Home » Artikelen geplaatst door Diverse Auteurs

Auteursarchief: Diverse Auteurs

‘The Flood Geology Series’ nu gratis te bekijken op YouTube – Over Mount St. Helens, de ijstijd, de overstroming van Lake Missoula en sporen van het terugtrekkende zondvloedwater

Twee Amerikaanse geleerden, dr. Steven Austin en Michael Oard (MSc.), hebben meegewerkt aan de ‘The Flood Geology Series’. Deze vier Engelstalige video’s werden, en worden nog steeds, verkocht in de webshops van bijvoorbeeld Answers in Genesis (AiG) en Creation Ministries International (CMI). De serie documentaires over geologische verschijnselen is gemaakt door Awesome Science Media. Hieronder volgen de video’s zonder aankondiging of beschrijving. Veel zegen bij het kijken!

Mount St. Helens

The Great Ice Age

The Missoula Flood

The Receding Floodwaters

Een Dialoog tussen Christenen (Chris Verhagen en Carel de Lange) en Atheïsten (Bart Klink en Brandon Pakker)

Afgelopen weekend (?) was er een debat tussen de christenen (Chris Verhagen en Carel de Lange) en atheïsten (Bart Klink en Brandon Pakker). Dit debat is met dank aan ‘Geloof en Rede‘ en wordt hieronder gedeeld.

Chris Verhagen (Christelijke Apologeet) en ik gingen in gesprek met Bart Klink (www.deatheist.nl) en Brandon Pakker over het christendom en het atheïsme. We hebben verschillende onderwerpen behandeld en de onderliggende vraag was: Welk wereldbeeld is het meest redelijk?

Appelavond ‘Vreemde Nieuwe Wereld’ te Katwijk aan Zee – Opname 25 januari 2023

Op 25 januari 2023 werd er door Bijbels Beraad M/V een appelavond georganiseerd onder de titel ‘Vreemde Nieuwe Wereld‘. Deze avond is opgenomen en met dank aan Bijbels Beraad M/V hieronder terug te kijken.

‘Evolutie: wetenschap of geloof?’ – Student Josianne Slijkhuis in gesprek met biologiedocent Gregory van den Top (Tweede deel)

In 2021 ging student psychobiologie Josianne Slijkhuis in gesprek met biologiedocent Gregory van den Top (MSc.). Dit gesprek is door het jongerenblad Daniël opgenomen en op het YouTube-kanaal Daniel Online geplaatst. Met dank aan het kanaal kunnen we dit ook hieronder delen. Hier het tweede deel, vorige week verscheen het eerste deel.

‘Evolutie: wetenschap of geloof?’ – Student Josianne Slijkhuis in gesprek met biologiedocent Gregory van den Top (Eerste deel)

In 2021 ging student psychobiologie Josianne Slijkhuis in gesprek met biologiedocent Gregory van den Top (MSc.). Dit gesprek is door het jongerenblad Daniël opgenomen en op het YouTube-kanaal Daniel Online geplaatst. Met dank aan het kanaal kunnen we dit ook hieronder delen. Vandaag het eerste deel en volgende week deel twee.

Bijbel en schepping – Thema-avond ‘De Banier’ n.a.v. ‘Oorspronkelijk’

Aan het woord zijn dr. ir. Steef de Bruijn, dr. Piet Slootweg, dr. ir. Hans Degens, dr. Maarten Klaassen, dr. Mart-Jan Paul en ir. Bart Visser.

Op 29 augustus 2017 werd het toen nieuwe boek ‘Oorspronkelijk’ van de oudtestamenticus dr. Mart-Jan Paul gepresenteerd. Het boek werpt licht op het aloude debat over schepping of evolutie. Aan het woord waren een flink aantal geleerden die op hun manier licht deden schijnen over het boek. Er was ook een kritisch geluid te horen van de patholoog en theoloog dr. Piet Slootweg. Met dank aan Geloofstoerusting is de avond opgenomen en hieronder terug te kijken.

Kritische weging evolutie ontbreekt

Dit artikel is geschreven door drs. Rafael Benjamin, dr. Willem Binnenveld, dr. Peter Borger, dr. Herman Bos, dr. Juri van Dam, dr. ir. Hans Degens, dr. ir. Wim de Jong, Jan van Meerten, drs. Ben Vogelaar en drs. Tom Zoutewelle.

In zijn synthese van de Bijbel en evolutie gaat prof. Gijsbert van den Brink voorbij aan de wetenschappelijke bezwaren die zijn in te brengen tegen de evolutietheorie, stellen Jan van Meerten en negen wetenschappers.

