Home » Paleontologie » Bijtsporen van een zoogdierachtige gevonden op een dinosaurusbot – Junggar Basin onthult nieuwe Mesozoïsche zoogdiergeheimen

Bijtsporen van een zoogdierachtige gevonden op een dinosaurusbot – Junggar Basin onthult nieuwe Mesozoïsche zoogdiergeheimen

Onlangs vond een Duits onderzoeksteam bijtsporen van een zoogdierachtige op een dinosaurusbot. Het bot komt uit de Qigu Formation (Oxfordien, Boven-Jura) in Junggar Basin (noordwest China). In deze formatie zijn al veel resten gevonden van zoogdierachtigen.1 De grote diversiteit onder de Mesozoïsche zoogdieren blijft keer op keer verbazen en fascineren. We kunnen spreken van een paradigmaverschuiving. Het tijdperk dat dinosaurussen in het Mesozoïcum de wereld regeerden is afgelopen, letterlijk en figuurlijk. In 2005 werd, bijvoorbeeld, een relatief groot zoogdier gevonden met resten van een jonge Psittacosaurus in de maag(streek).2 In 2010 werden er bijtsporen gevonden op diverse dinobotten en op een dijbeen van het aquatische reptiel Champosaurus, uit de tandsporen bleek dat een zoogdierachtige erop gekauwd had.3 Tien jaar later dus ook zoogdierbijtsporen op dinosaurusbotten in China.4

Zandduinen in Junggar Basin, noordwest China. Bron: Wikipedia.

Aaseter

In The Science of Nature presenteerden Duitse onderzoekers nieuw bewijsmateriaal dat zoogdieren zich voedden met dinovlees. Het gaat in dit geval om een zoogdierachtige zo groot als een spitsmuis die ooit leefde in een gebied wat nu China heet. De onderzoekers vonden de bijtsporen op een ribbot van de sauropode dinosaurus Mamenchisaurus (een ‘langnek’ die behoorde tot de Eusauropoda). De sporen beperken zich tot één rib en hebben een lengte van tussen de 0,5 en 1,5 millimeter en een breedte van 30-250 micrometer. De onderzoekers schatten daarom dat het zoogdier ongeveer twee tot drie centimeter lang was en 14 gram zwaar. Tot nu toe is er slechts één snijtand van een zoogdier gevonden in deze formatie, maar de structuur van deze tand sluit goed aan bij de bijtsporen in het dinobot. Het gaat om een snijtand van Sineleutherus uyguricus. We moeten hierbij hoogstwaarschijnlijk denken aan aaseters die zich voedden met dinovlees. 5 Meer informatie over details is te vinden in de gepubliceerde paper.6

Rijke variatie

De laatste twintig jaar hebben uitgewezen dat zoogdierachtigen die in het dinoleefgebied leefden meer divers waren dan gedacht en dat ze verschillende ecologische niches bezetten. Sommigen waren aangepast aan het water7, terwijl anderen in de bomen leefden en van de ene boomtop naar de andere konden zweven8. Ook hadden deze Mesozoïsche beesten een gevarieerd dieet: we kennen insectivoren, herbivoren, carnivoren en omnivoren. Toch weten we nog steeds vrij weinig over hun voedingsgedrag en eetpatroon. De laatste jaren komt ook daar, ziende op de besproken publicatie, verandering in. Creationisten volgen deze ontwikkeling met belangstelling. Het zet namelijk eerdere uitspraken van creationisten in een ander licht. De claim, van zowel naturalisten als creationisten, dat in het dinoleefgebied nauwelijks zoogdierachtigen voorkwamen moet in de prullenbak en het creationistische ecologische zoneringsmodel wordt meer uitgedaagd. Creationisten zouden zich daarom veel meer moeten bezighouden met het opgraven, beschrijven en interpreteren van deze zoogdierfossielen. Hoe verhouden deze Mesozoïsche zoogdieren zich tot de huidige zoogdieren en wat zegt dit over een zondvloed/post-zondvloed-grens?

Voetnoten

  1. Zie bijvoorbeeld: Pfretzschner, H.U., Martin, T., Maisch, M.W., Matzke, A.T., Sun, G., 2005, A new docodont mammal from the Late Jurassic of the Junggar Basin in Northwest China, Acta Palaeontologica Polonica 50 (4): 799-808.
  2. Bron: Hu, Y., Meng, J., Wang, Y., Li, C., 2005, Large Mesozoic mammals fed on young dinosaurs, Nature 433 (7022): 149-152.
  3. Bron: Longrich, N.R., Ryan, M.J., 2010, Mammalian Tooth Marks on the Bones of Dinosaurs and other Late Cretaceous Vertebrates, Palaeontology 53 (4): 703-709.
  4. Bron: Augustin, F.J., Matzke, A.T., Maisch, M.W., Hinz, J.K., Pfretzschner, H.U., 2020, The smallest eating the largest: the oldest mammalian feeding traces on dinosaur bone from the Late Jurassic of the Junggar Basin (northwestern China), The Science of Nature 107: 32.
  5. Gebruikte bronnen: https://www.ibtimes.com/bite-marks-dinosaur-bone-present-evidence-dinosaur-eating-mammal-3022624 en http://sciencythoughts.blogspot.com/2020/10/mammalian-feeding-traces-on-sauropod.html.
  6. Zie voetnoot 4.
  7. Ji, Q, Luo, Z.X., Yuan, C.X., Tabrum, A.R., 2006, A Swimming Mammaliaform from the Middle Jurassic and Ecomorphological Diversification of Early Mammals, Science 311 (5764): 1123-1127.
  8. Meng, J., Hu, Y., Wang, Y., Wang, X., Li, C., 2006, A Mesozoic gliding mammal from northeastern China, Nature 444 (7121): 889-893.