Home » Evenement
Categorie archieven: Evenement
Theïstische evolutie gevaarlijk? – Locatie lezingen ir. Van den Dikkenberg bekend: dorpshuis De Stuw, Hoevelaken

Ir. Bart van den Dikkenberg is kritisch op theïstische evolutie. Hij schreef er afgelopen jaar een boek over, ‘De werken van Zijn handen’.1 Zowel op theologisch, als filosofisch, als natuurwetenschappelijk gaat de gedachte van een theïstische evolutie mank, maar bovenal is het niet te rijmen met Gods geopenbaarde Woord. Binnenkort spreekt de wetenschapsjournalist van het Reformatorisch Dagblad over dit onderwerp in Hoevelaken.
Op deze website is daar al eerder over geschreven.2 De organisatie van deze driedelige lezingenserie is in handen van het comité ‘Samen Gereformeerd. In tegenstelling tot het vorige bericht op deze website is nu de locatie bekend. Alle drie de lezingen zullen in dorpshuis De Stuw (De Brink 10) te Hoevelaken plaatsvinden.3 Op 26 maart 2025 D.V. spreekt de auteur over wat theïstische evolutie is. Op 23 april 2025 D.V. gaat hij in op de filosofische en theologische argumenten tegen theïstische evolutie. Ten slotte, op 23 mei 2025 D.V. spreekt Van den Dikkenberg over de gevaren van dit gedachtengoed voor het verstaan van de Schrift en het eeuwig zielenheil. De toegang is gratis, na de lezing wordt er wel een collecte gehouden om de onkosten te bestrijden. De lezing start om 20.00 uur (met een inloop vanaf 19.30 uur). Men roept bij voorkeur op uzelf aan te melden. Via de website van het comité is daarvoor meer informatie te vinden.4
Voetnoten
Engelstalige biologiefachtagung Wort und Wissen gaat dit jaar (2025) over snelle soortvorming
Om het jaar wordt er door de Duitse creationistische organisatie Wort und Wissen een Engelstalige biologiefachtagung georganiseerd.5 Op deze fachtagungen komen biologen samen om na te denken over diverse thema’s. Dit jaar is het hoofdthema snelle soortvorming. De komende biologiefachtagung hoopt plaats te vinden van 28 maart 2025 (vanaf 18:00 uur) tot 30 maart 2025 (tot 13:00 uur) D.V.6
Inhoud van de conferentie
De organisatie is in handen van dr. Boris Schmidtgall en dr. Peter Borger. De voertaal op de fachtagung is, anders dan vorig jaar, Engels. De organisatoren hebben weer een interessant programma samengesteld. Sprekers zijn, op de volgorde die door de organisatie wordt aangeboden: drs. Tom Zoutewelle, Ruben Jorritsma (MSc.), dr. Peter Borger, Tom Aalto (MA), dr. Nigel Crompton en dr. Robert Carter. Carter is als speciale gast aanwezig en houdt twee presentaties.7 De lezing van drs. Tom Zoutewelle heeft als titel ‘Why do we need a rapid speciation model?’ Ruben Jorritsma (MSc.) spreekt over ‘Does evolution adequately explain functional endogenous retroviruses?’ Organisator dr. Peter Borger spreekt zelf ook, over ‘Variation-Inducing Genetic Elements’.8 Tom Aalto (MA) spreekt over epigenetische processen onder de titel ‘Epigenetic Information Layers and Metadata in the Variation of Created Kinds’.9 Dr. Nigel Crompton is aanwezig om te spreken over Mendeliaanse genetica, ‘Mendelian Speciation: his Law of Population Development and the role of Genetic Drift’.10 Tenslotte wordt dr. Robert Carter genoemd. Hij spreekt, in twee lezingen, over ‘The Braided Baramin Concept’. Zo te zien zal het weer een interessante biologiefachtagung worden.
Praktische informatie
De conferentie hoopt plaats te vinden in Freizeitheim Friolzheim (Baden-Württemberg). De deelnamekosten zijn 140 euro. Promovendi betalen 100 euro, studenten 80 euro. EZ-Zuschlag is 25 euro, bedlinnen kost 7 euro (of kan de bezoeker zelf meenemen). Aanmelden kan via de website van Wort und Wissen. Op die pagina is ook meer informatie te vinden en de mogelijkheid om contact op te nemen met de organisatie.11
Voetnoten
Ir. Bart van den Dikkenberg houdt komend voorjaar D.V. lezingenserie voor comité ‘Samen Gereformeerd’ over (gevaren van) het theïstische evolutionisme
Wetenschapsjournalist ir. Bart van den Dikkenberg heeft begin dit jaar een boek uitgebracht waar kritisch wordt gekeken naar het theïstisch evolutionisme.12 Komend voorjaar D.V. hoopt hij een drietal lezingen te geven over dit onderwerp voor het comité ‘Samen Gereformeerd’ in Hoevelaken.13
Van den Dikkenberg, auteur van ‘De werken van Zijn handen’, hoopt tijdens de lezingenserie in te gaan op het theïstisch evolutionisme en een kritisch commentaar daarop te geven. In ieder geval de eerste lezing hoopt plaats te vinden in het Gelderse Hoevelaken, dorpshuis De Stuw, De Brink 10. Op 26 maart 2025 D.V. gaat de wetenschapsjournalist bij het Reformatorisch Dagblad in op de vragen wat we verstaan onder het theïstisch evolutionisme en waarom de populariteit van deze stroming groeit. Op 23 april 2025 D.V. staan de filosofische en theologische argumenten tegen theïstisch evolutionisme centraal. Ten slotte wordt op 23 mei 2025 D.V. nagedacht over de vraag waarom het theïstisch evolutionisme een gevaarlijk standpunt is voor het Schriftverstaan en het eeuwig zielenheil. Na iedere lezing is het mogelijk om vragen te stellen aan de spreker.
Wat de andere twee locaties zijn, wordt bekendgemaakt na 26 maart 2025 D.V. Iedere lezing start om 20.00 uur (met een inloop vanaf 19.30 uur). Toegang is gratis. Wel zal er een collecte worden gehouden om de onkosten te bestrijden. Opgave is wenselijk en dat kan via het e-mailadres info@samengereformeerd.nl.