In zijn boek ”En de aarde bracht voort” gaat prof. dr. Gijsbert van den Brink ervan uit dat de theorie van universele gemeenschappelijke afstamming (dat alle levensvormen afstammen van één voorouder) waarschijnlijk juist is. Hij gaat hierbij voorbij aan veel problemen waarmee deze theorie te kampen heeft. We noemen acht voorbeelden. We zijn van mening dat het onverstandig is deze theorie als uitgangspunt te gebruiken voor de theologie.

1. Ontstaan van leven

Hoewel het ontstaan van het leven strikt genomen niet tot de evolutiebiologie behoort, moet het leven toch op de een of andere manier zijn ontstaan. Zelfs de meest primitieve levensvormen blijken zo complex opgebouwd en gecodeerd dat de kans op toevallig ontstaan verwaarloosbaar klein is. Ook de meest eenvoudige levensvormen moeten systemen hebben om zich tegen de buitenwereld te beschermen, energie te gebruiken, bouwstenen te maken, zichzelf te repareren, zich te vermenigvuldigen en informatie op te slaan. Deze zes verschillende systemen zijn onderling van elkaar afhankelijk en blijven los van elkaar niet in stand. Er worden steeds meer factoren ontdekt die het steeds onwaarschijnlijker maken dat leven spontaan is ontstaan.

2. Informatie

De grote hoeveelheid informatie in het erfelijk materiaal is een kenmerk van levende wezens. In de genetica gebruikt men dan ook termen die met informatietechnologie te maken hebben. Zelfs de meest eenvoudige levensvormen hebben een genetische code (DNA) bestaande uit enkele honderdduizenden baseparen. Er zijn geen mechanismen bekend die voor volledig nieuwe erfelijke informatie kunnen zorgen, zoals bijvoorbeeld nodig is voor het ontstaan van leven of van nieuwe levensvormen. De complexiteit van de eenvoudigst denkbare genetische codes maakt het ontstaan ervan door toevalsprocessen onmogelijk. Werner Gitt, emeritus hoogleraar informatiekunde, stelt dan ook dat informatie alleen van een intelligente bron afkomstig kan zijn. De grote hoeveelheid informatie in het DNA is wellicht het meest steekhoudende argument voor ontwerp en tegen macro-evolutie.

3. Weesgenen

Weesgenen zijn genen die we alleen in één soort of een kleine groep soorten aantreffen. Verschillende groepen organismen hebben verschillende weesgenen. Het betreft unieke functionele DNA-informatie waarvoor geen evolutionaire voorgeschiedenis bedacht kan worden. Deze genen bevatten dus informatie die de scheidslijn bepaalt tussen soortgroepen, als afzonderlijke scheppingen.

4. Weinig verandering

In lagen waarvan wordt verondersteld dat ze 425 miljoen jaar oud zijn, is DNA aangetroffen van bacteriën dat identiek is aan het DNA van nu levende bacteriën. In zogenaamd pakweg duizend miljard generaties zijn deze bacteriën niet noemenswaardig veranderd. Zeer langdurige laboratoriumexperimenten met organismen die zich snel voortplanten, bevestigen dat informatie niet toeneemt en dat er geen macro-evolutie optreedt.

5. Functieloos DNA

Lange tijd werd gedacht dat een groot deel van het DNA functieloos was, het zogenaamde ”junk-DNA”. Dit werd als een bewijs voor macro-evolutie gezien. Een uitgebreid onderzoeksproject, Encode, heeft echter aangetoond dat het merendeel van dit zogenaamde junk-DNA wel degelijk een functie heeft. In het deel van het genoom dat geen coderingen voor eiwitten bevat, worden steeds meer functies ontdekt. Verder blijken de genomen niet uit virusrestanten te bestaan, maar uit genetische elementen die het genoom en de vouwing van eiwitten nauwkeurig controleren, en ook invloed hebben op welk deel van het genoom al dan niet overgeschreven en vertaald moet worden naar eiwitten. Ook fungeren ze als verspringende schakelaars die snelle aanpassingen, aan bijvoorbeeld koude of droogte, mogelijk maken, juist omdat ze programmatuur (eiwit-coderende genen) aan- en uit kunnen schakelen, of zijn ze betrokken bij het driedimensionaal vouwen van DNA. Het grootste deel van het genoom heeft dus een functie. Dat sluit aan bij de gedachte van een intelligent ontwerp.

