Home » Naturalis

Categorie archieven: Naturalis

Een leeswijzer bij de ‘expeditiekaart’ van Naturalis

In 2020 ben ik naar Naturalis geweest in verband met het project ‘Een creationistische museumgids voor Naturalis’.1 Naturalis is een mooi natuurhistorisch museum met een uitgebreide collectie. Helaas bekijkt men de zaken slechts vanuit naturalistisch perspectief. Dat wil zeggen dat men uitgaat van universele gemeenschappelijke afstamming en miljarden jaren. Willen christelijke ouders hun kinderen zonder gewetensbezwaar naar dit museum sturen dan is het goed om ze een creationistische duiding mee te geven. Naturalis doet er veel aan om kinderen bij de les te houden. Het kind krijgt bij aankomst een ‘expeditiekaart’ met als titel ‘Met de natuur op reis’.2 Zo kunnen de kinderen de route volgen en veel leren over de tentoonstellingen. Kinderen van christelijke ouders kunnen veel van de ‘expeditiekaart’ overnemen. De zaken die vanuit naturalistisch perspectief worden belicht, hebben een weerwoord nodig. Daarom hieronder een korte leeswijzer.

De kinderen leren op de expeditie bijvoorbeeld hoe ver dieren kunnen reizen. De Monarchvlinders, bijvoorbeeld, kunnen ’wel honderd kilometer per dag fladderen; soms vliegen ze zelfs tegen de wind in. Ze leggen duizenden kilometers af’. Ook komen andere dieren aan de beurt zoals de gnoe of de grote albatros. Veel interessante feitjes komen langs in deze ‘expeditiekaart’. Leerzaam!

Naturalistisch wereldbeeld versus creationistisch wereldbeeld

Binnen het naturalistische wereldbeeld houdt men, in ieder geval, bij het natuurwetenschappelijk onderzoek geen rekening met Gods Woord.3 Men wil natuurlijke zaken slechts op natuurlijke wijze oplossen. Door geen rekening te houden met Gods openbaring komt men daardoor, als het gaat om het verleden, scheef uit. We zien dat Naturalis deze naturalistische benadering overneemt, ook in de ‘expeditiekaart’. Zo zijn (1) vogels ‘de achterneefjes- en nichtjes [sic] van dino’s’, zijn (2) ‘bloemplanten, bestuivende insecten, vogels én zoogdieren’ in de ‘dinotijd (…) ontstaan’ en liepen (3) ijstijddieren ’30.000 jaar geleden’ in Nederland rond. De ‘expeditiekaart’ doornemend valt het verder gelukkig mee met stellige naturalistische uitspraken over het verleden. Vanuit een creationistisch wereldbeeld gezien zouden de hierboven genoemde punten eenvoudig vervangen kunnen worden door:

(1) Vogels zijn op de vijfde scheppingsdag geschapen, dino’s op de zesde scheppingsdag. Creationistisch onderzoek heeft uitgewezen dat er tussen de verschillende vogelgroepen en de verschillende dinogroepen grote gaten zitten, men noemt dat met een moeilijk woord discontinuïteit. Sommige dinosauriërs hebben veren gehad, maar dát maakt ze nog geen voorouders of familieleden van de vogels.

(2) Bloemplanten, bestuivende insecten, vogels, zoogdieren én dino’s hebben tegelijkertijd geleefd en zijn in dezelfde aardlagen begraven. Afhankelijk van je wetenschappelijke model is dit laatste tijdens óf na de zondvloed gebeurd.

(3) Vrijwel alle creationistische wetenschappers gaan ervan uit dat er, in ieder geval, één ijstijd is geweest in de dagen van de aartsvaders (rond 4.000 jaar geleden). Volgens sommige creationisten duurden deze ijstijd zo’n 500 jaar.

‘Expeditiekaart’ is met aanpassing te gebruiken

Zoals gezegd, valt het gebruik van het naturalistisch wereldbeeld in de ‘Expeditiekaart’ mee. Wanneer u met uw kind naar Naturalis gaat, kunt u aangeven dat veel mensen denken vanuit het naturalistisch wereldbeeld, maar dat wij, christenen, over sommige zaken anders denken. Kinderen worden dan niet monolitisch-naturalistisch opgevoed, maar krijgen twee wereldbeelden voor ogen. Daarnaast worden christelijke kinderen weerbaar gemaakt zonder hen met een anti-wetenschappelijke houding op te voeden. Dat laatste is namelijk niet nodig.