Voetnoten
‘Living in the Strange New World’ – Dr. Carl Trueman sprak op een congres van ‘Bijbels Beraad M/V’
Op 26 juni 2024 organiseerde Bijbels Beraad M/V een congres onder het thema ‘Zelfaanbidding als Nieuwe Religie‘. Op dit congres was dr. Carl Trueman te gast om daar te spreken over de ‘Living in the Strange New World‘. De lezing is met dank aan de organisatie opgenomen en hieronder te bekijken.14
De tekst onder de video luidt: “Als óntheiliging van de mens als beeld van God het probleem is, dan is héíliging het antwoord, zegt Trueman in zijn tweede lezing. Het instrument daarvoor is de kerk, zegt hij. Een samenhangende leer, een goede liturgie en een christelijke levenswijze zijn hiertoe noodzakelijk. Dit werkt hij in zijn lezing verder uit.””
De eerste lezing is hier te bekijken en/of te beluisteren.
Voetnoten
PERSBERICHT: Mars voor het leven 2024: hoop voor moeder, kind én vader!
De Mars voor het Leven vindt plaats op D.V. 16 november in Den Haag. Duizenden deelnemers dragen dan uit dat ze staan voor een hoopvolle toekomst voor moeder en kind waarin abortus onnodig en ondenkbaar is.
Voor de 32e keer organiseert Schreeuw om Leven de Mars voor het Leven. Dit jaar zal deze wederom worden gelopen in Den Haag. Zo geven we een signaal af aan politiek en samenleving dat we vóór het leven zijn. Om 11.00 uur start op het Malieveld het podiumprogramma. Verschillende sprekers informeren en bemoedigen de deelnemers: Chris Stoffer (voorzitter Tweede Kamerfractie van de SGP), Don Ceder (Tweede Kamerlid van de ChristenUnie) en Arthur Alderliesten (directeur Schreeuw om leven). Ook deelt Nirvana haar indrukwekkende levensverhaal over haar onbedoelde zwangerschap. Ze deelt hoe haar situatie was toen ze erachter kwam dat ze zwanger was en hoe ze door de hulpverlening van Er is hulp perspectief kreeg op het leven. Daarnaast is er ruimte voor gebed, muziek en samenzang.
Arthur Alderliesten, directeur van Schreeuw om Leven, roept op om massaal aanwezig te zijn. “Ongeboren kinderen zijn een wonder: kostbaar en kwetsbaar tegelijk. Abortus beëindigt nieuw leven op brute wijze. Daarom is het belangrijk dat wij opstaan voor de waardigheid en het recht op leven, ook voor het leven dat nog niet geboren is. Het is aan ons om deze stem te laten horen, om te laten zien dat er in Nederland velen zijn die zich niet stilzwijgend neerleggen bij abortus als vanzelfsprekendheid. We moeten ons verenigen en laten zien dat het beschermen van het meest kwetsbare leven, hoe klein het ook is, van onschatbare waarde is. Samen kunnen we een krachtige boodschap sturen: abortus is niet normaal. Het is tijd dat Nederland dat hoort, begrijpt en daarnaar handelt.”
Tijdens de Mars voor het Leven wordt het boek ‘Mannen, onbedoelde zwangerschap en abortus’ gepresenteerd. De eerste exemplaren worden overhandigd aan politici waarmee we de politiek aandacht vragen te geven aan de rol van de man het belang van het bieden van goede ondersteuning aan mannen. Schreeuw om Leven vroeg heel 2024 aandacht voor de rol van de man bij onbedoelde zwangerschap en abortus.
Na het podiumprogramma, begint de Mars door het centrum van Den Haag, waarbij de deelnemers in stilte een route lopen, die onder andere langs het Tweede Kamergebouw en de Hofvijver leidt. Om 14.30 uur wordt de Mars voor het leven gezamenlijk afgesloten op het Malieveld.
Dit jaar wordt er een uitgebreide livestream uitgezonden. Hierin zullen het podiumprogramma, de stille Mars en interviews met inhoudsdeskundigen, politici en diverse aanwezigen te zien zijn. De livestream wordt uitgezonden via sociale mediakanalen van Schreeuw om Leven, Family7, het Reformatorisch Dagblad en de Reformatorische Omroep.
Zie voor meer informatie over de mars: www.schreeuwomleven.nl/mars.
Online
Hieronder ziet u welke (online) media en of andere kanalen aandacht hebben besteed aan dit bericht:
Schreeuw om Leven: https://www.schreeuwomleven.nl/nieuws/mars-voor-het-leven-2024-hoop-voor-moeder-kind-en-vader/.
Fundamentum: https://oorsprong.info/persbericht-mars-voor-het-leven-2024-hoop-voor-moeder-kind-en-vader/.
CVandaag: https://cvandaag.nl/103286-marsvoorhetleven2024-hoop-voormoeder-kind-n-vader.
Stichting Gereformeerd Erfgoed belegt D.V. 8 november 2024 in Rhenen thema-avond over Schriftgezag
Aanstaande vrijdagavond D.V. 8 november 2024 belegt Stichting Gereformeerd Erfgoed een thema-avond over Schriftgezag. Het is een thema-avond met samenzang. De avond wordt gehouden in de aloude Cunerakerk te Rhenen.15
Binnen de gereformeerde theologie is er blijvende aandacht voor het Schriftgezag.16 Het is daarom goed dat Stichting Gereformeerd Erfgoed een thema-avond hierover belegd. We volgen in dit korte artikel het programma. Om 19.30 uur is de opening door ds. A. Schot, voorzitter van Stichting Gereformeerd Erfgoed. Predikant en theoloog dr. J.M.D. de Heer geeft vanaf 19.50 uur een lezing met als titel ‘De Schrift, niet meer en niet minder’. De ondertitel van deze lezing luidt: ‘Over de volmaaktheid en genoegzaamheid van Gods Woord én de betekenis voor ons in de 21e eeuw’.17 In de pauze wordt de website www.gereformeerdedogmatiek.nl gepresenteerd. Na de pauze, om 20.45 uur, geeft predikant en hoogleraar prof. dr. W. van Vlastuin een lezing over de zekerheid van de Schrift. De titel van de lezing luidt: ‘Hoe zijn we zeker van de Schrift’, met als ondertitel: ‘Over het getuigenis van de Heilige Geest’. Om 21.10 uur wordt de avond afgesloten. De toegang is gratis en aanmelden is niet nodig. Of de lezingen worden opgenomen is ons niet bekend. Warm aanbevolen!
