16): 7.

Vogel bezit wonderbaarlijke ‘TomTom’

Op de foto ziet u een geringde Tureluur staand op een hek. Ik heb u eerder (Hét Gemeente Nieuws van 6 juli 2022 en 26 april 2024) over deze vogel verteld. Nu weer want voor mij wordt deze vogel steeds wonderlijker.

Het overgrote deel van de Nederlandse Tureluurs overwintert in Zuid-Europa en West-Afrika. Deze geringde vogel is als volwassen vogel op 28 oktober 2020 met een mistnest gevangen. De vogel is door mij voor het eerst in de Tollewaard gespot in mei 2022. Had toen jongen. Op 4 en 7 april 203 hier weer waargenomen en wel bij de Nederrijn. In mei 2024 5x gespot van 6 tot 27 mei, weer met jongen.

U begrijpt dat ik dit voorjaar in de Tollewaard van elke Tureluur probeer de poten te zien te krijgen. Op 22 maart was het raak en ook op 31 maart: de minimaal 6 jaar oude ringvogel (Tureluurs kunnen meer dan 15 jaar worden) weer terug in hetzelfde gebied!

Mogelijk bent u een keer met de auto in Portugal geweest. Dan toch wel met een goed navigatiesysteem. Hoe vindt nu zo’n vogel de weg? Jaarlijks naar het zuiden en weer terug naar dezelfde speldenprik op de kaart bij Lienden. Wonderbaarlijk: toeval baart geen wonderen!

De Schepper sprak in het begin: het gevogelte vliege boven de aarde. Gezien hun oriëntatie vermogen hebben ze toen gelijk een navigatiesysteem meegekregen. Zo jaarlijks heen en weer tussen Lienden en (waarschijnlijk) West-Afrika. Hoe groot is Hij! Verwondering past ons.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2025, Vogel bezit wonderbaarlijke ‘TomTom’, Het GemeenteNieuws 24 (15): 11.

Grijze ganzen, zwarte ganzen

Er zijn grijze (of grauwe) ganzen en zwart-witte (zwarte) ganzen. Ik heb recent twee keer geKold over de Kolgans, een grijze gans. Nu iets over een ‘zwarte’ gans.

Zwart-witte ganzen zijn herkenbaar aan hun zwarte poten en hun zwarte snavel. Verder zijn grote delen van de kop, hals en vaak ook de borst opvallend zwart. Een bekend voorbeeld is de Brandgans. Ongeveer even talrijk (met globaal 800.000 overwinteraars) als de Kolgans.

Witte zwanen, zwarte zwanen is een traditioneel Nederlands kinderliedje. De tijden veranderen en wij met hen. Nu kunnen we al vogel-spottend zingen: Grijze ganzen, zwarte ganzen! Wie vliegt er mee naar Nederland? Nederland zo rijk aan groen. Fijn overleven in het winterseizoen!

De foto toont twee Brandganzen, staand bij de Nederrijn. De code van de geringde vogel is: links rode ring (Red) en witte L, rechts gele ring (Yellow) en zwarte drie: RLY3. Gevangen op 14 januari 2022 bij Bunschoten Een vrouwtje, geboren in 2020 of eerder. Na ringen alleen waargenomen in Nederland. Twee keer in november 2023: bij Ingen en bij Wijk van Duurstede. Op 3 januari 2025 in de Ingense Waard en door mij op 24 maart in de Tollewaard.

De geslachtsnaam Branta is afgeleid van het Oudnoordse Brandgás (brandgans), waarbij brand zwart verbrand betekent (Wikipedia). Doet de hals niet denken aan een verkoold stuk hout? Of moet ik zeggen: hoe netjes, zuiver en smetteloos (let op het wit!) staan de twee Brandganzen op de foto? In één woord: brandschoon.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2025, Grijze ganzen, zwarte ganzen, Het GemeenteNieuws 24 (14): 7.

Bol, lange staart en twee peperkorrels

Begin maart hoorde ik in een hoek van de tuin Staartmezen. De Zakgids Vogels van Nederland en België omschrijft de roep ‘als een hoog, monotoon sie-sie-sie-sie, afgewisseld met een rauw, iets dalen tscherrrr’. Knap zo’n omschrijving. Bij mij slaat woordenloosheid toe bij het horen van menig vogelgeluid. Gelukkig is de tsjirpende, ritselende roep makkelijk herkenbaar.

