Home » 2023 » februari (Pagina 4)

Maandelijkse archieven: februari 2023

New Horizons vliegt langs ruimtepinda Ultima Thule

Voor NASA begint het jaar 2019 goed. Op 1 januari vloog de ruimtesonde New Horizons langs het object Ultima Thule. Het verst bezochte object ooit in ons zonnestelsel.

RAADSELS
Wat moet New Horizons te weten komen over Ultima Thule? Wetenschap in Beeld somt de vragen op:

  1. Bestaat Ultima Thule uit een of twee objecten?
  2. Hoe groot is deze ijsbol?
  3. Heeft Ultima Thule een atmosfeer?
  4. Zijn er stofringen rond het hemellichaam?
  5. Waar bestaat de bodem uit?
  6. Hoeveel kraters zijn er op het oppervlak?

Bron: Nielsen, R.H., 2018, New Horizons stevent af op Kosmisch Verweggistan, Wetenschap in Beeld 2019 (1): 28-35.

New Horizons heeft ondertussen al meer dan 6,5 miljard kilometer afgelegd. De ruimtesonde werd gelanceerd in 2006 en deed in 2015 de dwergplaneet Pluto aan. Dat leverde voor creationisten interessante inzichten op.1 In augustus 2015 werd besloten om een nieuw object in de ruimte te bezoeken. In 2016 werd de route uitgestippeld naar Ultima Thule, een klein ijsobject in de Kuiper Belt. Gedurende 1,5 miljard kilometer is New Horizons slapende gehouden. Begin 2018 ontwaakte de ruimtesonde en brak een record door twee ijsbollen te fotograferen op een afstand van 6,12 miljard kilometer van de aarde.

Op 1 januari 2019 was het dan zover: Ultima Thule. Een paar dagen voor de flyby maakte New Horizons een onscherpe foto van het object. De overige foto’s laten nog op zich wachten, het zal 20 maanden duren voordat New Horizons alle data heeft doorgestuurd naar de aarde. De onscherpe foto is wat verfijnd waardoor de vorm van Ultima Thule zichtbaar wordt. Het heeft de vorm van een ongepelde pinda. Ultima Thule is bij benadering 32 kilometer lang en 16 kilometer breed. Het is nog onduidelijk of het object uit twee objecten bestaat of dat het een geheel is. Daarvoor is de foto nog wat te vaag en zullen we dus moeten wachten totdat er meer foto’s binnenkomen. De naam Ultima Thule verwijst naar een afgelegen plaats voorbij de grenzen van de bekende wereld. Dit is nog niet de officiële naam, die wordt pas gekozen als er meer bekend is over het object. Als Ultima Thule werkelijk een atmosfeer heeft en er stofringen rond het hemellichaam zijn (zie kader) dan levert dat weer nieuwe argumenten op voor creationisten.2

Dit artikel werd in 2019 geschreven.

Voetnoten

Stichting Uit het Woord der Waarheid brengt vertaling van bestseller ‘Am Anfang war die Information’ van dr. Werner Gitt op de markt

Informatie is de sleutel tot het begrijpen van leven. Biologische informatie is volgens de Amerikaanse denktank voor Intelligent Design, Discovery Institute, een aanwijzing voor intelligent ontwerp.1 Moleculair bioloog dr. Peter Borger geeft aan dat al de biologische informatie al aanwezig was in de oerorganismen en dat deze alleen maar tot expressie hoefde te komen.2 Informatietheorie is dus een belangrijke component voor wetenschappers die uitgaan van het klassieke scheppingsgeloof. De Duitser prof. dr. Werner Gitt denkt al jaren na over informatietheorie en heeft er een bestseller over geschreven: ‘Am Anfang war die Information’ of ‘In the Beginning was Information’. Dit boek is nu óók in het Nederlands vertaald door Stichting Uit het Woord der Waarheid3

Veelvuldig vertaald

De bestseller van dr. Werner Gitt verscheen de afgelopen jaren onder diverse titels als herdruk.4 Niet alleen werd deze Duitse uitgave veel verkocht, het boek werd ook vertaald in het Engels en uitgebracht bij MasterBooks. Daarnaast verschenen er vertalingen in het Chinees, Japans, Pools, Russisch en Hongaars5. Voor zover ik weet is het boek nooit in het Nederlands vertaald. Dat is bijzonder want dr. Werner Gitt had via de Europese Creationistische Congressen ook contact met diverse Nederlandstalige creationisten. Dit jaar heeft Stichting Uit het Woord der Waarheid echter de handschoen opgepakt en is André van der Beek aan het werk gezet om deze bestseller te vertalen. Dat is gelukt en voor mij ligt nu een mooi product. Omdat dit boek al wat ouder is en ik geen informatietheoreticus ben, wil ik het boek niet recenseren of bespreken, maar hieronder een korte beschrijving geven van de inhoud. Ik hoop daarmee de interesse van voor- en tegenstanders van het klassieke scheppingsgeloof te wekken en hen te stimuleren tot discussie over de informatietheorie van dr. Werner Gitt.

