OP DE UITGAVE
DER
LEERZAME EN STICHTELYKE BEDENKINGEN
Van den Wel Eerwaarden, en Geleerden
Heere,
GERARDUS VAN AALST
Mynen Hooggeagten Amptgenoot
VAN AALST, Gewoon Godts Kerk met Mondt en Pen te stichten,
En Haar op s’Leevens weg ten klaarste voor te ligten,
Vertoont ons wederom de vrugten van zyn Geest,
Geboekstaavt na het Woord, dien juist gevormden leest
Van Zeeden en Geloov. Hoe klimmen met de Jaaren
s’ Mans onvermoeide vlydt en Oordeel in ’t vergâeren
Van zulk’ een Letterschat, waarby verschydenheydt
Der Stof den Lees lust wekt, en ’t ryn gemoedt opleydt
Tot Godt, zyn Zoon, zyn Geest, en dierb’re zegeningen,
Des Menschen hoogste Goedt in vlugge wentelingen
Van ’t veege Leeven. Daar gaat nu myn Geest te gast
Op Hemel Lekkerney! het aardtsche wordt een last
Voor hem, die van Godt zelv na Booven wordt getogen!
Heb dank, Eerwaarde Heer! blyv lang de Lust der oogen
’t Vermaak, de Kroon, ’t Cieraad van ’t Westzaendamsche
Een Pielaar voor de Kerk! Begaafde Bybel-Tolk (Volk,
Schryv meer, tot dat g’Uw Ziel met weldoen wedergeeven
Zult aan den Grooten Heer, die aan U ’t lieve Leeven
Zo mildt geschonken heeft, en opstaand’ in uw lot,
Een vollen Zegenpraal geniet by Onsen Godt!
LUCAS CONYNENBERG,
Predikant te Zaandam aan de Oostzyde.