Home » 2022 » maart (Pagina 2)

Maandelijkse archieven: maart 2022

Loden inscriptie bij Jozua’s altaar

Aryeh Savir meldt, in een artikel getiteld “Ancient Hebrew Amulet Discovered at Joshua’s Altar in Samaria” (zie de verwijzing in de voetnoot voor afbeeldingen daarvan)1, dat archeologen een oud amulet hebben gevonden. Dit amulet is gemaakt van lood en geschreven in oud Hebreeuws. Het amulet werd gevonden tussen het ‘opgravingsafval’ van een opgraving die is uitgevoerd op de berg Ebal aan de noordzijde van de vallei van het huidige Nablus (Sichem), de plaats waar Jozua een altaar voor God bouwde.

Het altaar van de berg Ebal. Bron: Wikipedia.

Altaar van Jozua

In Deuteronomium 27:4-8 wordt gesproken over het maken van een altaar op de berg Ebal, terwijl we in het boek van Jozua lezen over het doel daarvan:

30 Toen bouwde Jozua een altaar voor de HEERE, de God van Israël, op de berg Ebal, 31 zoals Mozes, de dienaar van de HEERE, aan de Israëlieten geboden had, overeenkomstig wat in het wetboek van Mozes geschreven staat: een altaar van hele stenen die men niet met een ijzeren voorwerp bewerkt had. Daarop brachten zij brandoffers aan de HEERE. Ook brachten zij dankoffers. 32 Vervolgens schreef hij daar op stenen een afschrift van de wet van Mozes, die hij geschreven heeft voor de ogen van de Israëlieten. 33 Heel Israël met zijn oudsten, beambten en rechters stond aan deze en aan de andere zijde van de ark, vóór de Levitische priesters, die de ark van het verbond van de HEERE droegen, zowel vreemdelingen als ingezetenen. Eén helft daarvan stond tegenover de berg Gerizim en één helft daarvan stond tegenover de berg Ebal, zoals Mozes, de dienaar van de HEERE, vroeger geboden had om het volk Israël te zegenen. (Joz. 8:30-33 HSV)

Bij archeologische opgravingen onder leiding van Adam Zertal is op die locatie inderdaad een groot rechthoekig altaar gevonden welke aan de beschrijvingen van dit Bijbelgedeelte voldoet. Duizenden potscherven op de vindplaats dateren het altaar uit de IJzer I periode (rond 1200 v.C.). Dit zou in overeenstemming zou met de Israëlitische verovering wanneer de overheersende datum voor de Exodus ten tijde van Farao Ramesses II wordt gebruikt.2 Onder dit rechthoekige altaar is later een rond altaar gevonden welke volgens Dr. Scott Stripling een paar eeuwen ouder is en volgens hem meer overeenkomt met de tijd van de Exodus (1400 v.C.). Volgens hem is het rechthoekige altaar uit de tijd van de Richteren.

Nieuw archeologisch onderzoek

Sinds 2019 zijn er opnieuw archeologische onderzoeken gedaan onder leiding van Dr. Stripling waarbij vooral aandacht was voor het afval van Zertal’s opgravingen en waarbij 30% van dit afval werd onderzocht. Hierbij werd opnieuw allerlei diagnostisch aardewerk gevonden, wat verder te keramiek is om te analyseren. Daarnaast zijn er duizenden zaden gevonden die nu onderzocht worden en tot een betere datering zal leiden. Tot slot zijn er vuurstenen, botresten en nog een aantal voorwerpen gevonden, waaronder een loden amulet.

De loden amulet vondst

Een van de belangrijkste vondsten – naar het zich laat aanzien – is een opgevouwen loden amulet van 2 bij 2 centimeter. Dit type amulet wordt een ‘defixio’ of vervloekingsamulet genoemd.3 Op dit soort tabletten werd meestal een soort vloek geschreven met een harde pen op een dun vel lood dat vervolgens werd omgevouwen om het amulet te vormen. Naar dit soort teksten wordt in het boek Job verwezen – een van de oudste boeken van de Bijbel:

Werden ze maar met een ijzeren griffel en lood voor eeuwig in een rots uitgehakt! (Job 19:24 HSV)

Bij eerste analyse werd op de buitenkant van het amulet de letter Aleph en een teken dat doet denken aan een lotusbloem gesignaleerd. Dit is interessant daar het woord ‘vloek’ in het Hebreeuws ʾārar is en begint met een Aleph.

