Home » Nieuws
Categorie archieven: Nieuws
Bewijsvoering voor een Toengoeska-achtige explosie bij Sodom veel te mager, wetenschappelijke paper ongeldig verklaard
In 2021 werd er een paper gepubliceerd in Scientific Reports van het toonaangevende tijdschrift Nature. De onderzoekers meenden dat de explosie van een hemellichaam vlak boven de aarde (zoals bij Toengoeska in Siberië gebeurde) de steden Sodom en Gomorra heeft vernietigd. De explosie bij Toengoeska legde in 1908 zo’n 2.000 vierkante kilometer bos plat en de schok was op meer dan 200 kilometer afstand te voelen. Zo zouden de steden Sodom, Gomorra, Adama en Zeboïm ook zijn verwoest. Tenminste, volgens de onderzoekers. Na publicatie van het wetenschappelijke artikel ondervonden zij veel weerstand tegen dit idee en meer nog tegen de paper. Tot teleurstelling van de onderzoekers is de paper deze week officieel ‘retracted’ (teruggetrokken en door Scientific Reports ongeldig verklaard).1
De gedachte dat Tall el-Hammam Sodom zou zijn is al veel ouder dan de paper. Dr. Steven Collins schreef hier bijvoorbeeld over in zijn boek ‘Discovering the City of Sodom’ (2016). Sindsdien komen we deze gedachte vaker tegen. Bijbelgetrouwe oudtestamentici, historici en archeologen, zoals dr. Mart-Jan Paul, dr. Jan Pieter van der Giessen en dr. Peter van der Veen, zijn kritisch op deze gedachte. De steden zouden, volgens hen, veel zuidelijker hebben gelegen en, bovendien, wordt de verwoesting van de genoemde steden in een andere tijd dan Collins geplaatst.2 Nu dus ook tegengestelde gedachten uit onverwachte, naturalistische, hoek.
Het is bijzonder dat een naturalistische paper verwijst naar een Bijbelse gebeurtenis. In die zin is het mooi dat de onderzoekers dit oorspronkelijk gepubliceerd hebben gekregen in Scientific Reports.3 Verstandig is dan om voorzichtig en gedegen te werk te gaan. Wilde speculatie gooit, als het goed is, geen hoge ogen in een dergelijk tijdschrift. Het wetenschappelijke artikel ondervond daarom ook veel kritiek. Twee herschrijvingen door de onderzoekers mochten niet baten. Gisteren (24 april 2025) werd de paper officieel ongeldig verklaard. De verdediging dat het hier zou gaan om explosie van een object uit de ruimte (zoals bij Toengoeska) is volgens de editors niet goed onderbouwd. Bovendien zijn door andere geleerden fouten vermeld in de methodologie, de analyse en interpretatie van mineralogische en geochemische gegevens en hebben de oorspronkelijke onderzoekers de impact van een dergelijke ontploffing overschat. Er zou zelfs sprake zijn geweest van beeldmanipulatie. De editors hebben daarom geen vertrouwen in de betrouwbaarheid van de door de onderzoekers gepresenteerde conclusies. Een deel van de auteurs is het oneens met de intrekking, een deel van de auteurs heeft niet gereageerd op het verzoek om commentaar. Het artikel is nog wel te raadplegen via de website van Scientific Reports, maar in dikgedrukte letters staat nu op elke bladzijde diagonaal ‘Retracted Article’, hierdoor is niet alles meer te lezen.4 Dat wil overigens nog niet direct zeggen dat een explosie zoals bij Toengoeska hier niet kan hebben plaatsgehad, maar wel dat de huidige bewijsvoering daarvoor erg pover zo niet onjuist is.5
Voetnoten
De arme man en de rijke Lazarus
Er is veel gebeurd de afgelopen tijd in ons gezinsleven. Afgelopen woensdag moest ik, met behulp van de ambulance, worden opgenomen in het ziekenhuis RadboudUMC (Nijmegen). Het hart sloeg op hol en ICD shocks plus extra medicijnen moesten, als middel in Gods hand, worden aangewend om ‘op de been’ te blijven. De Heere wilde deze middelen, onverdiend en ongedacht, tot hiertoe nog zegenen. Wanneer de dood in ogen wordt gekeken blijft er alleen een zucht naar Boven over. Vorige week zondag hadden we, in de Gereformeerde Gemeente, een preek over de lofzang in tijden van verdrukking en ellende. De woorden van de psalmdichter zongen mee in het hart, zondag niet beseffend dat ze déze impact zouden hebben. Maar de rest van de week wel nagalmend in het ‘hart’:
“Maar de HEER zal uitkomst geven,
Hij, die ’s daags Zijn gunst gebiedt;
‘k Zal in dit vertrouwen leven,
En dat melden in mijn lied;
‘k Zal Zijn lof zelfs in den nacht
Zingen, daar ik Hem verwacht;
En mijn hart, wat mij moog’ treffen,
Tot den God mijns levens heffen.“
Wachtend op een donorhart, maar wat als dit donorhart niet op tijd komt? We mogen de middelen gebruiken, maar wat als onze verwachtingen alléén daar liggen. Dan is dat arm en alles tekort (2 Koningen 1:3)! Beter is (als een) Lazarus! De betekenis van die naam is ‘God heeft geholpen‘ of ‘God helpt’. Alleen de Heere kan ons redden. Als het nu sterven was geworden? Wat dan? Ben ik/Bent u bereid voor de grote Godsontmoeting? “Gij dan, zijt ook bereid; want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen.” Vanmorgen beluisterde ondergetekende een preek van dr. C.P. de Boer (CGK) naar aanleiding van een aangrijpende en waarschuwende gelijkenis (Lukas 16). Het ging over de rijke man en de arme Lazarus. Uiteindelijk veelmeer de arme man en de rijke Lazarus. De arme man (die door zijn aardse goederen alle dag vrolijk en prachtig leefde) sloeg zijn ogen op aanwezig in de hel. Geldt dat ook ons? Of zijn we als die rijke Lazarus? Hij was arm en ellendig op aarde, máár van de engelen gedragen in Abrahams schoot (voor eeuwig bij de Heere). Dát kan alleen als we getrokken zijn/worden uit de duisternis, en overgezet zijn/worden tot dat wonderbare Licht. Buiten Jezus is géén leven, maar eeuwig zielsverderf.6 “Mijn ziele, doorziet gij uw lot? Hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God?“7 Geef daar maar antwoord op tussen de Heere en uw ziel! Vrome woorden wegen niets in het Goddelijke gericht en (alleen) lippentaal zal Hem niet behagen, het komt op het hart aan.
Voetnoten
COLUMN: Een gehackt ‘X’-account
Rustig en bedaard beklom hij de preekstoel. Boven gekomen sloot hij het deurtje. Hij keek even rond, een kerk vol jongeren (met hun ouders), wat zal ik ze meegeven zo aan het begin van dit cursusjaar? In de kerk zat een jongen, diep weggedoken in de kraag van zijn jas. Schijnbaar onverschillig. Zo van: ‘Moet dat nou zo’n jaaropening?’ Maar toch met gespitste oren, wat gaat er komen? De predikant bladerde wat in de grote kanselbijbel en begon te lezen: ‘Vergadert u geen schatten op de aarde, waar ze de mot en de roest verderft, en waar de dieven doorgraven en stelen; Maar vergadert u schatten in den hemel, waar ze noch mot noch roest verderft, en waar de dieven niet doorgraven noch stelen; Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn’ (Mattheüs 6:19-21, SV). De woorden echoden na in het hoofd van de jongen, toen (nog) niet beseffend dat je óók digitale schatten kunt vergaderen, waar je het hart op kunt zetten en waar dieven ook kunnen doorgraven en stelen.