6. Pseudogenen

Pseudogenen zijn genen die kapot zijn. Dat wordt veroorzaakt door mutaties. Die zijn prima te verklaren met een degeneratiemodel. Als prof. Van den Brink aangeeft dat het voor hem een bewijs van gemeenschappelijke afstamming is dat mensen een kapot gen voor het maken van vitamine C hebben, negeert hij de voor de hand liggende optie dat Adam en Eva oorspronkelijk een intact gen hadden, maar dat dit nadien kapot is gegaan.

7. Reparatiesystemen

Binnen de evolutietheorie wordt gedacht dat mutaties van het DNA de motor kunnen zijn voor verbetering en innovatie. Een dergelijke motor is echter schadelijk. Mutaties van het DNA van lichaamscellen veroorzaken tumoren en in de geslachtslijn leiden ze tot erfelijke ziekten en ernstig selectief nadeel. Gelukkig worden de duizenden mutaties die dagelijks optreden in het DNA van elke cel voortdurend gerepareerd door mutatiereparatiesystemen. Zulke reparatiesystemen kunnen niet tot stand zijn gekomen via mutaties.

8. De uitzonderlijke mens

Voor evolutionisten is de overeenkomst tussen mens en chimpansee een argument voor universele gemeenschappelijke afstamming. Als we echter op de verschillen letten, dan bestaat er een grote kloof tussen aap en mens. Dan bedoelen we niet alleen anatomische of genetische verschillen. De mens is drager van Gods beeld, heeft een ziel en daarnaast een uniek spraak- en denkvermogen, een creatief scheppend vermogen, religieus besef, een gevoel voor en een waardering van schoonheid en moreel besef van goed en kwaad. Deze lijst is met honderden voorbeelden uit te breiden. Hoe kunnen die door evolutionaire processen zijn ontstaan?

Ten slotte, in zijn boek zoekt prof. Van den Brink naar consonantie tussen evolutie en orthodoxie. Hij doet dat op diepgravende wijze. Maar de redenen waardoor hij de evolutietheorie als waarschijnlijke ontstaanshistorie beschouwt, zijn uiterst pover; in zijn beschrijving van het creationistisch gedachtegoed is hij vooringenomen, terwijl een kritische noot met betrekking tot het wetenschappelijk gehalte van de evolutietheorie ontbreekt.

Dit artikel is met toestemming van de hoofdauteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, Benjamin, R., Binnenveld, W., Borger, P., Bos, H., Dam, J. van, Degens, H., Jong, W.M. de, Vogelaar, B.N., Zoutwelle, A., 2017, Kritische weging evolutie ontbreekt, Reformatorisch Dagblad Puntkomma 47 (91): 8-9 (artikel).

Theologische vernieuwingen zetten veel op het spel

Dit artikel is geschreven door Arjan Baan (MA), dr. Maarten Klaassen, Simon Lagendijk (MA), ing. Wim van der Meer, Laurens van der Tang, Rinie van Reenen (MA), Erik-Jan Verbruggen (MA) en dr. Piet de Vries.

In een opinieartikel stelden wij, dat de beweging waar de ”Wetenschapsbijbel” onderdeel van uitmaakt niet slechts beschadigt maar zelfs ondermijnt. Begrijpelijk dat we op deze stellingname bevraagd worden.

Ons vorige artikel bedoelde niet een volstrekte afkeuring van ieder boek of iedere theoloog afzonderlijk. Ook schreven wij niet met vreugde maar met veel pijn in het hart. De theologen wier boeken wij noemden hebben ook goede dingen gezegd en geschreven. Daarom: hoewel wij terecht opriepen tot een tegengeluid, hebben wij ons ten onrechte daartoe beperkt (dat is het gelijk van Van Kralingen, RD 24-11). Veel liever zou het ons zijn, als zij terug zouden keren van de ingeslagen weg.

Dijkdoorbraak

Het gaat immers om een weg, een brede beweging, en niet slechts om enkele losse opvattingen. Deze beweging komt op allerlei plaatsen naar boven, zoals op het congres van de ChristenUnie, waar het na een kritische vraag over een homoseksueel samenlevende kandidaat ongemakkelijk stil was, terwijl op een ”inclusief” pleidooi luid applaus volgde. Ook al applaudisseren genoemde theologen zelf niet, hun boeken ontmoedigen dit evenmin.

