Een vierluik naar aanleiding van ‘Genetic Entropy’ (van dr. John Sanford) – Samenvatting deel 1

Noot van de redactie: Nog niet zo lang geleden verscheen het boek ‘En God zag dat het goed was’. Een boek waarin vooral voorstanders van een vorm van theïstische evolutie (hetzij door directe verbinding, hetzij door boedelscheiding) schrijven over oorsprongsvragen. Kort nadat het boek verschenen was en voordat er een studiedag belegd werd, besloot ‘Stichting Logos Instituut’ om iedere medewerker aan het boek (of spreker op de studiedag) een exemplaar van ‘Genetic Entropy’ te sturen en zo de auteurs allereerst erop te wijzen dat menselijke evolutie biologisch niet werkt en ten tweede te laten zien dat er alternatieven zijn voor Universele Gemeenschappelijke Afstamming. Het persbericht hebben wij onlangs ook gedeeld via deze website. Er kwam geen enkele inhoudelijke reactie van de voorstanders van een vorm van theïstische evolutie, laat staan dat het gebodene weersproken of zelfs weerlegd werd. Bij enkelen kon er gelukkig wel een bedankje vanaf, maar daar bleef het bij. Dr. ir. Erik van Engelen werpt met zijn vierluik nieuw licht op deze publicatie. Wie weet komen de waarde opponenten nu wel met een reactie!

Inleiding

‘Genetic Entropy’. “Genen worden met de tijd niet door evolutie steeds verrijkt, maar zijn, daarentegen, aan slijtage onderhevig zijn doordat mutaties ophopen.”

Het stond nog altijd op mijn to-do-list om het boek ‘Genetic Entropy‘ van J.C. Sanford te lezen. Sanford is een emeritus hoogleraar aan de Cornell University, een zeer gerenommeerd instituut, die de genetica van planten tot zijn vakgebied had. Hij heeft veel onderzoek verricht. Oorspronkelijk was hij evolutionist, maar hij heeft die zienswijze verlaten en is creationist geworden. Hij heeft, inmiddels al wel heel wat jaren geleden, het boek ‘Genetic Entropy‘ geschreven, omdat hij denkt dat de genen met de tijd niet door evolutie steeds verrijkt worden, maar, daarentegen, aan slijtage onderhevig zijn doordat mutaties ophopen. In de herfstvakantie heb ik de tijd gevonden om het boek uit te lezen. Het is een interessant werk. Niet buitengewoon diepgravend of technisch. Voor een niet-ingewijde in het vakgebied eigenlijk ook wel goed te volgen. Het is opvallend dat hij eigenlijk geen grote nieuwe inzichten geeft. Wat hij vertelt is zo’n gewoon standaard genetica, maar dan op zo’n wijze verwoord dat het duidelijk maakt dat ons genoom niet door evolutie steeds meer informatie verkrijgt. Veel dingen wist ik eigenlijk al wel, maar enkele zaken had ik me vooraf niet zo gerealiseerd, zoals bijvoorbeeld het principe, dat selectie plaatsvindt op het fenotype en niet op het genotype, maar dat, voor opgaande evolutie, een verbetering van het genotype nodig is. Een zwakte van het werk van Sanford is, dat hij in sommige uitspraken net wat té extreem is. Zo stelt hij dat er geen voordelige mutaties zijn. Die zijn er natuurlijk wel, ook al zijn die ver in de minderheid ten opzichte van de nadelige mutaties. Hij weet dat soort dingen zelf ook wel, maar zet vanwege retorische redenen zijn punt wat extremer neer dan nodig is. Dat is jammer, want het is niet nodig en maakt hem vatbaar voor commentaar. Selectie is gemiddeld genomen bij lange na niet in staat om alle nadelige mutaties te elimineren, laat staan dat selectie in staat is om voordelige mutaties te laten accumuleren. Dat komen we ook tegen bij zijn uitspraken over de evolutie van het griepvirus. Het griepvirus H1N1 zou volgens hem in degeneratie zijn. Ik denk niet dat daar sprake van is. Ook is verminderde ziekte door griep geen symptoom dat het genoom van een virus zou degenereren. Het is immers niet het levensdoel van een virus om mensen ziek te maken. Afgezien van deze kanttekeningen is het boek van Sanford lezenswaardig en zie je, ook op internet, dat er eigenlijk geen gefundeerde weerleggingen zijn van de kern van zijn betoog.

Geen blauwdruk (hoofdstuk 1)

In hoofdstuk 1 legt Sanford uit dat het genoom van een organisme geen blauwdruk is maar een handleiding. Het genoom bevat een handleiding vol met instructies over hoe de cel en uiteindelijk het geheel van de cellen, het lichaam, moet worden opgebouwd en moet werken. Deze handleiding is heel erg groot. Voor de mens bestaat die uit een paar miljard letters. Eigenlijk is ons genoom niet te vergelijken met een boek, maar met een complete bibliotheek met boeken, met hoofdstukken, met alinea’s, met zinnen en woorden. Sanford benadrukt hoe ontzettend veel informatie in het genoom aanwezig is, en dat er sprake is van data-compressie van informatie die op veel verschillende manieren gelezen kan worden en tot verschillende functionele uitkomsten leiden. Het is geen lineaire, maar een 3D-architectuur met gebieden die wel-, en gebieden die niet afgelezen worden. Gebieden die naar voren afgelezen worden maar die ook achterwaarts afgelezen kunnen worden en dan ook functionele waarde hebben. Waar komt al die informatie vandaan? En hoe kan het worden onderhouden? Dat is de mysterie van het genoom.

Volgens Sanford is het belangrijke primaire axioma binnen de biologie: “Life is life because random mutations at the molecular level are filtered through a reproductive sieve acting on the level of the whole organism.” Hij ondergraaft dat axioma. Hij stelt de vraag hoe random mutaties ertoe kunnen leiden dat uit eenvoudige organismen complexe organismen ontstaan. “Isn’t it remarkable that the primary axiom of biological evolution essentially claims that typographical errors and limited selective copying within an instruction manual can transform a wagon into a spaceship in the absence of any intelligence, purpose, or design? Do you find this concept credible?” Dat is op zich ook ongeloofwaardig. Nu zullen evolutionisten zeggen dat deze uitspraak geen axioma is, maar een uitkomst van gedegen wetenschappelijk onderzoek. Ook dan is Sanford al tevreden, want dan kan er tenminste over gesproken worden. Persoonlijk denk ik niet dat deze stelling in officiële zin een axioma is, maar wel dat ze in praktische zin vaak deze functie vervult.

Zijn alle mutaties goed? (hoofdstuk 2)

Hoofdstuk 2 gaat erover of mutaties goed zijn. Het antwoord van Sanford is dat random mutaties altijd informatie vernielen. Mutaties zijn typefouten in het levensboek. Dat veroorzaakt schade. Dat zien we in het verouderingsproces. Dat proces wordt in gang gezet door mutaties. Vrijwel alle mutaties zijn schadelijk. Dat zien we alleen al als we kijken hoe ijverig wetenschappers zoeken naar mutaties die voordelig zijn, en hoe weinig ze daarvan vinden. Vrijwel altijd blijkt de “voordelige” mutatie een verlies aan informatie te zijn die voor het individu in dit geval dan toevallig goed uit komt. Dat mutaties nadelig zijn wordt duidelijk als de metafoor van de handleiding wordt gebruikt. Zelden wordt een handleiding beter als er typefouten in komen te staan. Laat staan als er bij elke keer als de handleiding opnieuw wordt gedrukt er weer nieuwe kopieerfouten bij komen. Een belangrijk punt van Sanford is dat bijna alle mutaties, heel weinig negatief effect hebben, maar tóch een negatief effect. Net als het roesten van een auto. Een enkel roestspikkeltje doet geen kwaad. Dit is een belangrijke gedachte. Evolutionisten stellen dat veel mutaties volstrekt neutraal zijn. Dan ontstaat daaruit een pool van info die wellicht voordeel kan opleveren. Voor Sanford zijn typefouten in de handleiding nooit volledig neutraal. Er verandert altijd wat. Een belangrijk punt hier is dat Sanford aanneemt dat het genoom voor het grootste deel functioneel is. Als iets functioneel is, dan is de kans dat het door een mutatie verandert tot iets minder functioneels levensgroot. “It is becoming increasingly clear that most, or all of the genome is functional. Therefore, most mutations in the genome must be deleterious”. Evolutionisten beschouwden vanouds het grootste deel van het genoom als junk, rommel. Dan zijn mutaties daarin niet nadelig. Maar de gedachte dat het grootste deel van het genoom junk is, is volledig achterhaald. Voordelige mutaties zijn in de ogen van Sanford dermate zeldzaam, dat die in modellen gewoon kunnen worden genegeerd. Die spelen geen rol. Belangrijk in de redenatie van Sanford dat juist heel licht negatieve mutaties heel vaak voorkomen en dat juist die mutaties niet kunnen worden weggeselecteerd. Hij maakt hier gebruik van gegevens van Kimura. Kimura definieert een near neutral box, dat zijn mutaties die zo weinig negatief effect hebben (en dat zijn verreweg de meeste mutaties), dat Kimura deze volledig neutraal noemt, maar dat is volgens Sanford incorrect. Ook de zeldzaam optredende voordelige mutaties vallen grotendeels in de near neutral box en die kunnen dus ook niet geselecteerd worden. Ze hebben te weinig effect om door de omstandigheden gezien te worden. “Everything about the true distribution of mutations argues against mutations leasing to a net gain in information, as needed for forward evolution”. Selectie heeft het druk met het selecteren van nadelige mutaties.

Hoeveel mutaties kan een genoom aan? (hoofdstuk 3)

Hoeveel mutaties is teveel? Het menselijk genoom muteert te snel. Men heeft zich al langere tijd geleden zorgen gemaakt over het idee dat zich in het menselijke genoom nadelige mutaties ophopen. Een mutatieopeenhoping van 0.12 tot 0.3 per persoon per generatie was al zorgelijk. Want die moet wel weer door selectie verwijderd worden, wil men voorkomen dat het DNA in de loop van de tijd achteruit gaat. Lang werd gedacht dat een mutatiesnelheid van 1 per persoon en generatie het maximum zou kunnen zijn wat de menselijke soort aan zou kunnen. Nu is het echter common sense dat het aantal mutaties 100 per persoon per generatie is. We hebben dus 100 mutaties van onze ouders, maar 100 ook van onze grootouders en verder en verder en verder terug. Die kunnen we natuurlijk nooit allemaal uitselecteren. Daar zitten grote en kleine mutaties bij. Ook mitochondrieel DNA heeft één mutatie per persoon per jaar. Mitochondriën recombineren niet, die krijg je alleen van je moeder. Dat leidt tot een probleem dat Muller’s ratchet wordt genoemd. Het DNA kan nooit verrijkt worden maar moet degraderen en informatie die verloren is gegaan, krijg je nooit terug. Het is mooi dat in wetenschappelijke artikelen over Muller’s ratchet exact dezelfde redenatie als van Sanford terug te zien is.

Op zoek naar moraal in de dierentuin – Twee jonge chimpansees geboren in Burgers’ Zoo

Sinds het najaar van 2023 hebben we als gezin een abonnement op de dierentuin Burgers’ Zoo te Arnhem. Een dierentuin waar de verschillende aangelegde ecosystemen opvallend en indrukwekkend zijn. Deze dierentuin is absoluut een aanrader en de bestudering van het geschapene leidt tot verwondering. De dierentuin heeft ook een chimpanseegroep en daar zijn het afgelopen jaar twee jongen geboren. Deze groep werd bekend vanwege het onderzoek van dr. Frans B.M. de Waal en zijn boek ‘Chimpansee-politiek’.1

Op zoek naar moraal in het chimpanseeverblijf? De chimpansees waren vanwege de kou alleen binnen te zien. Foto genomen door Jan van Meerten op 6 januari 2024.

Twee jongen

Burgers’ Zoo doet met de chimpansees mee aan een Europees populatiemanagementprogramma. Ze willen met name met de West-Afrikaanse ondersoort gaan fokken, omdat dit ondersoort kritisch bedreigd is. Afgelopen jaar was het een bijzonder vruchtbaar jaar voor de dierentuin. Op 30 september 2023 werd er een mannetjeschimpansee geboren2 en op 28 oktober 2023 een vrouwtjeschimpansee.3 De chimpanseejongen zijn nu publiek te zien. Eén ervan hebben we zaterdag ook gezien. De geboorte van het laatste jong is bijzonder, omdat de moederchimpansee nog niet zo lang in de dierentuin is.4 Chimpansee Laura is afkomstig uit de Deense dierentuin van Aalborg. Een aantal individuen van deze groep zijn al hoogbejaard (boven de 35 of 40 jaar). Het babymannetje is een zoon van de wereldberoemde chimpansee Tushi. Deze chimpansee werd wereldberoemd nadat zij met een tak een drone uit de lucht had geslagen.5

Chimpanseemoraal?