De bovenstaande situatie kwam vanmorgen weer op het netvlies. Gisteren werd duidelijk dat mijn account op ‘X’ is gehackt. Een mail werd ontvangen waarin duidelijk werd dat het mailadres achter het account gewijzigd is, waardoor ik nu geen toegang meer heb tot mijn account. Het support-team van ‘X’ heeft kennelijk meer te doen en zelfs na drie keer hen op te roepen er toch wat aan te doen blijft het, na een eerste automatische mail die beantwoord moest worden, stil. Een account op ‘X’ of de andere socials. Stiekem toch een digitale schat geworden die gekoesterd moet worden? Maar waar ook het gevaar bestaat dat dieven die doorgraven en bestelen? De gelezen woorden door ds. J. Roos (GGiN) gelden nog steeds: Waar uw (digitale) schat is daar zal ook uw (geestelijke) hart zijn. Gisterenavond hadden we in onze gemeente (GG) de afsluiting van het catechisatieseizoen. Het ging over het gevaar van videostreamingdiensten en de invloed daarvan op onze jongeren. Het gevolg van al die digitale afleidingen (zo niet verleidingen)? Een brokkelbrein en nog grotere geestelijke gevolgen. Want waar uw digitale schat is, daar zal ook uw geestelijke hart zijn. De les van de digitale wereld: alles wat je dacht te hebben, zal een zeepbel blijken te zijn die zomaar van je afgepakt kan worden.
Ja maar, je kunt er toch ook goede dingen mee doen? Zeker! Vrijwel iedere dag, behalve zondag, deelde ik één of meerdere artikelen over Gods werkelijkheid en het debat over geloof, apologetiek en wetenschap. Daar ontstaan weer gesprekken uit die soms nuttig, soms fel en beschuldigend, zijn. Iedere keer hopend en biddend dat de Heere dat ‘slijk’ zou mogen gebruiken. Maar eerlijkheidshalve soms ook menend zelf iets op te kunnen bouwen (een raamwerk). Nu is het ‘X’-account echter gehackt. Op zichzelf is dat niet erg. Eén van de socials (gedwongen) loslaten is juist positief. Want heb ik het niet, ongemerkt, tot digitale schat verheven? Gisteren leek het alleen bij een hack te blijven. Maar vanmorgen werd ik gebeld door meerdere kennissen: je account is gehackt en iemand deelt allerlei vieze plaatjes. Via een andere account heb ik het ook met eigen ogen gezien: de goddeloosheid spat ervan af. Schunnig, grof, seksueel. Eens te meer is te zien dat ook de digitale wereld één grote geestelijke strijd is. Gisterenavond opende onze predikant met het lezen van Éfeze 6, over de geestelijke boosheden in de lucht en de geestelijke wapenrusting Gods. Uit onszelf gaan we die strijd, tegen de geestelijke boosheden, verliezen. We moeten daarom allereerst naar Boven kijken! ‘In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen’ (Johannes 16:33, SV).
Toen ik gisterenavond thuiskwam van de gemeenteavond las ik een kinderboekje over Maarten Luther. In 1546 werd het sterven voor deze bedelaar. Zacht kwamen deze woorden van zijn stervende lippen: ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige hebbe’ (Johannes 3:16, SV). ‘Maar vergadert u schatten in den hemel, waar ze noch mot noch roest verderft, en waar de dieven niet doorgraven noch stelen’. We hoeven niet bij de pakken neer te zitten en het delen van pornografisch en ander goddeloos materiaal via wat voor een ‘X’-account dan ook moet (direct) stoppen. Gebed gevraagd in die strijd tegen deze geestelijke boosheden in de lucht. Wat moet er met die hacker gebeuren? Moest vanmorgen veel denken aan Die Lijdende Borg en Zaligmaker. Hij werd aan het kruis genageld en bad: ‘Vader, vergeef het hun; want zij weten niet, wat zij doen’. Dat we dat, door genade, met Stefanus mogen nastamelen. Op een dag wordt het sterven, dan zullen de socials of andere digitale middelen ons niet kunnen redden van een gewis verderf. Ze zullen zelfs tegen ons getuigen. Vergader dáárom geen digitale schatten op aarde, waar hackers ze kunnen doorgraven en stelen. Maar vergadert u geestelijke schatten in de hemel, waar de hacker niet bij kan. ‘Gij, HEER, alleen, Gij zijt Verwinnaar in den strijd, En geeft Uw volk den zegen’ (Psalm 3:4, ber. 1773).
Geoscience Research Institute (GRI) breidt uit met twee nieuwe ‘branche offices’ – Nu ook professioneel onderzoek naar Intelligent Design en zondvloedgeologie in Rusland en Nigeria
Geoscience Research Institute (GRI) breidt zich uit met twee nieuwe ‘branch offices’: in Rusland en Nigeria. GRI staat bekend om haar gedegen creationistische onderzoek naar Intelligent Design en zondvloedgeologie. In plaats van een ‘lange halen snel thuis’-benadering kiezen geleerden die zich verbonden weten aan GRI voor een ‘liever langer luisteren’-benadering. Het kan daarom zo zijn dat wetenschappers die betrokken zijn bij dit instituut twintig jaar aan hetzelfde onderwerp werken: denk bijvoorbeeld aan het onderzoek rond de walvissen van de Pisco Formatie. Hoewel GRI in haar basis een organisatie voor zevendedagsadventisten is, menen we dat hun wetenschappelijk werk zeer bruikbaar is voor allen die het klassieke scheppingsgeloof belijden. We hopen daarom dat de natuurkundige uit Rusland en de geoloog uit Nigeria hun steentje zullen bijdragen in de verdere uitwerking van het scheppingsparadigma.

Geoscience Research Institute (GRI)
Geoscience Research Institute (GRI) heeft haar hoofdkwartier in Amerika, Loma Linda California. Veel wetenschappers die zich verbonden weten aan GRI hebben daarom ook een academische graad behaald aan de Loma Linda University. Deze universiteit staat al sinds het bestaan van de geologische faculteit bekend om haar gedegen onderzoek naar de zogenoemde zondvloedgeologie. Niet voor niets bezochten de doctoraalstudenten drs. Tom Zoutewelle en drs. Arjen van der Wolf in de jaren negentig deze universiteit.8 Ook hun viel het verschil op tussen de wetenschappelijke benadering van GRI (en Loma Linda University) enerzijds en ICR anderzijds. Gelukkig hebben veel creationistische universiteiten in Amerika de gedegen werkwijze van GRI overgenomen.9 Dat maakt een instituut uiteraard niet onfeilbaar en net als alle andere instellingen (of ze nu creationistisch of naturalistisch zijn), is een kritisch-wetenschappelijke houding ook hier verstandig. De directeur van GRI is sedimentoloog dr. Ronny Nalin. Aan het hoofdkwartier van GRI zijn ook fysicus dr. Benjamin L. Clausen, paleontoloog dr. Raúl Esperante, geoloog dr. Lance Pompe en de biologen dr. Tim Standish en dr. L. James Gibson verbonden. Verder kent GRI nu dus vijf ‘branch offices’: Euro-Asia, Europe, Interamerica, West-Central Africa en South America. Euro-Asia (Rusland) wordt vertegenwoordigd door fysicus dr. Aleksei Popov. Europe (Spanje) wordt vertegenwoordigd door marien bioloog en ecoloog dr. Noemí Durán. Interamerica (Mexico) wordt vertegenwoordigd door geoloog dr. Luciano U. González Olivares. West-Central Africa (Nigeria) wordt vertegenwoordigd door geoloog dr. Oluwole Ayinde Oyedeji. Tenslotte wordt South America (Brazilië) vertegenwoordigd door chemicus dr. Francislê Neri de Souza. Naast deze ‘branches’ zijn er in verschillende landen ook nog elf ‘resource centers’ op Adventistische universiteitscampussen. Op de website van GRI staan veel informatieve artikelen, die ook voor Europese wetenschappers interessant zijn. Denk bijvoorbeeld aan het artikel over de Solnhofen Lagerstätte.10 Het webadres is www.grisda.org.
