Home » Nieuws
Categorie archieven: Nieuws
Gespartel en gekwek in de wateren van de dinosauriërs – Antarctisch fossiel lost jarenlange discussie onder paleontologen op
De vroege voorouder van de huidige eendvogels vloog vrijwel zeker rond in het leefgebied van de dinosauriërs. Een nieuwe vondst, die deze week werd beschreven in het toonaangevende tijdschrift Nature, toont dat aan. Het soort Vegavis iaai was al bekend bij paleontologen, maar leverde jarenlang discussie op over de indeling. Met de vondst van de schedel van Vegavis op Antarctica komt daar nu verandering in. Er klonk vrijwel zeker eendengekwek boven de hoofden van de dinosauriërs.1
Vegavis iaai
Sommige paleontologen deelden Vegavis in bij de eendvogels, anderen meenden dat het hier ging om een uitgestorven groep die verwant was aan de eendvogels. Uiteraard wordt het onderzoek geplaatst in een naturalistisch frame. Zo zou deze vogel de ‘eerste moderne vogel’ zijn en menen naturalistische wetenschappers dat ‘de vroegste voorouder van alle moderne vogels ergens tussen 100 tot 85 miljoen jaar geleden leefde’. Beter is het hierin voorzichtiger en meer bescheiden te zijn. Het is echter verstandig om niet het kind met het badwater weg te gooien. Dankzij het werk van dr. Siegfried Scherer et al. is de groep van de eendvogels ook onder creationisten een redelijk goed begrepen groep, al valt er over details altijd te discussiëren.2 Creationisten menen, op basis van hybridisatieproeven, dat alle eendvogels een gemeenschappelijke voorouder hebben en dus tot dezelfde groep behoren. Het is goed mogelijk dat we met Vegavis één van de voorouders van de eendvogels hebben gevonden. Hoewel we nooit met absolute zekerheid vast kunnen stellen dat het hier gaat om een ‘genealogische’ voorouder, behoorde het beest, volgens de onderzoekers, wel tot de kroongroep van de watervogels. Een interessante vraag voor creationisten is óf Vegavis iaai behoorde tot de groep waarvan één paar, of zeven (paar) individuen op de ark zaten, óf dat het beest rondvloog in de turbulente post-zondvloedse-periode, het omgekomen is door natuurgeweld en daardoor snel begraven is en daardoor goed bewaard gebleven is. Hierover is het laatste woord nog (lang) niet gezegd.
Terug naar de huidige vondst van Vegavis iaai. Het soort werd precies 20 jaar geleden voor het eerst beschreven, eveneens in het toonaangevende tijdschrift Nature. Een onderzoeksteam, onder leiding van paleontologen van de University of Texas in Austin, had het fossiel al eerder (in 1992) gevonden op Vega Island, voor de kust van het Antarctisch Schiereiland. Helaas ontbrak toen de schedel van het beest. De vondst werd beschreven als Vegavis iaai, wat zoveel wil zeggen als ‘Vega-vogel van het IAA’. Het laatste is een acroniem voor Instituto Antarctico Argentino (IAA), die een wetenschappelijke expeditie naar Antarctica organiseerde waarbij het fossiel werd ontdekt. Modern ogende vogels zijn echter zeldzaam in het zogenoemde Mesozoïcum en daardoor ontstond er veel discussie onder paleontologen over de positie van Vegavis. In 2011 werd er een nieuwe expeditie naar Antarctica georganiseerd, onder de naam Antarctic Peninsula Paleontology Project3 en toen werd er wel een schedel gevonden. Alle fossielen van Vegavis zijn gevonden in de Sandwich Bluff Member van de López de Bertodano Formation. Het gesteente waar de snavel in ‘verpakt’ is, wordt naturalistisch gedateerd op 68.4 tot 69.2 miljoen jaar. Antarctica moet, ziende op de gevonden fossielen, een gematigd klimaat met een weelderige vegetatie hebben gehad (met in de zomer een gemiddelde temperatuur van 19o Celsius). In dit klimaat konden deze watervogels goed gedijen. Het in Nature gepubliceerde onderzoek werd geleid door dr. Christopher Torres, Postdoctoral Fellow aan de Ohio University. De onderzoekers gaven aan dat het nogal wat moeite kostte om de schedel uit het omringende gesteente te verwijderen (‘honderden uren’), maar dat ze zeer blij zijn met deze unieke vondst. Het is zeldzaam dat dergelijke goed bewaarde fossielen gevonden worden. Antarctica geeft langzaam haar geheimen prijs en zou weleens een ‘sleutelcontinent’ kunnen worden, bijvoorbeeld ook voor de verspreiding van de buideldieren van ná de zondvloed waar we hier eerder over geschreven hebben.