Dierentuinen die in het bezit zijn van chimpansees of bonobo’s, kunnen het vaak niet laten om aan de aangeboden informatie over deze dieren, naturalistische natuurfilosofie over menselijke evolutie toe te voegen.6 Als zouden deze dieren een gemeenschappelijke voorouder hebben met mensen. Op de informatieborden bij deze dieren in Burgers’ Zoo is, bijzonder genoeg, geen dergelijke pontificale naturalistische natuurfilosofie te vinden. Er wordt feitelijke informatie gegeven en de borden geven zelfs aan dat al lijken ‘chimpansees (…) best veel op mensen’ er toch ook verschillen zijn. Op de website van de dierentuin wordt daar meer van zichtbaar. Zo wordt er aangegeven dat het DNA van chimpansees voor zo’n 98,5% overeenkomt met dat van mensen. Dat sommige creationistische genetici vraagtekens bij dit percentage zetten, daar lees je dan weer niets over.7 Daarnaast wordt beweerd dat chimpansees ‘dus ook nauwe familie van de mens, zelfs nauwer dan van de gorilla’ zijn.8 Uitgaande van de Schrift kunnen chimpansees (dieren) en mensen geen familie van elkaar zijn. De landdieren werden apart van de mens geschapen en de schepping van de mens (waarover te lezen is in Genesis 1 en 2) was een speciale scheppingsdaad van God. Vanwege deze basisovertuiging zullen creationisten deze evolutionaire voorstellen afwijzen, hoe sterk deze voorstellen ook kunnen overkomen. Helaas lees je nergens iets over het scheppingsalternatief voor dit evolutionaire verhaal.

Bord met daarop de memorabele momenten uit de chimpanseegroep van ‘Burgers’ Zoo’. Foto genomen door Jan van Meerten op 6 januari 2024.

Naast de bovenstaande evolutionaire informatie wordt er aandacht besteed aan het onderzoek van dr. Frans de Waal onder leiding van gedragsbioloog dr. Jan van Hooff.9 Dat is begrijpelijk want daardoor is deze chimpanseegroep wereldberoemd geworden. Zeker na verschijning van het boek ‘Chimpansee-politiek’ (geschreven door De Waal). Hij ontdekte, volgens een informatiebord, ‘in Burgers’ Zoo, dat chimpansees intelligent en empathisch genoeg zijn om zich na een ruzie met elkaar te verzoenen’. De Waal deed van 1975 tot en met 1981 onderzoek naar de chimpansees van Burgers’ Zoo.

Dr. Frans B.M. de Waal is etholoog en primatoloog. De geleerde heeft veel boeken geschreven over sociobiologie en evolutionaire ethiek.10 De Waal noemt zichzelf een apatheïst.11 Apatheïsme is een pragmatisch atheïsme waarbij het bestaan van God niet relevant wordt geacht.12 De Waal ziet religie daarom vooral als sociologisch verschijnsel.13 Moraal is daarom ook niet afkomstig van God, maar bestond in de evolutionaire geschiedenis al vér voordat de mens ten tonele verscheen. Door het bestuderen van bonobo- en chimpanseegroepen proberen deze gedragsbiologen ‘bewijs’ te vinden dat moraal zonder God kan bestaan. De Waal heeft daar ook over geschreven, bijvoorbeeld in de boeken ‘De aap en de filosoof’ (2009) en ‘De Bonobo en de tien geboden’ (2013). Het laatstgenoemde boek werd ook in de Gereformeerde Gezindte bekend doordat er over geschreven werd, bijvoorbeeld door theoloog en godsdienstfilosoof dr. Gert A. van den Brink.14 (Theïstische) evolutionisten waren not-amused en reageerden hierop. Hoewel bijvoorbeeld dr. Brent Cook15 en dr. Jerry Bergman16 wel eens geschreven hebben over het werk van dr. De Waal, is er geen officiële creationistische publicatie bekend die alle evolutionaire claims van De Waal weerspreekt. Het zou daarom goed zijn dat een creationair etholoog zich verdiept in de werken van dr. De Waal en deze werken weerspreekt in een zelfstandige publicatie (monograaf of boek).

Dr. Gert A. van den Brink schreef in 2013 naar aanleiding van ‘De Bonobo en de Tien Geboden’ een artikel in het Reformatorisch Dagblad. Van den Brink geeft in het artikel aan sciëntisme te zien bij De Waal. Alle vragen zouden volgens De Waal door de natuurwetenschappen beantwoord kunnen worden, zelfs religieuze en ethische. Het valt Van den Brink op dat er in de literatuurlijst geen enkel recent filosofisch of wijsgerig-theologisch te vinden is “De Waal kijkt naar zijn aapjes en hoeft de boeken niet meer te lezen.” De theoloog en godsdienstfilosoof geeft aan dat De Waal antropocentrisch naar dieren kijkt. “We zullen (…) per definitie nooit weten of dieren vanbinnen net zo in elkaar zitten als wij.” Dr. De Waal gaat daarmee a priori uit van de evolutionaire basisovertuiging. Hij poneert dit echter als vaststaand feit. Bovendien herdefinieert De Waal ‘moraal’. “Hij herdefinieert moreel goed gedrag (…) tot sociaal wenselijk gedrag.” Ten slotte versimpelt De Waal, volgens Van den Brink, ‘godsdienst tot een waarneembare religieuze praktijk’. Dat leidt tot een logische onmogelijkheid. “Van De Waal mag je God wel dienen als je maar niet gelooft dat Hij bestaat.” Het valt op dat De Waal de Tien Geboden noemt in de titel van zijn boek, ‘maar waar blijft de eerste tafel van de wet?’ Niet iedereen was gecharmeerd van de kritiek van dr. Van den Brink. Hij kreeg commentaar van de biologen Gert Korthof17 en dr. René Fransen18 en van theoloog en godsdienstfilosoof dr. Taede Smedes.19 Lezenswaardig is de uitgebreide Nederlandse discussiesamenvatting (breder dan de discussie met dr. Van den Brink) van filosoof Paul Delfgaauw.20 De (discussie over de) zoektocht naar moraal in de dierentuin is in ieder geval nog lang niet afgelopen.

Voetnoten

Chimpansee haalt op 10 april 2015 drone naar beneden met een tak

Op 10 april 2015 haalde een chimpansee van Burgers’ Zoo een drone met een tak naar beneden. Men was voor het tweede seizoen van het programma Natuurlijk opnames aan het maken. Volgens de dierentuin laat dit zien hoe intelligent ze zijn. Ze zagen het vliegtuigje en bewapening volgde. Hieronder is de video, die al meer dan 3,5 miljoen keer werd bekeken (!), te bekijken. De achtergrondmuziek staat wel erg hard, maar het geluid kan worden uitgezet zonder dat de film aan ‘kijkwaardigheid’ wordt inboet.1

Onder de video staat een beschrijving: “Eén van de chimpansees zat hoog in een boom met een lange tak. Ogenschijnlijk zeer rustig en tevreden dommelend in de ochtendzon liet de mensaap de drone nieuwsgierig opnames maken. Vanuit de ooghoeken hield de chimpansee echter alles haarscherp in de gaten. Geduldig wachtte de mensaap totdat de drone net iets te dichtbij kwam… Razendsnel sloeg de chimpansee toe met de lange stok die ze voor het lichaam verborgen hield! Met een voltreffer sloeg het dier de drone naar beneden, waar zijn groepsgenoten de ‘prooi’ snel overmeesterden. Omdat de camera tijdens het hele actiemoment bleef draaien, leverde dit ondanks de compleet vernielde drone en GoPro toch nog heel bijzondere beelden op!

Voetnoten

PERSBERICHT: Veel Nederlanders niet bekend met de abortusgrens van 24 weken

Onder Nederlanders is er grote onbekendheid met de abortusgrens. 47% van de Nederlanders geeft aan niet te weten tot hoeveel weken zwangerschap een abortus uitgevoerd mag worden.

De groep die wél een inschatting van het aantal weken maakt, komt veelal te laag uit: gemiddeld schat men de abortusgrens op 16 weken. 1 op de 8 Nederlanders vindt het niet goed dat er in Nederland een mogelijkheid tot abortus aanwezig is. Een meerderheid is positief over de beraadtermijn.

Dit blijkt uit een onderzoek dat onderzoeksbureau DirectResearch in samenwerking met de NPV-Zorg voor het leven uitvoerde. Een representatieve groep van 518 Nederlanders vulde een vragenlijst in met stellingen en vragen over abortus.

Weinig bekendheid met abortusgrens

Bijna de helft van de Nederlanders (47%) geeft aan niet te weten tot hoeveel weken zwangerschap een abortus – om zowel medische als sociale redenen – mag worden uitgevoerd. Van de groep die een inschatting maakt, geeft 14% het juiste aantal weken aan (24 weken).

Abortusgrens te laag ingeschat

Een ruime meerderheid (81%) van de groep die een inschatting maakt, denkt dat de abortusgrens onder de 24 weken ligt. 12 weken wordt het vaakst genoemd als abortusgrens. Gemiddeld schat men de abortusgrens op 16 weken. Dit is een stuk lager dan de toegestane 24 weken.

Verlaging abortusgrens

De meningen over de vraag of de abortusgrens verlaagd zou moeten worden, zijn verdeeld. Nadat aangegeven is dat abortus in Nederland tot 24 weken is toegestaan, geeft 37% van de Nederlanders aan dat deze grens verlaagd zou moeten worden. 22% is het hiermee oneens. 40% van de Nederlanders is neutraal of heeft geen mening.

1 op 8 Nederlanders vindt abortusmogelijkheid niet goed

Ruim de helft (58%) van de Nederlanders is het eens met de stelling: ‘Het is goed dat in Nederland de mogelijkheid voor abortus aanwezig is.’ 13% is het oneens met deze stelling. 29% van de Nederlanders is neutraal of heeft geen mening. Opvallend is dat respondenten uit de leeftijdscategorie 31-40 jaar negatiever staan tegenover de mogelijkheid voor abortus dan de andere leeftijdscategorieën.

3 op de 5 Nederlanders positief over beraadtermijn

De meerderheid van de Nederlanders is positief over de verplichte beraadtermijn, zo blijkt uit dit onderzoek. 62% is het eens met de stelling: ‘De regel dat er verplicht 5 dagen bedenktijd zit tussen een verzoek om abortus en de daadwerkelijke abortus vind ik goed.’ 11% is het oneens met voorgenoemde stelling, terwijl 28% van de Nederlanders neutraal staat ten opzichte van de stelling of geen mening heeft.

Lees het hele rapport hier.

DIEDERIK VAN DIJK
Diederik van Dijk, directeur van de NPV: “Nederland is het enige land in de Europese Unie met zo’n ruime abortusgrens. Daarover zou veel meer maatschappelijk debat moeten zijn. Willen we werkelijk een land zijn waarin kwetsbaar menselijk leven tot 24 weken legaal gedood kan worden? Voor zo’n fundamenteel debat is allereerst nodig dat mensen op de hoogte zijn van de feiten. De NPV voorziet hier graag in, maar roept ook de politiek van harte op om dit debat over de bescherming van leven met open vizier te voeren.

‘Het Evangelie zonder kleine lettertjes’, ‘Dordt zoals je Dordt niet kende’ en ‘Hyperdordt’ – Een overzicht

Theoloog en godsdienstfilosoof dr. Gert A. van den Brink heeft met een aantal lezingen en een tweetal boeken het stof hoog doen opwaaien in de Gereformeerde Gezindte. De werken van dr. Van den Brink zijn als vuurwerk ontploft in de hand van de Gereformeerde Gezindte. Het heeft een verwarrende en emotionele discussie als gevolg. Vandaag heb ik opgeroepen tot een universitair theologisch dispuut en ter eventuele voorbereiding tot dat dispuut wil ik hieronder een uitgebreid overzicht van alle reacties van de verschillende ‘partijen’ weergeven. Let op: Het gaat er niet zozeer om of ik persoonlijk deze reactie onderschrijf of goed vind, maar om alle reacties ruimte te geven. Hoewel ik er aan twijfel of er ooit een universitair theologisch dispuut zal komen, zie ik dit overzicht toch als waardevol voor alle ‘partijen’.