Inhoud

Het boek wordt aanbevolen door dr. John Sanford, dr. Andy C. McIntosh, dr. Randy Guliuzza, dr. Lael Weinberger, dr. Olaf Karthaus, dr. Paul Giem, wijlen dr. John Morris6 en dr. Carl Wieland. De bekende wiskundige dr. William A. Dembski schreef een voorwoord bij de eerste Engelse uitgave. Dembski is een bekende ID-coryfee. Het boek is onderverdeeld in zes hoofddelen (informatie, natuurwetten, informatie en biologisch leven, dwingende argumenten, universele informatie en de Bijbel en als laatste vragen en antwoorden). Na een korte inleiding van dr. Werner Gitt gaat het eerste hoofdstuk over de verschillende verschijningsvormen van informatie. Daarna bespreekt Gitt in het tweede hoofdstuk de vijf niveaus van universele informatie (Apobetiek, Pragmatiek, Semantiek, Syntaxis en Statistiek). Deze niveaus moeten in omgekeerde volgorde gelezen worden. Statistiek is het eerste niveau en Apobetiek het vijfde niveau. In het derde hoofdstuk komt Gitt tot de theorie van de universele informatie (TUI). In het tweede hoofddeel gaat Gitt in op de natuurwetten (van universele informatie). In het derde hoofddeel maakt Gitt de koppeling tussen informatie en biologisch leven. Door eerst een poging tot definitie te doen wat leven is en daarna op zoek te gaan naar informatie in levende wezens. In het vierde hoofddeel komt hij tot negen ‘dwingende conclusies’. Welke ‘dwingende conclusies’? (1) Er moet een intelligente Zender zijn. (2) De Zender moet uiterst intelligent zijn. (3) De Zender moet een hoogwaardige Schepperkracht bezitten. (4) De Zender moet een niet-materiële component hebben. (5) De mens moet een niet-materiële component hebben. (6) De leer van het materialisme is verkeerd. (7) De oerknal hypothese is niet voldoende voor het ontstaan van universele informatie. (8) De evolutie is weerlegd. (9) Geen leven uit de materie. In het vijfde hoofddeel gaat Gitt in op de verhouding tussen universele informatie en de Bijbel. Hij bespreekt daarin ook de eigenschappen van God. In het zesde en laatste hoofddeel bespreekt Gitt de vragen die vaak gesteld worden aan de Theorie van Universele Informatie. Ten slotte bevat het boek een epiloog en diverse appendices. De vormgeving is mooi! Het boek is wat stug zodat stukken eruit citeren niet meevalt.

Ten slotte

Het is goed dat dit werk van de academicus dr. Werner Gitt op de Nederlandse markt gebracht is. Ik hoop dat andere media dit boek zullen fileren en er over gaan schrijven. Informatietheorie is een van de bouwstenen voor een groter scheppingsparadigma. Dr. Werner Gitt heeft daar een belangrijke rol in gehad en daar zijn we hem dankbaar voor. Vreemd dat er niet eerder een vertaling is verschenen en dat Engelsen, Chinezen, Japanners, Polen, Russen en Hongaren ons voor moesten gaan in het vertalen van dit werk. Hopelijk zal de vertaling van dit boek meehelpen aan een opleving van de ‘Intelligent Design’-beweging en een bredere acceptatie van het scheppingsparadigma voortbordurend op het klassieke scheppingsgeloof. Naar Johannes 1: In den beginne was het Woord (of: In het begin was Informatie). Jammer overigens dat deze titel in het oorspronkelijke werk van Gitt niet behouden is gebleven. Het boek heeft als titel meegekregen ‘Informatie: De sleutel tot het leven’.7

Voetnoten

Academisch geschoolde theoloog moet onderzoek gaan doen naar ‘Schriftgezag’ – Synode Gereformeerde Gemeente vergadert opnieuw over ‘Schriftgezag’

De synode van de Gereformeerde Gemeente was gisteren voor de laatste maal dit synodejaar bijeen.1 Gisteren stond het thema ‘Schriftgezag’ op de agenda. Een belangrijk punt binnen de kerken. Welk gezag heeft de Schrift?

