Home » Genealogie » ‘Acte van Scheijdinge’ door Elisabeth Schade, weduwe van Hendrik de Liend, op 16 September 1761 te Amsterdam – De verdeling van het nalatenschap van Jacobus van Breugel

‘Acte van Scheijdinge’ door Elisabeth Schade, weduwe van Hendrik de Liend, op 16 September 1761 te Amsterdam – De verdeling van het nalatenschap van Jacobus van Breugel

Hieronder wordt de transcriptie weergegeven van een ‘Acte van Scheijdinge’ opgesteld door de notaris voor Elisabeth Schade, weduwe van Hendrik de Liend. Hierin wordt ook Jan (Claasen) van Meerten (1724-?) vermeld. Deze akte is opgesteld op 16 september 1761 en te vinden in het Stadsarchief Amsterdam (zie ook voetnoot). De screenshots van deze akte bevinden zich onder de uitgeschreven transcriptie en uitleg hieronder.1

De volledige transcriptie luidt:

”Heeden den 16e September 1761 Compareerde voor mij Willem Jan Vos Notaris bij den Ed: Hove van Holland gecommiteert, binnen Amsterdam resideerende:

Elisabeth Schade weduwe Hendrik de Liend en Catharina Schade meerderjarig, en ongehuwt beijde kinderen van wijle Johanna Gerdina van Breugel aan Michiel Schade in Echt verweckt.

Robertus Ridt als in huwelijk hebbende Maria van Grootvelt, dus voor sig selve, en nog, als ten deze Gemagtigt van Pieter van Grootvelt, bij Procuratie den 6 December 1760 binnen deze Stad voor de Notaris Mr. Johannes Beukelaar en Getuijgen verleden, mitsgaders van Arien Teunissen van IJsendoorn als in huwelijk hebbende Theodora van Grootvelt, en van Jan Claasen van Meerten als in huwelijk hebbende Jacoba van Grootvelt, volgens Procuratie den 20 December 1760 voor Gesubstitueerde Rigter R: V: Gijtenbeek, den President Schepen Willem van Grootvelt en Schepenen van den Gerigte der Hoge Heerlijkheijd Lienden gepasseert welke Procuratien aan mijNotaris zijn vertoont, zijnde de voorn: Maria, Pieter, Theodora, en Jacoba van Grootvelt kinderen van wijle Theodora van Breugel aan Jerfaas van Grootvelt in Echt verweckt.

Johanna Nachenius wed: van Coenraad Scheffer voor haar selve, Benjamin Nachenius, eerst mede voor sig selve en dan nog ook als ten deze zijnde Gemagtigt van Pieter Nachenius bij Procuratie den 4 Februari 1761, voor de Notaris Mr. Jodocus Cornelis Montanus Notaris en Getuijgen te Culemborg gepasseert, Item van Jan van Dijk als in huwelijk hebbende Elisabeth Nachenius, en van dezelve Elisabeth Nachenius bij Procuratie den 2 December 1760 voor de Notaris Pieter Keerwolff en Getuijgen binnen de stad Leijden gepasseert. Gelijk ook Laatstelijk van de wel Ed: Gestr: Hrn Mr. Cornelis van Roijen, Raad in de Vroedschap en Schepen der Stad Utrecht, en Aarnoud van Westreenen Cononicq in de Capittele van St. Pieter als huijsmeesteren van den Borger Weeshuijze der Stad Utrecht voor sig en de verdere Heeren Regenten van denzelve huijze als daar inne alimenteerende de twee onmondige nagelatene kinderen van wijle Aletta Nachenius door Gerrit Harrevelt aan haar in echte verweckt genaamt Johannes en Gerrit Harrevelt bij Procuratie den 10 Febr. 1761, voor de Notaris Jan Tieleman Blekman en Getuijgen te Utrecht gepasseert, welke Procuratien mede aan mij Notaris zijn vertoont.

Zijnde de eerste en tweede Comporante, de huijsvrouw van den derde Comparant en den derde Comparantes principalen volle susters kinderen, En de vierde comparante den vijfde comparant en deszelfs Principalen of gerepresenteerdens halve susters en broeders en halven susters kinderen, mitsgaders de naaste Vrienden en Erfgenamen absentestado, van wijlen Cornelis van Breugel in zijn Leven Schipper van deze Stad op Utrecht, welke op het overlijden van zijn Moeder Johanna van Westreenen eerder weduwe van Jacobus van Breugel, en Laatst van Johannes Nachenius in Leven zijn geweest, en dus uijt kragte van den Testamente den 8 october 1732 voor de Notaris Leonard Noblek en getuijgen alhier gepasseert geregtigt tot de overige, gansche Nalatenschap van opgen. Cornelis van Breugel, waar van deszelfs gem. moeder moeten trecken de vrugten haar leven Lang gedurende.