De dagen erna hoorde ik op dezelfde plek bijna dagelijks Staartmezen. Zouden ze in de hoek van de tuin een territorium hebben en samen aan het bouwen van een nest denken? Dat zou geweldig zijn, want voor het laatst hebben ze in 2015, dus al weer tien jaar geleden, hier genesteld.

Staartmezen broeden in bossen, parken, tuinen. Als er maar voldoende bomen en struiken zijn voor de voedselvoorziening. Ze broeden vanaf eind maart. Half maart nam ik de vogels een paar dagen niet waar. Bij het weer horen van de roep, ging ik daarom even een blik werpen, en kreeg een grote Ekster te zien! De Staartmezen alarmeerden vanwege zijn aanwezigheid. Soms al bezig met nestbouw?

Staartmezen maken graag een nest van korstmossen. Bijzonder deze voorkeur: Staartmezen zijn fijnzinnige vogels. Is te zien aan de korte snavel. Ze hebben verder zwarte ogen – met een geeloranje oogrand aan de bovenzijde. Op de foto kijkt een veelal rusteloze Staartmees (mannetje en vrouwtje zijn gelijk) met zwart-roze-grijze rug me met zijn zwarte ogen (de ANWB Vogelgids noemt ze heel origineel ‘peperkorrels’). parmantig aan. Hopelijk blijven ze dit broedseizoen dicht bij huis.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2025, Bol, lange staart en twee peperkorrels, Het GemeenteNieuws 24 (13): 9.

Ooh… we zijn er!

Naast veel zon is het de laatste weken regelmatig nog best koud geweest. Maar dat heeft de eerste Grutto’s niet belet om eind februari de lente in Nederland aan te kondigen. Op 28 februari kreeg ik een groep van 16 Grutto’s te zien bij de stranggeul in de Gouverneurspolder bij Ochten. En zowaar, even liet een Grutto het sfeervolle, adembenemende GRUT-too horen!

‘De meeste Grutto’s keren in maart terug. Net terug uit Afrika zijn ze alleen geïnteresseerd om zo snel mogelijk de verbruikte vetreserves aan te vullen. Deze maand wordt gebruikt om fit het broedseizoen in te gaan. Groepen Grutto’s zijn als eerste te vinden in de grotere wetlands, langs de rivieren en de kust. In de laatste week van maart zijn vrijwel alle Grutto’s terug in Nederland.

Geleidelijk worden daarna de grote wetlands ingeruild voor kleinere, vaak speciaal voor weidevogels aangelegde plasdrassen en komen ze steeds dichter bij hun broedgebieden.’ (Grutto, Otto Plantema & Astrid Kant; een prachtige uitgave).

Op 6 maart nam ik ‘slechts’ drie Grutto’s waar bij Ochten, maar op 11 maart spotte ik er liefst 96! In ondiep water en op drassige oeverstukken werd vlijtig gezocht naar voedsel. De Grutto broedt vrijwel niet in de Gouverneurspolder. Het gebied rondom de geul is in het voorjaar een goede tussenstop-plek om bij te komen en aan te vetten middels het eten van regenwormen en insectenlarven. Daarom heel begrijpelijk dat de neerstrijkende Grutto’s op de foto enthousiast een ovale O van Ooh uitbeelden!

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2025, Ooh… we zijn er!, Het GemeenteNieuws 24 (12): 5.

Nog even Kollen…

Pas schreef ik over Kolgans P9V. Ik besloot mijn stukje (Hét Gemeente Nieuws, 19 februari) met de zin: ‘Kortom Kolgans P9V: I love Opheusden!’1

Vandaag weer een Kol-verhaal. Nee, mijn oogst aan Hals-geringde Kolganzen is het afgelopen winterseizoen mager gebleven. Waarom nu dit kollen? Omdat ik op 15 februari bij Lienden Kolgans 6C4 kreeg te zien, een oude bekende!

6C4 kent een naar verhouding lange life-history (European Colour-ring Birding). Gevangen op 22 december 2016 bij Maren-Kessel (N-Br.). Leeftijd: >1cy. Dit betekent: gevangen na het eerste kalenderjaar.

Bij vogels is het jaar waarin ze geboren zijn hun eerste kalenderjaar. Kolgans 6C4 is dus niet geboren in 2016, mogelijk in 2015 of eerder. Oftewel Kolgans 6C4 is minimaal bijna 10 jaar oud, een hele leeftijd.

