Home » Gastbijdrage » Boycot van boek over genderdebat normaliseert het abnormale

Boycot van boek over genderdebat normaliseert het abnormale

Soms zeggen reacties op een cultuurkritische publicatie meer over het soort samenleving waarin we leven, dan over het boek zelf. Dat gaat op voor de boycot door Amazon van een bestseller over het verschijnsel transgender.

Het boek ”When Harry Became Sally” (Toen Harry veranderde in Sally) vertaalt subtiel de titel van een romantische komedie naar het genderdebat. Hoewel het een bestseller werd bij de verschijning ervan in 2018, had dit boek februari dit jaar de twijfelachtige eer om geboycot te worden door Amazon, de grootste boekenverkoper in de wereld. De auteur, dr. Ryan Anderson, had vol bewogenheid en feitelijk correct geschreven over het verschijnsel transgender. Waarom moest dit boek geboycot worden?

Amazon was duidelijk bang voor het effect dat dit boek had op de publieke opinie over transgender. Nog voor het boek verscheen, was uit de intekeningen vooraf duidelijk dat het boek een megabestseller zou worden. De directie van Amazon deed aanvankelijk niets. Mogelijk moet dat in verband gebracht worden met het presidentschap van Trump die negatief stond ten opzichte van Obama’s genderbeleid. Pas toen het boek als bestseller een doorn in het oog was geworden en Biden aan de macht was gekomen, nam het bedrijf de ongekende censuurmaatregel om ”When Harry Became Sally” te boycotten. Wie 50 procent van de gedrukte boekenmarkt van Amerika in handen heeft, kan inderdaad het publieke debat sturen, alleen al door angst te veroorzaken waardoor auteurs zelfcensuur gaan toepassen. Vooral in een klimaat waar de meeste andere uitgevers links-liberaal zijn.

Verklaring

Het gecensureerde boek via Amazon: ‘When Harry Became Sally’ van de politicoloog dr. Ryan T. Anderson.

Los van inhoudelijke vragen rond de Bijbelse moraal, hoe rechtvaardig was dit optreden van Amazon praktisch gesproken? Het ”Handboek voor anarchisten”, ”Lesbian vampire killers”, pornografische seksverhalen en zelfs ”Mein Kampf” van Hitler; je kunt anno 2021 voor al die boeken terecht bij Amazon. ”When Harry Became Sally” was volgens Amazon echter zo verwerpelijk dat het vroeg om de uitzonderlijke maatregel van een boycot.

Gedwongen door de Republikeinse senatoren Rubio, Hawley, Braun en Lee, die Amazon beschuldigden van overtreding van de wet, doorbrak het bedrijf het stilzwijgen over de boycot. In maart kwam die met een gedwongen en juridisch zorgvuldig afgewogen verklaring. Ik citeer uit de brief van Amazon: „Wat betreft uw specifieke vraag over ”When Harry Became Sally”, we hebben ervoor gekozen geen boeken te verkopen waarin de lgbtq+-identiteit als een psychische aandoening wordt beschouwd.”

Anderson reageerde op deze verklaring in een interview met The National Catholic Register (12-3): „Iedereen is het erover eens dat genderdysforie een ernstige aandoening is die veel leed veroorzaakt. Er is echter een debat gaande over de vraag over hoe patiënten die genderdysforie ervaren, het beste kunnen worden behandeld. Amazon wil dat de mond snoeren.” Anderson wees vervolgens op tegenstrijdigheden in het beleid van Amazon. Waarom werd zijn boek verwijderd, terwijl professionele boeken die de diagnose en behandeling van genderdysforie als geestesziekte behandelen, beschikbaar blijven voor verkoop op het platform?

Ideologie

Dat brengt ons bij de kern van de zaak. Het gaat niet slechts om het commerciële verbod op een boek. De boycot van ”When Harry Became Sally” in de context van de genderideologie, die in alle aspecten van de westerse samenleving haar intrede heeft gedaan, is een symptoom. Waarvan? Van de normalisering van het abnormale in onze samenleving. Wij moeten wat tot voor kort medisch wetenschappelijk werd beschouwd als een geestelijke afwijking als normaal gaan zien. Wie dat niet wil, kan het etiket transfobie opgeplakt krijgen.

Medisch gesproken is genderdysforie een afwijking van de normale psychische gesteldheid die met een zodanig lijden gepaard gaat dat de betreffende persoon medische behandeling zoekt. Dat blijkt al uit het begrip zelf: ”dysforie” is het tegenovergestelde van ”euforie” en betekent angst, somberheid, prikkelbaarheid. Anders dan bij (hoogst uitzonderlijke) biologische verschijnselen als interseks werd geslachtsdysforie in de psychiatrische wetenschap tot voor kort altijd beschouwd als een ”mental disorder”, een mentale stoornis.

