Parenteel van Gerrit van Meerten (1802-1846) en Gijsbertje van Merkesteijn (1803-1870)

Gerrit van Meerten werd geboren op 17 augustus 1802 te Lienden1 als zoon van Jerfaas van Meerten (?-±1810) en Martina van Oort (1760-1828). Het parenteel van zijn ouders is hier te vinden. Hij is overleden op 23 april 1846 te Lienden.2 Hij trouwde op 24 september 1825 te Lienden3 met Gijsbertje van Merkesteijn. Gijsbertje van Merkesteijn werd op 14 januari 1803 te Lienden4 geboren als dochter van Fredrik van Merkesteijn (±1780-1848) en Johanna Heikamp (±1777-1819). Zij is overleden op 16 maart 1870 te Lienden.5

Kinderen

Uit dit huwelijk werden de volgende vijf kinderen geboren:

  1. Johanna van Meerten. Zij werd geboren op 7 januari 1827 te Lienden6 en overleed op 31 oktober 1905 te Leiden.7 Zij trouwde op 30 april 1862 te ‘s-Gravenhage8 met Petrus Gradus Doesburg, geboren op 1 maart 1836 te Rotterdam9 en overleden op 8 november 1915 te Leiden.10 Hij was een zoon van Hendrik Doesburg (1794-1863) en Grada Bergenthuin (1799-1871). Het parenteel van dit echtpaar is hier te vinden.
  2. Jerphaas van Meerten. Hij werd geboren op 8 oktober 1829 te Lienden11 en overleed op 21 juni 1873 te Lienden.12 Hij trouwde op 30 april 1858 te Lienden13 met Johanna Spies, geboren op 10 april 1831 te Lienden14 en overleden op 5 oktober 1869 te Lienden.15 Zij was een dochter van Evert Spies (1802-1884) en Margretha de Weijer (1806-1883). Het parenteel van dit echtpaar is hier te vinden
  3. Fredrik van Meerten. Hij werd geboren op 14 mei 1835 te Lienden16 en overleed op 24 mei 1845 te Lienden.17
  4. Metje van Meerten. Zij werd geboren op 5 december 1841 te Lienden18 en overleed op 16 maart 1929 te ‘s-Gravenhage.19 Zij trouwde op 11 november 1863 te ‘s-Gravenhage20 met Karel Johannes van der Heijden, geboren op 15 oktober 1840 te ‘s-Gravenhage21 en overleden op 21 maart 1887 te ‘s-Gravenhage.22 Hij was een zoon van Pieter Johannes van der Heijden (±1810-1871) en Cornelia Johanna Mussert (±1811-1872). Het parenteel van dit echtpaar is hier te vinden.
  5. Frederica Cornelia van Meerten. Zij werd geboren op 22 januari 1846 te Lienden23 en overleed op 18 januari 1849 te Lienden.24

Overige informatie over dit echtpaar

Dit parenteel wordt momenteel verder aangevuld en compleet gemaakt.

Voetnoten

Parenteel van Evertje van Meerten (1862-1942) en Johannes Arie de Ridder (1852-1950)

Evertje van Meerten werd op geboren 1 maart 1862 te Lienden1 als dochter van Jerphaas van Meerten (1829-1873) en Johanna Spies (1831-1869). Het parenteel van haar ouders is hier te vinden. Zij is overleden op 20 april 1942 te Rotterdam.2 Zij trouwde op 20 november 1907 te Rotterdam3 met Johannes Arie de Ridder. Johannes Arie de Ridder werd op 21 februari 1852 te Tiel4 geboren als zoon van Franciscus de Ridder (1823-1918) en Gerdina Krol (1829-1865). Voordat Johannes Arie trouwde met Evertje, was hij getrouwd met Gerritje van Meerten (1859-1898), de zus van Evertje. Het parenteel van dit echtpaar is hier te vinden. Hij is overleden op 15 november 1950 te Rotterdam.5 Evertje was voor het trouwen met Johannes Arie alleenstaande moeder. Haar parenteel is hier te vinden.