Brein als een eendvogel
Het kostte dus nogal wat moeite om de fragiele botten bloot te leggen. Nadat dit was gelukt, hebben de onderzoekers een driedimensionale digitale reconstructie gemaakt van de uitzonderlijk complete schedel. Toen deze reconstructie, en uiteraard het origineel, uitgebreid werd geanalyseerd zag men dat de snavel goed overeenkwam met die van de huidige watervogels. Zo vond men een premaxilla, een groot bot aan het uiteinde van de bovenkaak, wat kenmerkend is voor moderne watervogels. De vorm van het brein van het beest laat ook zien dat Vegavis nauw verwant is aan de huidige eenden en ganzen. De onderzoekers zagen tijdens de scan een vergroot ‘forebrain’, wat eveneens een kenmerk van moderne watervogels is. In hun paper noemen zij ook details: ‘hyperinflated cerebrum and ventrally shifted optic lobes’. Naast deze overeenkomsten had de vogel een tandeloze puntige snavel, wat redelijk bijzonder is voor Mesozoïsche vogels. De meeste, in die aardlagen, gevonden vogels hebben juist tanden. Ook is, net als bij watervogels, de bovenkaak verkort. De vondst van de schedel levert veel meer informatie op dan alleen met het skelet voorhanden zou zijn. Patrick O’Connor, een co-auteur liet aan Live Science weten dat het fossiel een compleet ander deel van het skelet is. “En als het om vogels gaat, geeft de schedel veel fylogenetische of informatieve kenmerken die je vertellen wat het is.”
Krachtige kaakspieren
Anders dan de huidige eendvogels had Vegavis krachtige kaakspieren. Deze krachtige snavel gebruikte het om de weerstand onder water te overwinnen, terwijl het beest onder water dook om vis te vangen. Dankzij deze kaakspieren kon hij zijn bek, ook onder water, krachtig dichtklappen wanneer hij zijn prooi probeerde te vangen. Vegavis gebruikte zijn poten als peddels om zich onder (en boven) water met kracht voort te stuwen. We zien deze manieren om aan voedsel te komen vooral terug bij hedendaagse futen (Podicipediformes) en duikers (Gaviidae). Het laat zien dat Vegavis ontworpen is, in ieder geval na de zondeval, om vis te vangen of zich in korte tijd gespecialiseerd heeft als onderwaterroofdier, zeer gespecialiseerd in het duiken en jagen onder water. De vondst biedt daarmee ook inzicht in het voedselketen waar Vegavis deel van heeft uitgemaakt. Het is niet vreemd dat Vegavis vis at, hoewel huidige zwanen, ganzen en eenden voornamelijk herbivoor zijn, verschalken ze ook wel eens een visje (of een ongewervelde). Maar zijn er ook uitzonderingen op deze ‘regel’, zo leeft de grote zaagbek (Mergus merganser) voornamelijk van dierlijk voedsel, zoals vissen en ongewervelden. Het is ook mogelijk dat sommige eendvogels in de loop van de tijd hierin een gedragsverandering hebben ondergaan, wat ook weer invloed kan hebben gehad op het uiterlijk (vorm van de snavel etc.). Ten laatste is nog te noemen dat sommige eendenfamilies, zoals duikeenden (Anatinae), dankzij enkele anatomische aanpassingen, ook goed kunnen duiken. De onderzoekers vergelijken Vegavis iaai in hun paper met andere (uitgestorven) soorten watervogels en zien daardoor enkele unieke kenmerken bij dit soort. Vanwege het verschil in kaakspieren en het ontbreken van een benige verlenging van de onderkaak is het niet met honderd procent zekerheid te zeggen dat Vegavis een directe voorouder van de eendvogels is. Daarom blijven sommige paleontologen sceptisch. Paleontoloog Juan Benito, verbonden aan Cambridge University, meent dat de bewijslast voor de gedachte dat Vegavis een oereend was nog niet hoog genoeg is. Volgens de eerder aangehaalde O’Connor maakt de anatomie van dit beest Vegavis onmiskenbaar tot een watervogel. Dat er enkele andere kenmerken zijn benadrukt, volgens de geleerde, de diversiteit van deze afstammingslijn in vroegere dagen. De discussie rond Vegavis zal vanwege dit verschil van inzicht, onder paleontologen, nog wel doorgaan.4
Ten slotte
De laatste jaren is er een breed scala aan Mesozoïsche vogelfossielen gevonden. Deze Mesozoïsche volière kent allerlei bijzondere en (in onze moderne ogen) vreemde vogels. Zoals vogels met tanden en lange benige staarten. Veertig jaar geleden hadden onderzoekers niet kunnen denken dat de diversiteit onder Mesozoïsche vogels zo groot zou zijn. We zijn getuigen van een paradigmashift op het gebied van vogels, en daardoor leveren dergelijke, toch wel fragiele vondsten, veel en stevige discussie op. Dat een naturalistisch-evolutionaire bril in de weg kan staan bij het interpreteren van dergelijke vondsten zagen we ook bij de recente vondst van voetsporen van een vroege vogelachtige in het Trias.5 In het huidige geval zorgde dit voor twintig jaar discussie onder paleontologen, maar nu, dankzij deze vondst zijn we een stapje dichterbij de oplossing. Vegavis iaai behoorde vrijwel zeker tot de watervogels. Dit beest als vroege voorloper van de eendvogels te beschouwen, is ziende op de analyse van het vocale orgaan, de syrinx, gerechtvaardigd. We kunnen, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, vaststellen dat vormen van of variaties op hoendervogels (Galliformes) en eendvogels (Anseriformes) behoorden tot de vogels die in het leefgebied van de dinosauriërs voorkwamen. Het zou goed zijn als creationisten zouden werken aan een reviewpaper over Vegavis iaai, er is namelijk véél meer te zeggen over dit soort dan in het bovenstaande nieuwsartikel gedaan wordt.6
Voetnoten
Gerenoveerde replica van de Ark van Noach opent in het voorjaar 2025 D.V. de deuren in Rotterdam! – Nieuwe eigenaar hoopt uiteindelijk af te reizen naar Israël
De bekende replica van de Ark van Noach is verkocht, niet via de veiling maar in een persoonlijk/zakelijk onderhoud. Er is een stichting opgericht ‘Breng de Ark thuis’. Dankzij een grote investeerder heeft deze stichting ‘de Ark kunnen veiligstellen’. Per 2 januari 2025 is een team van vakkrachten en vrijwilligers begonnen met de renovatie. Uiteindelijk willen ze deze replica naar Israël brengen. Voor die tijd worden verschillende Europese steden aangedaan. De eerste stad die bezocht wordt is Rotterdam! Na een flink aantal jaren gesloten te zijn geweest voor het Nederlandstalige publiek, gaat de replica nu eindelijk weer open. Tenminste, zo de Heere wil en wij leven zullen.7
Naar huis?