Het overzicht start op 14 en 16 juli 2022 toen de lezing werd gehouden in Hardinxveld-Giessendam en de video van dr. Van den Brink in première is gegaan. Omdat ik ten tijde van de verschijning persoonlijk andere zaken aan het hoofd had, wordt pas laat begonnen met dit overzicht. Dit betekent dat we met terugwerkende kracht een overzicht samenstellen. Ik doe daarom ook graag een beroep op de lezer mocht er een publicatie, video of andere reactie vergeten zijn die in het overzicht zou moeten. Hoewel ik persoonlijk verdrietig ben over de discussie, hoop ik toch dat de Heere deze ‘kromme stok’ (d.w.z. deze verwarrende discussie) zou willen gebruiken om een ‘rechte slag’ te geven. Daarom is dit overzicht samengesteld tot eer van de Schepper en het heil van de naaste.

14 juli 2022: Dr. Gert A. van den Brink spreekt in Hardinxveld-Giessendam (De Bron) over ‘Het evangelie zonder kleine lettertjes’. Het begin van de commotie onder de bevindelijk-gereformeerden over dit onderwerp.

16 juli 2022: De video ‘Het evangelie zonder kleine lettertjes’ van theoloog en godsdienstfilosoof dr. Gert. A. van den Brink gaat in première. De video is eerder opgenomen op een jongerenavond van Geloofstoerusting.1 Tegelijkertijd verschijnen op het YouTube-kanaal van Geloofstoerusting twee fragmenten van deze lezing onder de titel ‘Er gaat een misleidende boodschap door onze gezindte’.2

28 juli 2022: Ds. A. Schultink reageert via CVandaag op de lezing van dr. Gert van den Brink met als titel ‘Het evangelie zonder kleine lettertjes’. Hij geeft aan dat hij diep beledigd is dat Van den Brink predikanten over één kam geschoren heeft en geschoffeerd heeft.3

29 juli 2022: Hendrik Jan van der Heiden geeft in een artikel op zijn website aan dat hij door de lezing van dr. Gert van den Brink aan het denken is gezet. Volgens hem is het helder dat in vele bevindelijke preken een directe oproep tot het geloof ontbreekt. Van der Heiden is een zoon van GG-predikant wijlen ds. B. van der Heiden.4

30 juli 2022: Ds. M. van Reenen reageert via CVandaag op de commotie die is ontstaan ná de publicatie van de eerstgenoemde video. Hij geeft aan dat je ook op moet passen voor een Evangelie zonder rode cijfers en roept op om niet alleen te focussen op dwalingen in refokerken.5

11 augustus 2022: Ouderling en natuurkundige dr. Jan P. van den Brink reageert via Refoweb met enige bezorgdheid op de lezing van dr. Gert van den Brink die hij hield op een avond voor Geloofstoerusting. De zorg en strijd tegen lijdelijkheid deelt hij, maar de conclusies vindt hij veel te ver gaan.6

15 augustus 2022: Dr. Gert van den Brink reageert op de brief van dr. Jan van den Brink die eerder op Refoweb werd geplaatst (zie 11 augustus 2022). Dr. Gert van den Brink constateert dat zijn opponent een soort status quo van kerkelijke praktijk lijkt te verdedigen. Hij ziet hierin een verschil van inzicht op dit punt.7

25 augustus 2022: In De Wachter Sions reageert diaken R.P. van Dijk op de recent gehouden lezing van dr. Gert van den Brink. Hij vindt de lezing aanvallend en heeft ‘met verontwaardiging’ kennisgenomen hiervan. Van Dijk meent dat ‘elke waarheid (…) in het licht van de gehele Schrift gezien worden’.8

5 september 2022: D.J. Kleen, van de website De Woeste Weg, laat in een artikel weten dat ‘Arminiaan Gert van den Brink’ een ‘vals evangelie en onbijbelse uitverkiezing’ leert en neemt daarbij één van de brieven van ds. Kort over.9

6 september 2022: CVandaag start vandaag met een briefwisseling tussen ds. A. Kort en dr. G.A. van den Brink over de ondertussen veel besproken lezing van dr. Van den Brink. Ds. Kort trapt vandaag af.10

8 september 2022: Dr. Gert A. van den Brink reageert via CVandaag op de brief van ds. A. Kort. Van den Brink geeft aan zich niet tegen ‘deze heftige beschuldigingen’ willen verdedigen.11

13 september 2022: Een tweede brief van ds. A. Kort verschijnt op de website CVandaag. Hij geeft aan dat Van den Brink van ‘Gods knechten een schrikbeeld’ maakt.12

15 september 2022: Dr. Gert A. van den Brink reageert via de website CVandaag op de tweede brief van ds. A. Kort. Hij vindt ds. Kort ‘geen leuke penvriend’.13

20 september 2022: Ds. A. Kort schrijft via CVandaag zijn slotbrief aan dr. Gert A. van den Brink. Kort geeft aan dat hij nu ‘eenmaal geen mens’ is ‘die er doekjes om’ zal winden.14

22 september 2022: Dr. Gert A. van den Brink schrijft via CVandaag zijn slotbrief aan ds. A. Kort. Hij geeft aan dat deze brieven ‘hen eerder ontmoedigd dan bemoedigd’.15

10 oktober 2022: Een jongere geeft via Refoweb aan dat het hem na de briefwisseling tussen ds. Kort en ds. Van den Brink duizelt. Op zijn vragen geeft Van den Brink antwoord via de genoemde website.16 Op de website Joods geluid wordt geschreven over de lezing die dr. Van den Brink heeft gehouden. De auteur juicht het toe dat er meer aandacht komt voor de vrije wil van de mens.17

20 oktober 2022: In De Wachter Sions verschijnt de eerste bijdrage van een vierdelige reactie geschreven door L. van der Tang. Hij reageert op de lezing van dr. Gert van den Brink met als titel ‘Het Evangelie zonder kleine lettertjes’. Van der Tang vraagt zich onder andere af waarom Van den Brink de kerkelijke weg hierin niet wil bewandelen?18

22 oktober 2022: Op de website Joods geluid borduurt de auteur verder op het vorige artikel (10 oktober 2022). Hij geeft zijn persoonlijke mening inzake de kwestie van de vrije wil.19

27 oktober 2022: De tweede bijdrage van L. van der Tang is verschenen in De Wachter Sions. Volgens Van der Tang ziet Van der Brink het geloof als een verstandelijke geloofsdaad en is er geen geloof zonder bekering.20

3 november 2022: De derde bijdrage van L. van der Tang is verschenen in De Wachter Sions. Hij schrijft over de (uit)verkiezing in de prediking en pleit voor evenwicht in de prediking.21

11 november 2022: Dr. Gert A. van den Brink is te gast in het programma ‘Pastorie online’ op het YouTube-kanaal van RefoWeb om daar te spreken over zijn lezing ‘Het evangelie zonder kleine lettertjes’.22 In De Wachter Sions verschijnt de vierde en slotbijdrage van L. van der Tang over de lezing van dr. Van den Brink. Van der Tang geeft aan dat deze discussie niet nieuw is, en verwijst daarbij onder andere naar Gerardus van Aalst (1678-1759).23 Bovendien wijst de auteur op de kenmerken van genade en overtuiging van zonde. Hij concludeert dat Van den Brink een afkeer heeft van bevindelijke prediking.24

1 januari 2023: De eerste druk van ‘Dordt zoals je Dordt niet kende’ verschijnt bij Geloofstoerusting. Het boek draagt de ondertitel: ‘Het aanbod van genade in de Dordtse Leerregels’.

1 februari 2023: De tweede druk van ‘Dordt zoals je Dordt niet kende’ verschijnt bij Geloofstoerusting.

4 februari 2023: In de Accent-bijlage van het Reformatorisch Dagblad is een uitgebreid verslag te vinden van een gesprek tussen dr. Gert van den Brink en drs. W. Visscher. Het doel is elkaars nieren proeven over prediking en pastoraat. In een kaderartikel wordt aangegeven dat de discussie over het aanbod van genade bepaald niet nieuw is, sterker nog daardoor is een pijnlijke breuk ontstaan binnen de Gereformeerde Gemeenten.25 Tegelijkertijd verscheen er een soort verantwoording van de hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad waarom een reactie wat langer op zich liet wachten.26

7 februari 2023: Anthony Janse reageert op zijn website JC33 op het gesprek tussen dr. Gert A. van den Brink en ds. W. Visscher. Dit gesprek werd gevoerd in het Reformatorisch Dagblad. Hij vraagt zich af wat het goede midden is bij het aanbod van genade in de kerken.27

11 februari 2023: D.H. van der Meer reageert in het Reformatorisch Dagblad op het tweegesprek tussen dr. Gert A. van den Brink en ds. W. Visscher. Van der Meer geeft aan dat een mens niet uit zichzelf gaat geloven. De scribent hoopt en bidt dat deze Bijbelse leer wordt verkondigd.28

23 maart 2023: Filosoof en theoloog André Groenendijk (MA) reageert op theologie.nl op de ontstane commotie rond de lezing van vorig jaar. Hij heeft zijn artikel de titel ‘De crisis van de gereformeerde traditie’ gegeven. Groenendijk geeft aan dat Van den Brink een goede poging doet om correctie aan te brengen, maar hij vraagt zich tegelijkertijd af of dát voldoende is om deze, door hem zo genoemde, crisis te beslechten.29

3 april 2023: Onder de titel ‘Het kan nog!’ heeft Hendrik Jan van der Heiden een korte bespreking geschreven van het boek ‘Dordt zoals je Dordt niet kende’ geschreven door dr. Gert van den Brink. Van der Heiden geeft aan dat hij het een mooi boek vind over het aanbod van genade.30

6 april 2023: In De Wachter Sions verschijnt een uitgebreide bespreking van ‘Dordt zoals je Dordt niet kende’. De bespreking is geschreven door L. van der Tang. Van der Tang vindt het spijtig dat Van den Brink geen woord terug neemt van zijn oorspronkelijke lezingen. Hij noemt het waarheidsgehalte van sommige observaties bedenkelijk en ziet veel karikaturen in het boek.31

21 april 2023: Dr. Gert A. van den Brink is te gast in het programma ‘Pastorie online’ op het YouTube-kanaal van RefoWeb om daar te spreken over zijn lezing ‘Het evangelie zonder kleine lettertjes’ en de daarop volgende reacties.32

1 juni 2023: De derde druk van ‘Dordt zoals je Dordt niet kende’ verschijnt bij Geloofstoerusting. In De Waarheidsvriend verschijnt een recensie van het hiervoor genoemde boek. De recensie is geschreven door de Hilversumse predikant ds. J. Harteman. Hij geeft aan dat de problemen die Van den Brink aankaart niet direct aan de orde zijn voor de Gereformeerde Bond, maar ziet in het boek iemand met ‘een vlotte schrijfstijl’ die ‘pleit voor de ruimte van het Evangelie’ en ‘die volledig achter de Dordtse Leerregels staat’.33

15 juni 2023: Op zijn website heeft theoloog dr. P. de Vries een recensie geschreven van het boek ‘Dordt zoals je Dordt niet kende’. Hij verdenkt dr. Gert van den Brink niet van arminianisme, maar ziet zijn betoog wel in de geest van het neocalvinisme.34

26 juni 2023: Dr. Gert van den Brink reageert via Refoweb op een vraag over de recensie van dr. P. de Vries (zie 15 juni). Van den Brink geeft aan de recensie met dubbele gevoelens gelezen te hebben.35

9 november 2023: In het negende nummer De Nieuwe Koers verschijnt een artikel over de ontstane discussie over het aanbod van genade in de Gereformeerde Gezindte. Wat is er aan de hand en waarom ligt het gevoelig?36

16 november 2023: In een interview met de GezinsGids verwijst ds. B. Labee naar de discussie rond ‘Dordt zoals je Dordt niet kende’. De predikant geeft aan dat de discussie bij hem het verlangen heeft gewekt nog eens een prekenserie te houden over de Dordtse Leerregels.37

8 december 2023: Dr. Gert A. van den Brink is te gast in ‘Pastorie online’ op het YouTube-kanaal van RefoWeb om daar te spreken over zijn boek ‘Hyperdordt’.38

9 december 2023: In het Nederlands Dagblad verschijnt een interview met dr. Gert A. van den Brink over zijn nieuwe boek ‘Hyperdordt’. Van den Brink geeft aan door te strijden tegen wetticisme en is bezorgd over het ongeloof onder reformatorische christenen. Het artikel wordt gekaderd door een ervaringsverhaal van Anneke van Dorp. Ze roept op tot evangelisatiewerk onder refo’s.39