Zie ook deze column die ik schreef naar aanleiding van een vervolgbezoek aan Naturalis.

Voetnoten

COLUMN: Zoogdiergebrom in dinoland

Onlangs bezocht ik het natuurhistorische museum Naturalis om te werken aan een creationistische museumgids. Naturalis is een prachtig museum dat ons door middel van allerlei (permanente) tentoonstellingen meeneemt in de aardgeschiedenis. Helaas houden de makers van deze tentoonstellingen geen rekening met de Bijbelse geschiedenis.

 De overblijfselen van het skelet van Repenomamus robustus. Bron: Wikipedia.

Wanneer we de afdeling van de dinosaurussen binnenstappen. Dan worden we overweldigd door deze uitgestorven beesten. We zien de lange Camarasaurus. Het grootste landdier uit de collectie van Naturalis. Deze langnekdino is opgezet op zijn achterpoten zodat zijn kop wel tien meter hoog reikt. Je kunt daarom het skelet ook van de onderkant bekijken. Naast dit topstuk zien we ook de bekende Triceratops, Stegosaurus, Tyrannosaurus en Edmontosaurus. De laatste dino wordt ook wel een eendensnaveldino genoemd. Als dinoliefhebber om te smullen. Wanneer je door deze zaal stapt zou je haast denken dat er een tijdperk is geweest met alleen maar dino’s, zeereptielen en vliegende reptielen. Dat is echter niet zo.

Om een compleet beeld te krijgen van het leefgebied van de dinosauriërs moet je niet naar Naturalis maar de literatuur induiken. Zo worden zoogdieren gemist. Naast zoogdieren leefden er ook krokodillen, amfibieën en andere soorten in het leefgebied van deze kolossen. Door deze beesten, bewust of onbewust, niet weer te geven krijgen de bezoekers een scheef beeld van deze ecosystemen. Verder wordt in de dinozaal ook nog aandacht besteed aan de gedachte dat vogels geëvolueerd zijn uit een bepaald type dino’s. Vanuit Genesis weten we dat dit onjuist is. Dino’s en vogels werden namelijk op afzonderlijke dagen geschapen.

Al een tijdje verdiep ik mij in zoogdieren die gevonden worden in de buurt van dinobotten en in aardlagen waarin dinoleefgebieden begraven werden. Vroeger dachten we dat zoogdieren in het leefgebied van de dino’s niet groter werden dan een spitsmuis en vooral ’s nachts actief waren om de dino’s te ontlopen. De laatste twintig jaar is de kennis van deze zogenoemde Mesozoïsche zoogdieren enorm toegenomen. En blijkt deze groep dieren in het dinoleefgebied enorm divers te zijn geweest, met heel wat grotere soorten dan het maatje spitsmuis. Hieronder enkele voorbeelden. In 2005 werd een ondersoort van Repenomamus beschreven met resten van een jonge dino in zijn maag(streek). Deze jonge Psittacosaurus was een van laatste maaltijden voor dat dit zoogdier werd begraven. Repenomamus kon wel 1 meter lang worden. In 2014 werd er een zoogdier beschreven dat drie keer zo groot werd als een bosmarmot. Het knaagdier werd gevonden op Madagascar. In 2020 werd een groot zoogdier beschreven die eveneens gevonden is op Madagascar. Het beest werd zo groot als een huiskat en leek in uiterlijk wel wat op een das. Het skelet was verbazingwekkend compleet. Vermeldenswaard zijn ook nog Volaticotherium en Castorocauda. De eerste kon net als een suikereekhoorn zweven door de bomen, de tweede had een uiterlijk van een bever en woog ongeveer één kilo. De lijst met vondsten zou nog veel langer gemaakt kunnen worden.

Musea zouden er goed aan doen om een compleet plaatje te schetsen van de leefgebieden van dinosauriërs. Christenen hoeven het niet oneens te zijn met de vondsten. Het betreffen namelijk beesten die werkelijk opgegraven worden. Veel christenen die uitgaan van een zesdaagse schepping denken dat dinoleefgebieden verwoest zijn door de wereldwijde zondvloed en daarmee als stille getuigen van deze ramp gezien kunnen worden.

Dit artikel verscheen eerder in het gezinsblad ‘Om Sions Wil’ en is met toestemming van de redactie hier overgenomen. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2022, Nederlandse vulkanen?, Om Sions Wil 2022 (1): 25. Hier is wat meer te lezen over ‘Om Sions Wil’.

ANDERE COLUMNS UIT 'OM SIONS WIL' JAARGANG 2022