Hoewel het onderzoek nog in volle gang is, kan dit wel eens een van de belangrijkste vondsten zijn in het gebied. Zo bestaat de mogelijkheid dat als de onderzoekers het amulet (ongeschonden) weten te openen ze één van de vervloekingsteksten kunnen vinden welke na de opdracht om het altaar te bouwen staan (Deut. 27-28).

Toekomstige opgravingen

Net als bij alle andere archeologische plaatsen is het van het hoogste belang dat verder onderzoek hier plaats vindt. Echter de vindplaats ligt binnen het gebied van de Palestijnse autoriteiten en deze proberen elke dag, samen met partners uit Europa en extreem links, de geschiedenis van het Joodse volk in dit gebied uit te wissen. Zo werd in februari 2021 bekend dat Palestijnen een deel van de ommuring van deze belangrijke archeologische vindplaats hadden vernietigd.4 Laten we hopen dat hier wordt ingegrepen en dat verder archeologisch onderzoek kan blijven plaatsvinden.

Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website ‘Aantekeningen bij de Bijbel’. Het originele artikel is hier te vinden.

Voetnoten

Schepping-evolutie – Een kort briefje over ‘de gebroken rietstaf’

Prof. dr. G. van den Brink noemt het jongeaardecreationisme, genormeerd aan Gods Woord, een „rietstaf die de hand doorboort” (2 Kon. 18:21 en Jes. 36:6) (Reformatorisch Dagblad van 16-8-2017). Hij vergelijkt het vertrouwen op deze visie met het vertrouwen op redding door ‘heidenen’, terwijl juist de evolutiefilosofie die uitgaat van universele gemeenschappelijke afstamming over lange perioden, van ‘heidense’ oorsprong is (zie Anaximander en andere Grieks-Romeinse denkers). We moeten ons vertrouwen echter, net als koning Hizkia (2 Kon. 19 en Jes. 37), niet stellen op mensen of natuurfilosofieën, maar op God en Zijn Woord.

Prof. Van den Brink blijft in zijn boek ”En de aarde bracht voort” vooral steken bij verouderde creationistische werken (bijvoorbeeld uit 1923 en 1961). Zijn oordeel dat huidige creationistische verklaringen „geen been hebben om op te staan” en „gekunsteld en speculatief” zijn, berust niet op eigen onderzoek. Hij zou er goed aan doen de jong-historische werkelijkheidsopvatting te beoordelen op haar eigen merites en op grond van recentere literatuur, bijvoorbeeld Brand en Chadwick (2016), Brandt (2015), Gibson e.a. (2011), Hartnett (2012), Snelling (2009) en Wood en Garner (2009).

Volgens prof. Van den Brink zouden creationisten hoofdzakelijk inzetten op pr. De creationistische stroming zet integendeel veel (vrije) tijd en geld in voor onderzoek (denk aan de Core Academy of Science). In het RD werd de jong-historische scheppingsleer overigens vaker verdedigd dan prof. Van den Brink aangeeft.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2017, Schepping en evolutie (XV), Reformatorisch Dagblad Puntkomma 47 (121): 8.

