Home » Bijbelse geschiedenis (Pagina 4)

Categorie archieven: Bijbelse geschiedenis

Kompas-App 2023 (3) Een knielende Jehu?

Deze overdenking werd op 8 februari 2023 geplaatst in de Kompas-App van ‘Om Sions Wil’.

En de HEERE zeide tot hem: Ga, keer weder op uw weg, naar de woestijn van Damascus; en ga daar in, en zalf Házaël ten koning over Syrië. Daartoe zult gij Jehu, den zoon van Nimsi, zalven ten koning over Israël; en Elisa, den zoon van Safat, van Abel-Mehóla, zult gij ten profeet zalven in uw plaats.’ (1 Koningen 19:15-16)

Er hadden grote wonderen plaatsgevonden in het leven van Elia. De Heere had drie jaar lang voor hem gezorgd. Het volk had ná het offer, wat de Heere Zelf had verteerd, beleden dat de Heere God was. Na deze wonderen verklaarde koningin Izebel hem vogelvrij. Dat zorgde voor donkere tijden in het leven van Elia. Hij vluchtte de woestijn in en sprak de woorden: ‘Het is genoeg; neem nu, HEERE, mijn ziel, want ik ben niet beter dan mijn vaderen’ (vers 4).

Maar de Heere liet Zijn kind niet in de steek. Hij zorgde in de woestijn voor eten en gaf hem bemoedigingen bij de berg Horeb. Elisa kreeg ook een opdracht: zalf Házaël tot koning van Syrië en Jehu tot koning van Israël. Door de Black Obelisk die te bewonderen is in het British Museum te Londen weten we óók dat Házaël en Jehu tijdgenoten waren. Deze obelisk werd in 1846 opgegraven bij de stad Nimrud en vermeldt verhalen van Salmaneser III, koning van Assyrië.

Op een kant van de obelisk staat dat deze koning op veldtocht ging tegen Házaël van Damascus. Op de andere kant is te zien hoe Salmaneser een gift krijgt van Jehu, de zoon van het huis van Omri. Huis van Omri? Kennelijk was het bij Salmaneser nog niet doorgedrongen dat Jehu geen afstammeling van Achab was, maar uit een andere familie kwam. Of de knielende man op de obelisk Jehu zelf is, valt niet met zekerheid te zeggen.

Met dank aan Kompas-App voor het publiceren van deze overdenking. Als jongere ook deze App volgen? Dat kan gratis via de website: https://www.jouwkompas.nu/.

Kompas-App 2023 (2) De kemels van Abram

Deze overdenking werd op 7 februari 2023 geplaatst in de Kompas-App van ‘Om Sions Wil’.

En hij deed Abram goed om harentwil; zodat hij had schapen en runderen en ezels, en knechten en maagden, en ezelinnen en kemels.’ (Genesis 12:16)

Abram wordt door de Heere geroepen uit het heidens Ur der Chaldeeën. In de tekst hierboven is Abram, vanwege een hongersnood, in Egypte. Abram gebruikt een halve leugen en zegt dat Sara zijn zus is. Farao laat zijn oog op haar vallen en doet Abram goed om harentwil. Hij geeft Abram onder andere ‘kemels’, kameelachtigen zoals bactrische kamelen (Camelus bactrianus) of dromedarissen (Camelus dromedaris). Om welke soort het hier precies gaat, is niet goed uit de grondtekst op te maken.

Maar, zo zeggen sceptici, dat kan helemaal niet, want in die tijd waren kamelen nog niet tot huisdier gemaakt (gedomesticeerd). Heeft de Bijbel het hier mis? Kamelen kwamen vermoedelijk al aan het einde van het derde millennium voor Christus voor in het oude Nabije Oosten. Dit blijkt uit spijkerschriftteksten die gedateerd worden rond de tijd van Abraham (ongeveer 2000 jaar voor Christus). Deze tot huisdier gemaakte kamelen bereikten ook het Nijldal tussen 2500 en 1400 voor Christus. We weten dit onder andere door dierfiguren en zalfpotjes in de vorm van kamelen.

Bijbels archeoloog dr. Peter van der Veen geeft daarvan in zijn Duitstalige boek Volk ohne Ahnen een aantal voorbeelden. Hij noemt bijvoorbeeld een stenen zalfpotje in de vorm van een zittende dromedaris die een korf draagt. Het potje, dat te bewonderen is in het Egyptisch Museum te Berlijn, is gevonden in Abusir el-Meleq en de korf diende als potje voor de zalf. Waar het op neerkomt, is dat sceptici ongelijk hebben. Farao kon prima aan Abram kamelen gegeven hebben als geschenk. Er is ook een geestelijke les te leren uit deze geschiedenis. Het doen van zonde is niet zonder gevolgen, het is zelfs zo dat anderen vaak moeten lijden vanwege onze zonden (vers 17 tot 19).

Met dank aan Kompas-App voor het publiceren van deze overdenking. Als jongere ook deze App volgen? Dat kan gratis via de website: https://www.jouwkompas.nu/.

Kompas-App 2023 (1) Het vaste Woord

Deze overdenking werd op 6 februari 2023 geplaatst in de Kompas-App van ‘Om Sions Wil’.

En wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel dat gij daarop acht hebt, als op een licht schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte en de Morgenster opga in uw harten.’ (2 Petrus 1:19)

De apostel Petrus schrijft hier over de vastheid van het Woord. De kanttekeningen schrijven hierbij dat het Woord als een zeer vaste grond is om ons geloof op te bouwen. De geschiedenissen in de Bijbel zijn geen wonderschoon gedichte fabeltjes of mooi opgezette sprookjes waar lessen uit te trekken zijn, maar hebben werkelijk plaatsgevonden. Petrus zegt als het ware: ‘Wij zijn aanschouwers geweest van Zijn majesteit (vers 16). We hebben het gezien en daarom kunnen we ervan getuigen. De Heere Jezus heeft echt van Zijn Vader eer en heerlijkheid ontvangen. We hebben werkelijk Zijn stem en de stem van God de Vader gehoord toen we op de heilige berg waren (vers 17 en 18). Onze zintuigen hebben ons niet bedrogen.’

De Bijbel is niet zomaar een ooggetuigenverslag, een spannend geschiedenisverhaal waar je niets mee hoeft te doen. Nee, het is profetie. Niet opgeschreven omdat mensen het wilden, ‘maar de heilige mensen Gods, van den Heiligen Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken’ (vers 20 en 21). En daarom (!) is het goed om de Schrift te doorworstelen, te overdenken én biddend te lezen. Het is als een licht dat schijnt in ons duistere zondenhart, met als ultieme doel dat ‘de dag aanlichte en de Morgenster opga in uw harten’. Want zonder deze Morgenster (dat is Christus) zal het niet gaan.

Wellicht denk je: de Bijbel is toch vaak in strijd met de werkelijke geschiedenis? De komende week willen we daarom stilstaan bij enkele archeologische vondsten uit het land van de Bijbel. Niet om daarmee het gelijk van de Schrift aan te tonen, de Bijbel heeft dat immers niet nodig, maar in de hoop twijfels weg te nemen.

Met dank aan Kompas-App voor het publiceren van deze overdenking. Als jongere ook deze App volgen? Dat kan gratis via de website: https://www.jouwkompas.nu/.

Het boek Job en de schepping – Prof. dr. Mart-Jan Paul sprak op Nederlands congres d.d. 26 februari 2021

Op 26 februari 2021 organiseerde ik, Jan van Meerten, namens Logos Instituut, een congres over ‘Geloof en Wetenschap’. Oudtestamenticus prof. dr. Mart-Jan Paul sprak over het boek Job. Hij legde zijn focus daarbij op de oorsprong, het wereldbeeld, het klimaat en de dieren. Deze video is, met dank aan Geloofstoerusting, opgenomen en hieronder te bekijken.

Op de Generale Synode Gereformeerde Gemeente wordt nagedacht over Schriftgezag en de noodzaak tot wetenschappelijke bezinning

Deze maand, op 12 en 13 oktober 2022, vonden resp. de derde en vierde zittingsdagen van de Generale Synode van de Gereformeerde Gemeente plaats.1 Op deze dag werd een instructie besproken van de particuliere synode Oost met de vraag om bezinning op het Schriftgezag. De details van het besprokene zijn niet openbaar, maar gelukkig heeft de kerkredactie van het Reformatorisch Dagblad een mooi artikel erover geschreven.2

Classis Kampen

Het verzoek om Schriftgezag te bespreken komt van de classis Kampen. Tussen de ingekomen stukken van classisvergadering van de classis Kampen van 29 september 2022 zit namelijk ook de instructie van deze classis naar de Particuliere Synode Oost (zie hieronder). De instructie gaat over “het Schriftgezag (onder meer inzake de vrouw in het ambt, vraagstukken rond seksualiteit en de Bijbelse scheppingsleer.” Deze instructie is (enigszins gewijzigd) door de Particuliere Synode Oost doorgezonden naar de Generale Synode. Daar werd de instructie besproken, wat weer aanleiding geeft tot het onderstaande artikel.3

Particuliere Synode Oost 2022

De vergadering van de Particuliere Synode Oost 2021 besloot een commissie in te stellen. Op 9 juni 2022 was er opnieuw een Particuliere Synode Oost. Hier werd het rapport van deze op de vorige synode ingestelde commissie besproken. Besloten werd de Generale Synode 2022 te vragen om zich te bezinnen op het Schriftgezag. Het synodeverslag in De Saambinder, geschreven door assessor-scriba K. Karels, meldt het volgende: “Diverse onderwerpen in onze tijd, zoals de (theïstische) evolutie, huwelijk en seksualiteit, de vrouw in het ambt en andere dringen zich op en vragen om een antwoord. De Particuliere synode constateert dat de vele vragen die er met name onder onze jeugd zijn, terug te voeren zijn op een tanend Schriftgezag. De Synode acht daarom nadere bezinning op het Schriftgezag van groot belang.4

Generale Synode 2022

Volgens de voorzitter (ds. P. Mulder) van de generale synode ligt het Schriftgezag in de Gereformeerde Gemeente niet onder vuur, maar hij merkt dat jongeren in verlegenheid zijn gebracht in zaken rond het Schriftgezag. Mulder vraagt zich af hoe je jongeren goed kunt begeleiden in de gedachtevorming. De eenzijdige focus op jongeren is vast de bedoeling van de synodepreses niet, ook ouderen kunnen flink worstelen met het Schriftgezag. En ook zij hebben begeleidende handvatten nodig. De voorliggende instructie bevat ook een bronnenlijst die geraadpleegd kunnen worden. Afgevaardigden wijzen tijdens de bespreking ook op de twee recente uitgaves in de serie Semper Reformanda over de Heilige Schrift.5 Na de discussie (zie deels hieronder) komt het moderamen tot het voorstel om een commissie samen te stellen ‘die voor de synodevergadering in februari een opzet formuleert voor hoe deze bezinning op Schriftgezag kan worden vormgegeven’. Dit zal gebeuren in nauw overleg met de commissie catechese. Vertolking naar jongeren is inderdaad zeer belangrijk, maar vergeet ook de ouderen die hiermee worstelen niet. Het zijn in de kerkverbanden vooral de ouderen die uiteindelijk het Schriftgezag met de voeten treden en kerkelijke wissels omzetten. Jongeren hebben hiertoe namelijk nog geen kerkelijk recht. We zien met belangstelling uit naar deze opzet en wensen de commissie Gods onmisbare zegen toe in het verder doordenken van dit wezenlijke onderwerp.