21 december 2023: In De Saambinder noemt de socioloog dr. Chris Janse kort het werk van dr. Gert van den Brink over ‘Dordt’ in zijn bespreking van de zelfstandige vrijgemaakten die op zoek zijn.40

27 december 2023: In het Reformatorisch Dagblad verschijnt een interview met dr. Gert A. van den Brink over zijn boek ‘Hyperdordt’. Hij heeft het boek geschreven omdat hij meent dat een deel van de Gereformeerde Gezindte in geestelijke ademnood verkeert.41

2 januari 2024: Naar aanleiding van het boek ‘Hyperdordt’ start Geloofstoerusting een achtdelige serie met dr. Gert A. van den Brink. De eerste aflevering draagt de titel: ‘Wat bezielt je?’.42 Deze video is ook verschenen op de website van deze organisatie.43

3 januari 2024: In het Reformatorisch Dagblad reageert ds. G. Clements op het interview met dr. Gert A. van den Brink rond zijn boek ‘Hyperdordt’ in dezelfde krant. Hij geeft aan dat de Dordtse Leerregels het loflied zijn op loutere genade.44 Daarnaast verschijnen er nog twee bijdragen in de rubriek ‘Opgemerkt’ van deze reformatorische krant. De eerste is van drs. J.P. Zippro. Hij verwijst naar prof. dr. C. Graafland die in de jaren ’80 aangaf dat ds. G.H. Kersten en dr. C. Steenblok de enige juiste interpretatie van de Dordtse Leerregels hebben.45 De tweede bijdrage in deze rubriek is van A.J. de Kraker sr. Deze reageerder verwijst naar twee boeken: ‘De Godvruchtige Avondmaalganger’ (van ds. P. Immens) en ‘Eigenschappen des geloofs’.46

4 januari 2024: Kohlbrugge-kenner H. Boele en ds. J.M.J. Kieviet reageren op de uitspraak van dr. Gert A. van den Brink over Kohlbrugge in ‘Hyperdordt’. Ze geven aan dat luisteren naar Kohlbrugge de discussie vooruit helpt.47 Ambtsdrager R.P. van Dijk (GGiN) verzoekt in een opiniestuk om de dramadriehoek rond ‘Hyperdordt’ te stoppen.48

5 januari 2024: Diaken A.A. de Looff (GGiN Alblasserdam) reageert in het Reformatorisch Dagblad op de discussie en ziet Luther als gids tot heilige wanhoop.49 50

8 januari 2024: Predikant (HHK) en promovendus ds. A.A.F. van de Weg bespreekt voor CVandaag het onlangs verschenen boek ‘Hyperdordt’ van dr. Gert van den Brink. Volgens Van de Weg helpen ‘de analytische geest en heldere betoogtrant’ van de auteur de lezer om ‘onze gereformeerde traditie (opnieuw) te ontdekken’.51 Hendrik Jan van der Heiden heeft deze recensie ook opgenomen op zijn website. De recensie is (eerder?) verschenen in het Bulletin van de Hersteld Hervormde Gemeente te Apeldoorn, jaargang 19, nummer 17.52

9 januari 2024: Mijn eerste en gelijk ook laatste openbare reactie verschijnt op de website ‘Oorsprong’ van Fundamentum.53 De oproep is om de openbare strijdbijl te begraven en te komen tot een universitair theologisch dispuut. Zoals u hieronder kunt zien, wordt deze oproep tot nog toe niet positief beantwoord. Op het YouTube-kanaal van Geloofstoerusting verschijnt de tweede aflevering van de achtdelige serie over ‘Hyperdordt’ met dr. Gert A. van den Brink.54 Deze video is ook verschenen op de website van deze organisatie.55 Dr. Van den Brink reageert in het Reformatorisch Dagblad op drie eerder verschenen artikelen. Hij geeft aan dat niemand spreekt over het ‘Hypercalvinisme’, maar desondanks gaat hij toch in op de overige bezwaren.56 Hendrik Jan van der Heiden roept in een artikel op zijn website op om te komen tot een symposium over de Dordtse Leerregels, waar theologen, predikanten en ambtsdragers op een (w)aardige wijze met elkaar in gesprek kunnen gaan.57

10 januari 2024: Ds. W. Schinkelshoek uit Ede reageert in de rubriek ‘Opgemerkt’ op de discussie tussen dr. Gert A. van den Brink en ds. G. Clements. Hij geeft dr. Van den Brink gelijk als het gaat om het Latijse woord ‘emollio’.58

11 januari 2024: Dr. Gert A. van den Brink beantwoord via CVandaag de vraag of het nu echt nodig is om opnieuw een steen in de vijver van de Gereformeerde Gezindte te gooien.59 In het Reformatorisch Dagblad verschijnen twee opiniestukken over deze discussie. Het eerste artikel is van drs. A. van Kralingen. Hij roept op om de brede traditie te benutten in het gesprek over Dordt.60 Het tweede artikel is van ds. W.J.C. van Blijderveen. Hij is het met dr. Van den Brink eens en geeft aan dat geloven een beslissend gebod is.61 In het Nederlands Dagblad reageert Jan Luiten op het artikel met prof. Huijgen (zie 5 januari 2024). Hij geeft aan met smart te wachten op een Dordtse Leerregels 2.0.62

12 januari 2024: In de rubriek ‘Opgemerkt’ reageert Martin Boot op de discussie. Hij geeft aan dat hij niet meer weet waar het om gaat en roept op om ‘degenen die nog enigszins bij de zuivere waarheid willen blijven’ te ‘zijn die ze zijn’.63

13 januari 2024: In het Reformatorisch Dagblad reageert theoloog dr. P. de Vries in een opiniestuk op de discussie. Hij focust zijn bijdrage op dr. H.F. Kohlbrugge en zijn kritiek op Dordt. Volgens de theoloog overstijgt de tweeslag ‘Wet en Evangelie’ de vragen rondom verkiezing.64 Daarnaast verschenen er nog drie korte artikelen in de rubriek ‘Opgemerkt’ over de ‘Hyperdordt’. G.J. van den Broek wil dr. Gert A. van den Brink geruststellen, zó erg als hij beweert is het niet gesteld in de Gereformeerde Gemeente. .65 De tweede bijdrage is van A.K. de Wit. Hij adviseert de deelnemers aan de discussie om samen de ‘Theoretische Praktische Godgeleerdheid’ van P. van Mastricht (zes delen) te bestuderen.66 Ten slotte nog een bijdrage van Gerrit van de Kraats. Hij geeft aan het boek van dr. Van den Brink verhelderend te vinden.67

15 januari 2024: Hersteld Hervormde predikant ds. M. van Reenen verwijst in zijn maandelijkse column op CVandaag naar de discussie over de onlangs verschenen boeken, artikelen en video’s van dr. Gert van den Brink.68

16 januari 2024: Via CVandaag wordt ds. A.A. Egas bevraagd op de discussie rond ‘Dordt’ en ‘Hyperdordt’. De predikant geeft, tot zijn verdriet, aan dat hij dr. Gert van den Brink en zijn opponenten ziet radicaliseren en dat er niet meer naar elkaar geluisterd wordt. Hierdoor is de schade groot. Hij roept op om eerst naar elkaars standpunt te luisteren en daarna te komen tot een gemeenschappelijk document.69 In de nieuwsbrief van dezelfde organisatie wordt vandaag ook gewezen naar dit interview. Het derde deel van de videoserie over ‘Hyperdordt’ verscheen op het YouTube-kanaal van Geloofstoerusting.70 De video verscheen ook op de website van deze organisatie.71

17 januari 2024: Dr. Bart Jan Spruyt verwijst in zijn column voor CVandaag naar de hier besproken discussie. Hij citeert in zijn column vooral een stuk van Kohlbrugge, aangehaald door Hendries Boele en ds. J.M.J. Kieviet.72 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt er naar dit en anderen artikelen verwezen.

18 januari 2024: In het Reformatorisch Dagblad is een bijdrage verschenen van ds. G. Clements in de discussie rond ‘Hyperdordt’ van dr. Gert van den Brink. Volgens de predikant is de rechtvaardiging van de goddeloze het hart van de Reformatie. We kunnen het geloof daarom niet losmaken van het schuldbesef voor God. In de preek moet daarom de Wet én het Evangelie functioneren. Begin januari heeft de predikant opgezocht in Barneveld en hebben ze in de kerkenraadskamer van de Gereformeerde Gemeente van Barneveld-Centrum een goed en respectvol gesprek gehad met elkaar.73 Ds. G. Clements heeft ook een bijdrage geschreven in De Saambinder. Zonder de naam van dr. Van den Brink te noemen geeft hij een bijdrage ‘in de huidige bezinning op de inhoud en de bedoeling van de Dordtse Leerregels’. Clements geeft aan dat in de bezinning de vraag blijft liggen ‘hoe aan mensen de weg gewezen’ wordt ‘die worstelen met de vraag of zij wel uitverkoren zijn’. De predikant ziet dat de Dordtse Leerregels antwoord geeft op deze vraag middels drie brieven.74 Theoloog dr. C.A. van der Sluijs reageert via CVandaag op de discussie die er ontstaan is in de Gereformeerde Gezindte. Hij heeft er geen probleem mee dat dr. Van den Brink de min-of-meer gesystematiseerde heilsleer binnen de Gereformeerde Gezindte bekritiseerd, maar ziet dat dr. Van den Brink in dezelfde fout valt door er zelf ook een rationele en verstandelijke doordenking tegenover te zetten. Van der Sluijs mist de spirituele doordenking.75

19 januari 2024: In het Reformatorisch Dagblad verschijnen in de rubriek ‘Opgemerkt’ drie reacties in de discussie rond ‘Hyperdordt’. De eerste reactie is van Joke van Kempen-Stufken. Zij geeft aan de discussie met veel interesse te volgen en merkt op dat het vruchtbaar is om diverse predikanten te beluisteren.76 De tweede reactie komt van Jan de Wit. Hij stelt de vraag hoe het komt dat veel mensen worstelen met geloofszekerheid en hoe de prediking daar antwoorden op zou kunnen geven. Hij meent dat het goed mogelijk is om recht te doen aan bevinding zonder de ruimte voor het Evangelie te verhullen achter een voorwaardelijke prediking.77 De derde reactie komt van dr. Gert van den Brink zelf. Hij reageert op ds. G. Clements (zie 18 januari 2024). Van den Brink geeft aan dat het artikel hem dankbaar stelt en dat er dankzij de ontmoeting wederzijds meer inzicht groeit. Maar de theoloog meent dat we er echter nog niet zijn. Hij bespreekt nu het woord ‘aannemen’.78 In de dagelijkse nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar de artikelen van dr. Van der Sluijs en ds. Egas die reageerden op deze discussie.

20 januari 2024: De hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad, dr. ir. Steef de Bruijn, geeft aan dat de redactie heeft besloten het onderwerp via de opiniepagina af te sluiten. Er zal nog een (voorlopig laatste) interview verschijnen met twee predikanten over deze kwestie. De hoofdredacteur verantwoordt de besluiten van de redactie en geeft aan dat hij ‘een rotonde zonder afslagen’ heeft zien ontstaan in de discussie. Tenslotte merkt hij op dat verdeeldheid afbreuk doet aan de schoonheid van de Kerk.79 De hoofdredacteur geeft in de Accent-rubriek ‘Toegespitst’ ook nog een inhoudelijke (persoonlijk) op de discussie. Hij ziet dat er een loopgravenoorlog ontstaan is rond de Dordtse Leerregels en dat deze Dordt uit balans trekken. De Bruijn meent dat er spanning zit tussen de oproep tot geloof en onze onmacht tot enig zaligmakend goed en pleit voor een evenwichtige prediking daarin. Als voorbeeld van een evenwichtige prediking noemt hij de bekende achttiende-eeuwse Schotse predikant ds. Thomas Boston. “Hij drong er bij élke zondaar op aan dat hij de plicht heeft om de belofte van genade te geloven, maar beschrijft ook welke twaalf bijlslagen nodig zijn om zo’n zondaar los te kappen uit de oude stam Adam en over te brengen in Christus.”.80 In de dagelijkse nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar het eerder verschenen interview met ds. A.A. Egas (zie 16 januari 2024), maar ook naar het artikel van dr. Bart-Jan Spruyt. In de dagelijkse nieuwsbrief van het Reformatorisch Dagblad wordt verwezen naar de Accent-bijdrage van dr. Steef de Bruijn.

