De Gemeente Neder-Betuwe is rijk aan archeologische vondsten. In 1974 werd er in Kesteren een nieuwe wijk aangelegd: De Prinsenhof. Tijdens graafwerkzaamheden bij de aanvang van de bouw stuitte men op een Romeins grafveld met 70 graven. Amateurarcheoloog André van Ingen deed als middelbare scholier mee met de opgravingen. Hij schrijft over zijn bevindingen in het meinummer van De Baron. Momenteel is hij bezig met het verwerken van alle gegevens met als doel een publicatie in de toekomst.
In 1995 beschreef dhr. Wiggerink al het een en ander voor de Historische Kring Kesteren & Omstreken (HKK&O), maar de vele vondsten zijn echter door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) nooit wetenschappelijk uitgewerkt. De werkgroep archeologie van HKK&O heeft twee jaar geleden besloten om de vondsten gedaan bij het grafveld Prinsenhof in detail te gaan uitwerken. Ze hebben het depot bezocht, manuscripten ingezien, foto’s gemaakt van alle aardewerkvondsten etc., aantekeningen van archeologen bestudeerd, nieuwsbronnen geraadpleegd, rapporten bestudeerd, historisch onderzoek naar het terrein van boerderij Prinsenhof gedaan en rondvraag gedaan in de regio. Nu is een groepje van vijf personen bezig met de uitwerking hiervan.
Volgens geleerden zou het hier gaan om een verspoeld grafveld. Het is dus goed mogelijk dat er aardewerk van het ene graf bij het andere graf is gekomen. Er zijn ook diverse paardengraven gevonden. De ruiters zijn niet met hun paarden begraven, de conclusie is nu dat het eerst een begraafplaats voor paarden is geweest en dat er daarna ook mensen zijn begraven. Bij de menselijke graven valt op dat er geen kindergraven zijn en dat er slechts vier graven van vrouwen te vinden zijn. “Het grafveld heeft hierdoor een militair karakter, ondanks beperkte vondsten van militaria.” Bijzonder is dat het grafveld al eerder is ontdekt. In 1856 werd er namelijk grond van boerderij De Prinsenhof gebruikt om de Rijnbandijk te herstellen. Deze had door doorbraak van de Marsdijk in 1855 schede geleden. De toen afgeschraapte grond voor dijkverzwaring was gelijk de verklaring dat de graven die in 1974 gevonden werden zeer ondiep zaten (50 centimeter onder het maaiveld). In 1856 werden zes graven ontdekt.
De werkgroep archeologie kreeg van particulieren ook vondsten die zij op het terrein hadden gedaan. Er werd zelfs een complete urn overhandigd. Deze urn was nooit leeggehaald. Toen de amateurarcheologen dat deden vonden ze een haarnaald en een fibula (mantelspeld). Volgens sommigen zijn archeologen beter met de spade dan met de pen, maar het lijkt erop dat er genoeg informatie bewaard gebleven is om te komen tot een publicatie. Hieronder wil ik een bibliografie samenstellen waarin geschreven is over dit grafveld. Om, als de Heere het geeft, te komen tot een eigen publicatie over dit grafveld.
Heeft u meer informatie over dit grafveld, de opgravingen of het vervolgonderzoek? Dan kunt u contact opnemen met ons via het contactformulier.
N.a.v. Ingen, A. van, 2023, Uitwerking van grafveld Prinsenhof te Kesteren, De Baron 6 (2): 24-25 en 28.
Bibliografie
- Archeologisch Centrum Rivierenland Nederlandse Archeologievereniging, 2023, Agenda activiteiten, De Baron 6 (1): 38.
- Archeologisch Centrum Rivierenland, Nederlandse Archeologievereniging, 2024a, Activiteiten agenda, De Baron 7 (1): 36.
- Archeologisch Centrum Rivierenland, Nederlandse Archeologievereniging, 2024b, Agenda activiteiten, De Baron 7 (2): 38.
- Archeologisch Centrum Rivierenland, Nederlandse Archeologievereniging, 2024c, Agenda activiteiten, De Baron 7 (3): 40.
- Ingen, André van, 2024a, Rubriek vondsten. Grafveld Prinsenhof te Kesteren, De Baron 7 (1): 34-35.
- Ingen, André van, 2024b, Rubriek vondsten. Grafveld Prinsenhof – Kesteren, De Baron 7 (2): 41.
- Redactie De Baron, 2023, Lezingen HKK&O. Andre van Ingen, Uitwerking van grafveld Prinsenhof te Kesteren, De Baron 6 (1): 34.
- Redactie De Baron, 2024, Jaarverslag 2023, De Baron 7 (1): 47-48.
- Willems, W.J.H., 1986, Romans and Batavians. A Regional Study in the Dutch Eastern River Area, Ph.D. dissertation Universiteit Amsterdam.