Voetnoten
Noord-Europese creationisten beleggen in het Zweedse Malmö een onderzoeksconferentie over het ontstaan van de biodiversiteit
Op donderdag 17 oktober 2024 D.V. en vrijdag 18 oktober 2024 D.V. beleggen een aantal Noord-Europese creationisten een onderzoeksconferentie. Het thema van deze conferentie is ‘A creationist perspective on the origin of diversity in biological life’. Het betreft ‘The First Nordic Creation Research Conference’. De organisatie ligt in handen van de Zweedse Genesis Society in samenwerking met de Finse Scandinavia School of Theology’. Op de conferentie worden ook plannen gepresenteerd om te komen tot Europese samenwerking op het gebied van scheppingsonderzoek.
Praktisch
Op deze onderzoeksconferentie presenteren Tomi Aalto MSc. (uit Finland), dr. Peter Borger (uit Duitsland), dr. Nigel Crompton (uit de VS), dr. Frank Karlsen (uit Noorwegen), dr. Andy McIntosh (uit VK), Boris Schmidtgall (uit Duitsland) en dr. Ola Hössjer (uit Zweden) hun wetenschappelijke werk. De onderzoeksconferentie is op donderdag en vrijdag. Aansluiten hoopt er een reguliere creationistische conferentie plaats te hebben, georganiseerd door de Zweedse Genesis Society. Op maandag staat er aansluitend op de conferentie een excursie gepland, waarbij in de voetsporen van Carl Linnaeus getreden wordt. Voor de reguliere conferentie én de excursie verwijs ik u graag naar de website van de organisatie (zie voetnoot).18 De voertaal van de onderzoeksconferentie is Engels. De kosten voor deelname bedragen 550 Zeedse Kronen (omgerekend ongeveer 48,50 Euro). Studenten betalen 250 Zweedse Kronen (omgerekend ongeveer 22,00 euro). De conferentie hoopt plaats te vinden in de Immanuel Church in Malmö. Aanmelden kan via de website (zie voetnoot).19
Inhoudelijk
We volgen hieronder het programma van de onderzoeksconferentie. De aanloop naar deze conferentie op donderdag is lang, door check-in en diverse openingswoorden. Om 13.00 uur in de middag is de eerste biologisch-inhoudelijke lezing. Deze wordt gehouden door dr. Ola Hössjer en heeft als titel ‘Review of created kinds and baraminology’. Om 14.00 uur spreekt dr. Peter Borger over ‘Variation inducing genetic elements – a new ‘old’ look at transposable and transposed elements’. Om half vier is de Duitse dr. Boris Schmidtgall aan de beurt met een lezing over ‘Review Created diversity in life’s light harvesting systems’ . Voor het eten spreekt vanaf vijf uur dr. Nigel Crompton over ‘Mendelian Speciation and the Origin of Species’. Na het eten spreekt de Noorse dr. Frank Karlsen over ‘A new theory on how God created Elomics – a possible deeper understanding on how the Trinity created and organized the ultimate diversity of biological, bioecological and molecular biological events within 6 days’. Na deze mond vol is de eerste conferentiedag ten einde. Na afloop van iedere lezing is er gelegenheid tot het stellen van vragen. De tweede conferentiedag start, ná een ‘morning service’, om negen uur met een lezing van Tomi Aalto (MSc.) over ‘Organismal Variation in a Post-Genesis World in the Light of Epigenetics. Vanaf half elf spreekt dr. Andy McIntosh over ‘Some observations concerning the thermodynamic implications of the endergonic bonds in living systems’. De conferentie wordt afgesloten met een presentatie waarin Samuel L. plannen zal presenteren voor een ‘European Creation Research Site’. Dat laatste klinkt zeer bemoedigend en ik ben benieuwd naar deze plannen van de Noord-Europeanen.20
Voetnoten
‘Sensatie in de wetenschap: sporen van de Bijbelse zondvloed ontdekt!’ – Drs. Hans Hoogerduijn spreekt D.V. 15 oktober 2024 in Deventer
Het is niet onwaarschijnlijk dat de wereldwijde zondvloed, zoals beschreven in Genesis, sporen heeft achtergelaten op deze planeet. Bovendien verwijzen talloze zondvloedverhalen naar een overstroming van Bijbelse omvang.21 Drs. Hans Hoogerduijn heeft daarom, samen met anderen, het zogenoemde Rekolonisatiemodel (RKM) ontwikkeld. Daar geeft hij dinsdagavond 15 oktober 2024 D.V. een presentatie over voor de groep Logos Deventer, vroeger het bekende Deventer Denkt.22
Inhoudelijk
Drs. Hans Hoogerduijn heeft culturele antropologie en geografie gestudeerd. Hij heeft zich zijn leven lang bezig gehouden met geologische literatuur en het bekijken van gevonden geologische verschijnselen in het veld. Daarom voert hij ons tijdens zijn presentatie mee ‘in de wondere wereld van aardlagen en fossielen’. Volgens Hoogerduijn hebben feiten en inzichten over aardlagen en fossielen ‘met elkaar gemeen dat ze uitschreeuwen: eens was er een wereldwijde zondvloed!’ In de lezing gaat de geleerde in op de oorzaken van deze ‘Moeder aller Natuurrampen’. Ook zal deze voormalige aardrijkskundeleraar ingaan op dinosauriërs en met de luisteraars nadenken over hoe deze beesten zijn uitgestorven. “Tijdens de avond draait het om het aantonen van de Bijbelse zondvloed, door middel van aardlagen en fossielen. Wat moet je daarmee? Vertellen ze het verhaal van een miljoenen jaren durende ontstaansgeschiedenis, of spreken ze van onvoorstelbare catastrofes.”
