Home » Bijbelse geschiedenis » Hoe kunnen we 2 Samuël 21:19 en 1 Kronieken 20:5 met elkaar rijmen?

Hoe kunnen we 2 Samuël 21:19 en 1 Kronieken 20:5 met elkaar rijmen?

2 Samuël 21:19

וַתְּהִי־עֹ֧וד הַמִּלְחָמָ֛ה בְּגֹ֖וב עִם־פְּלִשְׁתִּ֑ים וַיַּ֡ךְ אֶלְחָנָן֩ בֶּן־יַעְרֵי֙ אֹרְגִ֜ים בֵּ֣ית הַלַּחְמִ֗י אֵ֚ת גָּלְיָ֣ת הַגִּתִּ֔י וְעֵ֣ץ חֲנִיתֹ֔ו כִּמְנֹ֖ור אֹרְגִֽים׃ ס

Statenvertaling: ‘Voorts was er nog een krijg te Gob tegen de Filistijnen; en Elhanan, de zoon van Jaare-Oregim, sloeg Beth-halachmi, dewelke was met Goliath, den Gethiet, wiens spiesenhout was als een weversboom.

In de uitdrukking אֵ֚ת גָּלְיָ֣ת leest de SV אֵת als voorzetsel en niet als nota accusativae. Eigenlijk zou je bij de vertaling van de SV voor אֵת in ieder geval nog אֲשֶׁר verwachten. De SV heeft voor deze zienswijze gekozen, omdat men niet wil vertalen dat dat Elnathan Goliath doodde.

De LXX doet dat wel: καὶ ἐγένετο ὁ πόλεμος ἐν Γοβ μετὰ τῶν ἀλλοφύλων. καὶ ἐπάταξεν Ελεαναν υἱὸς Αριωργιμ ὁ Βαιθλεεμίτης τὸν Γολιαθ τὸν Γεθθαῖον, καὶ τὸ ξύλον τοῦ δόρατος αὐτοῦ ὡς ἀντίον ὑφαινόντων. Kennelijk heeft de LXX dezelfde Hebreeuwse tekst gehad als de MT. Ook bij de vertaling van de LXX is het mogelijk te harmoniseren. Goliath zou een soort titel geweest zijn. Je kan ook aannemen dat er twee personen met dezelfde naam zijn geweest. Erg waarschijnlijk is dit niet. De English Standard Version vertaalt op eenzelfde manier als de LXX: ‘And there was again war with the Philistines at Gob, and Elhanan the son of Jaare-oregim, the Bethlehemite, struck down Goliath the Gittite, the shaft of whose spear was like a weaver’s beam.

1 Kronieken 20:5

וַתְּהִי־עֹ֥וד מִלְחָמָ֖ה אֶת־פְּלִשְׁתִּ֑ים וַיַּ֞ךְ אֶלְחָנָ֣ן בֶּן־יָעִ֗ור אֶת־לַחְמִי֙ אֲחִי֙ גָּלְיָ֣ת הַגִּתִּ֔י וְעֵ֣ץ חֲנִיתֹ֔ כִּמְנֹ֖ור אֹרְגִֽים׃

Statenvertaling: ‘Daarna was er nog een krijg tegen de Filistijnen, en Elhanan, de zoon van Jair, versloeg Lachmi, den broeder van Goliath, den Gethiet, wiens spieshout was als een weversboom.

Ik ga ervan uit dat de lezing van 1 Kron. 20:5 de juiste is. Er zijn wel andere oplossing voorgesteld, maar hier hebben we houvast in de tekst. De vraag is dan wel hoe de lezing van 2 Sam. 21:19 is ontstaan. Het is van belang is te weten de Hebreeuwse tekst van Samuel in het algemeen enigszins gebrekkig is overgeleverd. יַעְרֵי֙ אֹרְגִ֜ים is als eigennaam onwaarschijnlijk. Letterlijk betekent het ‘wouden/honingraden’ (יַ֫עַר) van ‘wevers’ (אֹרְגִ֜ים/qal part pl.) Waarschijnlijk is bij overschrijven een keer ten onrechte אֹרְגִ֜ים achter יָעִ֗ור geschreven. Vervolgens (de volgorde kan ook omgekeerd zijn) las of hoorde (dat laatste lijkt waarschijnlijker) een overschrijver אֶת־לַחְמִי maar dacht dat hij בֵּ֣ית הַלַּחְמִ֗י moest schrijven. Deze uitdrukking lezen we namelijk ook in 1 Sam. 16:1, 18 en 17:58. De combinatie אֶת־לַחְמִי komt buiten 1 Kron. 20:5 niet voor. We weten dat de Masoreten de Bijbeltekst zeer nauwkeurig overschreven. We weten ook dat teksten werden voorgelezen en door overschrijvers genoteerd. Zo kunnen soms tekstvarianten worden verklaard. Ik geef een voorbeeld:
In Ezech. 33:31 heeft de MT עֲגָבִים (עָגָב/lust/liefde). De LXX vertaalt hier ψεῦδος. Het lijkt waarschijnlijk dat de overschrijver עקבים (עָקֵב /hiel) heeft gehoord. De gedachte dat 1 Kron. 20:5 een harmoniserende lezing is van 2 Sam 21:19 doet geen recht aan de problemen met de uitdrukking יַעְרֵי֙ אֹרְגִ֜ים. Dat dit een eigennaam is, is weinig waarschijnlijk. Het is in overeenstemming met het zelfgetuigenis van de Schrift bij de discrepanties naar een harmoniserende verklaring te zoeken.

Deze gastbijdrage is met toestemming overgenomen van de website van dr. P. de Vries. Het originele artikel is hier te vinden.