Bij een stormvloed is het niet de vraag hoeveel goede zorg je besteedt aan onbedreigde dijkvakken. De echte vraag is of je daar waar een dijkdoorbraak dreigt, zandzakken aandraagt of juist zand wegschept. Wij zien helaas in de ”Wetenschapsbijbel” het laatste gebeuren. Dat is de reden waarom we niet een uitgebalanceerde bespreking van diverse artikelen konden geven. De meest onderwijzende artikelen wegen niet op tegen de berokkende schade (vgl. Prediker 10:1).

Spanningsveld

Waarom zijn ingenomen stellingen op het vlak van evolutietheorie, homoseksualiteit en gender zo schadelijk? Omdat zij onderdeel zijn van een visie op wetenschap en cultuur die uiteindelijk de Bijbel het zwijgen oplegt.

Natuurlijk beweren wij niet, dat wetenschap verwerpelijk is of dat in alle culturen de Bijbel hetzelfde gelezen wordt, zoals Janse (RD 24-11) meent. Wetenschap is als zodanig een gave van God, en de kerk moet zich in alle tijden tot de omringende cultuur verhouden. Dat levert spannende vragen op, waarvan het antwoord niet op voorhand duidelijk is.

Ook wij, evenals iedereen, staan voor die vragen. De confrontatie met (bijvoorbeeld) de evolutietheorie is ons niet vreemd. We proeven de nood van hen die worstelen met homoseksuele gevoelens. En net als onze ‘opponenten’ zoeken we naar antwoorden. Waarbij trouwens niet alles wat cultureel ”gepusht” wordt (zoals rondom gender), even wetenschappelijk is.

Maar soms spant het er om. Wat nu als de algemeen gangbare antwoorden botsen met die van de Schrift? Zoiets is onvermijdelijk, aangezien wetenschap en cultuur geneigd zijn bij God vandaan te denken in plaats van naar Hem toe. In deze seculiere tijd gebeurt dit op grote schaal.

Cultuurbepaald?

Het nieuwe hermeneutische denken wil die botsing opvangen door de vastheid en het gezag van de Bijbel te relativeren. In de klassieke hermeneutiek is de Schrift haar eigen uitlegger, terwijl de cultuur pas bij de toepassing om de hoek komt kijken. In de nieuwe hermeneutiek krijgt de cultuur een plaats in de uitleg zelf.

We beperken ons hier tot het voorbeeld van de historiciteit van de schepping. Als die al niet vanuit Genesis 1 zou blijken, dan wel vanuit uitspraken van Mozes en Jezus. In de nieuwe hermeneutiek echter worden die eenparige Schriftstemmen gerelativeerd als cultuurbepaald. De evolutietheorie wordt (vanuit diep ontzag voor haar wetenschappelijke status) in Genesis 1 ingelezen. Wat vervolgens voor de lezer werkt als: „Kijk maar, er staat niet wat er staat” (vergelijk Genesis 3:1, 2 Petrus 3:16).

Dat heeft desastreuse gevolgen. Want als dit kan op het ene punt dat niet bij deze tijd past, dan ook op andere punten. Ten slotte worden ook de meest wezenlijke elementen van het geloof ondermijnd. Een christen belijdt dat hij weliswaar niet de hele Schrift verstaat, maar wel verlangt naar meer (Psalm 119). Zijn Bijbel wordt als het ware steeds dikker. De nieuwe hermeneutiek daarentegen maakt de Bijbel steeds dunner.

Gender

Eén van ons, dr. M. Klaassen, besprak in een afzonderlijk artikel het lemma over ”gender”. Daarop reageren prof. dr. G. van den Brink c.s. (2-12). Zij beweren (ten onrechte) dat Klaassen negeert dat er een flexibele schil is wat betreft mannelijk en vrouwelijk gedrag. Diens punt is, dat het lemma vrijwel uitsluitend hierover gaat en het vaststaande welhaast verzwijgt. De huidige cultuur wil niet weten van een scheppingsorde voor man en vrouw, en daarin volgt de ”Wetenschapsbijbel”.

Natuurlijk valt over bepaalde teksten te discussiëren. Maar in het algemeen valt ons op dat er een behoefte lijkt te zijn om het duidelijke spreken van de Bijbel af te zwakken. Dat betekent ook dat voor de hand liggende exegese terzijde geschoven wordt.