Kinderen

Uit dit huwelijk werd één kind geboren:

  1. Johanna Everdina de Ridder. Zij werd geboren op 28 januari 1899 te Rotterdam6 en het is de auteur (nog) onbekend wanneer zij overleden is. Zij trouwde op 3 april 1918 te Rotterdam7 met Alexander Schellenberg, geboren op 11 februari 1896 te Rotterdam8 en het is de auteur (nog) onbekend wanneer hij is overleden. Hij was een zoon van Jan Schelleberg (1858-1909) en Geertruida Herrewijn (1859-1941).

Overige informatie over dit echtpaar

Dit parenteel wordt momenteel verder aangevuld en compleet gemaakt.

Voetnoten

Parenteel van Evertje van Meerten (1862-1942)

Evertje van Meerten werd op 1 maart 1862 geboren te Lienden1 als dochter van Jerphaas van Meerten (1829-1873) en Johanna Spies (1831-1869). Het parenteel van haar ouders is hier te vinden. Zij is overleden op 20 april 1942 te Rotterdam.2 Evertje kreeg drie buitenechtelijke kinderen en is later getrouwd met Johannes Arie de Ridder (1852-1950). Het parenteel van dit echtpaar is hier te vinden.

Kinderen

Evertje kreeg drie buitenechtelijke kinderen die hieronder zijn weergegeven:

  1. Hendrikus Johannes Franciscus van Meerten. Hij werd geboren op 3 februari 1886 te Arnhem3 en overleed op 5 juli 1886 te Arnhem.4
  2. Antonia van Meerten. Zij werd geboren op 6 juli 1890 te Arnhem5 en overleed op 31 oktober 1890 te Arnhem.6
  3. Antonius van Meerten. Hij werd geboren op 24 januari 1892 te Arnhem7 en overleed op 19 februari 1892 te Arnhem.8

Overige informatie over Evertje

Dit parenteel wordt momenteel verder aangevuld en compleet gemaakt.

Voetnoten

Gezinsfoto van Jan Willem van Meerten (1878-1944) en Teuntje Wevers (1887-1967)

Hierboven wordt de gezinsfoto van Jan Willem van Meerten (1878-1944) en Teuntje Wevers (1887-1967) weergegeven. Naar aanleiding van de geschatte leeftijd van degenen die op de foto staan (en ook het ontbreken van de overleden Elisabeth en andere in huis wonende gezinsleden (Dirk Martinus Vermeer)), is deze foto gemaakt rond 1940/1941. Hoogstwaarschijnlijk tijdens de bruiloft van Gerrit van Dorland (1908-1989) en Gerritje Maria van Meerten (1913-1946) op 27 juni 1941. Van links naar rechts en van achter naar voor: Achter staand: Gerritje Maria van Meerten (1913-1946), Johannis van Meerten (1910-1974), Jerfaas van Meerten (1907-1974), Jan Willem van Meerten (1924-1995) en Bernardus van Meerten (1896-1976). Midden staand: Teuntje van Meerten (1926-1997), Marinus van Meerten (1929-2008) en Bertus van Meerten (1911-1999). Zittend: Teuntje Wevers (1887-1967) en Jan Willem van Meerten (1878-1944). Bernardus van Meerten is een zoon van Maartje van Meerten (1871-1906). Na het overlijden van zijn moeder in 1906 (en opa Jerfaas van Meerten (1837-1908) in 1908) is hij bij dit gezin in huis getrokken en behandeld als een eigen kind.

Deze foto is in groter formaat hier te downloaden. Het parenteel van dit gezin is hier te bekijken.