Wel of niet tanende?

Ds. W. Visscher denkt dat niet het Schriftgezag zelf ter discussie staat, maar de functionering en concretisering van het Schriftgezag. “Hoe verwoorden wij het Schriftgezag? Hoe helpen wij de jongeren daarbij?” Ouderling G.D. Roeland denkt dat het Schriftgezag wel tanende is. Hij merkt in gesprekken met mensen dat ‘ik vind’ of ‘ik denk’ boven de Schrift wordt gesteld.

Het woord ‘dag’ in Genesis 1

Ds. A. Schot wil de uitspraak ‘vrijheid van exegese’ tegen het licht houden. “Dat begrip hoor je nogal eens terug. Valt de uitleg van het woord ‘dag’ in Genesis 1 werkelijk onder de vrijheid van exegese? Volgens mij val dat onder het Schriftgezag. Met deze uitdrukking kun je het hele Schriftgezag ondersteboven halen.

Studiesecretaris en wetenschappelijke bezinning

Een goed voorstel van ds. W. Visscher is om binnen het kerkverband een studiesecretaris aan te stellen die de publicaties op wetenschappelijk gebied in de gaten houdt en hierover publiceert. “Er vindt op allerlei terreinen bezinning plaats, maar dat kunnen predikanten niet allemaal bijhouden. Is het mogelijk om te proberen te duiden wat gaande is?” Ds. G.W.S. Mulder ziet de noodzaak tot wetenschappelijke bezinning op dit punt. In het verleden kon nog een beroep gedaan worden op Bijbelgetrouwe bezinning binnen andere kerkverbanden. Hij noemt de publicaties van J. Douma en W.H. Velema. “Maar met pijn in het hart moeten we signaleren dat dit snel wegvalt. Wat betekent dat voor de toerusting van onze gemeenten en jongeren, ook in de toekomst?

Studenten

Tijdens deze synodedag is er ook oog voor het zielenheil van de studenten.6 Dat bleek tijdens de bespreking van het rapport van de werkgroep voor studenten van de Gereformeerde Gemeente.7 Verschillende afgevaardigden riepen op om al tijdens de middelbare schoolperiode leerlingen te wijzen op het bestaan van de studentenkringen van de Gereformeerde Gemeente. In Rotterdam worden de kringavonden goed bezocht, maar in sommige andere plaatsen zijn de studentenkringen maar klein. Kerkenraden moeten goed contact houden met de studenten en hen stimuleren om de genoemde kringen van de Gereformeerde Gemeente te bezoeken. “Er is in veel universiteitssteden nog veel te winnen. Hebben wij er zicht op wie de studerende jongeren zijn?” Goed dat er vanuit de Generale Synode ook oog is voor de studerenden. Kerken, maar ook organisaties voor geloof en wetenschap, hebben hier een belangrijke taak. Creationistische academici zouden hen hierbij kunnen helpen. Zij zouden, menselijkerwijs gesproken, identificatiefiguren8 kunnen zijn en functioneren als een soort mentoren voor de studenten. Niet om daar een kopie van te worden, maar om daar van te leren. Het is daarom goed om als kerkenraad ook in kaart te hebben wie de academici zijn binnen de gemeente.9

Aanvulling vanuit De Saambinder

In De Saambinder, het landelijke kerkblad van de Gereformeerde Gemeente, staat ook een verslag van het hierboven besprokene. Drs. H.A. van Zetten, de scriba tertius, heeft het verslag geschreven. In het verslag wordt genoemd dat ‘studenten in het hoger onderwijs (…) veel voor de kiezen‘ krijgen. Van Zetten noemt het daarom des te belangrijker ‘dat ook zij stevig geworteld zijn in Schrift en belijdenis‘. Volgens de auteur is het ‘verontrustend dat velen kiezen voor een bredere oriëntatie dan een Gereformeerde Gemeente-kring of reformatorische studentenvereniging‘. De waarde van hartelijk contact met de thuisgemeente moeten we niet overschatten.

Het verslag over de instructie10 vanuit de Particuliere Synode Oost is ook summier. Door de synode wordt een commissie ‘Schriftgezag’ benoemd die in samenspraak met de commissie catechese en de redactie van Semper Reformandanog eens verwoorden wil wat Schriftgezag precies is en hoe dient te functioneren‘. Het Schriftgezag wordt namelijk in actuele omstandigheden bedreigd.11

Voetnoten

Klonken er bazuinen rond Jericho? – Dr. Peter van der Veen sprak op Nederlands congres d.d. 26 februari 2021

Op 26 februari 2021 organiseerde ik, Jan van Meerten, namens Logos Instituut, een congres over ‘Geloof en Wetenschap’. Bijbels archeoloog dr. Peter van der Veen sprak over zijn gelijknamige (Duitstalige) boek ‘Klonken er bazuinen rond Jericho?’. Dr. Van der Veen sprak over de archeologie rond Jericho en de intocht van de Israëlieten in Kanaän. Volgens critici zouden er in die tijd geen bazuinen rond Jericho geklonken hebben. Deze video is, met dank aan Geloofstoerusting, gepubliceerd en hieronder te bekijken.