Praktisch
De avond is geschikt voor iedereen die geïnteresseerd is in ‘filosofie, theologie en de grote vragen van het bestaan’. Het maakt daarbij niet uit of de luisteraar christen, moslim, scepticus of nieuwsgierige denker is. De organisatie moedigt een open en respectvolle dialoog aan, ‘op basis van de feiten en onderzoeken’. Na de lezing is er daarom gelegenheid om vragen te stellen aan de spreker. De avond vindt plaats in De Ontmoeting Deventer, Nieuwstraat 19-21. De inloop is vanaf half acht in de avond. Om acht uur wil de organisatie de avond beginnen, en deze duurt tot ongeveer half tien. De toegang is gratis, er is een vrijblijvende collecte om de onkosten te dekken. Aanmelden is niet verplicht, maar de organisatie vindt het wel gewenst (dat kan via de in de voetnoot genoemde link).23
Voetnoten
‘De schepping is radicaal veranderd door de vloek in Genesis als gevolg van de zondeval’
Afgelopen vrijdag, 11 maart 2016, organiseerde de Evangelische Hogeschool een congres over de aloude vraag: Is het schepping of evolutie? Zowel het Reformatorisch Dagblad24 als het Nederlands Dagblad25 legden verslag van de gebeurtenis. Ook een redacteur van De Nieuwe Koers, die eerder die week een eenzijdig theïstisch evolutionistisch verhaal had geplaatst in zijn magazine26, schreef een verslagje voor de website.27 Namens Logos Instituut was ik aanwezig om verslag te doen.28
Drs. Andries Knevel, bekend van de Evangelische Omroep, begon de middag door met ons te lezen uit Psalm 8 en Romeinen 5. Hij kondigde aan dat dit geen Republikeins debat maar meer een waardige standpuntenuitwisseling belooft te worden. De hoogleraren kregen 7 minuten spreektijd, m.i. net iets te weinig om een stelling goed te kunnen onderbouwen.
Prof. dr. M.J. Paul geeft aan diverse bezwaren te hebben tegen een theïstische evolutie. Hij wijst de evolutietheorie af als onverenigbaar met een zorgvuldige uitleg van de Bijbel. Hij heeft daarvoor 14 argumenten. Het eerste argument is de strekking van Genesis. Volgens prof. Paul is Genesis 1-3 geen wetenschappelijke of journalistieke tekst maar wel een historische openbaring met goddelijk gezag. Je moet Genesis als één geheel nemen. Genesis 1-50 is de beschrijving van de schepping tot het ontstaan van Israël. Hij noemt de oplossing dat ‘de Bijbel vertelt dat God de Schepper is, de evolutietheorie hoe dat proces verlopen is’ simplistisch. Het tweede argument zijn de dagen in Genesis. Zes keer wordt daar een avond en een morgen genoemd die samen een dag vormen. Voor prof. Paul zijn Ex. 20:11 en 31:17 leessleutels voor het lezen van het scheppingsverhaal. Er zijn geen aanwijzingen voor symbolische opvattingen of perioden. Het derde argument is de oorsprong van Genesis. Volgens prof. Paul is Genesis een oude overlevering, voor een deel afkomstig van voor de zondvloed, en niet Israëls weergave van het begin van de wereld. Het vierde argument, de goedheid van de schepping, is voor prof. Paul het sterkste argument. Zes keer komt in Genesis 1 het woordje ‘goed’ voor en een keer ‘zeer goed’. Dit staat in contrast met de evolutietheorie waarin wreedheid, lijden, ziekte, dood en uitsterven van soorten aan de orde van de dag zijn. De schepping is radicaal, tot in de wortel (radix) veranderd door de vloek in Genesis als gevolg van de zondeval. Het vijfde argument is de schepping van de mens. God schiep Adam uit de aarde en niet uit een dier. Eva werd geschapen uit de zijde van Adam.
In heel de Bijbel wordt gesproken van één eerste mensenpaar. Volgens prof. Paul biedt de accommodatietheorie (God past Zich in Zijn spreken aan mensen aan) geen goede oplossing. Het zesde argument gaat over de toekomst. Prof. Paul haalt Jesaja 11 en 65 aan, maar ook Ezechiël 28. Er is een relatie tussen Genesis en Openbaring. De klassieke uitleg is dat deze visioenen niet alleen gaan over de toekomst maar dat ze ook van betekenis zijn voor de uitleg van Genesis 3. Wat erbij gezegd moet worden is dat de toekomst het verleden wel overtreft. Het zevende argument is de wereldwijde vloed. Wie de evolutietheorie accepteert en denkt dat de mens als groep uit een aapachtige voorouder is ontstaan moet de zondvloed als lokale vloed aannemen, maar dat valt niet af te leiden uit de tekst, integendeel. Het achtste argument van prof. Paul zijn de uitspraken in het Nieuwe Testament. De Heere Jezus verwijst verschillende keren naar het begin van de schepping. De mens is er volgens het NT niet gekomen na miljoenen jaren ontwikkeling en ook niet als groep ontstaan vanuit aapachtige voorouders. Het negende argument is dat Christus bij de schepping betrokken was. De Zoon weerspiegelt in zijn handelen op aarde het karakter en de werkwijze van de Vader. Een evolutietheorie is hiermee in tegenspraak en kan daarom niet Gods scheppingsmechanisme zijn. Het tiende argument is het zuchten van de schepping zoals beschreven in Romeinen 8. De klassieke uitleg hierbij is dat dit het effect is van de zondeval en de vloek in Genesis 3. Het elfde argument van prof. Paul zijn het bestaan van wonderen en het perspectief op de toekomst. Gods handelen in wonderen is meestal direct en ook de nieuwe hemel en de nieuwe aarde ontstaan niet door evolutie. Prof. Paul werpt de vraag op: Zou het begin dan wel zo ontstaan zijn? Het twaalfde argument van prof. Paul is de kerkgeschiedenis. De kerkvaders hebben evolutietheorieën van Griekse en Romeinse auteurs afgewezen. De kerkvaders belijden allen dat God de aarde gemaakt heeft in maximaal zes dagen, sommigen zelfs in veel minder dan zes dagen. Het dertiende argument is dat de evolutietheorie van Charles Darwin grotendeels filosofisch bepaald was, zijn grootvader was bijvoorbeeld de naturalist Erasmus Darwin. Het veertiende en laatste argument is gericht op theïstische evolutionisten. Bij het aanhangen van de theïstische evolutie moeten zowel de Schrift als de evolutietheorie gereduceerd worden. Volgens prof. Paul is het theïstisch evolutionistische standpunt te oppervlakkig en helpt het niet op de langere termijn. De huidige christenen (ook studenten) dienen grondiger geholpen te worden. Prof. Paul laat weten dat hij op grond van de voornoemde 14 argumenten kiest voor de traditionele uitleg van Genesis 1 tot 3. Hij verwijst ook nog kort naar de grondslag van de Evangelische Hogeschool waarin dit wordt genoemd. Het betoog van prof. Paul gaf een duidelijk overzicht van de bezwaren die er zijn op de theïstisch evolutionistische positie vanuit het klassieke perspectief op Genesis. Helaas had prof. Paul maar 30 seconden de tijd per aandachtspunt, zodat sommige punten wat onderbelicht moesten blijven.