Van de vorige synodebespreking deden we via deze website ook verslag op basis van het geschrevene in De Saambinder en het Reformatorisch Dagblad.2 Met dank aan Geerten Moerkerken van de kerkredactie van het Reformatorisch Dagblad is er ook deze keer een verslag.3 Hieronder een korte samenvatting en bespreking.4

Continueren

De synode heeft besloten dat de commissie die op één van de vorige synodedagen (in 2022) is ingesteld gecontinueerd gaat worden de komende jaren. Uit het rapport blijkt dat Schriftgezag als zodanig niet ter discussie staat, maar dat de ontwikkelingen binnen kerk en theologie ook de eigen gemeenteleden niet voorbijgaat. Het is daarmee een aangelegen onderwerp om verder te doordenken. “Met de eerbiediging van het Schriftgezag staan of vallen het Bijbelse geloof en de gereformeerde belijdenis. Dat dit nu aan de orde is, tekent de ernst van de situatie waarin we ons als gemeenten bevinden. In deze context worden wij geroepen het Schriftgezag te onderwijzen.” Commissievoorzitter ds. A. Schot geeft aan dat er tegelijkertijd bescheidenheid past. Schot: “Wij hebben niet de gedachte dat wij als kerkverband in staat zijn om dit tij in onze samenleving te keren. Maar we hebben wel een verantwoordelijkheid, in het bijzonder ook in de toerusting naar onze eigen gemeenten toe.

Academisch geschoolde theoloog

De commissie en synodeleden geven aan dat het goed zou zijn als er een studiesecretaris zal worden aangesteld. Deze studiesecretaris, het liefst een academisch geschoolde theoloog, zou dan aangesteld kunnen worden om zich, voor ongeveer 10 uur per week, bezig te houden met het inventariseren, bestuderen en coördineren van wat op dit gebied speelt. De commissie buigt zich nog over de precieze invulling van deze functie, die arbeidsrechtelijk zal vallen onder het Centrum voor Godsdienstonderwijs (CGO). Volgens ds. W. Visscher zou deze studiesecretaris ook onderzoek moeten doen naar de huidige opvattingen over Schriftgezag binnen de eigen gemeenten. Volgens de predikant van Amersfoort zeggen we allemaal wel dat we het Schriftgezag onderstrepen, maar hoort hij in het catechisatielokaal ook andere geluiden. Als voorbeeld noemt hij Romeinen 1 en homoseksualiteit.

Geestelijke kant

Ds. G. Clements geeft aan dat het onderzoek zich ook zou moeten richten op ‘de geestelijke kant’. “Het lezen van het Woord Gods is niet zomaar iets technisch, maar een geestelijke zaak, die in de eerste plaats gaat over onze verhouding tot God.” Het is goed dat Clements hier oog heeft voor het werk van de Heilige Geest. Woord en Geest horen onlosmakelijk bij elkaar! Anders zullen we, zoals Clements aangeeft, nooit ‘beven voor het Woord’ én is er geen oog voor ‘totdat de Morgenster opga’.5

Samenvatting

Een artikel van de journalisten Wim Hulsman en Geerten Moerkerken in het Reformatorisch Dagblad vat de belangrijkste synodebesluiten nog eens samen. Ook het onderdeel Schriftgezag komt langs. Hulsman en Moerkerken schrijven daarover: “De GG hebben het voornemen om een studiesecretaris aan te stellen voor bezinning op het Schriftgezag. De kerkvergadering boog zich tijdens een eerdere zitting uitgebreid over de vraag hoe kerkenraden en gemeenteleden kunnen worden toegerust in het staan in een omgeving waar het Schriftgezag onder druk staat.6

Ten slotte

Persoonlijk ben ik erg dankbaar dat er binnen de Gereformeerde Gemeente, op academisch niveau met vertaling naar gebruikersniveau, werk gemaakt wordt van het thema ‘Schriftgezag’. Het is goed dat er op academisch niveau gefundeerd nagedacht wordt over ‘Schriftgezag’. Mochten jongeren de hoofddoelgroep zijn (iets dat ik niet alléén zou adviseren) dan is het nuttig en nodig dat uiteindelijk ook een onderwijskundige, docent en/of jongerenwerker wordt aangesteld die het kan vertalen naar de doelgroep. Voordat dit zover is, is het inderdaad nodig om diepteboringen te doen en te inventariseren, bestuderen en coördineren. Dit moet gepaard gaan met aanhoudend gebed of de Heere het bestudeerde wil zegenen, persoonlijk maar ook voor alle gemeenten. Laten we de commissie ook opdragen in het gebed.7

Voetnoten

Kompas-App 2023 (4) Als een vogel in een kooi

Deze overdenking werd op 9 februari 2023 geplaatst in de Kompas-App van ‘Om Sions Wil’.