Unieke Weet-filmvertoning ‘Het Mysterie van de Rode Zee’

Laatst zijn er twee nieuwe films van Weet Magazine verschenen over de doortocht door de Rode Zee. Op 28 oktober 2022 en 11 november 2022 kun je deze films in professionele setting bekijken in Dordrecht. Kom je ook?

Neem je familie en vrienden mee naar deze unieke Weet-filmvertoningen in Dordrecht. Verdeeld over twee avonden kun je de geprezen documentaires ‘Het Mysterie van de Rode Zee’ deel 1 (trailer1) en deel 2 (trailer2) bekijken. In de films ontsluiert filmmaker Tim Mahoney de raadsels rond Israëls doortocht door de Rode Zee. Waar vond die plaats? Zijn er resten van Farao’s leger gevonden? De filmvertoningen zijn een initiatief van interkerkelijke organisatie Missie Dordt, en hebben als doel om christelijke en niet-christelijke jongeren aan het denken te zetten over het geloof.

1e filmvertoning: vrijdag 28 oktober 2022

Het Mysterie van de Rode Zee Deel 1 zal vertoond worden op vrijdag 28 oktober 2022 om 20:15 uur. De film is toegankelijk voor alle leeftijden. Bekijk hier alvast de trailer.3

2e filmvertoning: vrijdag 11 november 2022

Het Mysterie van de Rode Zee Deel 2 zal vertoond worden op vrijdag 11 november 2022 om 20:15 uur. De film is toegankelijk vanaf 9 jaar en ouder. Heb je het eerste deel gemist? Dan kun je voorafgaand aan deze tweede avond nogmaals deel 1 bekijken, om 17:00 uur, op dezelfde locatie. Bekijk hier alvast de trailer.4

Programma

De avonden beginnen met een opening en toelichting door een Weet-medewerker. Daarna volgt de filmvertoning. Na afloop van de film is er de gelegenheid om na te praten over de film. Ook zal er een stand zijn van boekhandel Present uit Dordrecht waar je de films op dvd kunt kopen. Ook andere Weet-producten zijn er verkrijgbaar.

Kortingscode Weet-scheurkalender 2023

Op de filmavonden is de Weet Scheurkalender 2023 met 37,5% korting verkrijgbaar door middel van deze kortingsbon. Print daarvoor dit kortingsticket uit5 en neem die mee naar de avond, of laat hem zien op je mobiel.

Locatie

De films zullen worden vertoond in filmhuis The Movies in Dordrecht (adres: Nieuwstraat 62). Missie Dordt heeft een goede samenwerking met The Movies, waar al verschillende christelijke films zijn vertoond voor een select publiek, met het doel hen verdieping te geven en te laten nadenken over het christelijk geloof.

Toegangstickets

Een ticket kost €12,50. Dat is inclusief een gratis drankje na afloop. De tickets zijn verkrijgbaar via de landingspagina van de filmavonden op de website van Weet Magazine.6

Voetnoten

Dr. P.J. de Raaf schrijft serie bijbelstudies over eerste hoofdstukken van Genesis – “Laten we buigen voor de eenvoudige en troostrijke waarheid van de Schrift”

De Saambinder is het landelijk wekelijke kerkblad van de Gereformeerde Gemeente. Het blad bestaat nu al meer dan honderd jaar. Op 1 september 2022 startte medicus en predikant dr. P.J. de Raaf1, op verzoek van de redactie, een bijbelstudie over Genesis 1-3. Het is een bijbelstudie verdeeld over vier maanden. Iedere week wordt er een kort stukje geplaatst. Elke studie bevat een stukje exegese en daarna de persoonlijke en geestelijke toepassing. Hieronder volgt een samenvatting van de bijbelstudie.

Schepping

Alle dingen hebben een begin. Volgens de huidige naturalistische wetenschap is dat begin miljarden jaren geleden samengebald in één punt, volgens orthodoxe christenen werd dat begin door de Schepper gecreëerd. De Drie-eenheid (Vader, Zoon en Heilige Geest) is betrokken bij dit begin. Scheppen, wordt volgens De Raaf, nooit verbonden aan mensen. “Alleen Gód kan scheppen.” God gebruikte hiervoor geen materialen of bouwstoffen. “Hij spreekt en het is er. Hij roept de dingen die niet zijn, alsof zij waren.” Dit is een geloofszaak.2 Dat God de Schepper is komt in heel de Bijbel steeds weer terug. De Raaf verwijst als voorbeeld naar Job 38, Psalm 104 en Jesaja 40. “Maar ook het genadewerk in de harten van zondaren wordt een ‘schepping’ genoemd.3 Het is Genesis 1:1 dat licht werpt op andere Schriftplaatsen. De Raaf: “Wat volgens de mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God. Laten we ons verre houden van de onbijbelse evolutietheorie en buigen voor de eenvoudige en troostrijke waarheid van de Schrift.4

Daar zij licht!

Dr. P.J. de Raaf: “God schiep de natuurwetten, maar is daar Zelf niet van afhankelijk. Als Hij spreekt, wordt het licht.” Bron: Pixabay.