Volgens de oude consensus was interseks, waarbij zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen zich in een persoon ontwikkelen, een ”condition”, een biologische realiteit. Uit die optiek, die ook voorgestaan wordt door Anderson, is er een groot verschil met genderdysforie. Het laatste is geen biologisch gegeven maar een ”mental state” die niet overeenkomt met de biologische werkelijkheid van de patiënt. Op dat punt heeft het overeenkomst met geheel andere aandoeningen, zoals koning Charles VI, die dacht dat hij van glas gemaakt was. Voor hem was het echt, maar biologisch was het echt onwaar. De gedachten die de patiënt heeft, komen dus niet overeen met de werkelijkheid. Bij een transgender gaat dit heel diep en raakt het ook de seksuele identiteit van de persoon (het geslacht waarmee hij zich wil identificeren) en hoe hij of zij in het leven staat en zich verhoudt tot anderen. Het gevolg daarvan is een benauwend gevoel van dysforie, van ongemak, omdat je voor je ervaring in het verkeerde lichaam opgesloten zit.

Verschuiving

In 2013 veranderde de Amerikaanse organisatie voor psychiatrie de medische aanduiding voor transgender in dysforie. Niet omdat het inhoudelijk geen stoornis meer was die niet meer om een medische behandeling zou vragen, maar om een politiek correcte reden: „DSM-5 heeft tot doel stigmatisering te voorkomen en klinische zorg te bieden aan personen die zichzelf zien en voelen als van een ander geslacht dan het hun toegewezen geslacht. Het vervangt de diagnostische naam ”genderidentiteitsstoornis” door ”genderdysforie” en maakt andere belangrijke verduidelijkingen in de criteria.”

Behalve het voorkomen van stigmatisering was er ook een economisch motief. De verandering van de definitie beoogde om vergoeding bij ziekenfondsen te vergemakkelijken voor een veel grotere groep mensen dan die volgens de oude regels geacht werden aan ”gender disorder” te lijden.

Helemaal doen alsof transgender normaal was geworden, ging niet. De verklaring van de psychiaters maakte daar geen geheim van: „Als het gaat om toegang tot zorg, omvatten veel van de behandelingsopties voor deze aandoening counseling, geslachtshormonen, geslachtsaanpassende chirurgie en sociale en juridische overgang naar het gewenste gender. Om verzekeringsdekking voor de medische behandelingen te krijgen, hebben individuen een diagnose nodig. De Seksual and Gender Identity Disorders Work Group was bezorgd dat het verwijderen van de aandoening als een psychiatrische diagnose –zoals sommigen hadden gesuggereerd– de toegang tot zorg in gevaar zou brengen.” De veranderde definitie beoogde te verzekeren dat de behandeling en medische ingrepen daaraan verbonden vergoed zouden blijven worden door de verzekering.

De nieuwe therapeutische definitie neemt zijn uitgangspunt in het gevoelen van de patiënt, in dysforie; niet meer in een objectieve vaststelling van ”disorder”, afwijking. Dat brengt risico’s met zich mee, niet het minst voor jongeren. De overgrote meerderheid, statistisch meer dan 85 procent, van kinderen en tieners die zich in het verleden meldden bij psychologen voor je het gevoel tot het andere geslacht te behoren, of te willen zijn, groeide er op natuurlijke wijze overheen. Vanuit de oude situatie gezien, kan de herdefinitie dus leiden tot onnodig medisch ingrijpen.

Risicofactoren

Daarbij komt dat er sociale factoren zijn die bijdragen aan het ontstaan van dysforie of die veroorzaken. Anderson wijst in zijn boek op voorbeelden. Wie een dominante moeder heeft, die doorlopend laat merken dat ze eigenlijk een meisje had willen hebben, loopt een grotere kans als jongen om genderdysforie te ontwikkelen. Een andere risicofactor is seksueel misbruik. Bij volwassen transgenderpersonen is er een onevenredig groot percentage (ten opzichte van de gemiddelde bevolking) dat als kind werd misbruikt. Het vaktijdschrift Journal for Transgender geeft aan dat waarschijnlijk 55 procent van alle volwassenen die als kind lijden aan genderdysforie, voor de leeftijd van 18 jaar een ongewenste seksuele ervaring heeft opgedaan. Hoewel de onderzoeksgroep mijns inziens niet groot genoeg was voor definitieve resultaten, is dit een indicatie uit een onverdachte bron.