Feedback & Vragen 2023: ‘Elke link met Forum voor Democratie vermijden, ook als je het inhoudelijk eens bent’

Afgelopen woensdag (24 mei 2023) was er een debat over het burgerinitiatief ‘Abortus is geen misdaad’.1 Er lijkt (gelukkig) geen meerderheid te zijn voor het schrappen van het zogenoemde abortusartikel in het Wetboek van Strafrecht. Gisteren plaatsten we twee video’s van politieke partijen die voor het ongeboren leven zijn. Het betreft de bijdragen van ir. Chris Stoffer en dr. Pepijn van Houwelingen.2 Eigenlijk wilden we ook de bijdrage van mr. Mirjam Bikker en mr. Hilde Palland nog plaatsen, maar helaas hebben zowel de ChristenUnie als het CDA deze bijdragen (nog) niet als video online gezet. We kregen naar aanleiding van de video van dr. Pepijn van Houwelingen, naast veel bijval3, ook een aantal bezorgde reacties. Namens Fundamentum wil ik daar graag op reageren.

Allereerst wil ik aangeven dat Fundamentum geen politieke organisatie is. We schrijven of plaatsen wel eens politieke bijdragen, maar dan hebben deze bijdragen een relatie met apologetiek, medische ethiek of seksuele gerichtheid. Dat geldt ook hier! Pro-life en abortus valt wat onder de medische ethiek en het recht op leven kan en moet verdedigd worden vanuit de schepping(sorde). Daar waar we zaken uit de politiek plaatsen, gaat het dus niet om het uitspreken van een politieke voorkeur maar vooral of de inhoud (van het specifieke artikel of de specifieke video) aansluit bij wat ons geopenbaard is in Gods Woord.

Daarnaast wil ik aangeven dat het bemoeien met de (huidige) politiek lijkt alsof je de hand in een wespennest steekt. Zowel links als rechts georiënteerde politici krijgen doodsbedreigingen en hebben uitgebreide beveiliging nodig om te kunnen functioneren. Dát lijkt nergens op in een welvarend land als Nederland. Dat geldt ook als je jezelf in de politieke discussie mengt. Het lijkt wel of ‘midden’ niet (meer) bestaat. Wanneer je vóór het ongeboren leven en vóór de man/vrouw-scheppingsorde bent, maar daarnaast óók rentmeesterschap en goed milieubeleid wil verdedigen, dan wordt je om de eerste twee standpunten door links om de oren geslagen en om het tweede standpunt door rechts. We moeten dáárom standpunten niet politiseren, maar vooral het standpunt inhoudelijk uitdragen, bevragen en verdedigen. Dát is het doel van de artikelen die op deze website staan.

Ten derde wil ik aangeven dat bijdragen van derden altijd gastbijdragen zijn. Het is onmogelijk om het 100% eens te zijn met alle artikelen die verschijnen op deze website. Een gastbijdrage verschijnt onder verantwoordelijkheid van de auteur en omdat er voor het grootste gedeelte inhoudelijke overeenstemming is. Dat betekent niet dat de redactie daarmee alle schrijfsels en uitspraken (die elders gedaan of gepubliceerd zijn) van deze persoon onderschrijft. Het zou ook zo kunnen zijn dat, omwille van het debat, er af en toe artikelen gepubliceerd worden die tegen de uitgangspunten van Fundamentum ingaan. Dit laatste geldt overigens niet voor de geplaatste video’s waar in de inleiding naar verwezen werd.4

Ten vierde wil ik aangeven dat ik persoonlijk de ontwikkelingen binnen Forum voor Democratie óók met verontrusting aanzie. Bij de start van deze organisatie leek het een intellectueel-populistische partij met een pleidooi voor cultuur-christendom, nu lijkt zowel dat intellectuele als het christelijke vaak verdwenen in een wolk van verdachtmakingen en (een oproep tot) het ondermijnen van gezag. Worden bijvoorbeeld donkere mensen die een criminaliserende daad uitgevoerd hebben, uitgescholden voor ‘primaten’5 en werd er virtueel een nazivlag gehesen om een statement te maken.6 Uiteraard wordt met het plaatsen van één video over abortus hier niet automatisch mee ingestemd. Een bezorgde meelezer gaf aan dat we ons als Fundamentum niet moeten inlaten met deze neofascisten. Ik weet niet op welk standpunt van deze partij de bezorgde lezer doelde, maar we kunnen inderdaad niet voorzichtig genoeg zijn met (het tolereren van) neofascistische standpunten. Dat heeft ds. Gerrit Hendrik Kersten (1882-1948) ook te laat ondervonden toen hij voor de zuiveringscommissie moest verschijnen.7 Maar zelfs als Forum voor Democratie foutieve neofascistische standpunten heeft, die vanzelfsprekend verworpen moeten worden, dan betekent het plaatsen van een video over abortus van één lid van deze partij niet automatisch een applaus. Ik val de bezorgde lezer bij als het gaat om de ontwikkeling binnen Forum voor Democratie, daar maak ik mij ook zorgen over.