In het tweede stuk van de serie gaat dominee dr. P.J. de Raaf in op de eerste scheppingsdag. Vóór die eerste scheppingsdag was er niets. “God schiep de hemel en de aarde. Het begin was er, maar de aarde was een onherbergzame plaats. De hele aardbodem was bedekt met een watervloed (Ps. 104:6).” Op de eerste scheppingsdag was er niemand die het spreken van de Schepper kon horen. Maar ondanks dat spreekt God met macht ‘tegen de levenloze schepping. Door middel van woorden drukt de Schepper Zijn gedachten uit. En bij Hem zijn woorden meteen daden: ‘En daar werd licht’.5 Dit licht was er onafhankelijk van een lichtbron, zoals de zon. De zon werd namelijk pas op de vierde dag geschapen. “God schiep de natuurwetten, maar is daar Zelf niet van afhankelijk. Als Hij spreekt, wordt het licht.” Zonder dat licht zou er niets kunnen groepen. Aan het einde van deze eerste scheppingsdag zag God dat het licht goed was. Bij het woordje ‘goed’ verwijst de predikant naar kanttekening 13 bij de Statenvertaling. In het tweede gedeelte van het artikel bespreekt De Raaf de geestelijke betekenis van ‘licht’. Ons hart is van nature duister, alleen wanneer ‘de Heere zaligmakend werkt, verlicht Hij het duistere hart met Zijn heerlijkheid.’ De predikant verwijst tenslotte naar een strofe van de Morgenzang, in de berijming van 1773: ‘Verlicht ons hart dat duister is’. 6

Tweede en derde scheppingsdag

De aarde was volgens dr. De Raaf ‘aan het einde van de eerste dag een onherbergzaam gebied’. Geen plaats om te leven. De tweede dag is anders, God gaat niet scheppen, maar scheiden. “Hij maakt een scheiding in de watervloed, dat een ‘uitspansel’ wordt genoemd.” De predikant verwijst in dit verband ook naar de vergelijking met een tentdoek in Psalm 104 en Jesaja 42. “Een gedeelte van het water krijgt een plaats bóven het uitspansel en een ander gedeelte ónder het uitspansel (vers 7). Daartussen komt ademruimte. De dampkring die de warmte van de zon vasthoudt en de zuurstof bevat die we inademen. De plaats voor de wolken die de aarde op Zijn tijd bevochtigen.” De Raaf verwondert zich over de scheppende en onderhoudende hand van de Heere.

Dr. P.J. de Raaf: “Nog altijd mogen wij eten van datgene dat de aarde op het bevel van de Schepper voortbrengt.” Bron: Pixabay.

Ook op de derde dag wordt er scheiding aangebracht: tussen water een land. Daarna gaat God Scheppen door te spreken. De Raaf: “De aarde gehoorzaamt aan het spreken van de Heere. Op Zijn bevel brengt de aarde, grassen, planten en bomen voort. Het frisse groene grassprietje, bloemen in alle kleuren en vruchtbomen ‘begeerlijk voor het gezicht en goed tot spijze’ (Gen. 2:9).” Opnieuw maakt de predikant een vergelijking met het geestelijke leven. Het genadeleven wordt ook vergeleken met gewassen. De predikant benadrukt dat het op Gods spreken zal ‘ontkiemen, wortel schieten en vrucht dragen!’.7

Lichtdragers

Sinds de eerste dag was er licht op aarde. Op de vierde dag schept God de lichtdragers. “Zij zullen heerschappij hebben over de dag en de nacht. Dat wil zeggen: zon en maan zullen bepalen wanneer het dat is en wanneer de nacht valt.” God schiep naast deze twee grote lichten ook de sterren. De Raaf verwondert zich over al die sterren. Hij schrijft: “Wetenschappers hebben berekend dat er in het waarneembare gedeelte van het heelal wel tien triljard sterren zijn, dus een één met tweeëntwintig nullen!” De predikant verwijst ook naar de wijsheid van God, want de Schepper kent (zoals verwoord in Psalm 147 vers 4 hun getal en noemt ze bij hun naam. Deze hemellichamen zijn geschapen tot ‘tekenen’. De predikant: “Op belangrijke momenten in de wereldgeschiedenis zal de Heere ingrijpen in de natuurlijke loop van de zon en de maan.” Als voorbeeld noemt De Raaf de drie-urige duisternis bij de kruisdood van de Heere Jezus. De ‘tekenen’ hebben ook een geestelijke betekenis in het genadeverbond. Ook spreekt Genesis van ‘gezette tijden’. De Raaf verwijst daarbij naar kanttekening 27. “Tijd en tijdsverloop zijn door de Schepper gegeven. Tijd is iets wat voorbijgaat. Het moment dat u dit stukje begon te lezen, is al weer verleden tijd en keert niet meer terug.” De predikant sluit af met het wijzen op de genadetijd die ieder levend mens nog heeft en roept op om God te zoeken in de weg van de genademiddelen.8

“Op de vijfde dag schiep God de vissen en de vogels.” Op de foto een maanvis (Pterophyllum scalare) in een aquarium. Bron: Pixabay.