Als nu Hizkia de brieven uit der boden hand ontvangen, en die gelezen had, ging hij op in het huis des HEEREN, en Hizkia breidde die uit voor het aangezicht des HEEREN.’ (2 Koningen 19:14)

Een groot Assyrisch leger heeft Jeruzalem omsingeld. Rabsaké drijft de spot met de inwoners van Jeruzalem en met de God van dit volk. Hij probeert hen te overtuigen dat ze niet moeten vertrouwen dat God machtiger is dan de Assyrische koning met zijn leger. Koning Hizkia voelt zich opgesloten als een vogel in de kooi. Hij neemt de brieven mee naar de tempel en spreidt die uit. Hij bidt vurig tot de Heere om verlossing.

Daar kunnen we van leren! Als we moeite hebben met een toets of de leerstof, dan mogen we dat altijd voor de Heere neerleggen (zelfs letterlijk). De Heere is een hoorder van het gebed, want in de volgende nacht worden er 185.000 soldaten gedood en moet koning Sanherib wel afdruipen. Sanherib heeft een eigen versie van dit verhaal laten uitbeitelen in een prisma. Deze prisma vermeldt de gebeurtenissen tijdens de regering van Sanherib van 705 tot 681 voor Christus.

Op het prisma staat onder andere: ‘Ik verdreef 200.150 mensen, jong en oud, mannen en vrouwen, paarden, muildieren, ezels dromedarissen, runderen en ontelbare hoeveelheden kleinvee en beschouwde het als mijn buit. Hizkia maakte ik tot een gevangene van Jeruzalem, zijn koninklijke residentie, als een vogel in een kooi. Ik omgaf hem met belegeringswerken om degenen die de stad verlieten te mishandelen.’ Sanherib vermeldt nergens dat hij Jeruzalem heeft ingenomen, dat hij Hizkia gevangen heeft genomen of dat hij is afgedropen. Wél het overzicht van geschenken dat hij kreeg van Hizkia. Wat weer past bij 2 Koningen 18! Waarom geen juiste vermelding? Het is nogal een vernedering om zó te moeten afdruipen.

Met dank aan Kompas-App voor het publiceren van deze overdenking. Als jongere ook deze App volgen? Dat kan gratis via de website: https://www.jouwkompas.nu/.

Onderzoek wijst op recente oorsprong mens en dier

Dit artikel is geschreven samen met dr. Peter Borger.

Nieuw wetenschappelijk onderzoek wijst op een recente oorsprong van mens en dier. De schepping en de zondvloed kunnen goed als verklaring van de wetenschappelijke bevindingen dienen, betogen dr. Peter Borger en drs. Tom Zoutewelle.

In de maand juni zijn er twee opvallende berichten in de wetenschappelijke literatuur verschenen die informatie bevatten over de ouderdom van mens en dier op aarde. Volgens het eerste onderzoek1 beschikken alle mannen op aarde over vrijwel hetzelfde Y-chromosoom in hun DNA. Uit een ander onderzoek2 naar het DNA van levende dieren bleek –kort door de bocht gezegd– dat negen van de tien diersoorten op aarde op hetzelfde moment zijn ontstaan als de mens. Volgens de betrokken wetenschappers is dat maximaal 100.000 tot 200.000 jaar geleden.

Beide berichten hebben de aandacht getrokken van de populaire media, omdat de uitkomst van het onderzoek sterk afwijkt van de gangbare evolutionaire visie op de oorsprong van de dieren die vandaag de dag leven.

In 2005 is het complete genoom (DNA) van de mens ontrafeld. De aminozuurvolgorde van alle 23 chromosomen was van begin tot eind bepaald. Daarvoor moesten alle DNA-letters waarmee die genen worden geschreven nauwkeurig worden bepaald. Het ging daarbij om meer dan 3 miljard DNA-letters! Toen bleek al dat het Y-chromosoom bijzonder was, omdat daarin vrijwel geen variatie voorkomt. Het Y-chromosoom komt alleen bij mannen voor en alle mannen bleken een vrijwel identiek Y-chromosoom te bezitten. Dat was opmerkelijk, want normaal gesproken treft men op chromosomen wél variatie aan. De afwezigheid van variatie in het Y-chromosoom werd verklaard door een genetische flessenhals, die 5000 tot 7000 jaar geleden heeft plaatsgevonden. Een genetische flessenhals is een gebeurtenis waarbij de grootte van een populatie afneemt tot enkele individuen. Het resultaat is dat de genetische variatie binnen zo’n populatie sterk afneemt. Algauw deed dan ook de naam de term ”Y-chromosomale Adam” de ronde.