Het project wordt genoemd ‘Bring the Ark home’. In het promotiefilmpje geeft Johan Huibers aan dat Noach uit Israël kwam.8 Dat is bijzonder, en heeft veel meer theologische onderbouwing nodig, omdat er onder huidige creationisten gedacht wordt dat de geografie van vóór de zondvloed compleet vernietigd en dus veranderd is én dat de werkelijke ark van Noach op de bergen van Ararat gestrand is. Men is over de exacte locatie van de landingsplaats niet uit, maar voor zover ik weet zijn er zeer weinig tot geen onderzoekers die menen dat dit één van bergen in Israël geweest is. ‘Bring the Ark to Israel’ is, omdat grondige theologische onderbouwing voor de andere zin ontbreekt, een betere slogan. Deze replica wordt dan ook niet ‘teruggegeven’ aan Israël, maar vanuit Nederland gegeven aan Israël. Hoe het ook zij, de stichting hoopt op verschillende donaties om de renovatie te bekostigen en de ark uiteindelijk in Israël te krijgen. Als ANBI i.o. is de gift fiscaal aftrekbaar.9 Via de website van deze organisatie wordt de lezer op de hoogte gehouden van de voortgang van het project. Het zou goed zijn om diverse creationistische organisaties in te schakelen om mee te denken over de inhoudelijke kant van informatie op deze replica. Er zijn verschillende groepen in Nederland die dat wel zouden kunnen en mogelijk ook willen (zie voetnoot).10 Laten we niet solistisch werken, maar elkaars kennis en expertise benutten. Mogelijk aangevuld met expertise vanuit andere Europese of Aziatische landen of zelfs wereldwijd experts om advies te vragen.
Rotterdam
De heropening hoopt plaats te vinden in de Nederlandse havenstad Rotterdam. Na járen gesloten te zijn geweest, krijgt het Nederlandse publiek als eerste de kans om de vernieuwde ark te bekijken. De ark is volgens de ticketwebsite te bezoeken van 7 april 2025 D.V. tot 4 mei 2025 D.V. Exacte locatie wordt op een later tijdstip, maar zo snel mogelijk bekendgemaakt. Zodra deze locatie bekend is, hopen we hierover te kunnen schrijven. De organisatie noemt het ‘de allerlaatste kans om de levensgrote Ark van Noach te bewonderen voordat deze begint aan zijn indrukwekkende reis over zee’. Het programma van de ark is, volgens de organisatoren, wezenlijk vernieuwd ten opzichte van de vorige opstelling. Ook de havenstad Antwerpen staat op het verlanglijstje van de organisatie. Daar is echter nog geen streefdatum openbaar. Mensen die een donatie van meer dan 50 euro doen, krijgen voor Rotterdam of Antwerpen een gratis toegangskaartje. Deze replica is niet aangesloten bij cadeaubonnen of de museumjaarkaart. Het programma is zeer geschikt voor kinderen en de replica is rolstoeltoegankelijk. Tickets zijn hier te bestellen/reserveren. Andere locaties die aangedaan worden zijn, volgens de website, Dover (VK), Le Havre, Brest, Bordeaux (Frankrijk), Santander, Cartagena (Spanje), Porto, Lissabon (Portugal), Gibraltar (VK), Malta (Malta) Sardinië, Napels (Italië), Athene (Griekenland) en Cyprus (Cyprus). Om uiteindelijk te arriveren in Israël. Waarom diverse badplaatsen in Turkije niet worden aangedaan is de auteur van dit stuk onbekend. Na het bezoek kunnen diverse herinneringen gekocht worden, want, zo geeft de organisatie aan, deze replica vertrekt voorgoed.11
Vrijwilligers en staf gezocht
Voor de openstelling van de replica van de Ark van Noach in Rotterdam zoekt de organisatie nog lokale vrijwilligers uit kerken en gemeenten. “Die kunnen helpen als gastvrouw en -heer om de bezoekers te gidsen en te vertellen over Noach, te vertellen over geloof en relatie.” Niet alleen worden er gidsen gezocht, maar ook voor het restaurant, de entree-controle, de winkel etc. Wilt u vrijwilligerswerk doen voor deze replica, dan kunt u via de website ‘Breng de Ark thuis’ een mail sturen naar de organisatie.
Maar niet alleen voor de openstelling zijn mensen nodig, ook voor de renovatie. Te denken valt aan timmerlieden, elektriciens, loodgieters, decorateurs, tekstschrijvers, schilders, restaurant- en keukenherstellers, schoonmakers etc. Contact kan eveneens via de bovenstaande website opgenomen worden.