Prof. dr. G. van den Brink besprak zijn positie als theïstisch evolutionist.6 Hij vindt dat overigens een lelijk woord en zou willen dat er alternatieven bestonden. Prof. van den Brink wil neodarwiniaanse evolutie combineren met het christelijk geloof. Hij besprak drie thesen (stellingen) die voor hem erg belangrijk zijn voor deze combinatie: de geologische tijdschaal, de gemeenschappelijke afstamming en het mechanisme daarachter. Bij de eerste these heb je te maken met de miljoenen jaren, bij de tweede these met een afstamming van verschillende soorten in de loop van die miljoenen jaren en bij de derde these met het mechanisme van toevallige mutaties en natuurlijke selectie. Hoe zeker zijn deze stellingen? Volgens prof. van den Brink staat de geologische tijdschaal vrijwel vast. Hij heeft er zelfs aarzelingen bij om vrijwel te noemen. Volgens hem moet je wel van hele goeden huize komen om de gedachte van een miljoenen jaren oude aarde aan te kunnen vechten. De these van gemeenschappelijke afstamming lijkt voor hem plausibel, d.w.z. als je heel objectief naar de gegevens kijkt dan passen, volgens prof. Van den Brink, de puzzelstukjes heel goed in elkaar. Overigens laat hij de optie open dat het ontstaan der soorten ook anders kan, maar die andere optie is voor hem veel gekunstelder. Prof. van den Brink stelt dat de meeste discussie in punt 3 zit, namelijk of natuurlijke selectie binnen de gemeenschappelijke afstamming als enige principe een rol speelt of dat er nog andere mechanismen een rol spelen. Voor Prof. van den Brink is het uitgangspunt dat hij de wetenschapper serieus wil nemen, net zoals hij de dokter en automonteur serieus neemt.
De Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 2, is hierbij zijn ondergrond: Het geloof dat de twee openbaringsbronnen elkaar uiteindelijk niet tegenspreken maar het werk zijn van dezelfde Schepper. Prof. van den Brink werpt de vraag op: Stel dat deze drie thesen waar zijn, wat betekent dat dan voor het christelijk geloof? De eerste these valt niet te harmoniseren met het klassieke scheppingsgeloof: de aarde kan niet tegelijkertijd maximaal 10.000 jaar en miljarden jaren oud zijn. Hierbij komt de vraag van de hermeneutiek al volop naar voren: Hoe lezen wij de Bijbel? Prof. van den Brink noemt accommodatie als een mogelijke oplossing. Wanneer God Zich openbaart dan past Hij Zich zo aan dat wij het kunnen begrijpen. Volgens Prof. van den Brink zijn de eerste hoofdstukken van Genesis als gevolg van accommodatie beschreven zoals ze beschreven zijn. Bij de tweede these zijn heel veel vragen te stellen: Zijn wij mensen uniek als wij een gemeenschappelijke voorouder hebben met de dieren? Hoe zit het met de dieren, stierven die altijd al? Hebben Adam en Eva wel bestaan? Als zij de driften van hun voorouders erfden is er dan wel een zondeval geweest? Is de dood dan nog wel de straf op de zondeval? Volgens prof. van den Brink kun je zowel de theorie van de gemeenschappelijke afstamming verdedigen als op al deze vragen ‘Ja’ antwoorden. Rondom de derde thesen zijn al sinds Darwins tijd vragen. De christelijke reactie in de tijd van Darwin was, volgens prof. van den Brink, niet zozeer op Genesis gericht maar had te maken met de vraag of evolutie samen kon gaan met Gods voorzienigheid. Prof. van den Brink vindt het probleem van het lijden voor de zondeval samen met prof. Paul het moeilijkste punt, maar wil dat relativeren met de opmerking dat we vandaag de dag ook al veel lijden om ons heen zien. Zijn totaalconclusie: ‘De evolutietheorie is verenigbaar met het orthodox-christelijk geloof. En daarom hoeven christelijke studenten zich ook niet anti-evolutie op te stellen. (…) Laat maar zien waar je voor bent als christen. Dat is veel mooier en belangrijker ook’. Volgens prof. van den Brink is het evolutieproces zonder het Evangelie een uitzichtloos gebeuren.