Nieuws
Op 26 februari 2025 besloot het operationele comité van GRI tot uitbreiding van twee dependances en twee resourcecentra. De centra moeten de wereldwijde betrokkenheid in het debat tussen geloof en wetenschap vergroten. De nieuwe Euro-Aziatische divisie is gevestigd op de Zaoksky Adventist University in Rusland. Kernfysicus dr. Aleksei Popov gaat leiding geven aan deze divisie. De West-Centraal Afrikaanse divisie is gevestigd aan de Babcock University in Nigeria. Geoloog dr. Oluwole Oyedeji gaat leiding geven aan deze divisie. “De academische achtergrond van de directeuren stelt hen in staat onderzoek en onderwijs te coördineren over onderwerpen zoals onze schepping en oorsprong.” Uiteraard moeten de centra allereerst dienen ter ondersteuning van het kerkgenootschap van de zevendedagsadventisten. Dit blijkt ook uit een gesprek met dr. Ronny Nalin. Hij zei: “De oprichting van nieuwe GRI-bijkantoren en resourcecentra is een waardevolle en strategische stap in het uitbreiden van het bereik van onze boodschap over de schepping en de aardgeschiedenis. Het was een genoegen om samen te werken met de leiders van ESD en WAD en vertegenwoordigers van de twee universiteiten om hun visie tot leven te brengen. Het grotere doel is om professionele netwerken te versterken, meer academische expertise te benutten, effectieve docenten toe te rusten en middelen en focus te bieden voor dit belangrijke aspect van de Adventistische boodschap.” En hoewel GRI uitgaat van het kerkgenootschap der zevendagsadventisten, hoeven we het kind niet met het badwater weg te doen. Het is een karikatuur, en daarmee faliekant onjuist, te stellen dat de theologie en wetenschapsfilosofie achter het zogenoemde jongeaardecreationisme voortkomt uit dit kerkgenootschap. Dit karikatuurbeeld moet ons echter niet weerhouden van de uitvoering van het motto ‘samenwerken waar kan, distantie waar moet’. Onderzoek dat het scheppingsparadigma, wat voortkomt vanuit het klassieke scheppingsgeloof, versterkt is altijd welkom! Op dit punt samenwerken is daarom zeer nuttig en effectief.11
Voetnoten
Kan de replica van de Ark van Noach wel door de Zeesluis IJmuiden? – Wim Beelen nodigt Femke Halsema (burgemeester van Amsterdam) uit om samen met hem het vaartuig te verwelkomen
Onlangs werd bekend dat Wim Beelen, eigenaar van Larendael, de replica van de Ark van Noach (gebouwd door Johan Huibers) gaat inzetten voor zijn Dutch SuperYacht Tech Campus.12 De miljonair is vastbesloten het vaartuig naar Amsterdam te halen. De gemeente Amsterdam ligt, in zijn ogen, dwars bij de realisatie van zijn plannen voor het voormalig ADM-terrein. Zal deze replica voor Beelen de weg banen om tot verzoening te komen met de gemeente? De ontwikkelaar meent van wel.13
Sluizen
In een persoonlijk onderhoud met de burgemeester van Amsterdam, drs. Femke Halsema, werd door haar de vraag gesteld of de replica van de Ark wel door de sluizen bij IJmuiden kan. Deze vraag is relevant omdat Beelen plannen heeft de replica via de Noordzee naar Amsterdam te brengen. Beelen is zelf bij de sluizen gaan kijken en meent in een recente video via zijn LinkedIn-pagina dat dit ruimschoots mogelijk is. Hij verwijt de burgemeester in de video, dát niet te weten. Als de sluizen zijn uitgebreid voor kolenboten en cruiseschepen, dan moet de replica er zeker door kunnen. Wie de afmetingen van de verschillende sluizen bij IJmuiden tot zich neemt én dit vergelijkt met de afmetingen van de replica van de Ark van Noach ziet dat dit ruim moet passen. De Zeesluis is 500 meter lang, 70 meter breed en 18 meter diep. De Noordersluis is 400 meter lang, 50 meter breed en 15 meter diep.14 De replica van de Ark is 122 meter lang en 29 meter breed.15 Wat de diepgang is van deze replica is niet openbaar bekend, maar het zal vast ruim onder de 15 meter blijven. Zo past de replica vrij gemakkelijk in de twee sluizen bij IJmuiden. Wanneer de daadwerkelijke Ark van Noach nog zou hebben bestaan, dan zou dit houten vaartuig, met 300 el lengte en 50 el breedte (Genesis 6:15), ook gemakkelijk in de Zeesluis hebben gepast. Zélfs als je met de Bijbelse el rekent als één meter, wat zeer ongebruikelijk is.
Oproep
Op 8 maart 2025 was het een historische dag voor de Rooms-Katholieke gemeenschap van Amsterdam. De Nicolaaskerk werd, vanwege een bepaling van Paus Franciscus, verheven tot co-kathedraal. In de nieuwe kathedraal nam mgr. Jan Hendriks, bisschop van Haarlem-Amsterdam, zijn hoofdstedelijke zetel in bezit.16 Tot verdriet van de Rooms-Katholieke Amsterdammers blaakte burgemeester Halsema in afwezigheid.17 Wel feliciteerde de burgemeester het kerkbestuur door middel van een brief.18 Wim Beelen is ook niet te spreken over deze gang van zaken. Hij schrijft: “Geen prioriteit? Geen interesse? Of gewoon een bewuste minachting voor een groot deel van de stad?” Maar de ondernemer geeft de burgemeester een tweede kans. Door middel van een video nodigt hij haar uit om, samen met hem, de replica van de Ark van Noach in IJmuiden te verwelkomen. “We gaan dan niet met een directieboot naar Amsterdam, maar we stappen op de boot bij de ark en we leveren de ark samen af in Amsterdam op het ADM. De eerste klant van het ADM, Femke, hoe mooi is dat, hoe bijzonder!” Beelen ziet de replica als symbool van verbinding. Immers, de ark is binnen elke religie en cultuur op dezelfde wijze bekend. Zeker voor Amsterdam, met zoveel culturen en religies, zou dat daarom verbindend moeten werken.19 Of wil het gemeentebestuur van Amsterdam de ark tegenhouden? Beelen stelt voor om samen een nieuw begin te maken, niet alleen in woorden maar ook in daden. “Dat we iets moois gaan beginnen, vanaf dat punt. En dat 750 jaar Amsterdam start met een heel mooi iets en een mooi symbool. Dat alle ellende op het ADM van de afgelopen vijf en dertig jaar vergeten kan worden. Na iets moois wat we gezamenlijk doen.”20 Zou Halsema op deze uitnodiging ingaan? De tijd zal het leren!