Tenslotte zoekt met een vaste Nederlandse staf voor de buitenlandreizen. Hierbij is iedereen verantwoordelijk voor zijn of haar eigen afdeling. Te denken valt aan de receptie, entreecontrole, tentoonstelling, video- en conferentieruimte, restaurant, winkelsouvernirs, schoonmaak, techniek etc. Aanmelden kan via het contactformulier van de organisatie.12
Voetnoten
Cambridge House Project – Studiecentrum vanuit scheppingsperspectief met toerusting van studenten en bemoediging van academici
Studerende jongeren en academici gaan ons aan het hart. We zien, ook in Nederland, dat van oorsprong orthodox-christelijke studenten of academici (soms langzaam) zwichten voor de evolutionaire tijdgeest. In die zin dat ze eerst geloofden in een zesdaagse schepping, maar later grote waarde hechten aan universele gemeenschappelijke afstamming ingebed binnen deep time, een vorm van theïstische evolutie aanhangen of nog verder afdwalend richting materialistisch/naturalistische ontstaanstheorieën. Gelukkig zijn er ook studenten die voor deze afdwalingen bewaard worden. Wat zou het mooi zijn als er, ook in Nederland, een interdisciplinair studiecentrum in een universiteitsstad zou ontstaan waar studenten toegerust en academici bemoedigd worden om hun werk op de universiteit voort te zetten vanuit scheppingsperspectief. De universiteitssteden Utrecht of Amsterdam zouden, wat de disciplines theologie en de verschillende natuurwetenschappen aangaat, hiervoor zeer geschikt zijn. Utrecht is bovendien ook nog eens centraal gelegen. Eeuwen geleden hield de bekende hoogleraar Gisbertus Voetius in Utrecht zijn studenten voor om geleerdheid en vroomheid niet van elkaar los te koppelen.13 Maar helaas, tijden veranderen. Wellicht geeft de Heere het nog dat we de bovenstaande gedachten verder kunnen ontvouwen, uitwerken en uitvoeren.
Vandaag aandacht voor een project vanuit ons buurland aan de overkant van de Noordzee. Biblical Creation Trust (BCT) wil in de bekende universiteitsstad Cambridge een creationistisch studiecentrum opzetten, waarbij er oog is voor bovenstaande zaken.14 Hieronder is een promotiefilmpje te zien waarin het project kort wordt uitgelegd. Het studiecentrum zal de uitnodigende naam Cambridge House krijgen. Meer informatie over het project is te vinden op de website van BCT (zie voetnoot).15
Voetnoten
E-mail aan Nederlandstalige theologen ter aanbeveling van ‘Defending Sin’ (geschreven door dr. Hans Madueme)
Vandaag stuurde ik onderstaande e-mail naar diverse theologen waarmee al eerder (positief) contact was. Het is goed mogelijk dat ik theologen vergeten ben, of niet (meer) van weet. Om deze theologen ook te bereiken, wordt hieronder de e-mail gedeeld.
Geachte theologen,
Het is (mogelijk) al enige tijd geleden dat we contact hadden. Vond dit belangrijk om door te sturen. Vandaag heb ik een vertaling gemaakt van de bookreview van ‘Defending sin: A Response to the Challenges of Evolution and the Natural Sciences’ (recensie door dr. David Tyler): https://oorsprong.info/hoe-kan-het-evangelie-betekenisvol-zijn-als-we-zonde-herdefinieren-zodat-het-verenigbaar-is-met-de-wetenschap-van-deze-tijd-bespreking-van-defending-sin/. Het boek is een aanrader voor theologen die zich (willen) verdiepen in de gevolgen van evolutieacceptatie (in Nederland, maar zeker ook in de Angelsaksische wereld). Het heeft (grote) gevolgen voor onder andere de hamartiologie (‘zondeleer’), dat laat dr. Madueme duidelijk zien. Hij doet dit op een grondige en genuanceerde wijze, op zoek naar dialoog met zijn opponent (vriendelijk doch duidelijk). Dat maakt dit boek één van de betere boeken die het afgelopen jaar verschenen is op dit terrein. Het boek ‘Defending sin’ is uitgegeven door Baker Academic en op de website van de uitgever is meer informatie te vinden: https://bakerpublishinggroup.com/books/defending-sin/380921. Ik hoop dat het boek ook in Nederland meer bekendheid krijgt. Warm aanbevolen!
Hartelijke groet,
Jan van Meerten
Fundamentum
www.oorsprong.info
Engelstalige biologiefachtagung Wort und Wissen gaat dit jaar (2025) over snelle soortvorming
Om het jaar wordt er door de Duitse creationistische organisatie Wort und Wissen een Engelstalige biologiefachtagung georganiseerd.16 Op deze fachtagungen komen biologen samen om na te denken over diverse thema’s. Dit jaar is het hoofdthema snelle soortvorming. De komende biologiefachtagung hoopt plaats te vinden van 28 maart 2025 (vanaf 18:00 uur) tot 30 maart 2025 (tot 13:00 uur) D.V.17
Inhoud van de conferentie
De organisatie is in handen van dr. Boris Schmidtgall en dr. Peter Borger. De voertaal op de fachtagung is, anders dan vorig jaar, Engels. De organisatoren hebben weer een interessant programma samengesteld. Sprekers zijn, op de volgorde die door de organisatie wordt aangeboden: drs. Tom Zoutewelle, Ruben Jorritsma (MSc.), dr. Peter Borger, Tom Aalto (MA), dr. Nigel Crompton en dr. Robert Carter. Carter is als speciale gast aanwezig en houdt twee presentaties.18 De lezing van drs. Tom Zoutewelle heeft als titel ‘Why do we need a rapid speciation model?’ Ruben Jorritsma (MSc.) spreekt over ‘Does evolution adequately explain functional endogenous retroviruses?’ Organisator dr. Peter Borger spreekt zelf ook, over ‘Variation-Inducing Genetic Elements’.19 Tom Aalto (MA) spreekt over epigenetische processen onder de titel ‘Epigenetic Information Layers and Metadata in the Variation of Created Kinds’.20 Dr. Nigel Crompton is aanwezig om te spreken over Mendeliaanse genetica, ‘Mendelian Speciation: his Law of Population Development and the role of Genetic Drift’.21 Tenslotte wordt dr. Robert Carter genoemd. Hij spreekt, in twee lezingen, over ‘The Braided Baramin Concept’. Zo te zien zal het weer een interessante biologiefachtagung worden.