Er is wel degelijk een stikstofprobleem – Hoogleraar Wim de Vries reageert op tegenwerpingen

Naast de wereldwijde corona- en klimaatcrisis wordt ons land geplaagd door een stikstofcrisis. Bij de formatie van het kabinet-Rutte IV heeft het zelfs geleid tot een nieuwe ministerspost voor Natuur en Stikstof. Voor de formatie was er al een Wet stikstofreductie en natuurverbetering aangenomen met daarin een budget van vijf miljard euro. Die wet verplicht ons om de stikstofuitstoot met 50 procent te verminderen, zodat de neerslag, vaak depositie genoemd, in 2035 voor circa 75 procent van alle Natura 2000-gebieden beneden een kritische waarde ligt. Inmiddels heeft het nieuwe kabinet het jaartal naar voren gehaald naar 2030 conform het advies van de commissie-Remkes. Daarvoor is een ambitieuze vergroeningsagenda opgesteld, waarvoor tot 2035 in totaal 25 miljard euro beschikbaar wordt gesteld.

Op die aanpak is kritiek. Net als bij corona en klimaat zijn er ontkenners, stikstofontkenners. Die kunnen ter onderbouwing van hun standpunt niet alleen terecht bij columns van Jan Cees Vogelaar van het Mesdagfonds in landbouwbladen, maar ook bij voormalig minister Ronald Plasterk, een gerenommeerd wetenschapper in de moleculaire genetica. Zo stelt Vogelaar dat de basis voor het stikstofbeleid ontbreekt omdat het gebaseerd zou zijn op rekenmodellen en niet op metingen van de stikstofdepositie – wat uit de lucht op de grond komt – en stikstof in de bodem. Dus weten we helemaal niet of er wel een probleem is.

Plasterk gaat nog verder. Die betoogt in een tweetal columns in De Telegraaf dat het bij stikstof om een door Nederland zelf gecreëerd probleem gaat. Uit kaartjes met scherpe landsgrenzen voor het stikstofoverschot zou je al kunnen zien dat er iets niet klopt, want stikstof houdt zich niet aan landsgrenzen. Dus – concludeert hij – is het probleem gecreëerd omdat wij zulke strenge normen opleggen aan onze snippertjes aan Natura 2000-gebieden. In buurlanden hebben ze nooit van een stikstofcrisis gehoord en wij hebben hem ook niet, aldus Plasterk. Helaas: al die kritiek mist elke grond. Voor Plasterk geldt: schoenmaker, hou je bij je leest.

Houdt stikstof halt bij de landsgrenzen?

Nee zeker niet. Satellietmetingen laten bijvoorbeeld hogere stikstofconcentraties zien in grote delen van Ierland, de Benelux, West-Duitsland, Bretagne en de Povlakte. Ammoniak en stikstofoxiden worden ook over vele honderden kilometers getransporteerd en uit vergelijking van modelberekeningen met metingen blijkt dat de stikstofdepositie in Nederland minder dan de helft is dan de uitstoot, omdat we zeer veel exporteren naar het buitenland.

Kennelijk heeft Plasterk een kaartje gezien met daarop de gemiddelde stikstofoverschotten per land. Zo’n kaart laat alleen maar zien dat wij gemiddeld per hectare de hoogste uitstoot hebben in Europa. De interpretatie die Plasterk eraan geeft is misplaatst.

Missen er metingen voor stikstof?

Nee. Die metingen zijn er wel degelijk. Om vast te stellen hoeveel depositie er is in gasvorm (droge depositie) worden elk uur op 73 plekken de concentraties van stikstofoxiden in de lucht gemeten. Daarnaast worden maandgemiddelde concentraties ammoniak op meer dan driehonderd plekken in Nederland gemeten, waaronder in ruim tachtig Natura 2000-gebieden, en elk uur wordt de ammoniakconcentratie gemeten op zes locaties. Verder wordt op acht locaties de regenval gemeten en hoeveel nitraat en ammonium er in het regenwater zit. Daarmee wordt de natte depositie van stikstof bepaald. Ook effecten zijn gemeten, waaronder stikstofgehalten in bossen, planten en in de bodem en de gevolgen die het heeft voor de natuur en de vitaliteit van bossen.

Er zijn ook modellen nodig. Die worden onder andere gebruikt om schattingen van de stikstofdepositie te maken op landelijk niveau en om inzicht te krijgen in de belangrijkste oorzaken ervan. Want al meet je op 10.000 plekken, dan nog moeten die metingen worden opgeschaald om tot landelijke uitspraken te komen. En metingen van stikstofconcentraties vertellen je niet welke sector er verantwoordelijk voor is.