Voetnoten
‘Wellicht leidt dit boek tot antwoorden op astrobiologische levensvragen’ – Poolse ID-denktank ‘En Arche’ brengt vertaling ‘The Design Inference’ uit
Al eeuwen lang wordt er in Europa nagedacht hoe Intelligent Design waarneembaar is in de natuur. Tegenwoordig zit de grootste denktank voor Intelligent Design in Amerika (Discovery Institute). Jaren geleden werd er vanuit deze Amerikaanse denktank een boek uitgegeven ‘The Design Inference’. Het betrof een bewerking van het proefschrift van dr. William Dembski. Vijfentwintig jaar later verscheen een volledig herziene versie van dit werk, dit keer met co-auteur dr. Winston Ewert.21 Deze week werd bekend dat de Poolse En Arche Foundation het boek naar hun eigen taal vertaald hebben. Het boek is onderdeel van de serie ‘Inteligentny Projekt’, waarin boeken van Meyer, Behe, Wells, maar ook van Poolse wetenschappers een plaats hebben.
Dr. Grzegorz Malec, voorzitter van En Arche, heeft een korte toelichting bij de vertaling geschreven aan de website Evolution News & Views.22 De vertaling is verzorgd door Dariusz Sagan. Sagan heeft zich nauwkeurig verdiept in de methodologische en filosofische aspecten van ID. Malec memoreert in de brief dat het boek niet kon worden gepubliceerd zonder inspanningen van de En Arche Foundation. Deze stichting, die opgericht is in 2018, heeft sindsdien al tientallen ID-boeken vertaald en uitgegeven. De website van En Arche bevat overigens ook artikelen over ID.24
Ook in Polen klinkt geregeld de kritiek dat ID valt onder pseudowetenschap. ID kan, volgens critici, niet als volwaardige natuurwetenschap meedoen omdat het geen wetenschappelijke methode gebruikt om ontwerp te detecteren. Volgens dr. Malec zou de nieuwe versie van ‘The Design Inference’ hier een gamechanger kunnen zijn. De Poolse geleerde meent dat Dembski en Ewert erin geslaagd zijn een gulden middenweg te vinden. Een middenweg tussen al te academisch en te populistisch.
De Poolse denktank voor ID stuurde het boek naar dr. Grzegorz Slowik, als onderzoeks- en technisch specialist aan het Instytut Inzynierii Materialowej i Biomedycznej van de Uniwersytet Zielonogórski.25 Slowik verdiept zich veel in het vak astrobiologie. Malec had verwacht dat Slowik ‘gehakt’ van het boek zou maken, maar niets is minder waar. De astrobioloog schreef zelfs een aanbeveling. Op de achterflap van de Poolse uitgave schrijft hij het volgende (hieronder geciteerd en vertaald naar het Nederlands).
“Het boek ‘Wnioskowanie o projekcie’ (letterlijk: Redeneren over ontwerp) van William A. Dembski en Winston Ewert is een uiterst waardevolle bijdrage aan de methodologie voor het detecteren van ontwerp. De in dit boek aan de lezers gepresenteerde methodologie, die wiskundig en logisch rigoureus is, bevat een nauwkeurig instrument voor dit doel: namelijk de verklarende filter. Deze kan – gebaseerd op het concept van gespecificeerde complexiteit – met succes worden toegepast op vele belangrijke onderzoeksgebieden. De auteurs laten zien dat op basis van kleine waarschijnlijkheden de hypothese van toeval kan worden uitgesloten. Het door Dembski en Ewert geconstrueerde instrument kan baanbrekend worden, bijvoorbeeld in astrobiologisch onderzoek. Misschien leidt dit ons naar antwoorden op een reeks van de belangrijkste vragen: Waar komen we vandaan?, Wie zijn we? en Waar gaan we naartoe?”
Dankzij En Arche worden nu opnieuw Poolse academici en geïnteresseerde leken bereikt met het wetenschappelijke concept van Intelligent Design. Uiteraard zal dat kritische reacties opleveren, maar laat het debat maar gevoerd worden. In Nederland is het originele boek, de herziene versie van The Design Inference, ook opgemerkt. Naast bovengenoemde aandacht op ‘Oorsprong’ verscheen in het laatste 2024-nummer van Radix een verrassend positieve recensie. Verrassend positief omdat de auteur, drs. Ard Tamminga, zich eerder kritisch heeft uitgelaten over ID.26 Hoewel hij zijn reserves blijft houden, meent hij dat ‘de tweede deditie van The Design Inference een tour de force’ is ‘en zeer de moeite waard om te lezen’.27 Of er, net als in Polen, een vertaling komt in onze moedertaal, waag ik te betwijfelen. Maar als een uitgever zich daarvoor meldt, dan zullen we daar, zo de Heere wil en wij leven zullen, zeker aandacht aan besteden.
Voetnoten
Werkstraf voor vrouw die Asjera-beeldjes vernielde: “Eer om straf te dragen”
Harriët Tom (83) uit Enschede wist wat ze deed: uit overtuiging vernielde ze honderden Asjera-beeldjes in het Bijbels Museum. Een geloofsdaad, vindt ze zelf. Een strafbaar feit, stelt het OM. Maandag legde de rechter haar een werkstraf op.

Bezoekers van het Bijbels Museum in Maarssen weten in september 2023 niet wat ze zien. Een fragiele vrouw, hoogbejaard maar vastberaden, loopt doelgericht naar de rijen met duizenden beeldjes van Asjera. Terwijl omstanders met verbazing toekijken, heft ze haar voet en brengt die met kracht neer op een van de afgodsbeeldjes. Het barst in stukken. Tien, twintig, dertig beeldjes volgen. De zaal verstilt. Is het een onderdeel van de tentoonstelling? Wat moeten ze hiervan denken? Maar de vrouw, Harriët Tom, 81 jaar oud, gaat stoïcijns verder.
Een daad uit overtuiging
Het kunstwerk, onderdeel van de expositie ‘Asjera’s terugkeer’ van kunstenares Marieke Ploeg, beoogde een dialoog op gang te brengen over Godsbeelden in de Bijbel en de manier waarop archeologische vondsten en buitenbijbelse bronnen het beeld van Asjera als de vrouwelijke wederhelft van Jahweh nieuw leven inblazen. Bezoekers mochten een beeldje mee naar huis nemen, mits ze het in huis een plekje zouden geven. Het Bijbels Museum wilde bezoekers laten nadenken over hun eigen geloof en tradities.
Maar voor Tom was er niets om over na te denken. Binnen zag ze 60-plussers ‘een geweldige dag hebben’, vertelt ze tegen de Twentse krant Tubantia. “Mannen en vrouwen gingen opgewekt met zo’n Asjerabeeldje naar huis. Als schapen zonder herder. Het deed me zoveel pijn. Ik moest ze wakker schudden.” Dit was afgoderij, vond ze, en de Bijbel is daar volstrekt helder over. Een medewerker van het museum snelt toe en grijpt haar bij de arm. Tom kijkt op en spreekt slechts enkele woorden: “Er is maar één God, dat is Jahweh.” Niet veel later arriveert de politie. Tom wordt meegenomen naar het bureau, waar ze enkele uren in een cel doorbrengt voordat ze naar huis mag. Maar haar daad heeft gevolgen. Maanden later (24 februari) moet ze zich verantwoorden voor de rechtbank.
Tom, aangesloten bij een evangelische gemeente in Enschede, heeft geen advocaat meegenomen. “Ik wil zelf duidelijk maken waarom ik dit heb gedaan”, zegt ze. “Mag ik dat staande doen?” Ze legt uit dat ze de expositie als heiligschennis ziet. Jezus Christus is het beeld van God, Asjera is een afgod die verwijderd moest worden. Zoals de kunstenares een statement wilde maken, wilde ik dat óók doen. Ik heb Asjera onder de voet gelopen.” Dat de Nederlandse wet haar veroordeelt, begrijpt ze. “Ik vind het een eer om mijn straf te dragen. Al ga ik de gevangenis in.”