Praktische informatie
De conferentie hoopt plaats te vinden in Freizeitheim Friolzheim (Baden-Württemberg). De deelnamekosten zijn 140 euro. Promovendi betalen 100 euro, studenten 80 euro. EZ-Zuschlag is 25 euro, bedlinnen kost 7 euro (of kan de bezoeker zelf meenemen). Aanmelden kan via de website van Wort und Wissen. Op die pagina is ook meer informatie te vinden en de mogelijkheid om contact op te nemen met de organisatie.22
Voetnoten
Spreken over Boven – Theologie geldt in academische kringen niet langer als echte wetenschap
De afgelopen maanden was er veel nieuws over het verdwijnen van universitaire studies. Het betreft niet alleen studierichtingen als Duits, Frans, Arabisch en Keltisch maar ook wat ooit gold als ‘de koningin der wetenschappen’.
Soms buitelen berichten over een bepaald onderwerp over elkaar heen. Zo berichtten verschillende media eind oktober dat de Universiteit Utrecht (UU) maar liefst zes studierichtingen gaat schrappen. Het betreft studies als Duits en Frans maar ook Religiewetenschappen. Begin november kwam het bericht dat de Vrije Universiteit in Amsterdam (VU) drie faculteiten – waaronder Religie & Theologie – gaat samenvoegen tot één nieuwe. In de naam van deze nieuwe faculteit komt het woord ’theologie’ niet meer voor.
Talenstudies onder druk
De reden die wordt aangevoerd om de vakgroepen Duits en Frans op te heffen, is dat die niet meer rendabel zouden zijn. Nog maar enkele tientallen studenten kiezen er de laatste jaren voor een van deze talen te gaan studeren. Om een indruk te geven: van de bachelorstudenten Frans studeert slechts 11 procent binnen vier jaar af. 52 procent stapt over naar een andere opleiding, 37 procent haalt helemaal geen diploma. Tweedegraads lerarenopleidingen doen het niet veel beter. In 2023 begonnen 59 studenten aan hun opleiding tot leraar Frans. Statistieken wijzen uit dat de laatste jaren 40 procent al in het eerste jaar uitvalt en dat slechts zo’n 30 procent binnen vijf jaar de eindstreep haalt. Voor Duits zijn de cijfers vergelijkbaar.
Met deze cijfers in het achterhoofd is het niet verwonderlijk dat er nauwelijks docenten Frans en Duits te vinden zijn. Mijn eigen zoon zit in de derde klas van de middelbare school, maar krijgt dit jaar geen Frans. De mogelijkheid om in de bovenbouw Frans te kiezen, is voor hem passé. Op het Lorentz Lyceum in Arnhem – Arnhem! – wordt in de bovenbouw überhaupt geen Duits meer gegeven. En het gaat alleen maar erger worden. Volgens de laatste trendrapportage Arbeidsmarkt Leraren van het ministerie van Onderwijs zal het lerarentekort voor Frans en Duits in 2032 verdubbeld zijn.
Gevolgen voor de theologie
De teloorgang van Frans en Duits in het Nederlandse onderwijs heeft niet alleen economische en culturele gevolgen, maar raakt ook de theologiebeoefening in Nederland. Voor theologen die het Duits of Frans niet of nauwelijks beheersen, is een scala van belangrijke theologische werken niet toegankelijk. Een hoogleraar vertrouwde me kortgeleden toe dat als hij Duitse of Franse teksten met zijn studenten wil behandelen, hij gedwongen is deze in Engelse vertaling aan te bieden. Wie serieus werk wil maken van het bestuderen van het bijbelboek Genesis, kan in alle redelijkheid niet heen om het driedelige commentaar van de Duitse oudtestamenticus Claus Westermann. Wie meer wil weten over middeleeuwse exegese van de Bijbel is nog steeds aangewezen op Exégèse médiévale: les quatre sens de l’Écriture van de Franse theoloog Henri de Lubac. Noch het werk van Westermann, noch dat van Lubac is in het Nederlands vertaald. Nog een voorbeeld: dit jaar bezorgde prof. dr. W.H.Th. Moehn het eerste deel van de wetenschappelijke editie van de complete werken van Guido de Brès (Le Baston de la Foy chrestienne). Zal er over dertig jaar nog een Nederlandse theoloog zijn die een project als Guy de Brès Euvres Complètes op poten kan zetten?