Stamverband

Onderzoekers van de Stanford Universiteit geloven nu dat ze een verklaring hebben gevonden. De onderzoekers nemen aan dat 5000 tot 7000 jaar geleden de sociale structuur van de menselijke samenleving veranderd is. Door de omslag van jager naar boer (landbouw en veeteelt) zouden mensen meer en meer in stamverband geleefd hebben. Dit zou biologisch gezien grote gevolgen hebben gehad. Als de leden van een stam alleen nakomelingen binnen de stam hebben verwekt, zouden de leden van een stam allen hetzelfde Y-chromosoom bezitten. Om het huidige gebrek aan variatie op het Y-chromosoom te verklaren, zou uiteindelijk één stam alle andere stammen moeten hebben uitgeroeid. De onderzoekers kunnen hun verhaal aan de hand van computermodellen aannemelijk maken.

Die modellen zijn vergelijkbaar met dat van de Amerikaanse geneticus Robert Carter, die in 2011 een computermodel opstelde gebaseerd op Genesis. Dat voorspelde wat we zouden moeten waarnemen indien er een schepping en een zondvloed zouden zijn geweest, waarbij de wereldbevolking werd teruggebracht tot acht mensen, met slechts drie voortplantende paren, waarvan de drie mannen broers zijn. Hij toonde aan dat dit model de moderne populatiegenetische bevindingen met betrekking tot het Y-chromosoom zeer waarheidsgetrouw weerspiegelde.

Overerving

Een tweede buitengewoon genetisch feit werd onlangs gemeld door een team van wetenschappers, dat het mitochondriale DNA van nu levende dieren bestudeerden. Mitochondriën zijn minuscule orgaantjes, die we in alle cellen van dieren en planten aantreffen. Ze spelen daar een belangrijke rol in de energiehuishouding; ze leveren de brandstof aan de cel. Bijzonder is dat deze mitochondriën een klein stukje DNA-code bezitten, dat de informatie voor een twintigtal genen bevat.

De overerving van dit mitochondriale DNA staat los van het DNA in de chromosomen. De mitochondriën worden van generatie op generatie via de celinhoud (het protoplasma) van de eicel doorgegeven.

In het erfelijke materiaal van de chromosomen ontstaat na verloop van tijd door diverse genetische processen (kruising, recombinatie) variatie. Door het ontbreken van deze processen in het mitochondriale DNA zijn wetenschappers in staat om aan de hand van genetische verschrijvingen (mutaties) te berekenen wanneer de eerste dieren moeten hebben geleefd.

Voor de mens had men al aangetoond dat het mitochondriale DNA niet verder in de tijd teruggaat dan ongeveer 100.000 tot 200.000 jaar. Populair uitgedrukt leefde er dus ooit een ”mitochondriale Eva”, van wie alle huidige vrouwen afstammen. Natuurlijk wordt dat niet door de materialistische filosofen geaccepteerd, en op verschillende apologetische websites worden deze gegevens evolutionistisch geïnterpreteerd: er leefde nooit maar één enkele oervrouw, maar er waren er velen. Van slechts één vrouw werden de mitochondriën doorgegeven, terwijl alle andere lijnen uitstierven.

Natuurramp

Het blijkt nu dat wanneer je dezelfde soort berekeningen doorvoert met het mitochondriale DNA van de nu levende dieren, je ook niet verder terug in de tijd kunt gaan dan maximaal 100.000 tot 200.000 jaar. In een uitgebreide genetische studie ontdekten genetici dat negen van de tien diersoorten op de planeet op hetzelfde moment zijn ontstaan als de mens.

Dat is een bizarre conclusie met twee mogelijke verklaringen. De eerste verklaring is dat er zich voor vrijwel alle diersoorten gelijktijdig een genetische flessenhals heeft voorgedaan. Men denkt dan aan een grootschalige wereldwijde natuurramp, waardoor de meeste soorten op aarde gedecimeerd werden. Wat voor natuurramp dat precies moet zijn geweest, is nog onduidelijk. Een andere verklaring is dat vrijwel alle diersoorten tegelijkertijd verschenen zijn op het aardoppervlak. Als je je probeert voor te stellen wat voor natuurlijke gebeurtenis daarvoor verantwoordelijk kan zijn geweest, dan moeten wetenschappers het antwoord schuldig blijven.

In een interview3 zegt een van de onderzoekers dat hij zich steeds fel verzet heeft tegen deze conclusie. Een opmerkelijke en openhartige bekentenis. Je kunt je afvragen waarom een wetenschapper zich zou willen verzetten tegen een dergelijke conclusie. Mogelijk omdat het antwoord niet bevalt. Het synchroon verschijnen van soorten is namelijk niet iets wat je verwacht in een evolutionair ontstaansproces. Het is niet in overeenstemming met de heersende theorieën.