Modelresultaten worden daarvoor echter wel vergeleken met metingen om te zien of de voorspellingen betrouwbaar zijn. Daarbij blijken berekende en gemeten stikstofconcentraties in de lucht een goede overeenkomst te vertonen. Wel liggen de gemeten concentraties aan ammoniak gemiddeld iets hoger dan de modelberekeningen en daarvoor wordt dan ook gecorrigeerd in de modellen.

Heeft de natuur een stikstofprobleem?

Jazeker. Door neerslag van stikstof op natuur verzuurt de bodem. Door de verzuring spoelen belangrijke voedingsstoffen als calcium, kalium en magnesium uit. Samen met de hoge aanvoer van stikstof leidt dit tot een onbalans in voedingsstoffen die zorgt voor een afname aan plantensoorten. Die heeft op zijn beurt weer geleid tot een afname aan insecten, vlinders en vogels. Door die onbalans in voedingsstoffen is ook de vitaliteit van bossen afgenomen en is de gevoeligheid voor droogte, ziekten en plagen groter geworden. Deze kennis is niet afgeleid van modelberekeningen maar van metingen, niet alleen in Nederland, maar in grote delen van Europa, de VS, China en Latijns-Amerika.

Helpt de afname in stikstofuitstoot dan niet?

Jawel, maar de natuur herstelt er nog niet echt van. En dat is mede het gevolg van een lange historische erfenis van meer dan 40 jaar. In de jaren tachtig was de stikstofbelasting nog veel hoger en werden kritische waarden nog veel meer overschreden. Sinds die tijd is de uitstoot van stikstofoxiden en ammoniak meer dan gehalveerd. Desondanks komt daardoor op ongeveer driekwart van de Nederlandse natuur nog steeds te veel stikstof terecht. Zo heeft in de Nederlandse natuur een opeenhoping van stikstof plaatsgevonden gedurende meer dan 40 jaar. Daardoor gaat die natuur ondanks de verlaging er nog steeds niet op vooruit. Denk aan iemand die veel te veel heeft gegeten en als gevolg van gezondheidsklachten niet lijnt maar minder te veel gaat eten. Dan kunnen door het overgewicht desondanks de klachten voorlopig blijven of zelfs toenemen.

In het buitenland is er toch geen probleem?

Het is een Europees en wereldwijd probleem. Natuurgebieden in het buitenland zijn vaak nog gevoeliger voor stikstof dan in Nederland en ook daar worden kritische waarden overschreden. Maar die overschrijding is veelal lager dan in Nederland, door de lagere stikstofuitstoot per hectare, daarom is de vergunningverlening er wat soepeler. Maar dit staat onder druk.

Zo wordt er een Vlaamse stikstofregeling ontwikkeld die vergelijkbaar is met de Nederlandse situatie en is recentelijk een strengere stikstofwet aangenomen. Daarmee kunnen agrarische ondernemers alleen nog bouwvergunningen krijgen als ze aantonen dat de natuur er niet door wordt aangetast. Verder krijgen alle landen te maken met de doelstelling van de Europese Green deal om de stikstofverliezen naar lucht en water voor 2030 met 50 procent terug te dringen. Zo groot zijn de verschillen dus niet.

Maar dan nog is het toch geen 25 miljard waard?

Bij de stikstofproblematiek gaat het om veel meer dan alleen effecten op de natuur. Zo dragen ammoniak en stikstofoxiden voor bijna 40 procent bij aan de vorming van fijnstof met grote gezondheidseffecten. Verder hebben we bij stikstofgebruik in de landbouw niet alleen te maken met uitstoot van ammoniak, maar ook van lachgas, wat een broeikasgas is. Samen met de uitstoot van methaan, met name uit koeien, en van CO2, met name uit dalende veengronden, moet dit worden teruggedrongen in verband met het klimaatakkoord. En dan zijn er nog verliezen van stikstof, samen met fosfor, naar grond- en oppervlaktewater, met gevolgen voor de waterkwaliteit. En ook die verliezen moeten minder om te voldoen aan de Nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water.