Wat Googelen op internet leverde mij de volgende informatie op: ‘Ganzen leven lang en de meeste soorten leven gemiddeld 10 tot 20 jaar in het wild. De oudste wilde ganzen zijn geregistreerd toen ze ongeveer 30 jaar of langer leefden!’

Kolgans 6C4 is elf keer gespot in België, 35 x Nederland, 13 x Duitsland en 1x Polen (16 maart), dichtbij de grens met Litouwen.

Ik heb de vogel regelmatig gespot, steeds bij Lienden. Voor het eerst in voorjaar 2019 7x; voorjaar 2020 4x; 2021 geen waarneming; 2022 idem; 2023 2x ; voorjaar 2024 4x, het laatst 14 maart.

Dit jaar op 15 en 21 februari. Op 5 maart 1090 Kolganzen geteld. Te dol?: geen Kol 6C4 gezien. Niettemin Kolgans 6C4: I love Lienden!

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2025, Nog even Kollen…, Het GemeenteNieuws 24 (11): 7.

Blauwe Reiger aan het woord

Ja, u ziet het goed. Ik sta hier in alle rust aan de rand van uiterwaard Tollewaard. Nee, ik trek me van u, lange tweebeen bij de fiets op de Marsdijk, niets aan. Ik peins er niet over om op te vliegen. Waarom ik hier sta? Het is overdag nog steeds vrij koud, enkele graden boven nul. Ik heb geen hormonale lust om al te gaan nestelen. Ik wacht op warmere nesteltijden!

Loop ik achter? Welnee, tweebeen, ik ben bij de tijd. Let eens op mijn verenkleed. Ik mag er zijn. Ik zie er op mijn reigerbest uit zo aan het begin van het broedseizoen! Dat u spreekt van Blauwe Reiger, is voor uw rekening. Ik weet dat ik vooral grijs ben. Uw oosterburen hebben mij beter in de kijker. Zij noemen mij Graureiher.

Ik ben nu een adulte vogel, prachtig om te zien. De foto is toch een plaatje?! Wit voorhoofd met zijkruin en achterhoofd zwart. Voorhals met fraai afhangende stropdasveren. Tweekleurige bovenvleugel: grijs met zwarte slagpennen en handdekveren (ANWB Vogelgids van Europa). En vooraan de kop? Een krachtige, rechte snavel, een echte dolksnavel!

Met een ding heb ik moeite. Met ijs. Ja, ik weet dat een deel van de reigerfamilie weg trekt naar zuidelijkere, warmere streken. Ik ben gebleven. Trekken is ook niet alles. In strenge winters is het wel moeilijk om aan voedsel te komen. Gelukkig was er nu genoeg. Ik verwacht daarom voor mij, en mijn familie, een vruchtbaar broedseizoen!

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2025, Blauwe reiger aan het woord, Het GemeenteNieuws 24 (10): 5.

Mij jubelt de vogel…!

Enkele maanden rijk aan somberte en donkerheid liggen achter ons. Meer en meer overwint het licht de duisternis. De dagen worden merkbaar langer. Dat is ook aan de vogels te horen. De vogelzang komt langzaam maar zeker op gang. Wat zou de aarde saai en stil zijn zonder vogelgeluiden. Hoewel, hebben wij moderne, jakkerende, vluchtige mensen nog wel rust en tijd om van de gratis vogelconcerten te genieten?

Op 12 februari fietste ik aan het eind van de middag – het begon al te schemeren – over de Rijnbandijk van Lienden naar Kesteren. Het was enkele graden boven nul. Geen vogelzang te horen. Tot 17.11u: een zingende Zanglijster! Mijn eerste in 2025. U begrijpt dat ik het tijdstip in mijn geheugen opsloeg. Heerlijk die jubelende zang van deze lentebode!

Een vroegere lentebode is de Heggenmus. De Heggenmus is een van de meest voorkomende broedvogels van ons land. Toch veelal onbekend. Ze zijn – hoe treffend juist is zijn naam – gebonden aan plekken met struiken en heggen. Komen ook onder ons veel in tuinen voor.