Theologie en universiteit
Het verdwijnen van de studie theologie aan Nederlandse universiteiten is een verhaal van nog ernstiger aard. Hier is niet alleen sprake van een bezuinigingsronde maar zijn aard en wezen van de theologie als zodanig in het geding. Als reden voor de faculteitenfusie aan de VU noemde rector Jeroen Geurts in het dagblad Trouw (5 november) dat er sprake is van ‘religiestress’. Wat blijkt? De twee andere fusiepartners – Sociale Wetenschappen en Geesteswetenschappen – willen niet dat er nog iets is dat herinnert aan theologie. Theologie geldt in academische kringen niet langer als echte wetenschap. Theologie, zo is de redenering, houdt zich slechts bezig met wat mensen door de eeuwen heen bedacht hebben over God. Over God Zelf kan de theologie geen enkele uitspraak doen omdat enige vorm van bewijs dat God bestaat, ontbreekt. Het doet sterk denken aan de beruchte uitspraak van Harry Kuitert: ‘Alle spreken over Boven komt van beneden, ook de uitspraak dat iets van Boven komt’.
Verlichtingsdenken
Sinds de Verlichting is meer en meer de gedachte ontstaan dat de wetenschap slechts uitspraken kan doen over zaken die voor onze menselijke zintuigen toegankelijk zijn. Zo onderzoeken neurowetenschappers met behulp van EEG-, fMRI-scans en andere technieken hoe 86 miljard neuronen van de menselijke hersenen in verbinding staan met elkaar, met andere delen van het zenuwstelsel en de rest van ons lichaam. Archeologen doen onderzoek naar scherven aardewerk, resten van menselijke skeletten en overblijfselen van bijvoorbeeld Romeinse badhuizen die ze tijdens opgravingen in verschillende aardlagen aantreffen. Op basis van deze vondsten proberen ze zich een beeld te vormen va hoe het leven eruitzag in verschillende periodes van de geschiedenis.
Zowel neurologen als archeologen hebben dus iets in handen wat tastbaar en zichtbaar is: (scans van) menselijke hersenen en scherven aardewerk. Maar waarover beschikken theologen eigenlijk? Een oud boek, geschreven in inmiddels dode talen, waarin mensen hun ervaringen met God optekenden door middel van verhalen, wetteksten, liefdespoëzie, lofzangen, profetieën, evangeliën en brieven.
Op grond daarvan kunnen theologen wel uitspraken doen over hoe mensen in vroeger tijden over God dachten en welke voorstellingen ze van Hem maakten. Maar dat betekent niet dat ze gezaghebbende uitspraken kunnen doen over God Zelf, laat staan dat ze Zijn bestaan zouden kunnen bewijzen. Vanuit deze redenering heeft de Bijbel niet meer gezag dan de Ilias van Homerus of een toneelstuk van Shakespeare.
Deze houding verklaart waarom de Universiteit Leiden een aantal jaren geleden al de studie theologie inruilde voor religiewetenschappen. Bachelorstudenten Religiewetenschappen verdiepen zich daar nu ‘in mensen en hun opvattingen, in de rol die religies spelen in de wereld, mondiaal en regionaal, in heden en verleden’, zo valt te lezen op haar website. Interessante materie, ongetwijfeld, maar van een gezaghebbende waarheidsclaim kan natuurlijk geen sprake meer zijn.
Nu zullen alle wetenschappers erkennen dat hun uitspraken voorlopig van aard zijn. Ze kunnen immers altijd worden ingehaald door nieuwe inzichten. Maar een wetenschap die pretendeert iets zinnigs te kunnen zeggen over de God van Israël, Die in Jezus Christus vanuit de hemel is neergedaald om ons mensen en om onze redding, heeft naar seculiere inzichten geen poot om op te staan. Het bestaan van de mens Jezus Christus is historisch al niet te bewijzen, laat staan dat we een uitspraak zouden kunnen doen over twee naturen – een goddelijke en een menselijke – verenigd in één persoon.
Onverwacht geluid
Vanuit seculier perspectief is de verschuiving van theologie naar religiewetenschappen begrijpelijk. Maar dat ook gelovige wetenschappers deze wisseling van de wacht toejuichen, is een ander verhaal. In het reeds genoemde artikel in Trouw zegt prof. dr. Fred van Lieburg, hoogleraar Religiegeschiedenis aan de VU met een grote staat van dienst, dat in strikte zin theologie niet thuishoort aan een universiteit. Het moge zo zijn dat de VU sinds haar oprichting de studie theologie aanbiedt, maar dat is volgens hem ‘een armoedig argument om theologie te handhaven’. Tegelijkertijd beweert hij dat theologie ‘beter kan functioneren als ze uit haar isolement komt en haar plek inneemt binnen de geesteswetenschappen’. Daarmee lijkt hij te suggereren dat theologie in zoverre een plek verdient aan de universiteit dat ze thuishoort binnen het domein van de religiewetenschappen – als een van de geesteswetenschappen – maar niet als zelfstandige vakgroep of faculteit. Dat zou logischerwijze betekenen dat Van Lieburg – in elk geval in praktische zin – zich voegt in de gedachtegang dat theologie een spreken is over boven dat komt van beneden. Hoe dit ook zij, duidelijk is dat Van Lieburg de vraag of theologie als zelfstandige studie thuishoort aan een niet-kerkelijk gebonden universiteit, beantwoordt met een expliciet ‘nee’.