Het gaat bij die 25 miljard dus om een integrale transitie van de landbouw om negatieve effecten van te veel stikstof, fosfaat en broeikasgassen op klimaat, luchtkwaliteit, waterkwaliteit en gezondheid te verminderen. Kosten die zijn op te brengen door meer te betalen voor ons voedsel en boeren ook te belonen voor schone lucht, schoon water en behoud van de natuur.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Nederlands Dagblad. De bronvermelding luidt: Vries, W. de, 2022, Er is wel degelijk een stikstofprobleem, Nederlands Dagblad 78 (20.977): 12-13 (artikel).

Eerder schreef prof. dr. Wim de Vries het artikel ‘Stikstofmodellen zijn geen boerenbedrog’. Dit artikel is hier te vinden.

Theologie & evolutie: Genesis 1-11 als basis voor OT en NT – Dr. Mart-Jan Paul spreekt op scheppingscongres van 9 juni 2018

Op 9 juni 2018 werd er door een groep christenen een congres in Zwolle georganiseerd over schepping en evolutie. De eerste lezing werd verzorgd door dr. Mart-Jan Paul. Hij sprak over theologie en evolutie. De lezing werd opgenomen door de organisatie en kunnen wij daarom hieronder met u delen. Veel zegen bij het kijken!

‘De abortuspil beëindigt een wonder’ – Bijdrage van ir. Chris Stoffer tijdens het debat over de abortuspil (9 februari 2022)

Op 9 februari 2022 was er een debat over het initiatiefwetsvoorstel om de abortuspil ook door de huisarts te laten verstrekken. Ir. Chris Stoffer geeft aan dat ieder leven door God geschapen is en de abortuspil daarmee een wonder beëindigt. De SGP heeft de bijdrage opgenomen op haar YouTube-kanaal geplaatst. Met dank plaatsen wij deze video ook op onze website.

Wie was de oudste mens ooit? – Wetenschap in Beeld Historia ziet Bijbel niet als (historische) bron

Kinderen uit groep 5 van een reformatorische basisschool leren het al. De oudste mens die ooit op aarde geleefd heeft is Methusalah.1 Hij werd 969 jaar oud en toen stierf hij. Dit is ook de leeftijd die de Bijbel noemt in Genesis 5. Wetenschap in Beeld Historia rekent niet met de historiciteit van de Schrift en geeft een ander antwoord.

Jeanne Calment (1875-1997) in 1915 toen ze 40 jaar oud was. Bron: Wikipedia.

Volgens de makers van Wetenschap in Beeld Historia was niet Methusalah de oudst (gedocumenteerde) mens, maar Jeanne Calment. Zij leefde van 1875 tot en met 1997 en is daarmee 122 jaar en 164 dagen oud geworden. Doordat Calment tot de elite van Arles behoorde is haar leven goed gedocumenteerd. Calment komt volgens de auteurs in 14 Franse volkstellingen voor, waarvan de oudste dateert uit het jaar 1876. Zij was toen 1 jaar oud.2 De oudst erkende en nu nog levende mens is 119 jaar. Het gaat om de Japanse Kane Tanaka die op 2 januari 1903 geboren werd.3