Ten laatste wil ik aangeven dat mijn motto altijd en overal is dat we dienen samen te werken waar het kan en distantie uit te spreken waar het nodig is. Daarbij moet niet de tijdgeest leidend zijn, maar Gods Woord. Het programma van uitvoering moet dus getoetst worden aan dát Woord. Dat geldt in mijn optiek voor alle partijen. Zowel Forum voor Democratie als D66 en GroenLinks kunnen vanuit christelijk perspectief geen absolute bondgenoten zijn, maar er valt op onderdelen wél mee samen te werken. De medisch-ethische profilering van de laatstgenoemde partijen is net zó verwerpelijk. Maar ik zie op andere vlakken wel samenwerking mogelijk. Het is goed dat Forum voor Democratie de opkomende ideologie van het transgenderisme in en het seksualiseren van kinderboeken wil bestrijden en ook wil opkomen voor het ongeboren leven. Deze uitspraak is uiteraard geen applaus voor dezelfde partij over zaken die ingaan tegen (de geest van) Gods Woord. Op die zaken is kritische distantie vereist. We hebben dat ook in een voetnoot bij de video, waar het hierboven over gaat, aangegeven. Iemand vooraf buitensluiten lijkt mij sowieso niet naar Gods Woord. Als het wonder van Gods genade verheerlijkt is in het hart van de zondaar, dan hoeven we nergens boven te gaan staan (zowel boven linkse als rechtse politici niet) en kunnen we belijden dat het een eeuwig wonder is dat God ons als zondaar niet buitengesloten heeft. Er blijft daarom alleen gebed over voor de politici (die op bepaalde standpunten tegenover ons staan) en vooral voor onszelf (ik incluis): “Doorgrond mij, o God! en ken mijn hart; beproef mij, en ken mijn gedachten. En zie, of bij mij een schadelijke weg zij; en leid mij op den eeuwigen weg” (Psalm 139: 23-24, SV).

Voetnoten

Jona, bijna een grap?

Een aangrijpende tegenstelling: de ene hoogleraar vindt wat er in het boek Jona gebeurt een gotspe, een soort van grap, de andere vindt de geschiedenis van Jona pure ernst, een zaak van leven en dood.

“Maar de HEERE wierp een groten wind op de zee; en er werd een grote storm in de zee, zodat het schip dacht te breken.” (Jona 1:4, SV) Bron: Free Bible Images.

Op uitnodiging van het CSFR-dispuut Panoplia gingen prof. dr. A. Huijgen (Chr. Geref.) en prof. dr. M.J. Paul (PKN, Geref. Bond) op 11 mei met elkaar in gesprek over hermeneutiek. Centraal stond daarbij de vraag naar de historische pretentie en betrouwbaarheid van de Bijbel en naar de relevantie daarvan.

Volgens prof. Huijgen is er veel voor te zeggen het boek Jona typologisch te lezen of als een soort van allegorie over de verhouding tussen Israël en de volken. Een allegorie is een verhaal dat symbool staat voor iets anders. Hij sluit zich aan bij een meerderheid van de tegenwoordige Bijbelwetenschappers. Als je zo naar het boek Jona kijkt, dan hoef je je niet druk te maken over bepaalde merkwaardigheden, zoals dat Ninevé drie dagreizen groot zou zijn geweest. Dat was dan minstens 45 kilometer.

