Home » Paleoantropologie » Twee biologen positief over ‘Big Man’-artikel plus een negatieve reactie van Bart Klink

Twee biologen positief over ‘Big Man’-artikel plus een negatieve reactie van Bart Klink

In 2020 schreef Klaas Roos (MA) het artikel ‘Big Man zorgt voor Big Problems: Over hoe een fossiel de evolutionist met lege handen laat staan’ voor Weet Magazine.1 Het tijdschrift maakte er ook een persbericht van.2 Dit leidde tot kritiek van onder andere drs. ing. Bart Klink. Het duurde even, maar Roos reageerde vorige week op deze kritiek.3 Twee biologen zijn positief en Bart Klink reageerde via social media op zijn geheel eigen wijze. Klink gaf aan dat hij binnenkort zijn reactie op het artikel zal publiceren op zijn website.

Positieve biologen

Toen het artikel verscheen kregen we via social media twee positieve reacties van biologen met onderwijservaring, ook op het gebied van de evolutietheorie en menselijke evolutie.
Ir. Dick de Vries schreef:

“Bewonderenswaardig [is] de manier waarop Klaas Roos zijn antwoorden geeft. Hier hebben mensen wat aan. Ik heb zelf geen geduld meer voor dit. Als iemand atheïst is, dan zal hij meestal daarin volharden. Toch kan ook een atheïst zich bekeren.”

Drs. Henk Murris schreef:

“Prima argumentatie en vooronderstellingen blootleggend, die misleidend zijn voor een goed verstaan van paleontologische vondsten van ‘mensachtigen’.”

Uiteraard maakt dit het artikel van Klaas Roos niet onfeilbaar, maar het is mooi om te zien dat mensen met een academische achtergrond wat aan de gepubliceerde artikelen op ‘Oorsprong’ hebben.

Reactie van Bart Klink

Het lag in de lijn der verwachting dat drs. ing. Bart Klink, aan wie de kritiek van Roos gericht is, niet zo positief is als die van de twee biologen. Hij reageerde ook via social media op het artikel en gaf aan binnenkort te reageren op het volledige stuk middels een artikel op zijn website.

Drs. ing. Bart Klink schreef, nadat hij verwees naar zijn artikel via de website ‘De Atheïst’4:

“Zijn reactie staat of valt met het antwoord op de vraag hoe we apen van mensen kunnen onderscheiden bij fossielen. Creationisten hebben veel moeite met dit onderscheid en komen er onderling niet uit, terwijl ze wel menen dat er zo’n (duidelijk) onderscheid is. Dat is dus nogal een probleem en ik besteed daar uitgebreid aandacht aan in mijn artikel. Opmerkelijk genoeg gaat Roos daar totaal niet op in. Hij stelt meermaals simpelweg dat het fossiel ‘Big Man’ een mens is, zonder ooit te definiëren wat een mens is en hoe we kunnen bepalen of een fossiel in deze categorie behoort. Dit is een cruciaal gebrek als het gaat om het bespreken van overgangsvormen, want dan moeten we weten of iets uitsluitend een aap óf mens is (creationisme) of dat er ook nog iets bestaat met kenmerken van beide (evolutie).

Dit probleem komt ook steeds op bij Roos’ bespreking van de literatuur. Als daar gesproken wordt over ‘human like’ (‘looking’, ‘similar’, enz.) eigenschappen, betekent dat niet dat het een eigenschap is van moderne mensen (Homo sapiens), maar dat het *lijkt* op H. sapiens, zonder dat volledig te zijn, zoals je mag verwachten van een overgangsvorm. Ook zie je soms dat *bepaalde* delen van het fossiel heel modern zijn (niet te onderscheiden van H. sapiens), maar andere delen van hetzelfde fossiel juist primitief zijn. Dit wordt mozaïekevolutie genoemd en komt veel voor bij overgangsvormen. Dat sommige delen van het skelet van Big Man niet van die van ons te onderscheiden zijn, maakt het fossiel dus niet een mens, zoals Roos lijkt te denken. Dat zou alleen gelden als dit voor (vrijwel) het gehele skelet geldt, maar daarvoor moet je dus alle primitieve delen negeren.