Ter illustratie noemen we de volgorde waarin man en vrouw geschapen zijn. Hier zijn Van den Brink c.s. wel erg snel mee klaar. Alsof Genesis 1 en 2 niet gedurig het belang van de scheppingsvolgorde zichtbaar maken (zoals het licht en de zon). De volgorde betekent op zich nog geen rangorde, maar wel orde. Rangorde blijkt vervolgens uit de naamgeving. Die uitleg wordt in het Nieuwe Testament bevestigd (onder andere in 1 Timotheüs 2:13). Als de auteurs deze tekst minimaliseren door te opperen dat we ook niet kunnen voldoen aan het „zonder toorn en twisting” (vers 8), dan is dat een non-vergelijking. Het gaat er niet om of we ergens aan voldoen maar of God iets van ons vraagt. De ontwrichting van die verhouding tussen man en vrouw (Genesis 2:16) doet Gods goede bedoeling in die verhouding niet te niet!

Tot slot

We kiezen beslist positie, en tegelijk in huiver. Omdat het gaat om grote zaken. Waar de betrouwbaarheid van de Schrift op het spel staat, daar staat de zaligheid van onze en toekomstige generaties op het spel. En in ons spreken en zwijgen zijn we verantwoording schuldig aan God. Staande voor Gods rechterstoel zal niet de grote vraag zijn waarom wij de moderne wetenschap niet serieuzer namen, maar of wij onvoorwaardelijk Zijn Woord geloofd hebben. Jawel, ook of wij ons de nood aantrokken van hen die worstelden met de evolutietheorie of homoseksuele gevoelens. Maar meer nog of wij het gewicht van hun ziel gevoeld hebben (Ezechiël 3:18). En voor alle noden geldt de noodzaak van algehele erkenning van de waarachtigheid van de geboden en beloften van God. Die zijn tot behoud (1 Korinthe 15:2).

Dit artikel is met toestemming van de auteurs overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Baan, A.C., Klaassen, M., Lagendijk, S.T., Meer, W. van der, Tang, L. van der, Reenen, M. van, Verbruggen, E.J., Vries, P. de, 2022, Theologische vernieuwingen zetten veel op het spel, Reformatorisch Dagblad 52 (211): 28-29 (artikel).

Antwoord nodig op zogenaamde wetenschap

Dit artikel is geschreven door Arjan Baan (MA), dr. Maarten Klaassen, Simon Lagendijk (MA), ing. Wim van der Meer, Laurens van der Tang, Rinie van Reenen (MA), Erik-Jan Verbruggen (MA) en dr. Piet de Vries.

Vorige week verscheen de ”Wetenschapsbijbel”. Een stevige prestatie met droevige consequenties. Voor de zoveelste keer op rij. Het komt aan op een gelovig, Bijbels en daadkrachtig antwoord.

Theologen uit kringen die vanouds (stevig) gereformeerd waren, komen gedurig met boeken die veel ter discussie stellen. Lijvige werken, meerjarenprojecten: ”Gereformeerde hermeneutiek vandaag” (2017), ”En de aarde bracht voort” (2017), ”Lezen en laten lezen” (2019), ”Maria, icoon van genade” (2021), ”Vuur dat nooit dooft” (2022), ”Verbonden voor het leven” (2022) en de ”Wetenschapsbijbel” (2022). Bovendien werkten de theologen mee aan boekjes om visies dicht bij de gewone lezer te krijgen, zoals de ”Gewone Catechismus” (2019) en ”Oer” (2020).

Deze boeken dragen (in verschillende mate) bij aan acceptatie van vijf dingen: een nieuwe manier van Bijbellezen, de evolutietheorie, vrouwen in het ambt, homoseksuele relaties, genderideologie. Via een weerkerend patroon: 1. de auteurs stellen met nadruk dat zij orthodox zijn; 2. ze vragen ruimte voor afwijkende opvattingen; 3. ze beweren dat het nieuwe standpunt het meest acceptabel is; 4. de nieuwe opvatting is de enige die nog (wetenschappelijk) houdbaar is.

Wetenschappelijk

Op die wetenschappelijkheid valt veel af te dingen. Waarom wordt in de ”Wetenschapsbijbel” theïstische evolutie als vanzelfsprekend aanvaard (ook in bijvoorbeeld de uitleg van Prediker), terwijl daar zeer fundamentele vragen bij te stellen zijn (zoals over het ontstaan van leven)? Wat zit er achter het ontbreken van namen als prof. dr. M. J. de Vries en prof. dr. M. J. Paul? Hoe kun je serieus menen zorgvuldig te werk gegaan te zijn bij een artikel over de vrouw in het ambt, terwijl je dat nota bene door een vrouwelijke predikant liet schrijven? Vergelijkbare vragen zijn bij alle andere genoemde boeken te stellen. Steeds duidelijker wordt dat het niet gaat om Gods waarheid, maar om het bereiken van een doel. En dat doel is meer hoe de kerk zo veel mogelijk geaccepteerd wordt dan hoe God zo veel mogelijk geëerd wordt. Dat is des te schrijnender als menselijke artikelen in één band worden gevoegd met het Goddelijke Boek…