Schepping en zondvloed

Als je als christen de Bijbel leest dan kun je twee momenten aanwijzen die een genetische flessenhals zijn geweest voor mens en dier: de schepping en de zondvloed. Na beide gebeurtenissen is er een beperkt aantal exemplaren geweest van de basistypen (oorspronkelijk geschapen groepen).

Welke van deze twee gebeurtenissen de meeste invloed heeft gehad, is moeilijk vast te stellen. Mogelijk zijn beide van belang geweest. De datering van de flessenhals op basis van het menselijk Y-chromosoom (5000 tot 7000 jaar) kan binnen de chronologie van de Bijbel vallen. Het mitochondriale DNA dateert de flessenhals weliswaar verder terug in de tijd (minimaal 100.000 jaar) maar dat is voor de tijdsrekening van de gangbare natuurwetenschap nog altijd recent te noemen. Creationisten zullen de behoefte hebben om de methoden achter deze verschillende dateringen nader te bestuderen. Zou hier sprake kunnen zijn van een en dezelfde flessenhals of zijn er meerdere flessenhalzen geweest? Ook creationisten zien de noodzaak in van een onafhankelijke bevestiging van deze nieuwe genetische data. De conclusie dat vrijwel alle soorten synchroon ontstaan zijn heeft verstrekkende consequenties.

Dat de oorsprong van mens en dier zeer recent is, is natuurlijk wel wat creationisten altijd beweerd hebben. Deze genetische bevindingen van onze tijd zijn dan ook in overeenstemming met wat het eerste Bijbelboek ons in eenvoudige bewoordingen overlevert. We kunnen Genesis dus gewoon serieus nemen en als geschiedenis lezen.

Dit artikel is met toestemming van de auteurs overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Borger, P., Zoutewelle, A., 2018, Uitkomst nieuw onderzoek niet te rijmen met evolutionaire visie op oorsprong mens en dier, Reformatorisch Dagblad Puntkomma 48 (63): 6-7 (Artikel).

Top-10 van meest bekeken YouTube-video’s van Biblical Creation Trust (2023)

Biblical Creation Trust is een creationistische organisatie in Verenigd Koninkrijk (VK). Deze organisatie heeft ook een eigen YouTube-kanaal. In 2021 publiceerden wij via deze website een top-10 van meest bekeken video’s.1 We zijn nu twee jaar verder, welke video’s zijn nu het meest populair. Het valt op dat in de top-5 drie video’s staan die voor een Nederlandstalig congres uitgesproken zijn. Het YouTube-kanaal van Biblical Creation Trust is hier te vinden.

Hieronder een top-10 in chronologische volgorde naar het aantal weergaven. De weergaven zijn bijgehouden tot 15-2-2023.

Top-10 naar het aantal weergaven

  1. Geological evidence of a worldwide flood met 5.316 weergaven (8).2
  2. Facing the hard problems in creation geology met 4.134 weergaven (1).3
  3. Dinosaurs: New insights from creationist research met 2.516 weergaven (-).4
  4. A case study of the Coconino Sandstone met 1.619 weergaven (-).5
  5. What are some evidences of the Flood in Great Britain and Northern Ireland? Part 1 met 1.609 weergaven (6).6
  6. Ape men, ancestors and Adam met 1.513 weergaven (-).
  7. What are some evidences of the Flood in Great Britain and Northern Ireland? Part 2 met 1.457 weergaven (10).7
  8. Creation Moments 1: Crato Formation Fossil Fishes met 1.417 weergaven (3).
  9. Earthquakes in a scientific and biblical context met 1.083 weergaven (-).8
  10. Creation Moments 3: Wren’s Nest, Dudley met 1.082 weergaven (9).

Voetnoten

Kleine aanpassingen en bruikbare informatie van ‘Van Roekel’-genealogie inzake de nakomelingen van Peter Stunnenberg (1836-1913) en Gerritje van Meerten (1836-1904)

De genealogie van de familie Van Roekel1 bevat nuttige aantekeningen en details over deze familie in zijn geheel, maar ook over het parenteel van Gerritje van Meerten (1836-1904) en Peter Stunnenberg (1836-1913).2 Enkele zaken behoeven aanvulling en die hoop ik met dit korte artikel te geven.