22 januari 2024: Op de website CVandaag wordt een preekfragment van ds. J. Koppelaar gedeeld waarin hij het opneemt voor zijn collega-predikant dr. Gert van den Brink.81 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt naar dit artikel verwezen. Nog enkele artikelen rond de discussie komen voorbij in deze nieuwsbrief.

23 januari 2024: De vierde aflevering naar aanleiding van ‘Hyperdordt’ met als titel ‘Is Christus de meest verborgen persoon?’ is verschenen bij Geloofstoerusting.82 De video is ook op het YouTube-kanaal van deze organisatie te vinden.83 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar een tweetal artikelen in deze discussie.

24 januari 2024: André van Putten, lid van de Gereformeerde Gemeente te Kampen, geeft via CVandaag aan het eens te zijn met dr. Gert van den Brink en roept GG-leden die ook met hem staan in de bres te springen en van zich te laten horen.84 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar dit artikel.

25 januari 2024: Voor Refoweb beantwoordt dr. Gert A. van den Brink een vraag over wet en Evangelie in verband met het proefschrift van dr. G.W.S. Mulder, predikant binnen de Gereformeerde Gemeenten. Hij geeft aan dat de werkwijze van dr. Mulder in zijn proefschrift ‘ernstig’ en ‘onwetenschappelijk’ is.85 CVandaag bespreekt vandaag eveneens de vraag van dr. Van den Brink.86 Op Refoforum wordt, onder het topic ‘Gereformeerde Gemeente’ gediscussieerd over het artikel van dr. Van den Brink inzake het proefschrift van dr. G.W.S. Mulder.87

26 januari 2024: In de dagelijkse nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar het artikel van dr. Gert A. van den Brink contra het proefschrift van dr. Mulder.88 Op de website van het Reformatorisch Dagblad verschijnt het vraaggesprek dat morgen in de papieren krant zal verschijnen.89 In de digitale avondnieuwsbrief wordt daar ook naar verwezen.

27 januari 2024: In de katern Accent van het Reformatorisch Dagblad staat een uitgebreid vraaggesprek tussen de predikanten en theologen dr. Wim van Vlastuin en dr. Wim Mulder. Zij spreken over de Dordtse Leerregels en het hypercalvinisme, naar aanleiding van de discussie met dr. Gert A. van den Brink.90 Het gesprek is zelfs een voorkantverhaal van de krant.91 In de dagelijkse digitale e-mail-nieuwsbrief wordt er ook verwezen naar het artikel. In het Nederlands Dagblad verschijnt een verslag van de lezing die dr. John van Eck hield voor een bijbelstudievereniging ‘Onderzoekt de Schriften’ een lezing over de Dordtse Leerregels. Hij verwijst ook naar de discussie die nu al ruim een jaar bezig is in de reformatorische kerken rond deze leerregels.92 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt aandacht besteed aan de reuring die ontstaan is na de kritiek van dr. Van den Brink op het proefschrift van dr. Mulder. Daarnaast worden andere artikelen uit deze discussie belicht.

29 januari 2024: Predikant ds. J. Belder schrijf in zijn column in het Reformatorisch Dagblad over de discussie rond de Dordtse Leerregels. Hij hoopt dat de disputen in het vervolg wat meer gekruid mogen zijn met de kruiden van de bekende staatsman Groen van Prinsterer.93 In de digitale Lunchnieuwsbrief van dezelfde krant wordt verwezen naar dit artikel. De digitale avondnieuwsbrief van het Reformatorisch Dagblad besteedt aandacht aan een artikel over het proefschrift van dr. G.W.S. Mulder. Dit artikel zou de volgende dag ook in de krant verschijnen (zie 30 januari 2024).

30 januari 2024: De vijfde aflevering naar aanleiding van ‘Hyperdordt’ met als titel ‘Geloven als een blindelings avontuur’ is verschenen bij Geloofstoerusting.94 De video is ook op het YouTube-kanaal van deze organisatie te vinden.95 Enkele studenten van de Theologische Universiteit Apeldoorn schrijven via CVandaag een reflectie op de discussie rond ‘Hyperdordt’. De studenten geven aan dat de Reformatorische gezindte na ‘Hyperdordt’ op een kruispunt staat.96 In het Reformatorisch Dagblad verschijnt een uitgebreid artikel naar aanleiding van het onderzoek wat ingesteld wordt door de Vrije Universiteit naar het proefschrift van dr. G.W.S. Mulder. Volgens dr. Van den Brink heeft Mulder geen goed werk geleverd met zijn proefschrift. Dr. Van Vlastuin geeft in zijn toelichting aan dat de standaardprocedures om te komen tot dit proefschrift zorgvuldig zijn uitgevoerd.97 Ook op de website CVandaag verschijnt een artikel over deze kwestie. Volgens prof. dr. Van Vlastuin is de inhoud van het proefschrift voorlopig niet in het geding.98 In de digitale lunchnieuwsbrief van het Reformatorisch Dagblad wordt verwezen naar het artikel hierboven rond het onderzoek naar het proefschrift van dr. Mulder. Ook de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag besteedt hier aandacht aan, evenals aan andere artikelen in deze discussie.

31 januari 2024: In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar een drietal artikelen over de discussie rond ‘Hyperdordt.

1 februari 2024: De Waarheidsvriend valt op de mat met daarin een uitgebreide bespreking van ‘Hyperdordt’ door ds. A. de Lange te Nieuw-Lekkerland. Hij geeft aan dat de interpretatie van dr. Gert van den Brink, van de Dordtse Leerregels, ons helpt ‘om de Dordtse Leerregels weer hartelijk te omarmen als een eerlijk en heerlijk belijdenisgeschrift’.99 Een deel van de recensie is ook online verschenen op de website van De Waarheidsvriend.100 Op de website van CVandaag is een artikel geplaatst waarin melding wordt gemaakt dat CGK-predikant ds. A.J.T. Ruis zich mengt in de kwestie rond het proefschrift van dr. G.W.S. Mulder. Hij geeft aan dat dr. Mulder een prima parafrase geeft van het werk van Saldenus.101 De dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag verwijst naar het artikel over ds. Ruis. Dat geldt ook voor twee andere artikelen over het genoemde proefschrift.

2 februari 2024: In de digitale Kerk & Religie nieuwsbrief van het Reformatorisch Dagblad wordt verwezen naar het artikel over het onderzoek dat de Vrije Universiteit gestart is inzake het proefschrift van dr. G.W.S. Mulder. In de digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar de verantwoording die dr. Van Vlastuin gaf inzake de commotie rond hetzelfde proefschrift, eveneens wordt er verwezen naar nog twee artikelen in deze discussie.

3 februari 2024: In het Reformatorisch Dagblad verschijnt opnieuw een hoofdredactioneel commentaar. Dr. ir. Steef de Bruijn legt verantwoording af voor de berichtgeving naar aanleiding van de commotie rond het proefschrift van dr. G.W.S. Mulder. Hij geeft aan niet opnieuw de discussie te willen beginnen en ziet een uitweg op de rotonde: de afslag voetwassing.102 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar een artikel waarin prof. dr. Van Vlastuin aan het woord wordt gelaten over het proefschrift (zie 30 januari). Ook wordt er verwezen naar enkele andere artikelen over deze kwestie. In de digitale weekendnieuwsbrief van het Reformatorisch Dagblad wordt verwezen naar het uitgebreide artikel in dezelfde krant aangaande het VU-onderzoek naar het proefschrift van dr. Mulder.

6 februari 2024: In het Nederlands Dagblad verschijnt een opiniestuk van emeritus hoogleraar geschiedenis van het gereformeerd protestantisme prof. dr. Wim Verboom over de Dordtse Leerregels. Hij geeft aan dat historisch besef zou kunnen helpen om deze Dordtse Leerregels beter te begrijpen.103 Via de website van Geloofstoerusting is de zesde aflevering geplaatst van de serie over ‘Hyperdordt’. Deze video draagt de titel: ‘Kritiek, humor en geestelijke strijd’.104 Deze video is ook op het YouTube-kanaal van Geloofstoerusting verschenen.105 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar de reactie van ds. A.J.T. Ruis (zie 1 februari).

7 februari 2024: Douwe Scheepsma geeft via CVandaag aan dat in zijn opinie dr. Gert van den Brink raak schiet als het gaat om de reformatorische gezindte. Hij meent dat ook ervaren te hebben in de twaalf jaar dat hij op Urk gewoond heeft en columns van predikanten in Het Urkerland las.106 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar dit artikel van Scheepsma.

8 februari 2024: Het Nederlands Dagblad geeft aan dat dr. Gert A. van den Brink ontraden is om te spreken voor een interkerkelijke toerustingsavond in Staphorst. De kerkenraad van de plaatselijke Hersteld Hervormde Gemeente heeft dr. Van den Brink een brief gestuurd en daarin verwijzen ze naar de kerkorde, ordinantie 13, artikel 7.107 Op de website CVandaag wordt dit artikel nog wat uitgewerkt, met een verwijzing naar uitspraken van ds. H.J. van Marle over Van den Brink en het door hem zo bestreden ‘hypercalvinisme’.108 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van deze organisatie wordt ook verwezen naar dit artikel. Drs. Hans Reinders reageert via CVandaag op een uitspraak van ds. G.W.S. Mulder over het hypercalvinisme. Volgens hem is het hypercalvinisme (overigens zonder dit goed te definiëren) net zo erg als de moderne Schriftkritiek.109 De dagelijkse digitale nieuwsbrief van deze organisatie geeft ook aandacht aan dit artikel. In De Saambinder vraagt ds. H. Hofman uit Grand Rapids zich af of als hij als gijzelaar in Gaza had gezeten de discussie rond ‘Dordt’ en ‘Hyperdordt’ hem nog bezig zouden hebben gehouden. De predikant geeft aan dat hij deze discussie volgt met droefheid en ontzetting.110 Naar aanleiding van het artikel over de annulering van de spreekbeurt van dr. Van den Brink die hij zou houden te Staphorst is de website van CVandaag vanwege overbelasting een half uur offline geweest.111

9 februari 2024: Via de website CVandaag reageert drs. Ernst Leeftink op de ontstane commotie rond de geannuleerde spreekbeurt.112 HHK-predikant ds. H.J. van Marle reageert via dezelfde website dat de ontstane beeldvorming niet klopt, en geeft tekst en uitleg van de situatie.113 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag komt deze kwestie relatief vaak naar voren, een aantal artikelen worden aangehaald.

10 februari 2024: In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt nogmaals verwezen naar het artikel over de gecancelde spreekbeurt in Staphorst (zie 8 februari). Daarnaast worden nog enkele artikelen over deze kwestie aangehaald.

12 februari 2024: In plaats van dr. Gert van den Brink was Marcel Vroegop in Staphorst. Hij sprak over ‘Hoe kan ik geloven?’. De lezing is ook verschenen op de website van Geloofstoerusting114 en op op het YouTube-kanaal van deze organisatie.115 Ds. M. van Reenen verwijst in zijn maandelijkse column op CVandaag naar de Staphorster brief aan dr. Gert van den Brink.116 Heleen van de Fliert reageert via CVandaag op het artikel van enkele studenten van de Theologische Universiteit Apeldoorn (zie 30 januari 2024). Ze geeft aan dat deze studenten een karikatuur maken van de leer van de Gereformeerde Gemeente, vooral op het punt van de rechtvaardigmaking.117 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar het hiervoor genoemde artikel van Van de Fliert.

13 februari 2024: De zevende aflevering over ‘Hyperdordt’ is verschenen bij Geloofstoerusting. De titel van de aflevering draagt de titel ‘Herders, hoorders en een biertje’.118 De video is ook op het YouTube-kanaal van deze organisatie verschenen.119 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar enkele artikelen over de in dit overzicht genoemde kwestie.

16 februari 2024: Stichting Jij Daar! maakt via de website CVandaag een statement naar aanleiding van de gecancelde spreekbeurt in Staphorst.120 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar de hartenkreet van Stichting Jij Daar!

17 februari 2024: In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar het artikel van Heleen van de Fliert (zie 12 februari 2024). Dat geldt ook voor andere artikelen die op deze website zijn verschenen.

20 februari 2024: Marijn Burkunk geeft via de website CVandaag aan dat de discussie in de Reformatorische Gezindte het polariserende karakter van de Dortse Leerregels aantoont.121 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt er reclame gemaakt voor dit artikel.