Rede en openbaring
Gold te theologie in de Middeleeuwen nog als ‘koningin der wetenschappen’, sinds de intrede van de moderniteit in de zeventiende eeuw is alle vanzelfsprekendheid daaromtrent verdwenen. Wie echter z’n oor te luisteren legt bij wat de middeleeuwse theoloog Thomas van Aquino en de negentiende-eeuwse kardinaal John Henry Newman hierover hebben gezegd, merkt dat het seculiere denken over theologie cruciale nuances overboord heeft gegooid.
Het overdragen van universele kennis is een basisopdracht van elke universiteit en bij het uitbreiden van kennis kunnen we niet anders dan in eerste instantie aansluiten bij overtuigingen die we vanzelfsprekend achten. Voor Thomas van Aquino is de leer van de drie-eenheid net zo vanzelfsprekend als dat voor wiskundigen een rechte lijn de kortste verbinding is tussen twee punten. Daar wringt natuurlijk de schoen. Van Aquino erkent dat de leer van de drie-eenheid voor de rede onbewijsbaar is maar de openbaring weliswaar boven de rede uitstijgt maar niet tegen de rede indruist. Christenen geloven dan ook niet zonder reden wat ze geloven. Zoals we een volgende keer zullen zien, doet Newman hier nog een schepje bovenop.
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit De Waarheidsvriend. De volledige bronvermelding luidt: Dijkgraaf, H., 2024, Spreken over Boven. Theologie geldt in academische kringen niet langer als echte wetenschap, De Waarheidsvriend 112 (50): 4-6 (artikel).
Voor het vijfde jaar columnist bij ‘Om Sions Wil’ – Welke columns zijn het meest gelezen op deze website?
Vandaag de eerste column voor 2025 ingeleverd bij ‘Om Sions Wil’. ‘Om Sions Wil’ is een lezenswaardig pastoraal familieblad voor de Gereformeerde Gezindte. Het wordt in de praktijk door veel bevindelijk-gereformeerden gelezen. Het is daarom een hele eer om voor het blad af en toe een column te mogen schrijven. Met het inleveren van deze column, is het nu het vijfde jaar op rij dat ik dit mag doen. Hoe het verder mag gaan dit jaar, weten we niet. De columns zijn, met toestemming van de redactie, ook op ‘Oorsprong’ geplaatst. Het valt op dat vooral de columns waarin persoonlijke zaken worden gedeeld, gelezen worden. Al heft dit het verdriet en het gemis niet op, is het tot bemoediging. Welke columns zijn er tot het vijfde jaar het meest gelezen? Hieronder een top-10.23
Top-10
- COLUMN: De les van de kokmeeuw.
- COLUMN: Het hart.
- COLUMN: Nederlandse vulkanen?
- COLUMN: Evolutie is een feit!
- COLUMN: Archeologie in Staphorst.
- COLUMN: Censuur in Schoolboeken?
- COLUMN: Wereldwijd oordeel.
- COLUMN: Wie was de Farao van (de) Exodus?
- COLUMN: Zwerfstenen in de polder.
- COLUMN: De les van de pissebed.
Voetnoten
Promovendus heeft meer dan duizend vloedverhalen verzameld – Een database van verhalen over de Grote Overstroming
Promovendus Bram van den Heuvel (MA) werkt momenteel aan zijn proefschrift over zondvloedverhalen. In dat kader is hij gestart met het opzetten van een database van vloedverhalen uit verschillende culturen. Van den Heuvel plaatst de vloedverhalen ook op een website, zodat iedereen deze vloedverhalen vrij kan doorzoeken. Ondertussen heeft de promovendus al meer dan duizend (!) vloedverhalen verzameld en de database wordt maandelijks aangevuld met nog meer vloedverhalen. Een aanrader!24
Bram van den Heuvel (MA) promoveert momenteel aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) te Leuven op een onderzoek met als voorlopige titel: ‘Memories of a Flood: The Search for Patterns in the Worldwide Attestation of Flood Stories’.25 Hoewel al die vloedverhalen enige voorzichtigheid vragen én het zondvloedgeloof niet afhankelijk is van deze buiten-Bijbelse aanwijzingen, is het toch mooi dat Van den Heuvel dit onderzoek opgepakt heeft. Zijn er patronen zichtbaar in al die vloedverhalen die wijzen op een gemeenschappelijke oergeschiedenis, de geschiedenis van de zondvloed uit de Bijbel? Om een patroon te kunnen ontdekken moet Van den Heuvel alle (of in ieder geval het merendeel) vloedverhalen wereldwijd verzamelen, een meerjarenproject. Hij wilde deze vloedverhalen gelijk ook delen met de buitenwereld. Daarom is hij de website floodstories.wordpress.com gestart. Daar staan ondertussen meer dan 1000 (!) vloedverhalen op en de database groeit maandelijks.26
Floodstories
De website functioneert ook als niet-integraal onderdeel van zijn dissertatie. Van den Heuvel werd geïnspireerd door de anti-creationistische website TalkOrigins, daar heeft Mark Isaak ook een artikel met ‘vloedmythen’ samengesteld.27 De vloedverhalen zijn gerangschikt per (sub-)continent en taal. Van den Heuvel heeft er naar gestreefd om van elke versie de originele taal én één moderne Engelse vertaling op te nemen. De titels van de vloedverhalen zijn vaak door Van den Heuvel zelf bedacht. Deze titels zijn ontstaan na een eerste verkennende lezing en kunnen nog gewijzigd worden na een diepgaande studie. Van den Heuvel neemt niet alleen vloedverhalen op in de database, maar ook ‘fragmenten en voorbijkomende verwijzingen die nauwelijks als een ‘verhaal’ kunnen worden gekwalificeerd’. De promovendus noemt het daarom in zijn introductie ‘onverstandig om de verhalen op te tellen en zo een telling te geven van hoeveel zondvloedverhalen een bepaalde regio of continent heeft’.28
Ten slotte
Voor het eindresultaat zullen we nog even geduld moeten hebben. We wensen de promovendus veel kennis en wijsheid, maar bovenal Gods zegen toe bij zijn promotieonderzoek. Van den Heuvel is overigens niet de enige die zich met vloedverhalen bezighoudt. Van Nick Liguori verscheen in 2021 het boek ‘Echoes of Ararat’, met vloedverhalen uit Noord- en Zuid-Amerika.29 Op dit moment werkt Liguori aan het tweede deel, met vloedverhalen uit Oost-Azië en Oceanië. Liguori hoopt dat dit deel in het voorjaar van 2025 zal verschijnen.