‘Naar zijn aard’ en ‘Naar Gods Beeld’

Op de vijfde dag schiep God de vissen en de vogels. Op de zesde dag schiep God de landdieren. Deze landdieren worden onderverdeeld in drie groepen: vee, kruipend gedierte en wilde dieren. De Raaf: “Vee, dat de mens dient door kracht of nuttige producten. Kruipende dieren die in de buurt van de mens verkeren. Maar ook de schuwe, wilde dieren, die op grotere afstand van de mensen leven.” De geschapen dieren op de vijfde en zesde dag worden geschapen ‘naar hun aard’. De predikant leest hierin dat ‘ieder dier (…) door zijn uiterlijk of eigenschappen iets van de wijsheid en grootheid van de Schepper’ laat zien. De Raaf verwijst tenslotte nog naar het nemen van een voorbeeld aan dieren, zoals dat in Spreuken 6:6, Jeremia 8:7 én Lukas 12:24 wordt gedaan.

De mens schiep de Drie-Eenheid, ter onderscheiding van het dierenrijk, niet ‘naar zijn aard’, maar ‘Naar Gods Beeld’. “De mens zou op God lijken. Natuurlijk niet in zijn lichamelijke verschijning. God is een Geest en kan niet door een lichaam worden afgebeeld. In het Nieuwe Testament lezen we waar dat Beeld van God wel uit blijkt: kennis (Kol. 3:10), rechtvaardigheid en heiligheid (Ef. 4:24). De mens weerspiegelde in zijn hele verschijning en optreden Gods deugden. Wanneer de Schepper naar de mens keek, zag Hij in hem iets van Zijn heerlijkheid terug.” De mens krijgt een hoge plaats op aarde: ‘Onder God maar boven alle schepselen’. Aan het einde van Zijn scheppingswerk zag God de aarde en het was zeer goed. De Raaf sluit af met de persoonlijke vraag of de Heere dat ook zou zeggen als Hij ons hart en leven ziet!9

Man en vrouw schiep Hij hem

“De HEERE maakt de mens uit het stof van de aarde. De Raaf: “Zijn naam ‘Adam’ is ontleend aan het Hebreeuwse woord voor ‘aarde’.”” Bron: Pixabay.

De mens werd, zoals we hierboven lazen, geschapen naar Gods Beeld. De HEERE maakt de mens uit het stof van de aarde. De Raaf: “Zijn naam ‘Adam’ is ontleend aan het Hebreeuwse woord voor ‘aarde’.” Als God de mens ‘kunstig gevormd’ heeft blaast Hij de adem van leven in zijn neus. Dat zorgt, volgens de predikant, niet alleen voor de ademhaling, maar op dat moment krijgt het lichaam ook een ziel. Vóór de zondeval was het al niet goed dat de mens alleen was. “Daarom krijgt Adam een hulp. Niet boven hem, niet onder hem, maar tegenover hem. Op gelijke hoogte! Iemand die hem aanvult, helpt en steunt. Gelijkwaardig, maar niet gelijk.” Ook de vrouw is gemaakt naar Gods Beeld, maar toch op een andere wijze: van een rib uit Adams lijf. Adam noemt ‘haar ‘Iesja’, de vrouwelijke vorm van ‘Iesj’, het Hebreeuwse woord voor man’. De Raaf noemt de krachtige beweging van het transgenderisme ‘een vreselijke aanval op de schepping en op de Schepper!10 God de Schepper heeft namelijk ‘in Zijn goedheid twee soorten mensen geschapen. In Zijn wijsheid laat Hij ons geboren worden als man of vrouw. Het is Zijn wil dat we ons biologisch geslacht ook tot uiting laten komen’. De predikant noemt kleding, haardracht, hoofdbedekking, levensstijl, opstelling in het huwelijk en plaats in de gemeente. Bij elk voorbeeld verwijst hij naar een aantal teksten. Dit zijn, volgens de predikant, geen bijzaken en wijzen op de verhouding tussen Christus en Zijn gemeente.11

(Hier volgt binnenkort de verwerking van De Saambinders 100 (53-55))

Verleiding

De duivel verleidt Adam met een strik vol leugen en bedrog. Hij verschuilt zich achter de slang en Eva. Satan begint het gesprek met een vraag. Deze vraag bevat een waarheid en een leugen. “Inderdaad mochten Adam en Eva van één boom niet eten, maar van alle andere bomen wel. De duivel probeert God af te schilderen als een harde meester die onzinnige regels stelt. Zo doet hij dat nog altijd.” Eva reageert niet verontwaardigd, maar begint te ‘redeneren over de zonde’. De Raaf geeft aan dat dit het begin is van het zondigen! Ze herhaalt het proefgebod maar voegt ze iets toe. “Daarnaast spreekt ze de bedreiging van de dood wat minder stellig uit. (…) Eva is wat terughoudender in haar verwoording.” De predikant verwijst hierbij naar kanttekening 7 van de Statenvertaling. Als de twijfel toeslaat bij Eva, komt de duivel met zijn eigenlijke boodschap: ‘God liegt’. We merken hier dat ‘de leugen aansluit bij de verlangens van ons zondige hart’. De tweede Adam12, de Heere Jezus, werd ook verleid door de duivel toen Hij zwak was van de honger. Iedere verleiding heeft Hij echter afgewezen met het Woord van God.13

(Hier volgt binnenkort de verwerking van De Saambinders 100 (57-58))