Afbraak

Natuurlijk zijn er binnen de brede gereformeerde gezindte altijd verschillen geweest, zeker op het vlak van geloofsbeleving. Toch zagen tot voor kort ook bevindelijk gereformeerden uit naar publicaties uit (laten we noemen) neogereformeerde kringen, zeker op het vlak van Bijbelwetenschap, filosofie en ethiek. Waardevolle bijdragen zijn niet geheel verleden tijd, maar toch zie je nieuwe publicaties nu met zorg tegemoet. Dat komt niet door een verkrampte, engkerkelijke, oerconservatieve houding. Er is echt iets ernstigs aan de hand. Genoemde thema’s staan niet op zichzelf. In het kielzog hiervan gaat het ook over andere ethische kwesties, zoals ongehuwd samenwonen. Over andere kerkelijke aspecten, zoals een gereformeerde liturgie. En zelfs over theologisch fundamentele punten als de eeuwige rampzaligheid en de belijdenis van Christus als enige Weg tot zaligheid.

Exact hetzelfde gebeurt als wat in de 19e eeuw in de Nederlandse Hervormde Kerk gebeurde en na de oorlog in de Gereformeerde Kerken in Nederland. Het tempo ligt alleen nog hoger. Dat zal ook gelden voor de afbraak van de kerken die deze theologen zoeken te dienen.

Dit klinkt scherp, maar is het scherper dan het schrijven van Paulus, die het heeft over redeneringen die „een schijnrede van wijsheid” hebben (Kolossenzen 2:23)? En zelfs over „tegenstellingen van de valselijk genaamde (zogenaamde) wetenschap” (1 Timotheüs 6:20)? Daarom moeten we ons uitspreken. Duidelijk zeggen dat het christelijk getuigenis hier niet slechts beschadigd, maar zelfs ondermijnd dreigt te raken. Er is een grens aan wat het oordeel der liefde kan dragen.

Goede theologie

Dan is er een antwoord nodig dat wél bouwt. In strategisch opzicht zijn genoemde boeken ons tot voorbeeld. Deze theologen hebben jarenlang gestudeerd, samengewerkt, fondsen aangeboord en creatieve vormen gevonden.

Als Bijbels Beraad M/V hebben we gemerkt hoe vruchtbaar het is om interkerkelijk samen te werken en voor het denk- en schrijfwerk mensen vrij te stellen. Maar het is slechts beperkt, zowel qua thematiek als qua slagkracht. Vergelijkbare maar bredere initiatieven zijn nodig voor grondige doordenking van de theologische vragen. Waarbij weer anderen de vertaalslag maken naar toegankelijke middelen als leesboeken, werkmateriaal en liederen. We worden geroepen om met de onderscheiden inzichten en gaven die we ontvangen hebben de kerken te dienen. Niet omdat de Heere van ons afhankelijk is voor het bewaren van Zijn Kerk, maar wel omdat Hij werkt in de weg van de middelen en Hij van ons rekenschap vraagt van wat we voor Zijn Woord, Zijn Kerk en Zijn kinderen gedaan hebben: „Bewaar het pand, u toebetrouwd” (1 Timotheüs 6:20).

Dan moeten we ook schuld belijden. Omdat we zelf eveneens geneigd zijn om Gods Woord niet onvoorwaardelijk te geloven. Omdat we te ver bij Christus vandaan leven en te weinig naar Zijn beeld. En omdat we vaak druk zijn met onderlinge discussies over details. Dan hebben we niet in de bres gestaan (Ezechiël 13:5) voor de zaak van Gods Koninkrijk. „Het is tijd voor de Heere, dat Hij werke.”

Dit artikel is met toestemming van de auteurs overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Baan, A.C., Klaassen, M., Lagendijk, S.T., Meer, W. van der, Tang, L. van der, Reenen, M. van, Verbruggen, E.J., Vries, P. de, 2022, Antwoord nodig op zogenaamde wetenschap, Reformatorisch Dagblad 52 (195): 34-35 (artikel). Het artikel is ook verschenen op de website van Bijbels Beraad M/V. Zie deze link voor het artikel.