21 februari 2024: In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar het artikel van Marijn Burkunk (zie 20 februari).

24 februari 2024: In het Nederlands Dagblad verschijnt een ‘interview’ met kerkhistoricus prof. dr. Fred van Lieburg over theologische promoties onder predikanten van de Gereformeerde Gemeente. Hij verwijst hierbij ook naar het onderzoek dat de Vrije Universiteit momenteel doet naar het proefschrift van dr. G.W.S. Mulder.122 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar het statement van Stichting Jij Daar! (zie 16 februari) en het artikel van Marijn Burkunk (zie 20 februari).

26 februari 2024: In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt opnieuw verwezen naar het statement van Stichting Jij Daar! (zie 16 februari).

27 februari 2024: CVandaag verwijst in een artikel naar de lezing die Marcel Vroegop in Staphorst hield. Vroegop was in plaats van dr. Van den Brink daar.123 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van deze organisatie wordt verwezen naar het artikel.

28 februari 2024: CVandaag verwijst naar de achtdelige serie over ‘Hyperdordt’ van Geloofstoerusting.124 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van deze organisatie wordt ook verwezen naar dit artikel.

4 maart 2024: Het Reformatorisch Dagblad geeft aan dat er afgelopen vrijdag een gesprek is geweest tussen dr. Gert A. van den Brink en enkele predikanten en ouderlingen van bevindelijk-gereformeerde kerkgenootschappen over zijn boeken. Meer informatie hierover is nog niet openbaar.125 In de dagelijkse lunchnieuwsbrief en de avondnieuwsbrief van deze krant wordt er verwezen naar dit artikel. CVandaag noemt het gesprek op haar website een nawee van ‘Hyperdordt’.126 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van deze organisatie wordt er verwezen naar dit artikel.

5 maart 2024: In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar de naweeën van ‘Hyperdordt’ (zie 4 maart 2024).

9 maart 2024: In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar het artikel over de naweeën van ‘Hyperdordt’. In de digitale weekendnieuwsbrief van het Reformatorisch Dagblad wordt verwezen naar het artikel over het gesprek tussen dr. Van den Brink en verschillende ambtsdragers.

12 maart 2024: Petra van Aalst wordt geïnterviewd door Silvan Bruinstroop van CVandaag. Zij geeft aan dat de Gereformeerde Gezindte tot op het bot verdeeld is en geeft als voorbeeld de recente discussie rond de boeken en lezingen van dr. Gert van den Brink.127 In de de dagelijkse digitale nieuwsbrief van deze organisatie wordt ook verwezen naar dit interview.

13 maart 2024: In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar het interview met Petra van Aalst (zie 12 maart).

16 maart 2024: In het weekoverzicht CVandaag via digitale nieuwsbrief wordt opnieuw verwezen naar het interview met Petra van Aalst (zie 12 maart).

28 maart 2024: Ds. B. Labee gaat op de achterkant van De Saambinder in op de vraag of de prediking in de Gereformeerde Gemeente een wensend karakter moet hebben of dat er bevel moet klinken van geloof en bekering. De vraagsteller lijkt in zijn vraag te verwijzen naar deze discussie, al zegt hij dat niet letterlijk.128

19 april 2024: Theoloog dr. Piet de Vries schrijft voor zijn website een uitgebreide recensie van het boek ‘Hyperdordt’. Hij heeft geaarzeld om zijn bijdrage te schrijven, omdat mensen vermoeid zijn geraakt. Het boek heeft bovendien voor verwarring gezorgd. Omdat het alternatief voor hypercalvinisme niet goed uit de verf komt, is De Vries toch in het toetsenbord geklommen.129

30 april 2024: Systematisch theoloog dr. Bram van de Beek reageert in het Nederlands Dagblad op de discussie rond de werken van dr. Gert A. van den Brink. Van de Beek roept alle deelnemers aan de discussie op om hun energie te wijden ‘aan wat in de belijdenis (…) staat over de Almachtige Schepper en over zijn [sic] Zoon (…)’.130

1 juli 2024: Gerjanne van Lagen was te gast in de podcast Dick en Daniël Geloven. Van deze podcast stond vandaag een samenvatting in het Nederlands Dagblad. Ze geeft daarin onder andere aan dat ze zich vanwege de achterban niet roerde in de discussie rond dr. Gert van den Brink, terwijl ze daar wel een mening over heeft.131

11 juli 2024: Dr. Johan Mouthaan wordt in het Reformatorisch Dagblad bevraagd over zijn proefschrift waarop hij donderdag 18 juli 2024 hoopt te promoveren. De discussie rond de boeken van dr. Gert A. van den Brink komt ook voorbij in het interview. Mouthaan wil daar niet veel op reageren. ”Ik heb geprobeerd een niet-controversieel boek te schrijven over een controversieel onderwerp.”132

18 juli 2024: In het Nederlands Dagblad verschijnt een interview met promovendus dr. Johan Mouthaan naar aanleiding van zijn proefschrift. Hij promoveert op deze dag. In het interview gaat het ook over de discussie rond dr. Gert A. van den Brink. Mouthaan geeft aan daar niet op in te gaan, hij blijft liever bij het hedendaagse debat vandaan.133

Voetnoten

Begraaf de openbare strijdbijl! – Eeuwenoude kloof tussen orthodox-gereformeerden en bevindelijk-gereformeerden is niet te overbruggen

Hooggeleerde theoloog en godsdienstfilosoof dr. Gert A. van den Brink1 heeft met zijn onlangs uitgegeven boeken en gepubliceerde lezingen het stof binnen de Gereformeerde Gezindte hoog doen opwaaien. In 2023 verschenen bij ‘Geloofstoerusting’ twee publicaties: ‘Dordt zoals je Dordt niet kende2 en ‘Hyperdordt3. Aanleiding tot deze publicaties was de lezing: ‘Het evangelie zonder kleine lettertjes’.4 De discussie is hoog opgelopen en laat allerlei menselijke emotie zien: hautain gedrag, satire, semi-gescheld, het gebruik van de preekstoel (of: een katheder) als steekstoel, verdriet, verbijstering, frustratie en vooral verwarring.5 Jongeren (maar ook ouderen) lijken het slachtoffer te worden in deze verwarrende discussie. Het zien van over ‘straat’ rollebollende (al dan niet gepromoveerde) dominees is persoonlijk geen versterking, maar al zeker niet voor een jonge ziel.6 Uit liefde en met pastorale bewogenheid waarschuwde een predikant daarom van de preekstoel om als gemeentelid jezelf niet in de discussie te mengen en de publicaties ongelezen te laten.7 Daar ben ik het van harte mee eens: de eeuwenoude kloof tussen orthodox-gereformeerden en bevindelijk-gereformeerden is niet te overbruggen. Dit debat zal, na veel hete hoofden en koude harten, stranden in een (mogelijk schoorvoetend) agree to disagree. De zaak is dan echter wel (opnieuw?) onherstelbaar beschadigd tussen beide ‘partijen’!

Wel of niet inhoudelijk reageren

Aan het einde van deze maand is het anderhalf jaar geleden dat ik (geattendeerd door een familielid) in aanraking kwam met ‘Het evangelie zonder kleine lettertjes’ van dr. Gert A. van den Brink. Omdat ik dr. Van den Brink ken als een sympathiek en begaafd man, hem graag hoor spreken over apologetische onderwerpen en hem daarom ook wel eens uitnodig op een congres8 was ik erg teleurgesteld in de (inhoud van de) lezing. Ik besloot daarom de discussie maar te laten rusten. Ook toen zijn twee meest recente boeken verschenen en deze de afgelopen week opnieuw in het nieuws kwamen. Verdrietig over manier van reageren van beide partijen (‘partijschappen’), dacht ik afgelopen weekend erover na om deze keer zelf wél inhoudelijk te reageren. Toen ik afgelopen weekend via de Social Media een bericht met instemming aanhaalde, was het hek van de dam. M’n postvak explodeerde en ik merkte dat deze discussie, ook al blijf je dicht bij de inhoud, emotioneel heftiger gevoerd wordt dan de discussie over (theïstische) evolutie. Overigens had ik uiteindelijk wel een paar mooie gesprekken met mensen die (op sommige onderdelen) anders hierover dachten dan ik. Een tweede bericht via Social Media volgde waarbij ik kort reageerde op de hierboven genoemde lezing zoals die uitgewerkt is in ‘Dordt zoals je Dordt niet kende’. Daarop volgde van sommige reageerders instemming met de gedachte om daar wat over te schrijven, maar ook negatief advies. Volgens sommige reageerders zou niemand gediend zijn met nog meer polemiek. De stevige discussie kent nu al alleen maar verliezers. Bovendien zullen de ‘partijen’ er onderling toch niet uitkomen. Overigens kan ik het van predikanten die in diskrediet worden gebracht wel begrijpen dat zij in heilige verontwaardiging flink van leer trekken.9 Toch kan de vraag gesteld worden of dit, de wijze waarop er gereageerd wordt, de Zaak wel dient. Een reageerder gaf terecht aan dat 1 Petrus 2:2310 wel eens wat vaker in beoefening zou mogen zijn.

Niet inhoudelijk reageren

Na advies van verschillende personen uit de verschillende partijen, heb ik besloten om in het vervolg niet meer in het openbaar (inhoudelijk) te reageren rond de discussie ‘Dordt’ en ‘Hyperdordt’.11 Dat heeft een flink aantal redenen, maar ik noem er vijf: (1) Dat heeft te maken met twee teksten uit de Schrift in de Statenvertaling: Galaten 6:3Want zo iemand meent iets te zijn, daar hij niets is, die bedriegt zichzelven in zijn gemoed” en 1 Korinthe 10:12Zo dan, die meent te staan, zie toe, dat hij niet valle”. (2) Het onderwerp is een persoonlijke en tere zaak. We kunnen, en mogen, niet over andermans ‘staat voor de eeuwigheid’ oordelen. We kunnen onze opponent wél aanspreken op de ‘stand van het leven’, maar daar moeten we het bij laten. (3) Het wordt een té rationele benadering van (het ontbreken van) een persoonlijk wonder. Gods soevereiniteit en de menselijke verantwoordelijkheid is een paradox (schijnbare tegenstelling). Deze paradox kunnen we rationeel niet klein krijgen. Door Gods genade moeten we hieronder leren bukken en buigen en God, God laten. (4) Deze discussie is typerend een discussie tussen orthodox-gereformeerden en bevindelijk-gereformeerden. Een meer bevindelijk (vanuit een door God geschonken geloof) geloven vs. een meer rationeel/beschouwelijk geloven.12 Een persoonlijke doorleving (bevinding) van het door God geopenbaarde en geschonken heil (predestinatie, wedergeboorte, toenemende ellendekennis, vierschaar, bewuste rechtvaardigmaking, geschonken geloof etc.) vs. geloven als menselijke wilsact (daad) in reactie op de Goddelijke aanbieding van het Evangelie.13 Al minstens vier eeuwen is deze discussie gaande. Alles wat er nu gezegd wordt, dat is al een keer gezegd. We hoeven de discussie rond de werken van dr. Alexander Comrie (1706-1774), Wilhelmus Schortinghuis (1700-1750) en Theodorus van der Groe (1705-1784)14 en tussen de afgescheidenen en dolerenden onderling niet opnieuw te voeren.15 Wanneer, na al die eeuwen, deze twee ‘kampen’ zijn blijven bestaan, dan moeten we niet de illusie wekken dat we het nu wél zouden kunnen oplossen. Naast dat dit laatste zeer hoogmoedig zou zijn, is het ook bijzonder naïef dat zó te denken.16 De publicaties lezende vind ik het daarom niet vreemd dat dr. Van den Brink (soms?) voorgaat in een orthodox-gereformeerde kerk.17 (5) Ten diepste gaat de discussie over het ‘aanbod van genade’ in de preken. Dit is een onderwerp dat valt onder homiletiek en daarom dient deze discussie (dit theologische dispuut) allereerst op de universiteiten en theologische hogescholen plaats te vinden.18 De plaats waar studenten worden opgeleid tot dienaren des Woords. De Christelijke Gereformeerde Kerken hebben beiden partijen in hun gelederen: orthodox-gereformeerden en bevindelijk-gereformeerden. De Theologische Universiteit Apeldoorn (waar dr. Van den Brink een aanstelling heeft) zou daarom de beste plaats zijn om geleerden uit beide ‘kampen’ te laten disputeren. Het Hersteld Hervormd Seminarie (waar dr. Van den Brink kerkelijk aan verbonden is als emeritus-predikant) aan de Vrije Universiteit te Amsterdam zou ook kunnen, maar mogelijk zijn er meer bevindelijk-gereformeerden en traditioneel-gereformeerden dan orthodox-gereformeerden in de Hersteld Hervormde Kerk. Als deze opties afvallen zou je nog kunnen denken aan Driestar Educatief, omdat het aanbod van genade ook het onderwijsveld raakt.19 Het theologische dispuut dient dan, voorzichtig, zorgvuldig, naar het gebod der liefde handelend (ook postuum) en met biddend opzien, inhoudelijk voorbereid en uitgevoerd te worden. Een voorbereidende interne bezinning op wat de opponent te berde brengt, bijvoorbeeld op een predikantenbijeenkomst, is binnen de beide ‘kampen’ dan allereerst gewenst. Dit theologische dispuut zou verder niet tot onrust (of: verwarring en partijschappen) in de gemeentes moeten leiden en daarom al zeker niet via kranten, vlugschriften of Social Media moeten worden ‘uitgevochten’.20