Woonende alle de Comparanten binnen deze Stad.

Te kennen gevende dat sij Comparanten ontfangen hebbende van Mattheús de Rooij & Jan Blom de penningen in voldoeninge van de acte en pretensie door den Comparanten in der selver voorts qualiteijten ten Lasten van dezelven gesustineert, naar Luijd en ingevolge de acte van accoord en transactie den 19 Junij dezes Jaars 1761 ten overstaan van mij Notaris & getuijgen gepasseert, sij Comparanten genegen waren om dezelve Penningen, gelijk ook de goederen of wel t Provenúe van dien, door hen Lieden van Anthonij Staats mede Gesurrogeerde Execúteúr en mede administrateúr van de nalatenschap van meergen. Cornelis van Breugel, op rekening van hun actie en pretensie ten Lasten van dezelve Staats overgenomen onder elkander te scheijden en verdeelen. En werd dan om met ordre daar toe te komen voor af ter nedergestelt het geen bij de Comparanten ontfangen is.

Eerstelijk van Mattheús de Rooij f. 600:–
van Jan Blom f. 400:
Enzúlks te Zamen f. 1000:–

Volgt het geen van Anthonij Staats is overgenomen

Een Staand orlogie voor f100: waar men in publicqúe verkoop na aftrek van de onkosten zuijver is gekomen f 47:3:8

Een oude gladde kast enngloze kast voor f80: verkogt uijt de hand voor 22:–

Een bedje Peúlje en dekentje voor f 18: verkogt uijt de hand voor 13:–

Zes el frans linnen, a 6 st. deze en alzo mede verkogt 1:16:–

83:19:8
f 1083:19:8

Waar van moet werden afgetrocken de onkosten de Comparanten en húnne Principalen in t gemeen Concerneerende als

Aanden Notaris Mr. Joan Bogaart betaalt volgens specificatie en qúitantie f 16:4:

Aan den Notaris Jan Ploosman Amstel volgens declaratie & Quat: 9:–:–

Aan de Procureur Daniel Eijlkens volgens gequiteerde Reekening 8:8:

Aan de Notaris Mr. Johannes Beukelaar ad idem 10:4:–

Aan Robertus Ridt voor verschot en gedane moeijte volgens specificatie 2:10:–

Aan de Notaris Willem Jan Vos voor de helft in de kosten der transactie, de qúitantie ten behoeve van de Rooij en Blom deze Scheijdinge enz. volgens Reekening & quit 39:18:–

f 86:4:–
Zúlx dat er ter verdeeling overblijft f 997:15:8

Welke deelbaare somme dan ook op het tekenen en passeeren dezer volgens den Testamenten van meergem: wijlen Cornelis van Breugel, in overeenkomste en volgens het venster geregt binnen deze Stad (alvoor heeft gewoont en hij overleden is) plaats hebbende, genoten is, en dus de eene helft eerst voor uijtgetrocken bij de volle susters kinderen, en hooft voor hooft genoten. En de andere of wederhelft bij de halve sústers en Broeders hooft voor hooft en bij de volle, en halve Susters Kinderen Staaks gewijs bij Representatie zoo dat een ijder van de Comparanten ontfangen heeft als volgt

Elisabeth Schade wedue Hendrik de Liendt eerst voor een sesde part in de een helft 83:2:14
En dan nog als voor de helft komende in een Staak of zevende part van de Wederhelft 35:12:10
f 118:15:8

Catharina Schade eerst mede voor een sesde part in de eene helft 83:3:–
En dan nog mede voor de helft in een Staak of sevende part van de wederhelft 35:12:10
f 118:15:10

Robertus Ridt als in huwelijk hebbende Maria van Grootvelt eerst mede voor een sesde part in de een helft f 83:2:14
En dan nog als komende voor een vierde in een Staak of zevende part van de wederhelft 17:16:F
100:19:4

Denzelve als Procuratie hebbende van Pieter van Grootvelt eerst mede voor een sesde part in de eene helft 83:3:–
En dan nog mede voor een vierde in een staak of zevende part van de wederhelft 17:16:6
100:19:6

Deselve als Procúratie hebbende van Arien Teunissen van IJsendoorn in húwelijk hebbende Theodora van Grootvelt eerst mede voor een sesde part in de eene helft f 83:3:–
En dan nog ook voor een vierde in een Staak of Sevende part van de wederhelft 17:16:6
f 100:19:6

