Jaarlijks vinden in Nederland ongeveer 30.000 zwangerschapsafbrekingen, ofwel abortussen, plaats. Deze ingreep werd in 1984 gelegaliseerd toen de Wet Afbreking Zwangerschap uit mei 1981 van kracht werd.1 Een belangrijke aanleiding voor deze wet was de eis van, in het bijzonder feministische, vrouwen om ‘Baas in eigen Buik’ te zijn. De vrouw moet een keuze mogen maken aangaande wat er met, en in, haar lichaam gebeurt, inclusief de keuze voor de beëindiging van de zwangerschap.
Hoewel veel christenen abortus als moord bestempelen, blijkt de meerderheid van de Westerse wereld deze visie niet te delen. Een christen zal betogen dat het mens-zijn begint op het moment van bevruchting, terwijl voorstanders van abortus over het algemeen zullen zeggen dat het mens-zijn pas later begint, maar wanneer dat dan precies is blijft een punt van discussie. Er zijn er zelfs, die zover gaan dat zelfs na de geboorte een baby nog geen persoon is. Op basis daarvan is het dat bijvoorbeeld Singer pleit voor het recht van ouders om zelfs hun geboren gehandicapte baby’s te mogen doden (p. 122 in noot2). Ook in Nederland werd in 1999 een dergelijke visie gepredikt door cultuurfilosoof Rietdijk3 en in Canada is abortus tot 9 maanden zwangerschap legaal! (p. 372 in noot4). Dit verschil in visie is cruciaal omdat een persoon rechten heeft, terwijl een non-persoon geen rechten heeft! Een van de belangrijkste redenen om het ontwikkelende embryo geen persoonsstatus toe te kennen is de zogenaamde biogenetische grondwet welke stelt dat de embryonale ontwikkeling de evolutionaire ontwikkeling herhaalt. Hoewel deze grondwet al in de 19e eeuw werd ontkracht, vindt deze nog steeds veel weerklank en geeft een ogenschijnlijk wetenschappelijke onderbouwing van het ontkennen van het persoon-zijn van een menselijk embryo. Op een bepaald moment in de ontwikkeling wordt de baby bijvoorbeeld geacht in een visstadium te zijn. ‘Daar niemand problemen heeft met het doden van een vis, is er dus ook geen probleem met het doden van een menselijk embryo’, gaat de redenering. Maar wanneer wordt een embryo dan mens? Hoewel veel pro-choice vrouwen bij voorkeur spreken over ‘de foetus’ in plaats van hun baby, zijn ook zij zich er vaak terdege van bewust dat abortus het doden van een baby is!5 Misschien denkt men dat abortus over het algemeen gepleegd wordt om medische redenen, bijvoorbeeld omdat het leven van de moeder in gevaar is, het ontwikkelende kind een ernstige afwijking heeft, of het resultaat is van een verkrachting. De statistieken laten echter zien dat slechts 4.6% van alle abortussen om medische redenen worden uitgevoerd, en de rest vanwege redenen als: geen kinderwens, te weinig geld, geen energie, gezin compleet etc.6 Het gaat dus niet meer om de ‘sanctity of life’ maar de ‘quality of life’ en in het bijzonder de ‘quality of life’ van de moeder. De evolutietheorie veronderstelt dat de huidige levensvormen afstammen van een eencellige voorouder. In deze visie moet de evolutie dus een enorme scheppende kracht hebben. Het belangrijkste mechanisme, de belangrijkste scheppende kracht zo men will, van evolutie is natuurlijke selectie. De natuur, zegt men, heeft díe organismen geselecteerd die het beste overleven en nakomelingen voortbrengen.