Prof. Paul houdt zich gelukkig bij de klassieke uitleg. Ook daarin komt de plaats van Israël tussen de volken aan de orde. Het is voor Israël een gigantisch zware boodschap dat God aan het volk van Ninevé, vijand van Israël, genade bewees. Daarom zou hij het boek Jona nooit als grap bestempelen. Beide theologen hanteren bij het Bijbellezen het uitgangspunt dat je de Schrift zoveel mogelijk moet lezen in overeenstemming met hoe de kerk der eeuwen die las. Toch komen zij tot een andere uitkomst. Hoe kan dat?

Allegorie of historie

Het gaat om de vraag of het boek Jona een allegorie of een historisch waargebeurd verhaal is. Voor hedendaagse Bijbelwetenschappers is een aantal historische onwaarschijnlijkheden reden om de historiciteit van het boek Jona te ontkennen. Zij vinden het niet te begrijpen dat een profeet in ongehoorzaamheid voor God op de vlucht gaat, dat God een storm gebruikt om Jona te achtervolgen, dat Jona drie dagen en drie nachten in de vis overleeft en dat de inwoners van Ninevé direct tot bekering komen. Ons voorstellingsvermogen kan dat immers niet bevatten. Alleen als je het boek Jona opvat als een allegorie dan hoef je je over deze merkwaardigheden niet zo druk te maken.

Hier gaat de rede heersen over de Schrift. Wat wij niet kunnen begrijpen, kan dan niet waar zijn. De Bijbelschrijver moet wel een ander doel voor ogen hebben gehad dan ons een geschiedkundig verhaal voor te houden.

Onwaarschijnlijkheden

Gelukkig hoorden de studenten van Panoplia niet alleen de opvatting van prof. Huijgen, maar ook dat je geen zinnebeeldige lezing van de profeet nodig hebt om de betekenis daarvan voor onze tijd te verstaan. De Studiebijbel Oude Testament gaat uitgebreid in op de vraag hoe we met die historische onwaarschijnlijkheden moeten omgaan. Mij trof de opmerking daarin dat onwaarschijnlijkheid en onvoorstelbaarheid in de Bijbel geen reden zijn om aan te nemen dat iets niet historisch bedoeld is. Als dat wel zo zou zijn, dan blijft er maar een dunne Bijbel over. Dan kunnen we de wonderlijke verhalen rond Elia en Elisa wel overslaan. Wie zou dan nog geloven in de wonderlijke redding van de vrienden van Daniël uit de vurige oven? Wie gelooft er dan nog in de schepping in zes dagen en in de zondeval? Zo zouden we door kunnen gaan.

Belangrijke argumenten om vast te houden aan de historiciteit van het boek Jona zijn ook de expliciete verwijzingen in het Nieuwe Testament. Als sommige Schriftgeleerden en Farizeeën van Jezus een teken vragen, wijst de Heere Jezus op het teken van Jona, die drie dagen en drie nachten was in de buik van de vis. Zo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten zijn in het hart van de aarde. Ook wijst de Zaligmaker op de mannen van Ninevé, die zullen opstaan in het oordeel. Zij hebben zich bekeerd. Het is toch niet aan te nemen dat de Heere Jezus in Mattheüs 12:39-41 verwijst naar een allegorie? Ook in Mattheüs 16 antwoordt Hij op het verzoek om een teken: ‘Hun zal geen teken gegeven worden dan het teken van Jona, den profeet’. Dat zijn vooral de duidelijke lessen vandaag voor ons.

Dit artikel is met toestemming van de auteur en de redactie overgenomen uit het De Saambinder. De bronvermelding luidt: Silfhout, W., 2023, Jona, bijna een grap?, De Saambinder 101 (21): 11.