Wat opvalt is dat prof. Van den Brink in zijn lezing er wel heel sterk vanuit gaat dat de naturalistische wetenschappen het bij het goede eind hebben. Hij noemt, dat hij de huidige wetenschap serieus wil nemen. Dat zou impliceren dat creationisten dat niet doen, wat niet correct is. Wat prof. van den Brink doet is echter veel meer dan wetenschap serieus nemen, hij aanvaardt die wetenschap met zijn naturalistische vooronderstellingen. Er zijn goede bezwaren te noemen tegen de heersende naturalistische opvatting, zowel geologisch als biologisch. Niet dat de naturalistische theorie van de geologische tijdschaal en de gemeenschappelijke afstamming hiermee als flauwekul moet worden weggezet, we moeten serieus omgaan met de gegevens die aangedragen worden door de naturalisten en deze beantwoorden. Maar dat betekent niet dat we op dergelijke naturalistische argumenten onze theologie moeten bouwen. Het is m.i. gevaarlijk om op een naturalistische wetenschappelijke theorie een theologie te funderen. Er zijn voorbeelden in de kerkgeschiedenis te vinden waarbij dat mis ging. Jammer dat prof. van den Brink niet genoeg tijd kreeg om op de door hem opgeworpen problemen dieper in te gaan. Voor mij als luisteraar staan de problemen er wel maar de antwoorden zijn (nog) niet gegeven. Wellicht moeten we wachten op zijn boek in 2017.
Prof. dr. C.G. Kruse sprak over wat geloven is en wat wetenschap is. Hij heeft zeven stellingen. De eerste stelling gaf een kernschets van de twee dingen waar het over gaat: Wat geloven is en wat wetenschap is. Hij kwam tot de volgende conclusie: Bij geloven gaat het om dingen die je zeker weet, maar niet kunt begrijpen en bij wetenschap gaat het om dingen die je onzeker weet en die je wel kunt begrijpen. Het zijn twee heel verschillende activiteiten, de ene gaat over dingen die we kunnen doorgronden, waar we theorieën over kunnen maken, het andere gaat over dingen die onze werkelijkheid overstijgen en waar we vaak genoeg verbaasd over zijn. Volgens prof. Kruse moeten we de wetenschap serieus nemen. Voor hem betekent dat, dat hij wetenschappelijke interpretaties van gegevens met respectvol wantrouwen tegemoet treedt. Sommige theologen zeggen: ‘alle wetenschappers zeggen dat evolutie bewezen is, dan ga ik er maar vanuit dat het zo is.’ Voor prof. Kruse is dat wel sympathiek en respectvol maar is het niet een serieus nemen van wetenschap. Wetenschap komt alleen maar verder als je voortdurend met een kritische houding ernaar kijkt en voortdurend zegt: ‘O ja, is dat zo? En hoe zit dit dan, en hoe zit dat dan?’ Prof. Kruse is juist uiterst op zijn hoede als wetenschappers allemaal het zelfde zeggen. Wetenschappers werken namelijk binnen paradigma’s en met vooronderstellingen.
Als theoloog is het daarom, volgens prof. Kruse, gevaarlijk om wetenschappers te volgen. Maar prof. Kruse staat ook gereserveerd naar theologen die zeggen: ‘nu weet ik hoe Genesis 1 gelezen en geïnterpreteerd moet worden.’ Prof. Kruse gaat verder over het ontstaan van het heelal. Volgens prof. Kruse zijn er uiteindelijk maar twee rationele verklaringen voor het ontstaan van het heelal die het antropisch principe (De fijnafstemming van de natuurconstanten) kunnen verklaren, nl. die van het Multiversum (er zijn veel heelallen waarvan de onze er één is) en die van de Ontwerper. Die theorieën, zegt prof. Kruse, zijn beide even rationeel waarschijnlijk. Daarna spreekt prof. Kruse over het ontstaan en de ontwikkeling van leven. Hij erkent dat er veranderingen plaats vinden binnen soorten en dat er een verbluffende verwantschap tussen de soorten te vinden is. Als je deze feiten op je in laat werken zijn er volgens prof. Kruse weer twee verklaringen mogelijk. De ene verklaring is die van evolutie via mutaties en selectie, de andere verklaring is dat een Schepper op beslissende momenten heeft ingegrepen, zeker als het gaat om het vormen van nieuwe domeinen (leven, planten, dieren). Beide verklaringen zijn rationeel even waarschijnlijk. Voor de overeenkomst in het DNA van de soorten is evolutie zeker niet de enige mogelijke verklaring, ook de Schepper zou van dezelfde materialen gebruik gemaakt hebben en ook dat zou er voor zorgen dat er een grote overeenstemming is tussen verschillende soorten, aldus prof. Kruse. De Bijbel leert, volgens prof. Kruse, onmiskenbaar dat God de Schepper is en dat Hij de schepping heeft gemaakt door op beslissende momenten in te grijpen, door woorden te spreken. Ook de tweede persoon in het Goddelijke wezen, de Zoon, heeft daarbij een centrale rol gespeeld. Door die Wijsheid is alles tot stand gekomen. Voor prof. Kruse is scheppen een groot mysterie en zou God ook van vormen van evolutie gebruik gemaakt kunnen hebben. Dit was een interessante gebalanceerde lezing uiteindelijk ga ik niet met de eindconclusie mee maar de afweging is weloverwogen.
Prof. dr. H. Falcke liet zien hoe groot het heelal is en dat Gods grootheid daarin te zien is. In de sterrenkunde kijk je volgens prof. Falcke op grote schalen. Prof. Falcke zegt dat hij dezelfde traditionele opvatting over de Bijbel heeft als andere orthodoxe christenen, nl. dat God de wereld heeft geschapen, dat Hij zich heeft geopenbaard in de geschiedenis en dat Hij betrouwbaar is tot in de dood en zelfs daarna. Zijn opdracht als natuurwetenschapper is om te kijken naar de schepping zelf, en wat die schepping zelf over God zegt. Hij haalt daarbij de tekst uit Psalm 19 aan. Als je naar Versailles gaat dan leer je iets over de Zonnekoning, als je naar paleis Noordeinde gaat dan leer je iets over een burgerkoning in Nederland en zo leer je als je naar het heelal kijkt iets over God. Een van de belangrijkste aspecten die het heelal ons volgens prof. Falcke leert is grootheid. De grootheid van ruimte en tijd en natuurlijk ook de schoonheid van het heelal.