Wetenschap in Beeld Historia gebruikt de Bijbel niet als historische bron. Ze kijken op naar de gezegende leeftijd van Calment en Tanaka. Dat is zeker begrijpelijk, want een leeftijd van 122 en 119 jaar is een gezegende leeftijd. Daarbij moeten we denken aan de geschiedenis van Jakob in Egypte. In het bijbelboek Genesis verhuist aartsvader Jakob naar Egypte en gaat hij op audiëntie bij de farao. Wanneer de farao de stokoude Jakob ziet vraagt hij verwonderd hoe oud Jakob is. Jakob antwoordt in Genesis 47:9: “De dagen der jaren mijner vreemdelingschappen zijn honderd en dertig jaren; weinig en kwaad zijn de dagen der jaren mijns levens geweest, en hebben niet bereikt de dagen van de jaren des levens mijner vaderen, in de dagen hunner vreemdelingschappen” (SV). Jakob heeft nog 17 jaar in Egypte geleefd en is toen in de leeftijd van 147 jaar gestorven. Zijn vader Izak, zijn grootvader Abraham en zijn overgrootvader Terah werden resp. 180, 175 én 205. In vergelijking met Jakobs voorvaderen was 130 nog niet zo heel oud. Calment heeft een gezegende leeftijd bereikt van 122 jaar, maar deze jaren zijn weinig in vergelijking met de leeftijd die de mensen voor en honderden jaren na de zondvloed hebben bereikt. Die lag vóór de zondvloed rond 900 jaar en na de zondvloed nam deze leeftijd af van 600 jaar tot de huidige gemiddelde leeftijdsverwachting.

N.a.v. Abildgaard, A. (red.), 2022, Wie was de oudste mens ooit?, Wetenschap in Beeld Historia 2022 (4): 18.

Voetnoten

Geboorteakte van Clasina Margaretha van Meerten (1886-?)

Geboorteakte van Clasina Margaretha van Meerten (1886-?) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Dussen.

Hierboven wordt de geboorteakte van Clasina Margaretha van Meerten (1886-?) weergegeven.1 Op 16 december 1886 deed Wijnand van Meerten (1856-1937) aangifte van de geboorte van zijn dochter. Wijnand verscheen voor Johannes Hubertus Stoel, ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Dussen. Wijnand was dertig jaar oud en klompenmaker van beroep. Hij verklaarde dat zijn vrouw Hester Dekker (1862-1945) op 16 december 1886 om twaalf uur in de middag bevallen is van een dochter. Het geboortehuis van Clasina Margaretha stond aan het Zandpad, wijk B, nummer zes en vijftig. Wijnand had twee getuigen meegenomen: (1) Johannes Ansems (1829-1908), zeven en vijftig jaar oud en van beroep zadelmaker, en (2) Adriaan Huigen (1828-1913), acht en vijftig jaar oud en van beroep winkelier. Beide getuigen woonden ook in de Gemeente Dussen. Uit de genealogische gegevens weten we dat Clasina Margaretha op 7 april 1909 te Teteringen in het huwelijk trad met Hendrik van Bracht (1886-1984).

Voetnoten

LEGO IDEAS draagt met Saturn V bij aan een rijke leeromgeving voor kinderen

Het is 20 juli 1969. Voor Neil Armstrong en Edwin Aldrin is het een bijzondere dag. Ook voor de mensheid is het een bijzondere en memorabele dag. Armstrong en Aldrin zullen als eerste mens een voet op de maan zetten en daar een tijdje verblijven. De derde astronaut, Michael Collins, is achtergebleven in de commando-module en cirkelt rond de maan. De landing op de maan lukt en ook het verlaten van de maan verloopt goed. De astronauten keren weer veilig terug naar de aarde.1 Een huzarenstukje van de ruimtevaart.2

Voor- en achterkant van de Saturn-V-doos van LEGO IDEAS. Bron: LEGO.

Vijftig jaar later, in 2019, hebben diverse LEGO-designers opnieuw een huzarenstukje geleverd. Zij bouwden met dit speelgoed de raket Saturn V, de maanlander en de landingsmodule na. De doos bevat 1969 stukjes waarmee de raket opgebouwd kan worden en maakt onderdeel uit van LEGO IDEAS. Met deze raket krijg je een kleine indruk van het verlaten van de aarde, de landing op de maan én de terugkeer naar de aarde. Dit omdat de raket net als de oorspronkelijke raket bestaat uit verschillende ‘trappen’. Je kunt zo laten zien hoe de maanlanding te werk ging. Eerst verloor de raket trap-X, daarna gebeurde er dit en daarna dat. Dit staat ook goed uitgewerkt in het bijgeleverde boekje met bouwinstructies van de raket.