Ontkennen, belijden en beloven

Elkaar de schuld geven is van alle tijden en begon al in het paradijs. “Wanneer de HEERE Adam vraagt of hij van de boom gegeten heeft, kan hij dat niet ontkennen. Maar toch wijst hij eerst andere schuldigen aan.” Adam verwijt zelfs indirect zijn Schepper het verkeerd gedaan te hebben. De Raaf past dit persoonlijk toe. Toch kon Adam ‘tegenover de alwetende God (…) niet volhouden dat het Eva’s schuld was dat hij gezondigd had’. Dat zien we aan het einde van de zin: ‘En ik heb gegeten.‘ Ook dit wordt persoonlijk toegepast: “De Heere werkt altijd aan op een hartelijke en onvoorwaardelijke schuldbelijdens. En wat een Geesteswerk is daarvoor nodig! We zijn zomaar niet op onze plaats” De slang krijgt de schuldvraag niet, die wordt vervloekt om wat het gedaan heeft. De vloek over satan is echter tegelijk een belofte van zaligheid. “Uit deze vrouw, Eva, zal een Zaad geboren worden. Let op de hoofdletter! Hij zal de macht van satan breken. Hij zal verlossen. Eeuwenlang is dit de enige geopenbaarde Evangeliebelofte geweest. Maar het was voor Gods kinderen genoeg om zalig te worden.” Opnieuw wordt dit door de predikant persoonlijk toegepast.14

(Hier volgt binnenkort de verwerking van De Saambinder 100 (60))

Rokken van vellen

Wanneer de zonde is bedreven maakten Adam en Eva zelf kleding (van vijgenbladeren) om hun naaktheid te bedekken. Volgens De Raaf zit dat heel diep in de natuur. Zelfs als de Heilige Geest gaat overtuigen van zonde ‘is de eerste reactie van onze zondige aard om allerlei dingen te gaan dóen om met de Heere in het reine te komen‘. Maar de Heere gaat andere kleding geven, van dierenhuid. In het paradijs krijgen Adam en Eva volgens de predikant aanschouwelijk onderwijs. “Dat houdt in dat die dieren door Hem Zelf geslacht zijn. Het eerste bloed vloeide in het paradijs als heenwijzing naar de bloedstorting van het Lam van God op Golgotha.” De Raaf verwijst hierbij naar Hebreeën 9:22b. “Een onschuldig dier moest sterven zodat Adam en Eva bedekking kregen voor de schande van hun naaktheid.” Dit wijst op het plaatsbekledende Offer van Christus. God maakte de kleding (rokken) en trok die bij Adam en Eva aan. Zelfs het aantrekken is Zijn werk. Ook hier ligt een geestelijke les in volgens de predikant, want: ‘Gód is het Die rechtvaardig maakt‘.15

De weg van de Boom des Levens

Met drie subkopjes wordt in het onderstaande sluitstuk van de serie nagedacht over de weg van de Boom des Levens. Nl. (1) De weg gesloten, (2) De weg gewezen, en (3) De weg geopend. Doodschuldige mensen mogen van God niet meer van de Boom des Levens eten en worden door de HEERE uit het paradijs verdreven. “De toegangsweg aan de oostzijde van eht paradijs wordt bewaakt door cherubs. Dat zijn engelen die in het bijzonder Gods rechtvaardigheid en heiligheid handhaven.” Ook is er een zwaard met een vurig lemmet te zien. “Dat zwaard keert zich om, het slingert voortdurend heen en weer om een ieder te doden die onbevoegd het paradijs probeert te komen.” De Raaf trekt hiermee ook een lijn naar de sterfdag van ieder mens als zij ongelovig sterven. Gelukkig zijn Adam en Eva uit genade opgezocht toen ze buiten het paradijs werden gesloten. “Levend op de vervloekte aarde, zagen ze steeds de gesloten toegang. Een voortdurende herinnering aan hun zonde en het vonnis van de dood dat op hen lag.” Dit wordt ook bevindelijk gekend als God in ons leven komt. Het genoemde zwaard wordt, volgens de predikant, ‘met Goddelijke wijsheid en goedheid gehanteerd‘. “Want in deze weg wordt Jezus onmisbaar, Die in een andere hof tegenover het zwaard kwam te staan.” Hij stelde Zich (daar) Borg voor al Zijn schapen. Dr. De Raaf sluit de serie af met de vraag hoe wij (ú) tegenover dit zwaard staan, in onze (uw) zonden of in Christus?16

Ten slotte

Na een zestiental afleveringen is de serie van de predikant dr. P.J. de Raaf over Genesis 1-3 besloten. Ik had als sluitstuk nog een kort samenvattend artikel verwacht met een terugblik op de Bijbelstudie en de hoofdlessen. Maar de auteur en de redactie vonden het kennelijk zo afgesloten. We zijn dankbaar dat in deze serie vooral de Schrift aan het Woord werd gelaten en dat de chronologische lijn gevolgd werd. We hopen dat de serie en deze samenvatting tot (eeuwige) zegen zou mogen zijn.

Voetnoten

Malina en haar reis naar Ofir in Brazilië – Bespreking van ‘Malina’

“Malina wendt haar ogen vlug af en huivert. Die blik! De dierlijke begerigheid in zijn ogen, bezorgt haar een onaangenaam gevoel. Het blijft op haar netvlies kleven. Als zestienjarige voelt ze heel goed aan wat er achter deze blik schuilgaat. Ze loopt snel van de houten reling weg en zoekt haar vader op.”