Eind 19e en begin 20e eeuw kwam men op het idee de natuur een handje te helpen door zelf te gaan selecteren wie wel en wie niet kinderen mag hebben; ‘eugenetica’. Op de poster voor de Internationale Eugenetica Conferentie van 1921 stond: ‘Eugenetica is het zelf-sturen van de menselijke evolutie’. In de Verenigde Staten leidde dit in het begin van de vorige eeuw tot sterilisatie wetgeving, en voorstellen tot beperking van immigratie en huwelijk van zogenaamd minderwaardige rassen om daarmee het menselijk ras te verbeteren.7 De eugenetica bereikte echter zijn dieptepunt in Nazi Duitsland waar men niet alleen mensen steriliseerde, maar er ook niet voor terugdeinsde om systematisch mensen die niet aan de selectiecriteria van de Nazi’s voldeden te vermoorden. Wellicht zal men zeggen dat zoiets heden ten dage niet meer gebeurt, maar met de ontwikkeling van de prenatale diagnostiek is de eugenetica, weliswaar niet op dezelfde manier als in Nazi Duitsland, weer in opkomst! Er is een reëel gevaar dat de gezondheidszorg wel de prenatale diagnostiek, maar niet de zorg voor een gehandicapt kind zal vergoeden als de diagnose al prenataal was gesteld, of als prenatale diagnostiek was geweigerd! De huidige abortuspraktijk heeft de deur voor de eugenetica geopend.8 Abortus wordt nu al merendeels uitgevoerd zonder medische indicatie.9 De pre-natale diagnostiek is in staat meer en meer, in het bijzonder genetische, afwijkingen vast te stellen. Dit zal ongetwijfeld leiden tot een toename in het aantal abortussen om de geboorte van baby’s met afwijkingen uit te sluiten; men zegt wel ‘preventie’. Maar niets wordt hier voorkomen; er wordt prematuur een eind aan het leven van een mens gemaakt. En, wie bepaalt wat als een afwijking gezien moet worden?
Overweging
In Cyprus leidde abortus op grond van pre-natale diagnose van thalassemia, een bloedziekte, er toe dat er sinds de introductie van het programma geen baby’s met deze bloedziekte meer werden geboren.10 Vanuit de optiek van een evolutionist, voor wie een embryo vergelijkbaar is met bijvoorbeeld een vis, is dit niet alleen een groot succes, maar ook een demonstratie van de potentie van de hedendaagse eugenetica! De evolutie, en het materialisme, is dus de filosofie of wereldbeschouwing die ruimte schept voor abortus en eugenetica. Wanneer men echter erkent, zoals zelfs veel pro-choice activisten erkennen, dat vanaf de bevruchting er sprake is van een mens – een persoon – dan is elke voortijdige beëindiging van de zwangerschap, op welke manier dan ook, onacceptabel!
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Leef. De volledige bronvermelding luidt: Degens, H., 2016, Opent de evolutietheorie de deur voor abortus en eugenetica?, Leef 32 (2): 12-13.
- Jaarrapportage 2013 van de Wet afbreking zwangerschap. 2014, Inspectie voor de Gezondheidszorg, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: Utrecht..
- Colson, C. and N. Pearcey, How now shall we live? 1999, Wheaton, Illinois, USA: Tyndale House Publishers Inc.
- Plantinga, R., Abortuspraktijk maakt Nederland rijp voor eugenetica. Volkskrant, 1999. 17 Februari.
- Stott, J., New issues facing christians today. Fully Revised Edition ed. 1999, London, UK: Marshall Pickering. 478.
- Wolf, N., Some pro-choice activisits admit abortion kills life: ‘I knew it was a baby’. National Right to Life News Today, 2013 (January 31).
- Jaarrapportage 2013 van de Wet afbreking zwangerschap. 2014, Inspectie voor de Gezondheidszorg, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: Utrecht.
- Comfort, N., The eugenic impulse The Chronicle Review, 2012. November 12.
- Plantinga, R., Abortuspraktijk maakt Nederland rijp voor eugenetica. Volkskrant, 1999. 17 Februari.
- Jaarrapportage 2013 van de Wet afbreking zwangerschap. 2014, Inspectie voor de Gezondheidszorg, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: Utrecht.
- Bozkurt, G., Results from the north cyprus thalassemia prevention program. Hemoglobin, 2007. 31 (2): p. 257-64.