Voetnoten
Dr. G.W.S. Mulder heeft, met zijn proefschrift, de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit niet geschonden
Vandaag is het precies een jaar geleden dat dr. G.W.S. Mulder promoveerde op het proefschrift ‘Tussen tekst en toepassing: Onderzoek naar het tijdbetrokken element in de Homiletiek van Gereformeerde Piëtisten in de Nederlanden 1600-1800’. Begin dit jaar was er commotie ontstaan over dit proefschrift. Dr. G.A. van den Brink gaf aan dat hij het proefschrift ‘ondeugdelijk en onwetenschappelijk’ vond, mede vanwege het, in zijn ogen, sterk ondermaatse gebruik van het Latijn. Daarop nam de onderzoekscommissie van de Vrije Universiteit (VU) het proefschrift onder de loep. Uit een persverklaring gegeven door één van de promotoren, prof. dr. W. van Vlastuin, blijkt dat deze beschuldiging van dr. Van den Brink ongegrond is verklaard. De Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening is door het werk van dr. Mulder niet geschonden.30
Volgens de Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI) van de VU heeft dr. Mulder zich ‘niet schuldig (…) gemaakt aan een schending van de wetenschappelijke integriteit’. In de persverklaring laat de promotor weten dat de klachten nauwkeurig gewogen en minutieus getoetst zijn, maar dat de bezwaren van dr. Van den Brink ongegrond zijn verklaard. Er is eveneens geen sprake van plagiaat. De studie voldoet aan de basisvoorwaarden voor Wetenschappelijke Integriteit. In de persverklaring wordt aangegeven dat het ‘goed [is] dat er duidelijkheid is gekomen over de geuite klachten en vooral dat zijn blazoen is gezuiverd’. In de persverklaring geeft dr. Mulder aan ‘blij’ te zijn ‘met de gemotiveerde beslissing van de VU’. Dr. Van den Brink geeft in de persverklaring aan dat het voor hem ‘een geruststelling’ is, nu blijkt dat de wetenschappelijke integriteit niet in het geding is. Prof. Van Vlastuin geeft aan dat dr. Van den Brink ‘achteraf spijt’ heeft dat hij de kritiek via Refoweb heeft gegeven. Procedureel en inhoudelijk had hij dat niet op deze manier moeten doen. Van den Brink was niet de enige die een klacht tegen het proefschrift had ingediend, ook een theologiestudente (die anoniem wil blijven) was het oneens met het proefschrift. Zij noemt het tegenover het Nederlands Dagblad ‘zuur’ dat ze ‘in het ongelijk’ is ‘gesteld’. Ze geeft aan dat ze op dit moment de uitslag zal moeten respecteren, maar bezint zich erop of ze in hoger beroep zal gaan. Dan moet zij zich binnen zes weken wenden tot het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) voor een nader advies. Prof. Van Vlastuin verwacht niet dat er in hoger beroep wordt gegaan door de klager of de beklaagde. De uitslag is goed nieuws voor de promovendus en de promotoren.
‘Is het niet vreemd is dat de promotor zelf met een persverklaring naar buiten komt?’, zo vraagt een journalist van het Nederlands Dagblad. Nee, zegt Cassandra Appelman de persvoorlichter van de VU. Onderzoeken naar wetenschappelijke integriteit zijn altijd besloten. Betrokken kunnen en mogen wel kiezen voor ruchtbaarheid. Van Vlastuin, meende, desgevraagd dat het goed was om de beeldvorming te corrigeren. Hoe zit het met de kritiek op de kennis van het Latijn van dr. Mulder? Mulder heeft een gymnasiumopleiding Latijn. Van Vlastuin: ‘Als hij een samenvatting geeft van een boek in die taal, is hij niet verplicht die te voorzien van voetnoten’. Overigens had ds. A.J.T. Ruis, via Linkedin al eerder aangegeven dat het slecht gebruik van Latijn erg meevalt.31 Dat blijkt nu inderdaad zo te zijn.32
Voetnoten
Replica van de Ark van Noach, gebouwd door Johan Huibers, te zien via Google Maps
Sommigen vragen zich af waar de replica van de Ark van Noach, gebouwd door Johan Huibers, precies voor anker ligt. Hij ligt aan de kade van privéterrein aan de Van Utrechtweg, te Krimpen aan den IJssel. Het industrieterrein waar de replica ligt heet ‘De Stormpolder’. Via Google Maps is ook te zien waar deze replica ligt. Hieronder wat screenshots van de locatie van deze replica.