Omdat ik binnen de genealogie Van Meerten niet verder ga als de eerste lijn van de vrouwelijke naamdragers bevat de website Van Roekel nuttige aanvullingen over de kleinkinderen van Gerritje van Meerten (1836-1904) en Peter Stunnenberg (1836-1913). Wanneer u geïnteresseerd bent in de nakomelingen uit dit gezin dan loont deze website de moeite van een bezoek.3 Een aantal zaken heb ik in het verleden al aangevuld, via de e-mail.

Pieter Stunnenberg (1877-1959)

We lezen op de website van Van Roekel dat Pieter leerling-machinist en machinist is geweest.4 Hij is twee keer getrouwd. De eerste keer met Hermina Johanna Oostendorp (1879-1913). De tweede keer op 22 mei 1913 met Petronella Berkman. Petronella is geboren op 18 november 1880 te Amsterdam5 Op de website Van Roekel staat 1881, dat is niet correct. Petronella is overleden op 4 april 1966 te Zeist.6 Haar overlijdensdatum wordt op de website Van Roekel niet genoemd.

Maria Willemina Stunnenberg (1864-1916)

Bij Maria Willemina ontbreekt de overlijdensdatum. Zij is overleden op 25 april 1916 te Amsterdam.7

Frederik Willem Diemer (1870-1940)

Bij Frederik Willem ontbreekt de overlijdensdatum. Hij is overleden op 12 februari 1940 te Amsterdam.8

Nuttige informatie vanaf deze website

Voor het parenteel van Gerritje van Meerten en Peter Stunnenberg geeft de familiewebsite Van Roekel nog meer informatie.

Vader en moeder: Peter Stunnenberg (1836-1913) is boerenknecht en arbeider. Gerritje van Meerten (1836-1904) is dienstmeid. Er staat ‘zoon van’, maar dat moet voor Gerritje natuurlijk zijn ‘dochter van’.

Anna: Anna Stunnenberg (1862-1959)9 was dienstbode en concierge. Zij was getrouwd met Leendert van Eck (1859-1906) die van beroep timmerman was. Samen kregen ze 2 kinderen.

Maria Willemina: Maria Willemina Stunnenberg (1864-1916)10 is dienstbode van beroep. Zij was getrouwd met Frederik Willem Diemer (1870-1940). Frederik Willem was kleermaker van beroep. Hier staat nog bij dat vader Peter Stunnenberg mandenmaker van beroep is. Het echtpaar kreeg 7 kinderen. De bronnen bevatten aanvullende informatie. Volgens Peter Post heeft Mina Stunnenberg een zoon gekregen Marinus Stunnenberg die wordt afgestaan aan de familie Diemer-Stunnenberg. Zoals blijkt uit de huwelijksakte is dit incorrect.11 Marinus is een buitenechtelijke zoon van Maria Willemina. Maria Willemina komt op 13 mei 1886 uit Wageningen en is dienstbode bij familie Jacobus Boelen, cargadoor12, Westeinde 9 te Amsterdam. Ze vertrekt op 28 april 1887 naar ’s-Gravenhage. Op 30 maart 1888 komt ze weer vanuit ’s-Gravenhage naar Amsterdam om daar opnieuw te dienen bij familie Boelen, cargadoor, Plantage Middenlaan 20. Ze vertrekt daar weer in mei 1888 om te dienen bij de familie van Marucs Wolf, heel- en vroedmeester, Keizersgracht 13.13

Mina: Mina Stunnenberg (1869-1960)14 is ook dienstbode van beroep. Bij Mina staat ‘zoon van’ dat moet natuurlijk zijn ‘dochter van’. Haar man is Adrianus Johannes Post (1871-1949) van beroep smid, stoker, leerling machinist, machinist, machinist NS. Samen krijgt het echtpaar 12 kinderen. Marinus Stunnenberg (1887-1888) is volgens deze pagina haar buitenechtelijke kind. Aanvullende informatie is dat Mina op 22 september 1888 als dienstbode aankomt bij de familie Aaron de Vroes, koopman, Oudezijdsachterburgwal 147. Daarna vertrekt ze in november 1889 als dienstbode naar de familie Isaac Carvalho, kleermaker, Anthoniebreestraat 41. Ze vertrekt daar in juni 1890.15

Pieter: Pieter Stunnenberg (1877-1959)16 is dus twee keer getrouwd zoals hieroven aangegeven. Bij Hermina Johanna kreeg hij twee kinderen.

Voetnoten

Kompas-App 2023 (3) Een knielende Jehu?

Deze overdenking werd op 8 februari 2023 geplaatst in de Kompas-App van ‘Om Sions Wil’.