De anatomie van H. sapiens en de variatie daarbinnen is goed bekend. Als (een deel van) het skelet van een fossiel daarbuiten valt, maar in de buurt zit, is het ‘human-like’, maar niet ‘human’. Dat onderscheid lijkt Roos te missen.

Zijn reactie gaat nog op meer punten de mist in (al in de tweede zin!), maar dat zal ik later nog uitgebreider laten zien in een artikel met verdere onderbouwing. Big man is zeker geen probleemfossiel!”

Bart Klink vervalt in een algemene generalisatie over creationisten. Verder is het niet zo opmerkelijk dat Roos niet op het hele artikel in gaat. Zijn artikel ging immers over ‘Big Man’ en niet over de volledige paleoantropologie. Dat creationisten vaak worstelen met de classificering van bepaalde fossielen is niet zo vreemd, we hebben de werkelijkheid immers niet in onze broekzak, de puzzelstukjes zijn weinig en de werkelijkheid is complex. Bovendien spelen bepaalde vooronderstellingen en vooringenomenheden een rol. Om de complete paleoantropologie te bespreken zijn ten minste vijf volumes van duizend pagina’s nodig en bovendien reageert Klink in zijn oorspronkelijke kritiek niet alleen op Roos en kan hij kritiek dat niet aan hem gericht is negeren en zich focussen op ‘Big Man’. Bovendien zien we dat Klink op basis van kenmerken (van één van beiden) een vals dilemma creëert tussen het door hem zo genoemde creationisme en evolutie. Alsof het zó essentialistisch ligt. Dit essentialisme komt ook tot uitdrukking als hij het artikel van Roos verder bespreekt op ‘human like’ etc. Klink vecht hier een stroman aan. Roos is in ieder geval veel voorzichtiger dan Klink hem hier essentialistisch neerzet. Het lijkt er daarom op dat Klink vecht tegen zijn eigen beeld van creationisten. Bovendien impliceert de term ‘overgangsvorm’ een sterke bias en is het beter om te spreken over ‘mozaïekvormen’. Dan vervalt gelijk de kracht van het argument, want veel creationisten erkennen mozaïekvormen en hebben er geen enkele moeite mee dat een fossiel kenmerken bevat die vanuit meerdere groepen afkomstig zijn. Ook de term ‘primitief’ laat een sterke bias zien omdat het een soort scala naturae impliceert. Zelfs als je Universele Gemeenschappelijke Afstamming wil accepteren dan is dergelijke opklimming van complexiteit en perfectie niet in overeenstemming met de werkelijkheid. Om welke ‘primitieve’ kenmerken het zou gaan, daar is Klink niet duidelijk in. We zien dat Klink ‘mens’ slechts ziet als variatie binnen de H. sapiens en deze ‘claim’ daarna plaatst op Roos. De meeste creationisten denken dat, al zijn de ‘grenzen’ natuurwetenschappelijk diffuus, onduidelijk en onderhevig aan discussie, in ieder geval H. erectus, H. neanderthalensis, H. georgicus en H. heidelbergensis ook tot afstammelingen van Adam gerekend kunnen worden. Dat maakt de menselijke variatie veel groter dan Klink hier veronderstelt én vecht Klink opnieuw tegen een stroman. De conclusie van Klink volgt ten slotte niet uit zijn kritiek en ik hoop dat hij daarom toch beter zijn best zal doen in zijn te schrijven artikel, uiteraard met vele referenties zodat de claims te controleren zijn.

Voetnoten

  1. Het artikel is ondertussen ook in het archief op de website van Weet Magazine raad te plegen: https://weet-magazine.nl/wp-content/uploads/2021/10/Weet-64-Big-Man-zorgt-voor-big-problems.pdf.
  2. Dit persbericht is later ook op onze website verschenen: https://oorsprong.info/persbericht-probleemfossiel-zaagt-aan-stamboom-van-menselijke-evolutie/.
  3. Zijn reactie is hier te vinden: https://oorsprong.info/big-man-blijft-probleemfossiel/.
  4. Het oorspronkelijke artikel is hier te vinden: http://deatheist.nl/index.php/artikelen/668-creationisten-en-menselijke-evolutie.