Van zendeling naar activiste
Wie is deze vrouw, die op haar leeftijd nog bereid is de cel in te gaan voor haar geloof? In een podcast met Joop van der Elst vertelt Tom over haar achtergrond. Ze groeide op in een christelijk gezin, maar vond pas als 25-jarige haar weg naar Jezus. “Ik was als een koude, ongekookte aardappel waar je jus overheen gooit”, zegt ze. Pas toen ze Jezus niet alleen als Verlosser, maar ook als Heer aannam, voelde ze zich bevrijd.
Vanaf dat moment leefde ze voor haar geloof. Ze gaf haar spaargeld uit aan bijbels voor China, en op haar 39ste liet ze alles achter om 28 jaar als zendelinge te werken in verschillende landen zoals Pakistan en Afghanistan. “Je weet dat Hij erbij is en voor je zorgt”, vertelt ze. “Ik heb nooit gepreekt, maar emmers liefde uit kunnen gieten.”
Evangeliseren in die landen was gevaarlijk. In veel islamitische culturen geldt de doodstraf voor afvalligen. Toch vond Tom een manier. “Ik was de enige blanke in de omgeving. Mensen dachten dat ik medicijnen had voor zieke kinderen, maar ik had niets. Dan zei ik: “Ik kan wel voor je kindje bidden in Jezus’ naam. En dat mocht: altijd.”
Rechtszaak en rechtvaardiging
De rechter luistert aandachtig naar de woorden van Tom, maar blijft kritisch. “In het Nieuwe Testament word je juist opgeroepen om te spreken met woorden”, zegt hij. “Waarom ging u niet buiten staan met een bord, waarom belde u de kunstenares niet op?” Te weinig tijd, zegt Tom. “Twee dagen later was de tentoonstelling afgelopen.” En de telefoon pakken? “Daar heb ik niet aan gedacht.” Ze moest bovendien een daad stellen en “daarom ben ik blij dat het overal op het nieuws geweest is”. “U kon ook denken: ik laat het over aan God”, zegt de rechter. “Het wordt toch een chaos als iedereen op basis van een eigen godsbeeld gaat vernielen? Dat kan niet in een samenleving waarin we met meer religies naast elkaar moeten leven.”
Kunstenares
Ook kunstenares Marieke Ploeg en het Bijbels Museum komen aan het woord. Zij vinden het belangrijk dat Harriët Tom veroordeeld wordt. “Er moet ruimte in onze samenleving zijn voor ieders geloofsopvatting, óók die van mevrouw Tom”, zegt Ploeg. Ze vertelt hoe ze de eerste tijd na het incident bang geweest is, voor mensen zoals Harriët Tom die haar atelier binnen zouden stormen en nog meer beeldjes zouden vernielen. Voor immateriële schade vraagt ze daarom het symbolische bedrag van één euro. Voor de schade aan de beeldjes vraagt ze tien euro, per kapot beeldje. Volgens haar zijn er zo’n 300 vernield, terwijl Tom spreekt van circa vijftig. Ook wil ze proceskosten – die ze inschat op duizend euro – vergoed zien.
Uitspraak
De officier van justitie eist een geldboete van 550 euro en een schadevergoeding van 500 euro. Materiële schade wordt vergoed door de verzekeraar. En voor immateriële schade zijn hele hoge eisen om dit te kunnen bewijzen, licht ze toe. “Wat vindt u daarvan?”, vraagt de rechter. “Ik kan ermee leven”, zegt Tom. “Ik ben blij dat ik hier in Utrecht, het hart van Nederland, deze gelegenheid kreeg.” “Maar heeft u er ook van geleerd?”, vraagt de rechter, “Of zou u het een tweede keer doen?” “Dat niet”, zegt Tom “Ik heb het nu duidelijk gemaakt: voor Asjera is geen plek in Nederland.” Ook de kunstenares is tevreden met de eis. Maar de rechter niet. “Deze geldboete is voor iemand die in een opwelling de tv van zijn ex-partner kapot slaat”, licht hij toe. “Deze daad gebeurde echter willens en wetens.” Daarom legt de rechter de 83-jarige Tom twintig uur werkstraf op. Ook moet ze duizend euro proceskosten aan de kunstenares betalen.
Einde
De rechtszaak is afgelopen. Vanuit het publiek klinkt een stem: “Meneer de rechter, mag ik u iets vragen? Ik merk uit uw uitspraken dat u zich veel bezighoudt met de Bijbel. Daarin staat het verhaal dat Jezus met een zweep de tempel leeg veegt. Zou u zo iemand veroordelen?” De rechter blijft even stil en antwoordt dan: “Ik denk dat het beter is als ik daar nu geen antwoord op geef.”
Tom oogt opgelucht. “Er is over de hele wereld voor deze zaak gebeden”, zegt ze. Ook de kunstenares is tevreden. “Ik ben blij dat de rechter uitsprak dat het om méér gaat dan alleen een vernieling van een tv. Tenslotte gaat dit om de religieuze ruimte in Nederland die we elkaar gunnen. En dat is ook in het belang van mevrouw Tom.”
Op deze website zijn nog twee achtergrondartikelen te vinden over deze kwestie, van drs. Clements (link) en dr. Paul (link).
Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website CVandaag. Het originele artikel is hier te vinden. Het artikel is ook op de website van journaliste Hendrina de Graaf verschenen (zie hier). U kunt haar op die pagina ook financieel ondersteunen, zodat zij haar belangrijke werk kan blijven doen.
Brand bij de buren – Dr. J.M.D. de Heer bespreekt in een drieluik de ‘brand’ bij de CGK
Er is brand bij de buren! Tenminste, vanuit het perspectief van de GG-predikant en theoloog dr. J.M.D. de Heer. Hij schrijft erover in een drieluik voor De Saambinder. Ds. P.D.J. Buijs (CGK) verwoordde het zo: “Het huis van de Christelijke Gereformeerde Kerken staat in brand. Het lijkt ons niet meer te lukken om die brand te blussen. Wat ons nog rest, is te pogen te redden wat er te redden valt. We moeten constateren, dat we niet in staat zijn gebleken met Gods eigendom om te gaan zoals Hij bedoelt”. Hoe heeft dit kunnen gebeuren en wat kunnen andere kerken, waar het Schriftgezag een hoge plaats heeft, hiervan leren? Immers, ‘als er brand is bij de buren, gaat dat ook ons aan’.