‘Elke abortus is een tragedie’ – Bijdrage dr. Pepijn van Houwelingen aan debat over burgerinitiatief abortus

Afgelopen woensdag werd er in de Tweede Kamer gedebatteerd over het burgerinitiatief ‘Abortus is geen misdaad‘.1 Namens de Forum voor Democratie sprak dr. Pepijn van Houwelingen. Met dank aan het YouTube-kanaal van de Forum voor Democratie kunnen wij deze video hieronder delen.2

Onder de video staat de volgende tekst:
“Er is steeds minder oog voor de waarde van het menselijk leven. Dat zien we terug op het gebied van abortus, maar ook van euthanasie en het kweken van embryo’s voor wetenschappelijk onderzoek. Pepijn van Houwelingen vraagt aandacht voor de keerzijde van de moderne tijd.”

Voetnoten

‘Wat is het ongeboren leven u waard?’ – Bijdrage ir. Chris Stoffer aan debat over burgerinitiatief abortus

Afgelopen woensdag werd er in de Tweede Kamer gedebatteerd over het burgerinitiatief ‘Abortus is geen misdaad‘.1 Namens de SGP sprak ir. Chris Stoffer. Met dank aan het YouTube-kanaal van de SGP kunnen wij deze video hieronder delen.

Onder de video staat de volgende tekst:
“Een burgerinitiatief probeert de laatste restjes wettelijke bescherming dat het ongeboren leven nog heeft, te schrappen. Chris Stoffer benadrukt dat het gaat om menselijk leven dat nu al nauwelijks bescherming krijgt. Hij roept de Kamer op om niet mee te gaan met het voorstel om abortus uit het Wetboek van Strafrecht te schrappen. PvdA, D66 en Gündoğan zijn het duidelijk niet eens met de SGP. Dit debat vond plaats op woensdag 24 mei 2023.”

Voetnoten

De roofdinosaurus van Portugal – Reusachtige killer opgegraven in Zuid-Europa

Veel creationisten denken dat de dinosauriërs die we vinden in de aardlagen van het Trias, Jura en Krijt omgekomen zijn tijdens de zondvloed.1 Ds. K. Hoefnagel vat deze gedachte samen in de vraagrubriek van Bewaar het Pand, het blad van de gelijknamige stroming binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken. Diverse basistypen dino’s kwamen volgens de predikant uit Gods scheppende hand. De meeste dino’s moeten vóór de zondvloed hebben geleefd. Ze hebben nog wel in de ark gezeten, maar nooit meer de omvang gehad van de beesten die voor de zondvloed hebben geleefd. Ziende op de talloze opgravingen kunnen we, volgens Hoefnagel, niet meer om het bestaan van de dino heen.2 Daar ben ik het van harte mee eens! Recent las ik in Wetenschap in Beeld een prachtig artikel over dino-opgravingen in Portugal. Hieronder een samenvatting daarvan.3

Het skelet van Torvosaurus tanneri, tentoongesteld in Museum of Ancient Life in Lehi (Utah). Bron: Wikipedia.

Iedere zomer doen paleontologen dino-opgravingen in de Lourinhã Formatie in Portugal. De formatie bevat gesteenten van het Boven-Jura tot het Onder-Krijt. Ooit wemelde Portugal van de dinosaurussen.4 Wetenschap in Beeld geeft drie voorbeelden van grote beesten die in het gebied leefden: (1) Supersaurus lourinhanensis (een langnekdinosaurus), (2) Miragaia longicollum (dit dier leek op een Stegosaurus met platen op zijn rug), en (3) Lourinhanosaurus antunesi (een grote vleesetende dinosaurus). Wetenschap in Beeld ging mee met een van de opgravingen en maakt daar een leuk verslag van.