Nog tenselve als Procuratie hebbende van Jan Claasen van Meerten als in huwelijk hebbende eerst mede voor een sesde part in de eene helft f 83:3:–
En dan nog mede voor een vierde in een Staak of Sevende part van de wederhelft 17:16:6
f 100:19:6

Johanna Nacheniús weduwe Coenraad Scheffer voor een sevende part in de wederhelft f 71:5:6

Benjamin Nachenius mede voor een sevende part in de wederhelft f 71:5:6

Denselve als Procúratie hebbende van Pieter Nacheniús mede voor een sevende part in de wederhelft f 71:5:6

Denselve als Procúratie hebbende van Elisabeth Nacheniús mede voor een sevende part in de wederhelft f 71:5:6

En Laatstelijk nog denzelve Benjamin Nacheniús als in procúratie hebbende van de Heren Regenten van het Borger Weeshuijs der Stad Utrecht voor de twee onmondige kinderen van wijlen Alletta Nacheniús insgelijks voor een sevende part in de wederhelft 71:5:8

Uijtmakende de voorgn: Pontien te zamen de vorenstaande deelbare somma van f 997:15:8

Bekennende dan sij Comparanten zoó in hún privé als respectieve qualiteijten van wegens hunnen Principalen sijn en haar portie in de vorenstaande Somme tot volkomen genoegen ontfangen en na sig genomen te hebben, en zúlks dan den andere over en weder deswegens te qúiteeren zonder eenige Exceptie of Resume, met belofte van Elkanderen om geen andere of nader Scheijdingen of verdeelinge van dien te zullen moeijen of Lastigevallen, maar Elkanderen voor alle Namaningen te zullen Indemneeren en bevrijden mitsgaders deze Gestand te doen onder verband van hún Comparante Respectieve persoonen en Goederen als mede van hunnen Principalen of gerepresenteerdens, ten bedwank van alle Regten en Regteren.

Aldus gepasseert in Amsterdam present, Acttum Isaac van Eijk makelaar, mede alhier woonende en Teunis Jantz als getuijgen.

Elisabet Schaaden
dit X is van Catharina schade gestelt in plaats van haar alzo verklaarde niet te kunnen schrijven.
Robertus Rid voor huijn selve en a a a
Johanna Nageniús
Benjamin Nachenius voor mijn selve en voor mijn q q: t
Isaac van Eijk
Teunis Janszn

W.J. Vos
Notaris”

De familiebanden uit deze notariële akte blijken ingewikkeld. Het gaat om het nalatenschap van Johanna van Westreenen. Zij was eerst weduwe van Jacobus van Breugel en laatst van Johannes Nachenius. Samen met Jacobus kregen zij de volgende vier kinderen (1) Cornelis van Breugel (al overleden), (2) Johanna Gerdina van Breugel (al overleden) en (3) Theodora van Breugel (al overleden). Cornelis is vermoedelijk ongehuwd overleden, heeft daarmee geen erfgenamen en deelt daardoor niet mee in de erfenis. Johanna Gerdina van Breugel is geweest getrouwd met Michiel Schade en heeft daarbij twee nog in leven zijnde kinderen: Elisabeth (weduwe van Hendrik de Liend) en Catharina. Theodora van Breugel is getrouwd geweest met Jerfaas van Grootvelt. Zij hebben vier kinderen gekregen: (1) Maria van Grootvelt (getrouwd met Robertus Ridt), (2) Pieter van Grootvelt, (3) Theodora van Grootvelt (getrouwd met Arien (Teunissen) van IJsendoorn) en (4) Jacoba van Grootvelt (getrouwd met Jan (Claasen) van Meerten). De laatstgenoemde lijkt door haar ouders naar haar opa te zijn vernoemd: Jacobus van Breugel.

De hiervoor genoemde Johanna van Westreenen is na het overlijden van haar man Jacobus hertrouwd met Johannes Nachenius. Bij haar tweede man heeft ze vijf kinderen gekregen: (1) Johanna Nachenius (weduwe van Coenraad Scheffer), (2) Benjamin Nachenius, (3) Pieter Nachenius, (4) Elisabeth Nachenius (getrouwd met Jan van Dijk) en (5) Aletta Nachenius (al overleden). Aletta heeft twee onmondige kinderen gekregen met eveneens wijlen Gerrit Harrevelt: (1) Johannes Harrevelt en (2) Gerrit Harrevelt. Deze onmondige kinderen wonen in het Borger Weeshuis te Utrecht.

Voetnoten

  1. Bron: Notariële archieven, archiefnummer 5075, inventarisnummer 12296, aktenummer 534023, p. 155-159. Te raadplegen via de website van het Stadsarchief Amsterdam: www.amsterdam.archief.