Grote Verlegenheid
Voordat we de serie uit De Saambinder samenvatten eerst enkele zaken vanuit Bewaar het Pand (BhP). Een groot deel van het meest recente nummer (4) ging over deze ‘brand’. Wat opvalt is dat de BhP’ers het niet van mensen verwachten, maar hogerop zien. Dat blijkt uit het persbericht dat verzonden is én dat afgedrukt wordt in het bovengenoemde nummer. ‘Wil mij het ware heilspoor wijzen…’, zo is het gebed. Toch wil BhP ook nog wat zeggen over de situatie: “Ondertussen menen wij dat een getrouw blijven gaan in het spoor van Schrift, belijdenis en kerkorde onze kerken voor deze situatie had kunnen behoeden.” Het volgen van deze weg is niet hetzelfde als ‘een over elkaar heersen’. Het bestuur van BhP maant in het persbericht, net als de moderamen van de synode, tot kalmte en roept op geen eigenmachtige beslissingen te nemen, maar bovenal roepen ze ambtsdragers en gemeenteleden op om de kerken op te dragen in de gebeden.28 Ook de meditatie wijst in de laatste Richting. Ds. K. Hoefnagel schrijft het volgende29:
“We zijn als CGK in grote verlegenheid gekomen. Althans, ik hoop dat dat de beleving van velen zal zijn. Want er zijn ook nu velen die helemaal niet verlegen zijn. Mensen die het weten. We moeten dit en we moeten dat. Zij moeten dit en zij moeten dat. Dat is verkeerd en dat is niet goed. Het moet anders. Maar Josafat praat zo niet. Hij is verlegen. Verlegen om hulp. En hij zoekt het op de enige plek waar hulp te verkrijgen is. Gods Woord spreekt de Josafat zalig: Zalig hij die in dit leven, Jakobs God ter Hulpe heeft. Hij, die door de nood gedreven, zich tot Hem om troost begeeft. Die zijn hoop in ’t hachlijkst lot, vestigt op den HEER’, zijn God!”
Voordat er allerlei beschouwingen volgen, moet het allereerst en allermeest naar Hem toe. Naast deze twee artikelen waren er nog vier artikelen in BhP over deze kwestie, maar die laten we hier rusten.30 De samenvatting van het drieluik van dr. De Heer zal het onderwerp ‘vrouw in het ambt’ zoveel mogelijk laten rusten. Dit is een kerkelijke aangelegenheid, en hoewel in die context zeer belangrijk een aangelegen, niet voor deze organisatie om zich daarin te mengen. De samenvatting focust zich daarom vooral op de vraag hoe we de Schrift lezen.
Van kleur verschoten
De laatst jaren beroeren diverse onderwerpen die raken aan het Schriftgezag de kerken in binnen- en buitenland. “In kerken in de westerse wereld gaan steeds meer wissels om.” Vanuit kerken in het zuidelijk halfrond klinken steeds meer waarschuwingen als deze zusterkerken in Nederland van kleur zien verschieten. “‘Houd u aan Gods Woord’, zo luidt de vermaning.” In verdediging daartegen wordt wel gezegd dat men zich aan het Woord houdt, maar dat wel elkaar de ruimte moeten gunnen én bovendien dat het niet om een zaak van het hart gaat. Over zaken van zonde en genade zijn voor- en tegenstanders het toch eens? Daarop wordt geantwoord dat liefde juist gehoorzaamt aan de Schrift en dat de Schrift geen ruimte biedt voor deze vrije opvatting. Bovendien klinkt de vraag, hardop of zachtjes: Zijn we het wel eens over de hoofdzaak? Bij de orthodox-gereformeerde kerken (zoals de NGK) zien we dat deze snel van kleur verschieten/verschoten zijn.31 Deze maand zal de NGK-synode waarschijnlijk positief beslissen over het toelaten van praktiserende homo’s aan het Heilig Avondmaal en in de ambten (diaken, ouderling, predikant). Niet iedereen in de NGK is het daar mee eens, en kerkenraden die het er mee oneens zijn worden vrij gelaten hierin anders te beslissen, maar dit hoort nu eenmaal bij een pluriforme kerk. Binnen de CGK staan de zogenoemde samenwerkingsgemeenten als eerste (maar zeker niet als enige) voor een dilemma: gaan we mee met de NGK-lijn of de CGK-lijn? Een flink aantal gemeenten lieten de CGK-synodebesluiten links liggen. Dat zorgde bij de ‘conservatieven’ binnen de CGK voor gewetensproblemen. “Immers, hoe kun je met een goed geweten verder als een deel van de kerk synodebesluiten naast zich neerlegt en zo ten diepste ongehoorzaam is aan Gods Woord?” De beslissingen hebben volgens dr. De Heer namelijk alles te maken ‘met de wijze waarop de Bijbel wordt gelezen’.32
Verwoestend individualisme
In het tweede deel van dit drieluik vraagt de predikant zich af of het gaat om een ‘plotseling uitslaande brand’ of om een ‘veenbrand die ondergronds al langer smeulde’. Dat laatste lijkt het geval. De Heer gaat in dit tweede artikel in op de het gezag van de synode, het gezag van de Schrift en de plaats van het eigen ‘ik’. De CGK volgen het presbyteriaal kerkstelsel.33 “Dat houdt in dat elke gemeente een openbaring is van het lichaam van Christus. Een plaatselijke gemeente is daarom zelfstandig. Tegelijkertijd verenigen al die plaatselijke gemeenten zich in een kerkverband. Die keuze is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Met dat we deel uitmaken van een kerkverband richten we ons ook op de besluiten van dat kerkverband.” Als een gemeente zich niet kan verenigen met de synodale besluiten van een kerkverband kan men, na in beroep zijn gegaan, ‘in het uiterste geval (…) breken met het kerkverband en een ander, ruimer kerkverband opzoeken’. Nu gebeurt er echter iets wat past bij de individualistische, ik-gerichte, tijd. Gemeenten binnen het kerkverband richten zich nu ‘op hún schriftuitleg en hún plaatselijk belang’. En dus neemt men besluiten die dwars tegen de synode ingaan. Hoe meer gemeenten hetzelfde doen, hoe groter de druk op de synode wordt. “We voelen aan dat dit de omgekeerde wereld is. Maar, dat is het probleem, wie gelooft in de eigen mening, wie ook gelooft deze mening te kunnen verantwoorden voor de Heere, doet wat hij wil, synode of geen synode.”
De lijn over het gezag van de Schrift heeft dr. De Heer al eerder aan de orde gesteld (zie onderaan dit artikel). Hij wil het nu illustreren aan de hand van een artikel van de NGK-hoogleraar dr. Ad de Bruijne. De GG-predikant ziet hem als ‘de kartrekker rond het omzetten van wissels’. In het Nederlands Dagblad beschuldigd hij ‘conservatieven’ ervan achter te lopen en de Gereformeerde leer niet onderhouden te hebben. Zij zouden stilstaan of zich naïef vooruitbewegen.34 Volgens De Bruijne zouden ‘conservatieve’ (behoudende) theologen menselijke, historische en culturele factoren moeten laten meewegen in de Schrift. Dan vallen vanzelf de vrouwelijke ambtsdragers en homorelaties op hun plaats, volgens dr. De Bruijne althans. Bijzonder is overigens dat De Bruijne hiermee erkent, en daarin heeft hij gelijk, dat er wel degelijk sprake is van een nieuwe of in ieder geval andere hermeneutiek.35 “Laten ze hun Schriftuitleg aanpassen door met de tijd mee te gaan en het probleem is weg!” De Heer noemt dit de omgekeerde wereld. Het probleem mag dan weg zijn, ‘maar, met het probleem zijn de Bijbelse woorden op deze punten ook weg. En op tal van andere punten. Het zijn stappen waardoor de kerk zelf straks ook weg is’.36
Wat zegt het ons?