Prof. Falcke gaat verder met het uitleggen van hoe afstanden gemeten worden in de natuurkunde. Hij vertelt dat een van zijn studenten aan de universiteit betrokken is bij dit soort metingen. Hij vertelt: ‘Je hebt een aarde die gaat rond de zon en daardoor sta je op verschillende plekken in het heelal. Dan kijk je een keer van deze kant en een keer van deze kant naar een ster of een stervormingsgebied. Dan zie je dat in het voorjaar en in het najaar de positie van dit soort sterren licht verschuift omdat je vanaf verschillende hoeken kijkt. Hoe verder je weg bent hoe kleiner die verschuiving. Door dit te meten kan je heel direct meten vanaf de aarde (…) met behulp van een radiotelescoop.’ De afstand die we hiermee direct kunnen meten is 42.000 lichtjaar, ongeveer de helft van onze Melkweg. De totale Melkweg is dus 80.000 tot 100.000 lichtjaar groot. Volgens prof. Falcke weten we hoe snel licht beweegt en daarom weten wij dat het licht dat wij nu waarnemen van deze sterren 40.000 jaar onderweg is geweest. Kijken we verder weg dan komen het Andromeda-sterrenstelsel tegen. Deze heeft dezelfde structuur als onze Melkweg, maar is kleiner. Als je dezelfde metingen doet als hierboven maar op een iets andere manier dan kom je erachter dat dit stelsel 2,5 miljoen lichtjaar van de aarde verwijderd staat. Jesaja had al een indruk van de onmetelijke grootheid van het heelal. Prof. Falcke citeert hierbij Jesaja 40:26. We hebben honderden miljarden sterren in ons eigen Melkwegstelsel, waar we overigens maar 1% van kunnen tellen. Maar God kent elke ster en elke planeet. Prof. Falcke toont een afbeelding van de Hubble-Deep-Field (HDF). Hubble, een ruimtelescoop, heeft ongeveer twee weken ingezoomd op een klein stukje heelal. Je kijkt op dit plaatje (zie foto hiernaast) door het oog van een naald naar een stukje van de hemel. Elk stipje op deze foto van Hubble is een sterrenstelsel. Deze staan nog verder weg dan het Andomedastelsel, we hebben het dan over 13,85 of 13,6 miljard lichtjaar. Het zijn volgens prof. Falcke zeker geen zesduizend jaar. Zelfs ons eigen Melkwegstelsel is veel groter dan zesduizend lichtjaar. ‘Ik vind het een beetje God klein maken als we Hem beperken tot die zesduizend jaar. Laten we ons verrijken door ons heelal te vergroten, God groter maken door de wetenschap op dit punt serieus te nemen. Te accepteren dat het een groot en heel oud heelal is en dat het groter is dan alles wat wij ons kunnen voorstellen. Het is verrijkend en het is ook een punt van nederigheid, we moeten gewoon accepteren hoe God de dingen heeft gemaakt. Het is niet ons idee dat belangrijk is. (…) Wij moeten accepteren wat Hij ons laat zien.’
Vol verwondering kunnen we inderdaad de grootheid van het heelal beschouwen. Ik meen dat een creationist dat net zo goed, of misschien wel beter kan dan een naturalist (theïstisch of niet). Samen met prof. Falcke wil ik de teksten naspreken die deze verwondering uitspreken. Helaas is voor prof. Falcke grootheid hetzelfde als ouderdom, alhoewel hij nog wel de opmerking maakt: ‘als dit klopt wat wij vandaag meten en weten over de snelheid van het licht’. Voor sommige creationisten ligt het probleem niet in de grootheid van het heelal, maar in de snelheid van het licht of de structuur van het heelal. Met de opmerking ‘we maken God klein als we uitgaan van zesduizend jaar’, doet hij creationisten geen recht. God wordt niet kleiner of groter door een zesduizend jaar jonge Schepping, want God is een eeuwig God en niet afhankelijk van ruimte en tijd. God kan niet groter worden dan Hij is (want Hij is eeuwig), maar Hij kan ook niet kleiner worden dan Hij is (want Hij is eeuwig). Uiteraard kunnen we God wel klein denken te maken door klein van Hem te spreken, de discussie is dan wie dat doet een creationist of een theïstische evolutionist. Prof. Falcke blijkt daarnaast onvoldoende op de hoogte van creationistische alternatieven. Bij de vragen die drs. Knevel stelde na afloop van deze presentatie blijkt niet alleen dat prof. Falcke erg stellig is in zijn visie, maar dat hij ook slechts één creationistisch model kent, namelijk dat het heelal zo oud lijkt maar het niet is. Deze visie vindt hij niet overtuigend. Of dat terecht of onterecht is? Daar zou je over kunnen discussiëren. Maar er zijn nog minstens zes andere modellen. In 2014 heeft journalist Bart van den Dikkenberg een lekenoverzicht gemaakt van zes verschillende creationistische alternatieven.29
Prof. dr. ir. H. Jochemsen liet zien ‘hoe wetenschap werkt’ en dat je voorzichtig moet zijn met stellige uitspraken. Prof. Jochemsen wil eerst iets zeggen over hoe we het debat dienen te voeren en in de tweede plaats wil hij een aantal kwesties noemen waarbij een standpunt doorklinkt. Prof. Jochemsen wil zich daar echter niet helemaal op vastleggen. In het denken van mensen, ook in de wetenschapsbeoefening zijn volgens prof. Jochemsen een aantal niveaus te onderscheiden. Het hoogste niveau is dat van het geloof. De relatie met God in het christelijk geloof, de manier van Bijbellezen, het horen van Gods stem en geloofsovertuigingen. Het tweede niveau is dat van het wereld- en mensbeeld. Theologie en filosofie. Theologie reflecteert en bezint op Gods openbaring (Zijn Woord) en Gods handelen in de wereld. Filosofie gaat over de kosmos en de samenstelling en samenhang van de dingen. Hier valt ook de wetenschapsfilosofie onder. Het derde niveau is dat van de wetenschappelijke theorieën, waarvan de evolutietheorie er een is, maar bijvoorbeeld ook het kosmologische model. Het vierde niveau is dat van de waarnemingen. Waarnemingen kunnen directe waarnemingen zijn maar veel waarnemingen vinden indirect plaats, bijvoorbeeld met behulp van instrumenten. Het vijfde niveau is dat van de feiten. Feiten zijn de stand van zaken op zich, als we niet meten. Wanneer we een zogenaamd feit waarnemen dan heeft er al een interpretatiestap plaatsgevonden. We hebben volgens prof. Jochemsen wetenschappelijk gezien niet de toegang tot de feiten zelf, een stand van zaken die onweerlegbaar is en niet te bediscussiëren. De verschillende niveaus beïnvloeden elkaar, maar determineren elkaar niet. Het is niet zo dat het een christelijke geloofsovertuiging tot een eenduidig wereldbeeld leidt waar geen discussie over zou kunnen zijn. Ook van onderaf geldt dat.