En de HEERE zeide tot hem: Ga, keer weder op uw weg, naar de woestijn van Damascus; en ga daar in, en zalf Házaël ten koning over Syrië. Daartoe zult gij Jehu, den zoon van Nimsi, zalven ten koning over Israël; en Elisa, den zoon van Safat, van Abel-Mehóla, zult gij ten profeet zalven in uw plaats.’ (1 Koningen 19:15-16)

Er hadden grote wonderen plaatsgevonden in het leven van Elia. De Heere had drie jaar lang voor hem gezorgd. Het volk had ná het offer, wat de Heere Zelf had verteerd, beleden dat de Heere God was. Na deze wonderen verklaarde koningin Izebel hem vogelvrij. Dat zorgde voor donkere tijden in het leven van Elia. Hij vluchtte de woestijn in en sprak de woorden: ‘Het is genoeg; neem nu, HEERE, mijn ziel, want ik ben niet beter dan mijn vaderen’ (vers 4).

Maar de Heere liet Zijn kind niet in de steek. Hij zorgde in de woestijn voor eten en gaf hem bemoedigingen bij de berg Horeb. Elisa kreeg ook een opdracht: zalf Házaël tot koning van Syrië en Jehu tot koning van Israël. Door de Black Obelisk die te bewonderen is in het British Museum te Londen weten we óók dat Házaël en Jehu tijdgenoten waren. Deze obelisk werd in 1846 opgegraven bij de stad Nimrud en vermeldt verhalen van Salmaneser III, koning van Assyrië.

Op een kant van de obelisk staat dat deze koning op veldtocht ging tegen Házaël van Damascus. Op de andere kant is te zien hoe Salmaneser een gift krijgt van Jehu, de zoon van het huis van Omri. Huis van Omri? Kennelijk was het bij Salmaneser nog niet doorgedrongen dat Jehu geen afstammeling van Achab was, maar uit een andere familie kwam. Of de knielende man op de obelisk Jehu zelf is, valt niet met zekerheid te zeggen.

Met dank aan Kompas-App voor het publiceren van deze overdenking. Als jongere ook deze App volgen? Dat kan gratis via de website: https://www.jouwkompas.nu/.

Het tweeëndertigste jaargang van ‘De Nederlandsche Leeuw’ en telgen uit het geslacht Van Meerten

Het tweeëndertigste jaargang van De Nederlandsche Leeuw, het maandblad van het Genealogisch-Heraldiek Genootschap, verscheen in 1914. In dit jaargang komt een vermelding voor van het geslacht Van Meerten voor.

Maria van Leeuwen

Op bladzijde 253 wordt melding gemaakt van het geslacht ‘Van Meerten’ op één van de wapenborden.1 Het gaat om een wapenbord dat vroeger in de Jacobikerk te Utrecht hing, boven het graf van Maria van Leeuwen. Maria is de dochter van mr. Hendrik van Leeuwen (?-1657) en Helena van de Poll (?-1672). Hendrik ligt begraven in de Regulierskerk en Helena in de Domkerk. Maria is gedoopt te Utrecht in de Domkerk op 9 januari 1631 en is begraven in de Jacobikerk te Utrecht op 17 december 1711. Uit het Register van Grafstenen en Wapens der Kerken van Utrecht (deel 1 pagina 372) blijkt dat er een wapenbord boven haar graf heeft gehangen. Daarop stonden de volgende acht kwartieren: Van Leeuwen, Van Eck, Van Leeuwen, Van Meerten, Van de Poll, Both (van der Eem), Zevender en Steele. Mogelijk gaat het hier om een achterkleindochter van Hillegonda van Meerten die getrouwd was met Albert van Leeuwen en te Rijswijk (Betuwe) woonde.2

Voetnoten

Het eenendertigste jaargang van ‘De Nederlandsche Leeuw’ en telgen uit het geslacht Van Meerten

Het eenendertigste jaargang van De Nederlandsche Leeuw, het maandblad van het Genealogisch-Heraldiek Genootschap, verscheen in 1913. In dit jaargang komen enkele telgen uit het geslacht Van Meerten voor.

De regering van de stad Utrecht, 1528-1577

Op bladzijde 115-120 wordt door G. van Klaveren Pzn. Een lijst gegeven van personen ‘die deel uitmaakten van Utrecht’s stadsbestuur’. Over de jaartallen, het eerste jaartal wanneer de persoon benoemd is, het laatste jaartal wanneer de persoon gestopt is. In deze lijst komen ook twee telgen uit het geslacht ‘Van Meerten’ voor.

Jan van Abcoude van Meerten: Hij was burgemeester en schepen van 1565 tot en met 1581.

Op bladzijde 146-152 gaat de lijst verder:

Cornelis van Meerten: Hij zat in de raad van 1545 tot en met 1549. Hij was getrouwd met Roelof Claes Roeckensdochter.

Voetnoten