Dat stemt tot nadenken, ook wat betreft het politieke beleid ten aanzien van transgender. Immers, zelfs onderzoek uit progressieve hoek laat zien dat van mannen die als kind misbruikt zijn ten minste 35 procent ook zelf misbruiker wordt. Die kans is meer dan driemaal groter dan bij de gemiddelde man.

Soms worden de resultaten van dergelijke onderzoeken gepresenteerd over mannen en vrouwen gezamenlijk. Dat is misleidend. In tegenstelling tot mannelijke slachtoffers van seksueel misbruik, worden misbruikte vrouwen zelden, in de regel nooit, zelf misbruikers. Wie dan het resultaat van vrouwen en mannen gezamenlijk presenteert, kan doen of het wel meevalt. Misbruikte mannen zijn echter gemiddeld (voor de meesten geldt het gelukkig niet) statistisch aantoonbaar een risicogroep ten opzichte van de rest van de bevolking. Die trend is ook te zien bij de medische analyse van het gedrag van biologische mannen die zich als transvrouwen identificeren, vergeleken met die van transmannen (biologisch vrouw maar zich identificerend als man). Een analyse van de metadata wijst erop dat bijna 30 procent van de transvrouwen in Amerika hiv heeft en bijna 50 procent vertoont gevaarlijk seksueel gedrag. Dit gedrag belast de gezondheidszorg, beïnvloedt de levensverwachting en levert een sociaal-economisch kostenplaatje op voor de samenleving.

Geen verlichting

Daarbij komt dat hormoontherapie en kosmetische genderchirurgie op de lange termijn (twintig jaar) niet tot verlichting van de psychische nood van transgenderpatiënten blijkt te leiden. In dat opzicht lijkt er een parallel te zijn met de behandeling van interseksepatiënten. Zelfs uit het onderzoek van de zeer progressieve dr. Money van Harvard, die veel bijdroeg aan de genderideologie is, bleek dat intersekse patiënten psychisch beter af zijn op de lange termijn als er geen chirurgische correctie plaatsvindt. Bij transgenderpersonen die hormoonbehandeling en chirurgie ondergaan, treedt gewoonlijk in eerste instantie verbetering op, maar op langere termijn ontreddering en een buitengewoon hoog zelfmoordrisico. Dat blijkt uit een grootscheeps langetermijnonderzoek in het transvriendelijke Zweden tussen 1973 en 2003.

Feit van de zaak blijft dat ook in de nieuwe edities van het ”Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen” (DSM-5) transgender is opgenomen als verschijnsel. Maar het wordt alleen nog maar als probleem gezien als de patiënt er dusdanig last van heeft dat het klinisch als dysforie betiteld kan worden.

Waar de vereniging van Amerikaanse psychiaters genderdysforie als een probleem blijft beschouwen dat nog steeds om speciale psychiatrische of andere medische behandeling kan vragen, gaan Amazon en de transgenderideologie een stap verder. We moeten met zijn allen het biologisch geslacht als keuze gaan beschouwen en andere afwijkingen van de traditionele christelijke moraal normaal gaan vinden. Dat niet alleen. De samenleving moet ook zomaar bereid zijn om de schade hiervan te betalen, niet alleen sociaal en economisch, maar ook de geestelijke en psychische rekening voor komende generaties. Geen discussie. Geen vrijheid van meningsuiting. Wie wel een rationele discussie over de voors en tegens wil, en een onwelkom standpunt heeft zoals Anderson, wordt geboycot.

Naastenliefde

Het abnormale moeten we normaal gaan vinden. Het is een symptoom van een doorgeslagen geïndividualiseerde samenleving, waar eenieder leeft bij zijn eigen waarheden die morgen weer anders mogen zijn. Zolang Amazon het ook goed vindt.

Dat iemand psychisch zozeer ongemakkelijk raakt in zijn eigen lichaam dat hij zich laat verminken om zich beter te kunnen voelen, en soms ook op interpersoonlijke terreinen het zicht verliest op waarheid, zou in een gezonde samenleving medelijden moeten oproepen, en geen normalisering. Als het normaal raakt om als behandeling voor psychische nood gezonde organen bij biologisch normale mensen te verwijderen, dan mogen we ons als samenleving afvragen in hoeverre we nog zicht hebben op waarheid en naastenliefde.

Amazon’s reactie op ”When Harry Became Sally” is veelzeggend over onze tijd en cultuur. Toch blijven we vertrouwen dat de waarheid het langst duurt. Die is soms wel confronterend, maar maakt uiteindelijk waarlijk vrij.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. Bronvermelding: Zuiddam, B.A., 2021, Boycot van boek over genderdebat normaliseert het abnormale, Reformatorisch Dagblad 51 (155): 26-27 (artikel).