Je neemt alleen iets wetenschappelijk waar als er een bepaalde commitment is voor een visie op de wereld. Als we niet een bepaald kader hebben, nemen we niets wetenschappelijk waardevols waar. Volgens prof. Jochemsen bestaat er niet zoiets als een neutrale feitelijkheid die dwingend bepaalde theorieën voorschrijft. Natuurlijk zijn bepaalde wetenschappelijke theorieën plausibeler dan anderen. Prof. Jochemsen gaat verder in op de kwestie geloof-en-wetenschap. De grote vraag in de kwestie geloof-en-wetenschap is volgens prof. Jochemsen: ‘Hoe verbinden we het geloof in Gods handelen en Zijn voorzienigheid met de wetenschappelijke beschrijving van de zaken’. Hij bespreekt daarna de evolutietheorie. Je moet binnen de evolutietheorie onderscheid maken in het patroon, het proces en het mechanisme van de evolutie. Evolutie als patroon zie je in alle levende dingen vrij sterk, overigens volgens prof. Jochemsen niet onomstotelijk. Je ziet dat op allerlei manieren in de DNA-structuren maar ook op een bepaalde manier in de fossielen, al wordt ook dat betwist. Met betrekking tot evolutie als proces is er wat voor te zeggen dat er een mate van evolutie is, maar volgens prof. Jochemsen is er geen empirisch bewijs dat het patroon vanaf de primitieve eerste cel tot aan de mens een doorgaande lijn van afstamming is. Volgens prof. Jochemsen is het zelfs zo dat de hedendaagse biologie en genetica daarmee in strijd zijn en momenteel vast zitten op de vraag: ‘Hoe gaan we dit oplossen?’. En dan hebben we nog evolutie als mechanisme. Daarbij wordt vaak gedacht aan natuurlijke selectie. De afgelopen tien tot vijftien jaar werd duidelijk dat evolutie absoluut niet met natuurlijke selectie verklaard kan worden. De wetenschappers die dat poneren zijn overigens nog steeds evolutionist dus je kunt deze mensen volgens prof. Jochemsen niet zomaar voor je eigen karretje spannen. ‘Ik denk dat je kan zeggen dat de waarnemingen van de patronen meer en meer ook compatibel en te verenigen zijn met een visie waarin de verschillende ontwikkelingslijnen van leven naast elkaar ontstaan. En dat dit evenzeer een geldige en valide interpretatie is van de gegevens als de evolutionaire lijn.’ Het was een leerzame lezing met betrekking tot achtergronden en principes van wetenschap, schepping en evolutie.
Voor de pauze kregen eerst de studenten de gelegenheid om hun vragen te stellen. Het waren mooie vragen die leefden bij de studenten daarom vond ik het spijtig dat de vragen van deze studenten communicatief niet altijd even ‘correct’ behandeld werden. Iets wat ook prof. van den Brink terecht opmerkte: ‘We moeten de vragen van de student serieus nemen.’ Na de pauze kreeg de zaal de gelegenheid om vragen te stellen. Hierbij viel op dat de zaal zich afvroeg of dit debat wel nut had in eeuwigheidslicht. Ook de lezing van Van den Brink riep veel vragen op. De vragen gingen voornamelijk over een historische Adam en een zondeval en betroffen vragen over hoe Genesis 1 tot 3 een zondeval en een historische Adam te combineren zijn met theorie van gemeenschappelijke afstamming waar dood, verderf en leed volop plaats hebben. Het was een waardig en respectvol debat waarin de standpunten goed uitgewisseld werden. De Evangelische Hogeschool wordt bedankt voor het organiseren van dit debat.
Voetnoten
Stichting Creaton organiseert komende maand D.V. een last-minute excursie naar de Ardennen
De Ardennen is een huzarenstukje geologie in onze achtertuin.30 Creationisten zijn daarom al jaren geïnteresseerd in deze fascinerende geologische puzzel. Al weer een aantal jaren geleden organiseerde Weet Magazine in samenwerking met Stichting Creaton een meerdaagse excursie naar dit gebied.31 Komende maand D.V. organiseert Stichting Creaton een last-minute excursie naar de Ardennen.
Creaton laat op haar website weten dat het programma gevuld is met excursies en lezingen. Vrijdag en zaterdag overdag ‘zullen we (…) met hamer en beitel in de hand de bewogen geschiedenis van het Europese continent zichtbaar maken’. De gids volgt de Maas vanaf Couvin in de meest zuidelijke punt van de excursie via Dinant naar Namen. Op vrijdagavond hopen drs. Tom Zoutewelle en dr. Peter Borger ieder een lezing te geven. Zoutewelle geeft een inleiding in de geologie en geschiedenis van de Ardennen. Borger geeft een overzicht van de nieuwste inzichten in de genetica. De excursie vindt plaats van 20 tot en met 22 september 2024 D.V. Wellicht is het in overleg mogelijk om, in verband met de zondagsrust, al op zaterdagavond huiswaarts te keren. De gasten verblijven op het vakantiepark Villatoile aan de rivier Lesse (Dinant). De kosten bedragen 250 euro. Dit is inclusief overnachtingen en maaltijden. Wanneer er voldoende interesse is kan er, tegen een meerprijs van 50 euro, vanaf Utrecht gebruik gemaakt worden van vervoer met een busje. Aanmelden kan via de website van Stichting Creaton (zie voetnoot).32
De website van Stichting Creaton maakt ook nog reclame voor de excursie van Wort und Wissen naar het bekken van Parijs, een week eerder. In dit artikel is daar meer over te lezen.