Ongehoorzaamheid aan synodebesluiten en een andere manier van Bijbellezen, kan dat andere bevindelijk-geformeerde kerken ook treffen? Of smeult het vuur al? Met deze twee vragen start predikant en theoloog dr. J.M.D. de Heer het derde deel en slotakkoord in deze serie. De crisis in de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) gaat iedere bevindelijk-gereformeerde aan. Immers, als één lid lijdt lijden alle leden (zoals de apostel Paulus dat aangeeft in zijn Korinthebrief). Nood in een ander kerkverband, raakt het kerkverband waartoe de predikant behoort ook. Bovendien maakt De Heer dankbaar gebruik van publicaties van bijvoorbeeld de hoogleraren Baars, Van Genderen, Selderhuis, Van ’t Spijker en Velema. Tenslotte horen de gebeurtenissen in de kerk bij de tekenen der tijden. “Wij hebben geestelijk licht nodig om de ontwikkelingen in de kerken te duiden.” Het valt de Rotterdamse predikant op dat veranderingen met de ‘mooiste’ argumenten worden verdedigd. Zoals De Bruijne, die meent dat wie in het spoor van de (Nadere) Reformatie wil blijven lopen, in de Schriftleer achterloopt. De Heer is van deze redenaties niet onder de indruk: “Het is belangrijk om door zulke redeneringen heen te prikken. Daar hebben we geestelijk inzicht voor nodig.” Hij waarschuwt voor twee gevaren: onverschilligheid en hoogmoed. “Ons past in dit alles niet een houding van onverschilligheid, alsof het ons niet aangaat. Ook zeker geen houding van hoogmoed, alsof de Bijbel in onze handen een vertrouwder plaats heeft dan elders.” Immers, wie meent te staan… (1 Korinthe 10:12). De Heer illustreert dit met een voorbeeld. Wie veertig jaar geleden dacht dat de Gereformeerde Kerken praktiserende homo’s zou toelaten aan het Heilig Avondmaal zou voor gek versleten worden.37 Een kerkverband dat het Schriftgezag zó hoog heeft staan (denk aan de publicaties van prof. dr. J. van Bruggen)? “Als de Heer Zich terugtrekt, wat blijft er dan van ons kerkelijk leven over? En, geven wij de Heere niet veel oorzaak om Zich terug te trekken.” Helemaal eens met predikant De Heer. In Romeinen 3 schrijft de apostel Paulus dat alle roem (in onszelf) is uitgesloten. “Waar is dan de roem? Hij is uitgesloten. Door wat wet? Der werken? Neen, maar door de wet des geloofs. Wij besluiten dan dat de mens door het geloof gerechtvaardigd wordt, zonder de werken der wet.” (Romeinen 3:27-28, SV). Wordt het Schriftgezag in uw gemeente nog hoog gehouden? Dan geldt: Soli deo gloria, God alleen de eer!
Denken vanuit het ‘eigen ik’ werkt synode-ondermijnend. Het is wel de tijdgeest, waartegen gestreden moet worden. De Heer verwijst in zijn slotartikel naar het, onlangs verschenen, boek van dr. Carl Trueman (‘Een nieuwe vreemde wereld’).38 De Rotterdamse predikant meent dat deze ik-gerichte ontwikkelingen heel goed aansluiten bij Genesis 3. Hier speelde de vorst der duisternis in op het ‘eigen ik’: ‘Gij zult als God zijn…’. “Dat betekent dat de mens niet meer onderworpen is, maar zelf gaat bepalen wat goed en kwaad is. Onze wil is nu totaal verdorven en tegenovergesteld aan wat God vraagt. Genesis 3 moet ons daarom als een ontdekkend hoofdstuk bijblijven, opdat we ons niet zouden verheffen, maar nederig en gehoorzaam buigen voor de Heere”. De diepte van de val klinkt nauwelijks door bij degenen die een ‘nieuwe’ hermeneutiek voorstaan, waar ondergetekende al vaker op heeft gewezen. Gebrokenheid wordt dan gezien als ‘goed geschapen gebrokenheid’, wat in feite een contradictie is. We zien dat in de discussie rond homoseksualiteit en (zoals De Heer terecht constateert ook in de discussie over Schriftgezag binnen de CGK). “Al te gemakkelijk wordt ervan uitgegaan dat we in staat zijn Gods Woord te verstaan. Maar, dat betekent ook dat als de diepte van Genesis 3, de werkelijkheid dat we gevallen mensen zijn, niet echt doorwerkt in ons leven, in onze prediking, pastoraat en onderwijs, wij hetzelfde gevaar lopen van innerlijke uitholling van de Bijbel. Dan gaat er van alles schuiven, terwijl we menen in het spoor van Gods Woord te gaan. De Heere mocht ons bewaren voor geestelijke verblinding.”39
Ten slotte
Aan het einde van het slotartikel roept De Heer gemeenten op loyaal te zijn naar het kerkverband ‘opdat we als gemeente ons niet vervreemden van het kerkverband’. De Richterentijd heeft ons laten zien dat eigengerechtigd optreden averechts zal werken. De predikant en theoloog wordt bedankt voor zijn drieluik. Wat overblijft is: “Doch wie roemt, roeme in den Heere. Want niet die zichzelven prijst, maar dien de Heere prijst, die is beproefd” (2 Korinthe 10:17-18, SV).
Predikant en theoloog dr. J.M.D. de Heer heeft al eerder geschreven over wissels die omgaan op het terrein van Schriftgezag en hermeneutiek. Zie voor de samenvattingen van deze drie series hier, hier en hier. De samenvatting van de eerste serie is, op deze website, veruit het meest gelezen van de drie.
Voetnoten
Nederlandse replica van de Ark van Noach krijgt opnieuw andere bestemming – Ontwikkelaar Larendael (van Wim Beelen) gaat het vaartuig renoveren en inzetten
De inkt van het vorige bericht over de replica van de Ark van Noach (gebouwd door Johan Huibers) is nog niet droog, of de replica krijgt opnieuw een andere bestemming.40 In het laatste bericht zou de replica opgeknapt worden en een Europese stedentrip beginnen met als eindbestemming Israël. De eerste stad die aangedaan zou worden, zou Rotterdam zijn.41 Nu krijgt de replica een nieuwe eigenaar, Wim Beelen van Larendael heeft het vaartuig gekocht, of gaat het in ieder geval inzetten. Binnenkort wordt de replica van de Ark van Noach naar Amsterdam gebracht, daar omgebouwd en ingezet voor Dutch SuperYacht Tech Campus.

Verhuizen
De replica van de Ark van Noach zal binnen een paar weken verhuizen van Krimpen aan den IJssel, de huidige ligplaats, naar Amsterdam.42 Het schip zal daar worden gerenoveerd en zo veel mogelijk in de originele staat worden teruggebracht. Zo zal de replica voor Nederland behouden blijven. Dit naar wens van Johan Huibers, die graag ziet dat het oorspronkelijke doel, het Bijbelverhaal van de Ark van Noach te vertellen aan gelovige en ongelovige mensen, behouden blijft. Beelen wil het vaartuig een plaats geven op de Dutch SuperYacht Tech Campus, een campus die de vastgoedhandelaar aan het ontwikkelen is in het Westelijk Havengebied van Amsterdam. Wim Beelen (1975) heeft zelf Veluwse wortels en verdiende zijn geld met een van de grootste sloop- en recyclingbedrijven van Nederland. In 2020 verkocht hij deze onderneming en tegenwoordig is hij eigenaar van het investerings- en ontwikkelaarsbedrijf Larendael. Als projectontwikkelaar koopt Beelen vervallen bedrijfsterreinen op, deze worden dan door hem opgeknapt en weer verkocht. De replica van de ark zal op het voormalige terrein van de Amsterdam Droogdok Maatschappij (ADM) in Amsterdam komen. Beelen hoopt dat het vaartuig wordt ‘gerefit tot een unieke campus’, zo laat hij via zijn LinkedIn-profiel weten. De investeerder heeft al jaren problemen met de Gemeente Amsterdam over dit terrein, waar de ondernemer meerdere superjachten tegelijk zou willen bouwen, onderhouden en verbouwen. Beelen noemt het ADM-terrein het ‘Sodom en Gomorra van Amsterdam’. Wie de geschiedenis van het terrein bestudeert, kan zich wel iets bij deze uitspraak voorstellen.43 Vanwege dit gegeven vindt de ondernemer het een mooi symbool dat ‘de Ark uitgerekend daar komt te liggen’. In de mogelijkheid tot de koop van deze ark ziet de ondernemer de besturing van God. “Ik vind het mooi om die boodschap aan mijn kinderen en kleinkinderen mee te geven, via het verhaal van de ark”. Johan Huibers, de oorspronkelijke bouwer van de replica, zal betrokken blijven bij dit project. Het Reformatorisch Dagblad geeft aan dat Larendael het vaartuig niet gekocht heeft, ‘Huibers is nog steeds eigenaar’. Hoe het precies zit, wordt uit de vele berichten niet duidelijk. Beelen tegenover het Reformatorisch Dagblad: “Het belangrijkste is dat de ark niet gesloopt wordt en dat ongelovige mensen in Amsterdam kennismaken met de boodschap van de ark. Wat er uiteindelijk gebeurt, weet ik niet.”