De afgelopen weken al regelmatig van zijn zang genoten. Op 15 februari spotte ik vanaf het erf een zingende Heggenmus in de top van een hoge conifeer. Letterlijk zong de vogel zijn hoogste lied. Nee niet zo’n krachtige jubel als die van de Zanglijster. De Heggenmus kwettert helder, vrij luid en gehaast. Maar is dat niet de charme van de vogelzang? Dat elke vogelsoort op eigen wijze zijn lofzang op de Maker uitjubelt?!

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2025, Mij jubelt de vogel…!, Het GemeenteNieuws 24 (9): 7.

Mijn eerste HALS-ring

De afgelopen maanden duizenden Kolganzen bekeken, maar geen geringde vogel gezien. U begrijpt dat als je steeds geen halsringvogel te zien krijgt, je steeds vaker gaat denken: laat ze maar lopen die Kolganzen, laat ze maar opvliegen (= hun gang gaan). Gelukkig, ik wist vol te houden. Observeerde Kolganzen keer op keer, steeds weer, meer en meer! Wie weet! Luidt een gezegde niet: de aanhouder wint?

Op 28 januari observeerde ik Kolganzen in het grasland oostelijk van de weg naar ’t Veerhuis, Opheusden. Oei! Eureka! Al koekeloerend en tellend kreeg ik mijn eerste geringde Kolgans van dit winterseizoen in de kijker. De vogel had een zwarte halsband met 3 tekens. Het lukte me de vogel – vroeg wel het nodige geduld – fotografisch goed vast te leggen. Code: P9V (nee niet PV9, pontveer nr. 9). De gegevens op internet ingevoerd. Niet via www.geese.org (deze pagina is niet meer bereikbaar) maar via https://submit.cr-birding.org/ van European colour-ring birding.

Altijd boeiend om de levensgeschiedenis van een geringde vogel te lezen. 2021/22 Gevangen en geringd 7 november bij Lith (NB), tussen Tiel en ’s Hertogenbosch. In december 2021 en januari 2022 regelmatig (waaronder 3x door mijn persoon) waargenomen in de Maneswaard bij Opheusden. 29 maart 2022 gespot bij Pluty (Polen), ten zuiden van Litouwen. Op weg naar Siberië?!

2022/23 Nov. 2022: West-Vlaanderen, voorjaar 2023: 2x bij Opheusden. 2023/24 Jan. 2024: Duitsland (ZO van Nijmegen), maart: Bovenpolder Wageningen en Maneswaard Opheusden. 2024/25 Jan.: Opheusden, Maneswaard.

Kortom P9V: I love Maneswaard Opheusden!

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2025, Mijn eerste HALS-ring, Het GemeenteNieuws 24 (8): 7.

Klein Jantje

Een van de meest algemene broedvogels van ons land (ongeveer een half miljoen broedparen!) laat zich alweer regelmatig horen. Hopelijk herkent u het geluid. Het is de Winterkoning. Deze bijzonder kleine vogel heeft een kleine spitse snavel, fijne pootjes en een zeer korte, kleine staart, die vrijwel voortdurend omhooggehouden wordt. Helaas is de staart op de foto niet goed te zien. De vogel is vooral bruin en heeft een lichte wenkbrauwstreep.

De Winterkoning op de foto kreeg ik op 25 januari in de Blauwe Kamer te zien. En wel onder in het dijkachtig looppad, niet ver van de parkeerplaats. Meestal hoor je de vogel, want als je hem ziet, is het veelal niet voor lang. Ze vliegen zo weg, de verborgenheid in. Deze keer zocht de vogel wat rustiger naar voedsel op een plantenhoop. Een plank van het fraaie vlonderpad verwoordt treffend ‘Geniet van het onverwachte’. Ik deed dit.

Wat de zang betreft, een Winterkoning produceert ondanks zijn klein formaat een verrassend krachtig geluid: een hele fraaie makkelijk herkenbare triller. De kleine Winterkoning staat zijn mannetje wel. Ondanks zijn 9 of 10 centimeter lengte. Hij wordt niet voor niets Klein Jantje genoemd. Maar tegen koude winters kan Kleine Jantje slecht! Daaraan heeft de soort zijn officiële naam niet te danken.

Een andere plank op het vlonderpad draagt de tekst ‘Geniet van de kleine dingen’. Laten we dit allemaal doen. Dus ook van deze kleine vogel. Want wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd (waard).

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2025, Klein Jantje, Het GemeenteNieuws 24 (7): 7.