Torvosaurus

In het gebied wordt ook een Allosaurus gevonden, een van de bekendere roofdino’s uit die tijd.5 Het skelet van dit beest is ook te vinden in het bekende Creation Museum.6 Maar uit opgravingen in de Lourinhã Formatie blijkt dat dit niet de grootste vleesetende dino is geweest. De paleontologen dr. Octávio Mateus en dr. Micael Marinho hebben een wervel gevonden die behoorde tot de grote Torvosaurus. Het lijkt erop dat dit daarmee de grootste vleeseter is die ooit op het Europese continent heeft rondgelopen. In de Verenigde Staten werd het beest eind jaren ’70 voor het eerst benoemd. Paleontologen dachten daarom dat de eerder gevonden resten van Torvosaurus in Portugal behoorde tot het Amerikaanse soort Torvosaurus tanneri. Na zorgvuldige analyse in 2013 bleek dat er toch verschillen waren tussen de schedels. Toen in 2020 in Duitsland een nieuwe variant opdook, waren onderzoekers ervan overtuigd dat het hier gaat om de Torvosaurus als Europees soort: Torvosaurus gurneyi.

Europese fossielen van de Torvosaurus zijn zeer zeldzaam. Hoewel fossielen zeldzaam zijn, hebben we genoeg fossielen om ongeveer te weten hoe het beest eruit zag. In 2006 vond men in Portugal een stuk bovenkaak. Uit deze bovenkaak blijkt dat de Portugeese Torvosaurus minder tanden had dan de Amerikaanse Torvosaurus. Deze tanden waren 10 centimeter lang. “Ze konden door spieren snijden, maar doordat ze smal waren, konden ze geen bot verbrijzelen zoals T. rex dat kon.” De armen waren langer en sterker dan die van een Tyrannosaurus rex en daardoor ook beter te gebruiken. “De gespierde armen hadden elk drie klauwen, waarmee het dier waarschijnlijk prooien vasthield. De kromme klauwen waren 12-13 centimeter lang.” De onderzoekers vonden in 2006 samen met de bovenkaak ook een staartwervel. Uit een reconstructie met deze staartwervel blijkt dat het beest 10 meter lang werd en zo’n vijf ton gewogen heeft. “Net als andere vleesetende dinosauriërs liep Torvosaurus met zijn rug en staart horizontaal.” Volgens onderzoekers joeg de Portugese Torvosaurus waarschijnlijk op grote dieren. Mogelijk zelfs sauropoden die ook in het leefgebied voorkwamen. Het beest leek op de Tyrannosaurus rex, maar was iets kleiner en had een minder krachtige beet als deze koning van de hagedissen.

Rivierdelta

Volgens onderzoekers was het leefgebied van deze Portugese Torvosaurus een uitgestrekte rivierdelta waar het wemelde van de dinosaurussen. “Varens en naaldbossen domineerden het gebied en het klimaat was mild en warm. Langs de rivieren en beken zorgden nat zand en modder ervoor dat zowel botten als voetafdrukken van allerlei soorten bewaard zijn gebleven.” Of dit correct is of berust op een naturalistische interpretatie en of dit ook anders geïnterpreteerd kan worden is mij niet bekend. Bij de opgravingen in de Lourinhã Formatie zijn, voor zover ik weet, geen creationistische geologen en/of paleontologen actief. Dat is wel een gemiste kans, want de Lourinhã Formatie is volgens geleerden één van de beste plaatsen in Europa om fossielen te zoeken. We kunnen op dit moment dus niet bestuderen óf de gedachte van ds. Hoefnagel, in navolging van veel creationistische paleontologen zoals Paul Garner (MSc.), het bij het juiste eind heeft, namelijk dat (veruit de meeste) dinobeesten omgekomen zijn tijdens de zondvloed. Óf dat drs. Hoogerduijn betere papieren kan laten zien door te beweren dat deze beesten ná de zondvloed zich hebben ontwikkeld en ook weer zijn uitgestorven. De schrijver van het artikel in Wetenschap in Beeld rekent in ieder geval niet met de zondvloed en meent dat de Portugese Torvosaurus gurneyi, als soort maar liefst 2 tot 3 miljoen jaar op aarde gejaagd heeft.