Mijn motto: Samenwerken waar kan, distantie waar moet. Bevindelijk-gereformeerden en orthodox-gereformeerden kunnen op diverse terreinen prima met elkaar samenwerken. Te denken valt aan Schriftgezag, kerkgeschiedenis, hermeneutiek, apologetiek, medisch ethische onderwerpen, Intelligent Design, probleem van het lijden en kwaad, rentmeesterschap, etc. Dan denk ik hierbij terug aan het uitstekende debat dat dr. Gert A. van den Brink had met de retorisch sterke atheïst dr. Herman Philipse. Als ik het goed heb was dit debat naar aanleiding van het boek met de ludieke en vindingrijk bedachte titel: ‘Er is geen God en Philipse is zijn profeet. De onredelijkheid van een atheïst’.21 Een zeer lezenswaardig en bruikbaar boek! Dan denk ik hierbij aan de bijdragen over Intelligent Design22, methodologisch naturalisme23 en gedragsbiologie (Frans de Waal)24 van dr. Gert A. van den Brink. Hij werd toen, door theïstische evolutionisten, helaas wel behandeld als kop van Jut.25 Het is een groot gemis dat de theoloog en godsdienstfilosoof op dit terrein véél stiller is geworden. Dr. Van den Brink is een sympathiek en zeer begaafd persoon. Dat we onderling anders denken over het (komen tot het) heil is verdrietig, maar hoeft samenwerking op bovengenoemde punten niet in de weg te staan. Dat geldt ook voor dhr. Marcel Vroegop, van (in dit geval uitgeverij) Geloofstoerusting. Door de opkomst van modern-gereformeerden na de Tweede Wereldoorlog, waar orthodox-gereformeerden meer ‘last’ van ervaren dan bevindelijk-gereformeerden, is deze samenwerking zelfs broodnodig. Veel orthodox-gereformeerden zijn modern-gereformeerden geworden (zie bijvoorbeeld de snelle switch die de voormalige Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in het algemeen het laatste decennium hebben doormaakt), zodat deze stroming kleiner is dan ooit. We hebben elkaar op de bovengenoemde punten daarom harder nodig dan ooit te voren. ‘Hete hoofden, koude harten’-discussies zullen ook voor persoonlijke verwijdering zorgen. Dat zal de Zaak in het algemeen zeker niet dienen.

Tenslotte

In het slotwoord sluit ik mij aan bij de liefdevolle en pastorale benadering van de predikant uit de inleiding, die zijn gemeenteleden adviseerde de boeken niet te lezen. Deze discussie hoort allereerst thuis als een theologisch dispuut aan een universiteit. Het gaat immers om een homiletisch onderwerp: het aanbod van genade in de preek. Ik roep de partijen op om daarbuiten alstublieft de strijdbijl te begraven! Om voorbeeld te geven en te luisteren naar adviezen van anderen ga ik daarom geen openbare diepteboringen doen in de twee recente publicaties van dr. Van den Brink, maar laat ik het rusten. De discussie is, hoe voorzichtig, zorgvuldig, liefdevol en biddend ook geformuleerd, niet gediend met nóg meer olie op het openbare vuur.

Om te komen tot een universitair theologisch dispuut is het allereerst nodig om overzicht te krijgen in deze discussie. Daarom ben ik vandaag begonnen met het bieden van een overzicht op deze pagina. Deze pagina wordt elke week aangevuld en met terugwerkende kracht compleet gemaakt. Mocht u het dus willen volgen dan is het verstandig om het overzicht regelmatig bij te houden.

Voetnoten

Kerk en slavernij? (6) – Bijdrage van dr. Dick de Vos aan het debat over de rol van de kerk

Slavernij is verwerpelijk en de regering heeft excuses aangeboden voor de Nederlandse betrokkenheid. In het navolgende gaat het er geenszins om ook maar iets af te doen van eventuele kerkelijke betrokkenheid. Wat verkeerd is, moet aan het licht worden gebracht. Echter als er naar de kerk wordt gewezen in verband met slavernij, dan moet dit met onderbouwing gebeuren.

De kerk sterk bij slavernij betrokken

A. Merz, G. Harinck, R.M. Allen en M. Stoutjesdijk beweren: “De Gereformeerde Kerk was sterk betrokken bij de slavernij: gereformeerde predikanten als Udemans, Hondius, Smytegelt en Capitein namen deel aan academische en kerkelijke debatten over de theologische fundering en ethische toelaatbaarheid van slavenhandel en de uitbuiting van tot slaaf gemaakten (zie bijv. Joosse 2008, 511-529 en Stegeman 2021)”.1

Onbegrijpelijkheid

Uit het deelnemen aan debatten over slavernij door individuele predikanten leiden bovengenoemde hoog- en zeergeleerde auteurs af, dat de gereformeerde kerk sterk betrokken was bij slavernij. Volgens deze onzinnige wijze van redeneren zou dus ook de schrijver van deze bijdrage sterk betrokken zijn bij slavernij. Door deel te nemen aan een discussie wordt men immers niet betrokken bij of schuldig aan het onderwerp van die discussie. Genoemde woke-auteurs slepen van alles bij de reeds vaststaande kerkelijke betrokkenheid bij slavernij. Een woke-auteur is iemand die bij voorbaat al een persoon of instelling schuldig acht en vanuit dat standpunt schrijft.

Maatschappelijke omstandigheden

De publicaties van Joosse2 vestigen de aandacht op de maatschappelijke omstandigheden in de tijd van de slavernij. De Engelse hoogleraar Rio geeft een overzicht van vormen van slavernij tot 1100.3 Lijfeigenschap en horigheid bestonden nog. De horigheid in Oost-Nederland is pas in de loop van de negentiende eeuw afgeschaft. Plaatselijke gereformeerde kerken en de meerdere verbanden daarvan waren geenszins vrij. De overheid oefende het hoogste recht over de kerk uit. Ook was er het patronaatrecht waardoor de houder van dat recht bindend de predikant kon voorstellen en de financiële (kerkvoogdelijke) zaken behartigen. Vaak was de predikant geheel onderworpen aan een adellijk heer.4

In de maatschappij was fundamentele ongelijkheid: de ene mens was in staat en orde meer dan de ander. Dit werd als door God gewild gezien. Een ondergeschikte was bijna absolute gehoorzaamheid aan zijn heer schuldig. Het verschil tussen rijk en arm was enorm.

Wie het niet met de overheid en adel eens was, kon dat maar beter niet duidelijk laten blijken. De hoogleraar H. Donellus (1527-1591), een in heel Europa vermaarde rechtsgeleerde en behorend tot de Waalse kerk, was aanhanger van de puriteinse landsvoogd Leicester. Daarom ontsloeg de Leidse magistraat Donellus in 1587, zeer tegen de zin van zijn universiteit. Magistraat en adel ergerden zich enorm aan G. Voetius (1589-1676), de Utrechtse hoogleraar die de grootste Nederlandse theoloog kan worden genoemd. In verband met de zogeheten vicariestichtingen – kerkelijke goederen in Utrecht – keerde hij zich, gesteund door zijn zoon, rechtsgeleerde hoogleraar P. Voetius (1619-1667), en later zijn kleinzoon en ook rechtsgeleerde hoogleraar J. Voetius (1647-1713), tegen de graaicultuur van bestuurders en adel. De raadpensionaris J. de Witt (1662-1701) wilde G. Voetius laten ontslaan. Dat durfde de Utrechtse magistraat niet omdat hij honderden studenten trok. Toen M. Nethenus (1618-1686), leerling en collega-hoogleraar van G. Voetius, de Groningse bestuurders en adel op hetzelfde onderwerp aanviel, werd hij ontslagen. Het is duidelijk dat het weerspreken van zelfs foutieve zaken van de overheid gevolgen voor de criticus kon hebben.

G. Voetius kon het zich vanwege zijn internationale vermaardheid permitteren om lijfeigenschap en slavernij in duidelijke bewoordingen geheel af te wijzen.5

Ondanks de risico’s die zij liepen hebben ook veel predikanten, behorend tot de Nadere Reformatie, zich ingezet voor de lotsverbetering van slaven.6 Zij namen deel aan het debat, maar juist tegen slavernij.7

Conclusies

Miljoenen lidmaten van de plaatselijke gereformeerde en later hervormde kerk leefden onder slechte levensomstandigheden. Zij hadden als prioriteit: het in leven blijven van zichzelf en hun gezinnen. Als zij al weet hadden van horigheid, lijfeigenschap en slavernij, dan speelde dat geen rol in hun leven. Tot in de twintigste eeuw woonden er nog arbeiders met hun gezinnen in plaggehutten. Zo waren de maatschappelijke omstandigheden van de tijd. Kinderen van hun tijd waren ook de gereformeerde predikanten van de Nadere Reformatie. Zij lieten zich, indien mogelijk, tegen de slavernij uit. Zij zetten zich in ieder geval in voor lotsverbetering van slaven. Het deelnemen aan een debat kan voorts niemand worden tegengeworpen. De genoemde auteurs Merz en consorten hebben zich onvoldoende rekenschap gegeven van de omstandigheden van de tijd.

© Gereformeerd Venster. Dit artikel is met toestemming overgenomen uit de digitale nieuwsbrief Gereformeerd Venster. Abonneren kan via info@gereformeerdvenster.nl of www.gereformeerdvenster.nl. Een abonnement op deze nieuwsbrief is gratis!

‘Age of the Earth: Polonium Radiohalos Demolish Geologic Time’ – Dr. Andrew Snelling sprak voor de livestream van Logos Research Associates

Noot van de redactie: De redactie zou wat minder grote woorden (‘demolish’) gebruiken, maar ziet ‘Polonium Radiohalos’ als interessant (tegen)argument in de discussie over ‘Deep Time’.

Dr. Andrew Snelling heeft, in navolging van dr. Robert Gentry, een groot deel van zijn leven onderzoek gedaan naar Polonium Radiohalos. Dit heeft hij gepresenteerd op diverse creationistische conferenties en gepubliceerd in diverse creationistische In Depth tijdschriften (zoals Answers Research Journal).1 Afgelopen jaar was hij in de livestream van Logos Research Associates om zijn onderzoek te presenteren. Helaas is de livestream niet Nederlands ondertiteld.

Onder de video staat een uitgebreide beschrijving (in het Engels):

After defining what radiohalos are, this presentation will discuss the enigma of the polonium radiohalos, produced by the three very-short-lived polonium isotopes in the uranium-238 decay chain. They are most easily recognized in the black mica, biotite, alongside uranium-238 radiohalos. Biotite is a ubiquitous mineral in many granites and metamorphic schists and gneisses globally and at all levels in the geologic record. Yet the conventional millions-of-years timescale cannot explain the formation of the polonium radiohalos. Indeed, one conventional geochronologist described them as a tiny mystery because the polonium isotopes have such a fleeting existence, with half-lives of only 3.1 minutes, 164 μsecs and 138 days. In contrast, a hydrothermal fluid flow model coupled with accelerated nuclear decay has been proposed that has successfully explained the formation of polonium radiohalos within a young-earth timescale, primarily during the year-long global Flood cataclysm. This hydrothermal fluid flow model was used to make predictions, which have been successfully tested in several case studies involving granites, metamorphic rocks, and hydrothermal ore deposits. Hydrothermal fluids are produced as granites and metamorphic schists and gneisses crystallize and cool, but conventionally such processes require millions of years. Furthermore, it has been observationally determined that the radiohalos can only form and survive below 150°C , which is late in the cooling phase of these rocks. So, their survival argues against there being a heat problem with the accelerated nuclear decay required for their formation. Thus, the exceedingly rapid formation of the ubiquitous polonium radiohalos in these crystalline rocks puts severe time constraints on the crystallization and cooling of granites and metamorphic rocks, such that they may each have formed within only 7-10 days, which is compatible with the Flood year. Even the major occurrence of polonium radiohalos through the geologic record correspond with the Flood year. Thus, polonium radiohalos demolish the claimed long geologic ages.