Inhoud

De historische roman ‘Malina’ gaat over een zestienjarig meisje dat met haar vader voor de Bijbelse koning Salomo op reis gaat naar Ofir, om daar wierook te ruilen voor goud en edelstenen. De moeder van Malina is overleden en daarom is ze op haar vader aangewezen. Met haar vader en enkele andere Israëlieten gaat ze mee op een Fenicisch schip dat haar brengt in het land van de koningin van Scheba (de stad Sumhuram) én uiteindelijk in Ofir aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. Het gevoel van Malina tijdens die reis wordt goed beschreven door de schrijver, Adri Burghout. De reis verloopt dramatisch voor Malina. Aan het begin sterft haar vader, tijdens de storm op de oceaan verliezen ze een groot deel van de vloot uit het oog, op het vulkaneneiland wordt ze misbruikt door een bemanningslid van het schip (Hasdrubal), direct daarna staat de vulkaan op het vulkaneneiland uitbarsten en ze moeten halsoverkop naar het schip én direct wegvaren, na aankomst te Ofir blijkt de kapitein van het schip ernstig ziek te worden en uiteindelijk sterft hij ook, Malina blijkt zwanger te zijn geraakt en bevalt onderweg en als laatste blijkt bij terugkomst op het vulkaneneiland Hasdrubal krankzinnig geworden te zijn. Geen prettige reis naar Ofir voor Malina, maar uiteindelijk met een goede afloop! Hoe? Daarvoor moet je het boek zelf maar lezen.

Weet Magazine

Burghout werd voor het schrijven van deze historische roman geïnspireerd door de verhalen dat Ofir in Brazilië zou liggen. In Weet Magazine verschenen in 2012 twee artikelen over deze mogelijke handelsreizen.1 Later bleek, o.a. uit een artikel van J.P. van de Giessen2, dat het bewijsmateriaal voor deze reizen erg dun is. Er is niets mis mee om de hypothese dat Ofir in Brazilië heeft gelegen te verdedigen en meer argumenten hiervoor te verzamelen. De stelling dat Amerika bezocht werd ver voor Columbus is de afgelopen decennia in ieder geval steeds sterker geworden. We weten zeker dat er Vikingen in Noord-Amerika geweest zijn3 en dat de Chinezen mogelijk zelfs afreisden tot Zuid-Amerika4. Dit alles gebeurde vóórdat Columbus voet aan Caraïbische wal zette. Voor reizen die nog eerder gedaan zijn, kunnen we helaas nog niet genoeg bewijsmateriaal laten zien, maar dat maakt deze reis in de tijd van Salomo daarom nog niet onmogelijk. Burghout heeft in ieder geval een mooi, spannend en ontroerend boek geschreven over Malina en een mogelijke reis van de Feniciërs naar Ofir (in Brazilië). Het boek is geschikt voor volwassenen én jongeren vanaf een jaar of zestien.

Dit artikel werd geschreven in 2021.

Voetnoten

Eigenaar website ‘Aantekeningen bij de Bijbel’ reageert instemmend op Weet Magazine en onderstreept dat gouden kandelaar in Tabernakel niet groot is geweest

Mooi dat het persbericht van Weet Magazine, die gisteren ook op deze website verscheen1, al door diverse media wordt overgenomen. Vandaag verschijnt hierover ook een artikel in het Reformatorisch Dagblad.2 De eigenaar van de veelvuldige geraadpleegde website ‘Aantekeningen bij de Bijbel’, Jan Pieter van de Giessen (BSc.) reageerde via Facebook instemmend op het persbericht. Hij verwees daarbij naar een kanttekening bij Exodus 25:39 op zijn eigen website.

Kleine Menorah in de Tabernakel

Allereerst zien we op deze website de tekst in de Statenvertaling, het Hebreeuws en de transliteratie. Exodus 25:39 luidt in de Statenvertaling: ‘Uit een talent louter goud zal men dat maken, met al dit gereedschap’. Van de Giessen schrijft als aantekening bij ‘een talent louter goud’ dat deze gewichtseenheid varieert van 17 kg tot 34 kg. Hij onderstreept de conclusie van het persbericht dat de Menorah klein is. Van de Giessen: “Afhankelijk van de zuiverheid van het goud, het gewicht en of het hol is of niet, blijkt dat deze menorah vrij klein is en minder dan een halve meter hoog. Temeer daar we in deze tekst lezen dat ook het bijbehorende gereedschap van deze hoeveelheid goud is gemaakt.” Het stuk bevat ook nog vertaalnotities in het algemeen en over de vertaling ‘talent’ in het bijzonder.3

Tiomfboog van Titus

Voor wat betreft de gouden kandelaar op de Triomfboog van Titus merkt Van de Giessen via Facebook op dat dit niet de originele kandelaar uit de Tabernakel kan zijn. Hij schrijft:

“Wat betreft de Menorah op de Triomfboog van Titus: op de sokkel staan astrologische afbeeldingen, die eerder hellenistisch dan Joods aandoet en derhalve zeker niet de oorspronkelijke kan zijn geweest.”

Weet Magazine

Het artikel waar het persbericht op gebaseerd is, is verschenen in het nieuwste nummer van het populair-wetenschappelijk tijdschrift Weet Magazine. Als het goed is valt het tijdschrift vandaag of morgen op de mat bij de abonnees.4 Het artikel is geschreven door de werktuigbouwkundige ir. Andries Kaptijn en redactielid, chemicus en theoloog drs. ing. Kees Visser (MA). De titel en ondertitel van het artikel zijn: ‘De Gouden Kandelaar – Klopt het nagemaakte model in Jeruzalem wel?5 Het tijdschrift is ook verkrijgbaar via de christelijke boekhandel of online te bestellen via de webshop van Weet Magazine.6

Voetnoten