Verplaatsen
De replica heeft een vloeroppervlakte van meer dan 15.000 m2. Beelen ziet wel brood in het opknapproject. Tegenover het Nederlands Dagblad laat hij weten dat er op deze replica ruimte is voor wel duizend werkplekken, zoals werkruimtes voor hout- en staalbewerking ter opleiding van jongeren. Naast werkplekken zijn er twee theaters, conferentieruimtes voor 1000 personen, zestien slaapvertrekken en zal het huidige restaurant omgebouwd worden tot campusrestaurant. ‘De Ark biedt oneindig veel mogelijkheden’. Beelen wil dat de replica het middelpunt van de luxe jachtwerf zal worden. “Het wordt het belangrijkste gebouw, waar we onder meer exposities gaan geven”. De ondernemer ziet het als een nieuw begin voor zijn campus, ‘net zoals de Ark ooit een nieuw tijdperk inluidde’.
De ondernemer benadrukt dat de plannen nog niet tot in detail uitgewerkt zijn. ‘Het nieuws is nog vers’. Het is eveneens nog niet duidelijk hoe de replica in Amsterdam komt. Een woordvoerder van Larendael geeft tegenover RTV Rijnmond aan dat de route waarschijnlijk via de Noordzee zal gaan. “Dat zal via de Noordzee moeten gebeuren. Het schip is te groot voor de rivieren en kanalen. Het transport zou bijvoorbeeld via een soort van platform kunnen gebeuren. Maar die zijn voortdurend in gebruik voor windmolens. Het wordt nog een hele klus.”
Teleurgesteld
Daniël Vandy, een evangelische ondernemer uit Biddinghuizen, zou, met behulp van Israëlitische investeerders, de replica kopen en, na renovatie, via allerlei Europese steden naar Israël varen. Helaas ging zijn wens niet in vervulling. Tegenover het Nederlands Dagblad zei hij dat er achter zijn rug om afspraken gemaakt zijn. “Het is pijnlijk en verdrietig. Huibers zat in geldnood, de procedures via de notaris duurden hem te lang. Er moest eerst onderzoek plaatsvinden naar de herkomst van de miljoenen van onze Israëlische investeerder. Dat zou veel tijd vergen. In de tussentijd kwam Beelen met Huibers tot overeenstemming. Hij is in staat om sneller financiële garanties te bieden” Vandy is behoorlijk teleurgesteld in deze gang van zaken. De ondernemer heeft veel tijd geïnvesteerd in het project en zette zelfs de stichting ‘Breng de Ark thuis’ op, om gelden op te halen door middel van donaties.44 Na het samenstellen van de lijst met renovatiewerkzaamheden (op 2 januari 2025) had de Biddinghuizense ondernemer Johan Huibers niet meer gesproken. Uit de berichtgeving moet Vandy opmaken dat ‘de afspraken al in beton gegoten zijn en dat de boot definitief naar Amsterdam gaat. Dat verbaast me’. De oorspronkelijke plannen van Vandy om in april de replica te Rotterdam open te stellen voor het publiek zijn daarmee van de baan. Al hoopt Vandy nog steeds dat het op een later tijdstip alsnog door zou kunnen gaan. Daarover is het laatste woord nog niet gezegd. In ieder geval gaat de replica, als het allemaal lukt, nu naar Amsterdam. Eenmaal in Amsterdam zal de replica van de Ark van Noach een flinke opknapbeurt krijgen.45 De projectontwikkelaar heeft een Engelstalig filmpje gemaakt, die hieronder ook wordt weergegeven. In het filmpje (bij 0:33) komt één foto voor die niet hoort bij de door Johan Huibers gebouwde replica, maar bij Ark Encounter, een Amerikaanse replica van de Ark van Noach, gebouwd door Answers in Genesis.46
Voetnoten
Jonghistorische werkelijkheidsopvatting… – Kort briefje in het Reformatorisch Dagblad
Prof. Van den Brink roept, in het Reformatorisch Dagblad van 16 augustus 2017, op tot respect. Hij slaat zijn eigen verzoek echter in de wind als het gaat om de jonghistorische uitleg.
Een viertal punten:
- Prof. Van den Brink noemt de jonghistorische visie, genormeerd aan Gods Woord, een ‘gebroken rietstaf die de hand doorboort’ (2 Kon. 18:21 en Jes. 36:6). Hij vergelijkt het vertrouwen op deze visie met het vertrouwen op redding door ‘heidenen’, terwijl juist de evolutiefilosofie van universele gemeenschappelijke afstamming over lange perioden, van ‘heidense’ oorsprong is (zie Anaximander en andere Grieks-Romeinse denkers). We moeten ons vertrouwen echter, net als koning Hizkia in 2 Kon. 19 en Jes. 37, niet op mensen of natuurfilosofieën stellen maar op God en Zijn Woord.
- Prof. Van den Brink blijft in zijn boek ‘En de aarde bracht voort’ vooral steken bij verouderde creationistische werken (bijv. uit 1923 en 1961). Het oordeel van de auteur dat huidige creationistische verklaringen ‘geen been hebben om op te staan’ en ‘gekunsteld en speculatief zijn’, berust niet op eigen onderzoek. Hij zou er goed aan doen de jonghistorische werkelijkheidsopvatting te beoordelen op haar eigen merites en op grond van recentere literatuur, bijvoorbeeld Brand en Chadwick (2016)47, Brandt (2015)48, Gibson et al. (2011)49, Hartnett (2012)50, Snelling (2009)51 en Wood en Garner (2009).52
- Volgens prof. Van den Brink zouden creationisten zich hoofdzakelijk inzetten op pr. Dit wijst op onbekendheid met de creationistische stroming. Daar worden ook gelden en veel (vrije) tijd ingezet voor onderzoek (denk aan Core Academy of Science). Daarnaast kan het bouwen van musea en andere bouwwerken (bijvoorbeeld Ark Encounter) niet zonder onderzoek gebeuren.
- In het Reformatorisch Dagblad zijn veel meer verdedigingen verschenen van de jonghistorische scheppingsleer dan prof. Van den Brink aangeeft. Daarnaast plaatsten vrijwel alle auteurs kritische kanttekeningen bij zijn boek. In plaats van op deze wijze te schrijven over creationisten, zou Van den Brink kunnen reageren op de inhoudelijke kant van de zaak.
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De originele bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2017, Schepping en evolutie (XV), Reformatorisch Dagblad Puntkomma 47 (121): 8-9.