Meer weten over de argumenten van Snelling? Onlangs plaatsten we een samenvatting van zijn zeven geologische argumenten om uit te gaan van een wereldwijde zondvloed.

Voetnoten

Met Genesis kun je niet alle kanten op

Ongeveer 25 jaar geleden ging ik als hervormd theologiestudent eens een preek beluisteren in een ander kerkverband. Ik trof het, de tekst was Genesis 1:1. De predikant stond als confessioneel bekend, maar verrassend genoeg werd er door veel zaken een dikke streep gehaald. Mozes had Genesis niet geschreven. De Israëlieten hadden aanvankelijk slechts een Bijbel met verhalen over Abraham en daarna. De rest werd uitgedacht tijdens de Babylonische ballingschap, toen de joodse kinderen hun ouders vroegen hoe het zat met het ontstaan van de wereld, omdat hun heidense omgeving daar gedachten over had. Vraag niet of Genesis 1 tot en met 11 historisch echt gebeurd is. Het bedoelt slechts op een godsdienstige wijze te zeggen dat, op de een of andere manier, God aan het begin van alles stond.

Is dat werkelijk zo? Aan het gemak waarmee ”Bijbelgetrouw” Nederland tegenwoordig de evolutietheorie omarmt, zou je denken dat het prima gaat. Het is een wereldwijde tendens. Zelfs de gereformeerde anglicanen in Australië (Sydney) beginnen het te verkondigen. Met een beroep op vroege christelijke en joodse geleerden, zoals Philo, Clemens en Augustinus, wordt gesteld dat je prima Bijbelgetrouw kunt zijn en neodarwinist. Vroeger zou de Bijbel immers ook op eenzelfde symbolische manier gelezen zijn? Als Augustinus het deed, mogen wij het toch ook? Hoe geloofwaardig is dit beroep op de Vroege Kerk?

Scheppingsorde

De joodse geleerde Philo (ca. 20 v. Chr.-50) was een grote fan van de allegorie. Gewoonlijk echter beseffen degenen die zich op hem beroepen niet dat hij de schepping zag als een historisch verslag en daar geen allegorie op toepaste. Genesis 1 is dan ook de grote afwezige in zijn twee series van allegorische commentaren. Hoewel historische en symbolische verklaringen elkaar niet uitsluiten, is het opvallend dat Philo de schepping uitsluitend als historisch opvat.

„De natie van de joden onderhoudt elke zevende dag volgens regelmaat, na elk interval van zes dagen, en er is een verslag van de gebeurtenissen opgeschreven in de geschiedenis van de schepping van de wereld dat genoegzame reden geeft voor deze instelling, want de heilige geschiedschrijver zegt dat de wereld is geschapen in zes dagen, en dat op de zevende dag God Zich onthield van werken en begon terug te kijken op wat Hij zo prachtig had geschapen.”

Veel duidelijker kan het niet: een verslag van gebeurtenissen, geschiedenis et cetera. Voor Philo waren er letterlijke scheppingsordinanties. Trouwens, voor het jodendom na hem ook. De joodse kalender rekent nog steeds vanaf het jaar waarvan het jodendom aanneemt dat de schepping van de wereld heeft plaatsgevonden (2012 = circa 5772 na de schepping).

Clemens (150-215), eveneens uit Alexandrië, zag het begin van Genesis op eenzelfde manier. De zes dagen van de schepping waren voor hem even letterlijk als de omloop van de zon van keerkring tot keerkring in zes letterlijke maanden (Clemens van Alexandrië, Stromata 16, par. 6). Hij fundeert weliswaar symbolische uitleg van andere zaken op dit scheppingsbeginsel, maar de schepping zelf verstaat hij letterlijk.

Augustinus

Augustinus (354-430) wordt vaak misverstaan. Gelukkig maakt een recent standaardwerk voor de patristiek duidelijk wat hij echt dacht. Volgens ”Early Christian Greek and Latin Literature” (2005) van Claudio Moreschini en Enrico Norelli verwierp Augustinus op latere leeftijd veel van zijn eerder gebruikte allegorie en typologie bij het verklaren van Genesis. Zelfs het paradijs en zijn locatie verstond hij als letterlijk historisch. De schepping duurt bij Augustinus niet lánger dan zes dagen, maar juist veel korter. Hij bezag de hele schepping als een gebeuren van een oogwenk, maar de chronologie en het scheppingsgebeuren waren voor hem een echt feit.

Bovendien zegt hij, wat trouwens alle kerkvaders beweren, dat de mensheid afstamt van één man, die onmiddellijk met een lichaam en een ziel geschapen werd. Augustinus zegt er nog specifiek bij dat het niet om een groep of een soort gaat, maar om één persoon. Eva werd uit hem genomen en zo kwam het hele menselijke geslacht tot stand. In hetzelfde boek gebruikt hij een heel hoofdstuk om aan wetenschappers van die tijd uit te leggen dat de aarde niet ouder was dan ongeveer 5000 jaar.

Augustinus is dus volstrekt onbruikbaar om het neodarwinisme te verzoenen met de Bijbel. Hij dacht heel anders over de duur van de schepping, de letterlijkheid van het paradijs en het gebeuren daar, de afstamming van de mensheid van Adam en de ouderdom van de aarde dan de tegenwoordige neodarwinisten.

Toegegeven, ook kerkvaders maken fouten. Maar het is duidelijk dat het neodarwinisme een breuk is met de opvattingen van het historisch christendom over de schepping. Daarvoor kan men goede redenen hebben, maar het is gewoonlijk een veeg teken als na achttien eeuwen consensus theologen plotseling iets anders gaan beweren. Dat komt gewoonlijk niet door de Bijbel, maar door de maatschappelijke ontwikkelingen in hun tijd.

Vrouw

Wat zorgen baart, zijn de consequenties voor ons beeld van God en de manier waarop we met de Bijbel omgaan. Het gaat niet slechts om de symbolische interpretatie van een Bijbelboek dat altijd door de Kerk is opgevat als geschiedenis, maar raakt de fundamenten van de katholiek- gereformeerde leer en exegese, met name op het gebied van scheppingsordinanties.

Als een exegetisch beginsel van zijn historische karakter en brede taalkundige context wordt ontdaan, kun je uiteindelijk alle kanten op met elke tekst. We zien dat in onze tijd niet alleen bij Genesis. Het beroep van Paulus op een historisch maatgevende schepping die ten grondslag ligt aan de rolverdeling van man en vrouw in kerk en samenleving wordt evenzeer aan de kant gezet.

Vrouw in het ambt? Moet kunnen. In de kringen waarin dit gebeurde, werd gewoonlijk binnen één generatie de relevantie van scheppingsordinanties ook aan de kant gezet waar het de praktisering van homoseksualiteit betrof. Dezelfde discussies die dertig jaar geleden in de grote kerkverbanden speelden, worden nu volop gevoerd in kleinere kerken uit de Afscheiding, Doleantie en de Gereformeerde Bond.

De ernstigste gevolgen heeft het afschaffen van de katholiek-gereformeerde exegese voor ons beeld van God. Het omarmen van de evolutietheorie reduceert God feitelijk tot een grote sadist die schiep door middel van miljoenen jaren van ziekte, lijden, dood, verdrukking en het kapot trappen van anderen. Is dat de liefdevolle Vader in Christus, of een monster? Was Marcion niet eerlijker toen hij de Demiurg, de ”duistere god van het Oude Testament”, verwierp?

Uitzichtloos

Maar met hun uitleg van het Nieuwe Testament zijn we al niet beter af. Volgens Paulus en Johannes heeft juist Christus alle dingen geschapen. Jezus zou Zich daarbij dus bediend hebben van ziekte, moordende competitie en vernietiging. De dood is dan geen gevolg van de zonde, maar een hulpmiddel van Christus om uiteindelijk de mens te scheppen; niet de laatste vijand, maar een scheppingsmethode.

Jezus kwam vervolgens naar de wereld om mensen te verlossen van sinistere processen die Hij Zelf in gang had gezet. Echter, hoe kun je zo’n God dan nog vertrouwen voor de toekomst? Als God het etiket ”zeer goed” plakt op de eerste schepping, moet je oppassen als Hij alle dingen nieuw gaat maken. Wie zegt dat dit niet weer miljoenen jaren van uitzichtloos lijden betekent? Misschien ligt Gods begrip van goed op een heel ander vlak dan het onze.

Wie Genesis 1 leest als mythe, moet eerlijk zijn en ook de consequenties trekken voor het lezen van het Nieuwe Testament. Lukas (3:38) voert de stamboom van Christus terug tot één historische Adam. Hij laat Jezus beweren dat Mozes het boek Genesis schreef (16:31, 24:44) en verwijst naar de vrouw van Lot (17:32) en een wereldwijde watervloed (17:26-27) als echte gebeurtenissen.

Breuk

Als je Lukas, die aan het begin van zijn evangelie specifiek claimt aan historische geschiedschrijving te doen, niet in deze dingen kunt vertrouwen, waarom dan wel als het gaat over Jezus’ wonderen of opstanding? Misschien was het alles deel van zijn primitieve wereldbeeld. Lukas bedoelde het natuurlijk niet letterlijk, maar wilde gewoon zeggen dat Jezus een goede, inspirerende kerel was Die voortleeft in het leven van Zijn volgelingen.

Hieruit volgt dat je met Genesis dus niet alle kanten op kunt. Wie de evolutietheorie omarmt, breekt feitelijk, dogmatisch en exegetisch met het historische christendom. Onze tijd vraagt om eerlijkheid. Tegenover God, tegenover elkaar en in het omgaan met de feiten.

Veel ‘darwinistische’ biologische processen om ons heen zijn realiteit. Wie in geloof naar de wereld kijkt, ontkent dit niet, maar beseft dat deze mechanismen kenmerken zijn van een vervloekte wereld. Ze hoorden er oorspronkelijk niet bij en kunnen dus ook niet via extrapolatie gebruikt worden om het ontstaan van de aarde en het leven te verklaren.

Hoe het in den beginne precies gegaan is, zullen we vanuit een gevallen wereld wetenschappelijk nooit meer kunnen achterhalen. Echter, dankzij Gods openbaring hoeven we geen ontstaansagnosten te zijn.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Zuiddam, B.A., 2012, Met Genesis kun je niet alle kanten op, Reformatorisch Dagblad Puntkomma 41 (271): 12-13 (artikel).

Einde droogte!

Begin September 2022 stond het water in de Waal erg laag. Ook langs de Nederrijn was de droogte merkbaar. Vanaf de Tollewaardbrug waren grote plekken wad te zien: het wateroppervlak was met een derde gekrompen en er waren hele stukken bodem ‘droog’ gevallen. Op deze wadvlakte zag ik op 6 september 2022 een aantal Witte Kwikstaarten. De Witte Kwikstaart is een algemene broedvogel in ons land. Ze zoeken hun voedsel bij voorkeur op de grond en rennen daarbij voortdurend achter insecten aan. Maken daarbij ook korte vluchtjes. Dus een heel actieve vogel. Vanaf juli verzamelen Kwikstaarten zich in groepjes, meestal op plekken met veel voedsel. Zo ook in de Tollewaard: heerlijk rennen over het nieuwe wad op insectenjacht. Eén solitaire Gele Kwikstaart liet zich ook zien. Op de foto ziet u een volwassen vrouwtje Witte Kwikstaart. De vogel kijkt uit over het water: ‘waar is toch die wadvlakte gebleven’? Ja wat weet een vogel van droogte en neerslag? In de week van 6 september 2022 heeft het elke dag (vooral ’s nachts) geregend. Zeker 50 mm is er gevallen. Wat een zegen die regen na de maandenlange droogte! Op de foto staat het water tot aan de stenen. Normaal staan ze ook onder water. De vogel staat erbij en kijkt ernaar … Gelukkig leven vogels bij de dag. Zij hoeven niet te zaaien en te maaien. De Schepper aller dingen voedt ze. En wij mensen? Wees niet bezorgd. Gaan wij de vogels in de lucht niet ver te boven?

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2023, Betuwse Eiber, Het GemeenteNieuws 22 (41): 23.