N.a.v.: Fock, O., 2023, Dit is de T. rex van Europa, Wetenschap in Beeld 2023 (5): 28-33.

Voetnoten

Onze voorouders zouden dinoplaatjes herkennen

Dit artikel is geschreven samen met Jan van Meerten.

Er is niets mis met dinoplaatjes sparen. Je kunt evengoed geloven dat de aarde nog maar een paar duizend jaar jong is.

Deze weken zijn veel kinderen druk in de weer met het verzamelen en ruilen van ‘dinoplaatjes’. Ze maken dankzij Albert Heijn (AH) kennis met diverse soorten dino’s. Groot feest voor de dinoliefhebbers én voor AH zelf natuurlijk. Geef AH eens ongelijk om dino’s als trekker te gebruiken. Het verzamelboek gaat uit van de gedachte dat de dino’s vele miljoenen jaren voor de mens leefden. Kinderen die bij de Bijbel opgroeien, en ouders zullen zich wellicht afvragen hoe dat zit. Er zijn argumenten die ervoor pleiten dat dino’s en mensen gelijktijdig hebben geleefd. Wereldwijd zijn er verhalen, tekeningen, beeldjes en inscripties over draken bekend. In het kasteel van Blois, Frankrijk, bevindt zich bijvoorbeeld een tapijt waarop een draak met jongen te zien is. Een van de drakenjongen komt, afgezien van de vleugels, goed overeen met de Maiasaurus of een andere Hadrosaurus-achtige, een zogenoemde ‘eendensnaveldino’. Hebben de makers van het tapijt (of hun voorouders) deze dieren zelf gezien? Dat is goed mogelijk, al zullen dergelijke afbeeldingen zijn aangevuld met mythische elementen. Zo zijn er talloze andere verhalen en detailtekeningen. Het is op basis hiervan niet onredelijk om te stellen dat mensen dino’s gezien hebben.

Koolstofdatering

Koolstof-14 (14C) is een radioactief element dat langzaam vervalt tot stikstof-14. Ongeveer elke 5730 jaar vervalt de helft van de 14C. Na vijftigduizend jaar is er te weinig over om te dateren en moeten er andere dateringsmethoden gebruikt worden. Dino’s zijn volgens de gangbare theorie 65 miljoen jaar geleden uitgestorven. Dinoresten zullen daarom in theorie geen 14C meer kunnen bevatten. Toch wordt er 14C gevonden in dinobotten. Dat is opmerkelijk. Daarnaast zijn in de overblijfselen van een Tyrannosaurus resten van rode bloedcellen en zacht weefsel aangetroffen en in de hoorn van een Triceratops recent lijkende botcellen. Het is onwaarschijnlijk dat zulke resten miljoenen jaren bewaard zouden kunnen blijven. Deze waarnemingen passen beter bij een tijdsrekening van een jonge aarde.

Behemoth

In de Bijbel zul je het woord ‘dinosaurus’ niet vinden. Dat woord is pas in 1841 bedacht. Diverse geleerden als de oudtestamenticus Mart-Jan Paul en wetenschapshistorica Adrienne Mayor zijn van mening dat vóór die tijd het woord ‘draken’ gebruikt werd. Zo ook in de Bijbel. Daarnaast wordt in Job 40 gesproken over de behemoth, waarvan de beschrijving aan een sauropode (een dino met een lange nek) doet denken. De standaardvertaling ‘nijlpaard’ of ‘olifant’ doet de tekst geweld aan. Dino’s en mensen hebben in dezelfde tijd geleefd; door het lezen van de Bijbel is deze conclusie onvermijdelijk. Dino’s zijn door God geschapen tot meerdere glorie van Hem. Er is daarom niets mis met het sparen van dinoplaatjes, mits je ze in Bijbelse context blijft zien.

Dit artikel is met toestemming van de auteurs overgenomen uit het Nederlands Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, Ree, N. van, 2016, Onze voorouders zouden dinoplaatjes herkennen, Nederlands Dagblad 72 (19.259): 12.