Verschillende basisschooldocenten, zeker van de bovenbouw, nemen de maanlanding als thema. Of denken met hun leerlingen na over het heelal. Ook gebeurt het wel eens dat dit tijdens een projectweek als thema wordt genomen. Het is dan belangrijk om een rijke leeromgeving voor de kinderen te creëren. Om de leerlingen zoveel mogelijk te ondersteunen de werkelijkheid te begrijpen, denk je als docent goed na over de inrichting van de leeromgeving (bijvoorbeeld het klaslokaal). Tijdens de uitvoer kies je passende werkvormen. Wanneer je uitlegt hoe het er bij de maanlanding er aan toe ging is de LEGO-raket zeer geschikt als voorbeeldmateriaal. De les kan ook verrijkt worden door bijvoorbeeld de recent verschenen documentaire Apollo 11 te bekijken met de kinderen (zie voor de trailer hieronder). Deze documentaire bevat de maanlanding van A tot Z. Samen met de raket Saturn V van LEGO krijgen de kinderen een uiterst goed beeld van de maanlanding. De LEGO-raket is helaas wel prijzig, maar wanneer het project afgelopen is, kan de raket worden afgebroken en bij een volgend project met een andere klas opnieuw ingezet worden. Je kunt de raket ook door een aantal (meer)begaafde kinderen laten opbouwen tijdens een (plus)klassenactiviteit. De raket is ook geschikt voor een tentoonstellingsruimte in een museum.3

Deze bespreking is onderdeel van het project ‘Onderwijzen en opvoeden voor de toekomst – Leren over onze vroegste geschiedenis in 2022’. In de komende maanden zal dit project verder uitgekristalliseerd worden. Een dergelijk opvoedings- en onderwijsproject zal ook onderdeel zijn van het jaarplan ‘Fundamentum 2022-2023’.

Voetnoten

Trailer ‘Achilleshiel van evolutie’

In 2014 verscheen de 96-minuten durende film ‘Evolution’s Achilles’ Heels’ bij Creation Ministries International (CMI). In 2015 werd deze documentaire ook door Weet Magazine ondertiteld in de Nederlandse taal en op dvd uitgebracht. ‘Achilleshiel van evolutie’. De trailer van deze dvd is hieronder te vinden. De dvd is te koop in de webshop van Weet Magazine.1

Voetnoten

Neutraal kinderboek ‘De kleine dino gaat op pad’ al meer dan 10.000 keer verkocht

Voor ouders die christen zijn is het lastig om aan goede dinoboeken voor hun kinderen te komen. Vaak worden deze kinderboeken ingebed in een naturalistisch paradigma van miljoenen jaren geleden. Dit is in strijd met de Bijbelse geschiedenis. Daarom is het mooi dat er steeds meer christelijke of neutrale dinoboeken op de markt komen. Dino’s zijn namelijk prachtige schepsels van onze Schepper.

Vandaag heb ik het boekje ‘De kleine dino gaat op pad’ besproken op onze website.1 Dit is een boekje uit de populaire serie ‘Ik (hou van) lezen’. Een erg populaire serie verschenen bij Kluitman. De catalogus ‘Zomer 2021’ meldt dat er een tweede deel in de serie is uitgegeven. Een bespreking hiervan volgt op deze website. Dat het leesboek ‘De kleine dino gaat op pad’ in de smaak valt blijkt wel uit het aantal exemplaren dat er is verkocht. Kluitman meldt dat zij maar liefst 10.000 exemplaren van dit boekje verkocht. Dat is maar goed ook want christelijke en neutrale kinderboeken over dino’s zijn een zeldzaamheid en daarom hard nodig.

Deze bespreking is onderdeel van het project ‘Onderwijzen en opvoeden voor de toekomst – Leren over onze vroegste geschiedenis in 2022’. In de komende maanden zal dit project verder uitgekristalliseerd worden. Een dergelijk opvoedings- en onderwijsproject zal ook onderdeel zijn van het jaarplan ‘Fundamentum 2022-2023’.