Home » Ethiek

Categorie archieven: Ethiek

Dierenleed en Godsbeeld: ‘Geschapen om te doden?’ – Bespreking van ‘Teeth and Talons Whetted for Slaughter’

Dierenleed en Godsbeeld: ‘Geschapen om te doden?’ was de pakkende titel waarmee het Herman Bavinck centrum een symposium organiseerde over het boek Teeth and talons van prof. dr. P.J. Slootweg, een dissertatie waarmee hij eerder aan de VU Amsterdam promoveerde. De centrale vraag: heeft God dieren oorspronkelijk geschapen om andere dieren op te eten?

Het boek lijkt die vraag met ja te beantwoorden, maar dit blijkt genuanceerder te liggen. Op het symposium gaf Slootweg aan dat theïstische evolutie voor hem behoort tot de sfeer van voorveronderstellingen en niet tot experimentele wetenschap; en: Augustinus vond uiteindelijk ook dat dieren vegetarisch geschapen zijn. Soms is er verwarring over deze kerkvader omdat Augustinus vanuit zijn neoplatoonse filosofie de sterfelijkheid van dieren anders opvat dan die van mensen. Carnivorisme is volgens Augustinus een verschijnsel van na de zondeval.

Teeth and talons’ verwijst naar een Engelse uitdrukking die aangeeft dat de natuurlijke wereld zoals we die nu kennen gekenmerkt wordt door doden om te overleven. Een belangrijke vraag die de dissertatie van Slootweg onderzocht is of dierenleed als theologisch problematisch werd ervaren in de periode tussen 1600 en 1961 en welke verschuivingen er waren. Zijn conclusie is dat dierenleed ruim voor Darwin als theologisch probleem werd gezien in relatie tot het godsbeeld. Sinds het begin van de 17de eeuw waren door de Verlichting reeds dusdanige verschuivingen opgetreden dat dierenleed en een goede schepping door diverse theologen als verenigbaar werden gezien. Professor Slootweg vat het als volgt samen: ‘It was not only because of Darwin’s theory of evolution that people began to wonder what the suffering of animals meant for the belief in a God who lovingly cares for all living beings; they had been thinking about this since at least the first decades of the seventeenth century’ (409).

Het boek eindigt met een ethische conclusie over evolutie en dierenleed: ‘Rejecting evolution does not solve this problem and accepting evolution does not make it worse’ (410). Is dat zo? Teeth and Talons is een systematische studie van theologiegeschiedenis. Toch zou het interessant zijn om ook een principieel evolutionistisch, biografisch en ethisch perspectief toe te passen op deze stelling.

Principieel evolutionistisch: als de mens immers een zoogdier is dat met gebruik van ‘teeth and talons’ opgeklommen is via de piramide van de evolutie, dan heeft de mens niet meer de uitzonderingspositie die hij daarvoor in het westers denken bekleedde. Dan wordt dierenleed een theologische factor voor de mens. Het accepteren van evolutie als ontstaanstheorie laat dus wel een nieuw probleem ontstaan.

Biografisch: Darwins leven reikt belangrijke gegevens aan die van invloed waren op zijn wereldbeeld en wetenschappelijke standpunten. Op persoonlijk vlak moet het gezinsleed van Darwin historisch gewogen worden, dat hem uiteindelijk (tot leedwezen van zijn unitarische vrouw) deed afscheid nemen van God. Door zijn evolutionistisch perspectief was dit menselijk lijden slechts gradueel te onderscheiden van dat van zoogdieren. Het is principieel biografisch dus een vorm van zoogdierleed geworden die hem God vaarwel deed zeggen. Dit was een uiterst pijnlijk proces dat onder tranen plaatsvond.

Ook de ethisch-exegetische implicaties, zowel voor de ethiek als voor de bijbelwetenschap, zijn niet gering als סָמָח (geweld) dat in de Tora gebruikt wordt om de gevolgen van een gevallen schepping bij uitstek weer te geven, via Darwin een scheppingsmethode wordt. De implicaties zijn duidelijk, ook al duurt het een paar generaties voordat dit door de samenleving verrekend wordt. Er is reeds bij Darwin een onuitgesproken verschuiving in het mensbeeld, van kroon van de schepping naar zoogdieren, die het godsbeeld ingrijpend beïnvloedt. Historisch zien we dan ook dat het niet zozeer de Origin of species is dat Darwin controversieel maakt in zijn tijd, maar het latere boek The Descent of Man, and Selection in Relation to Seks. Daar beperkt Darwin zich niet tot de beschrijving en verklaring van contemporaine biologische processen, maar komt hij met een nieuw mens- en wereldbeeld dat aanzienlijke verschuivingen impliceerde voor de ethiek en de geoorloofdheid van daarvoor als zondig beschouwd menselijk gedrag. Aanvankelijke medestanders Wallace en St. George Jackson Mivart konden dit niet meemaken, ten diepste om theologisch-ethische redenen. Het accepteren van darwinisme als ontstaanstheorie introduceert dus een probleem van ethische normativiteit omdat de Schepper wegvalt en de herintroductie van een Schepper binnen evolutionistisch kader exegetisch wringt met de primaire bronnen.

Op deze website hebben we in een aantal artikelen al aandacht besteed aan deze promotie en dit proefschrift (zie hier, hier, hier en hier). Dr. ir. Erik van Engelen schreef daarnaast deze bijdrage en dr. Benno Zuiddam hield deze bijdrage op het in de tekst genoemde symposium.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Theologia Reformata. De volledige bronvermelding luidt: Zuiddam, B.A. van, 2023, ‘Teeth and Talons Whetted for Slaughter’: Divine Attributes and Suffering Animals in Historical Perspective, Theologia Reformata 66 (1): 94-95.

Seksuele gemeenschap zonder huwelijk slecht, ook voor samenleving

Geslachtsgemeenschap zonder huwelijk is schadelijk, voor de betrokkenen en de samenleving. Om dit aan de weet te komen is de Bijbel niet eens nodig. Volgens recent onderzoek op diverse vakgebieden is seksuele activiteit niet vrijblijvend maar heeft die blijvende gevolgen.

Dit blijkt uit de publicatie ”Seksuele gemeenschap zonder huwelijk; reflecties vanuit natuurlijke openbaring” in het wetenschappelijke vaktijdschrift In Luce Verbi / In die Skriflig. Het volledige artikel kan gratis worden gedownload.

Je maagdelijkheid bewaren tot het huwelijk voorkomt persoonlijke en relationele problemen, vooral bij mensen die uiteindelijk een levenslange relatie wensen, en is beter voor de samenleving en de economie. Dat laat de praktijk zien. Deze conclusie is gebaseerd op een overzicht van de resultaten van recente medische, psychologische, economische, antropologische en sociaalmaatschappelijke onderzoeken.

Niet vrijblijvend

Geslachtsgemeenschap zonder huwelijk wordt in westerse samenlevingen als een verworvenheid beschouwd. Het is daarom opvallend dat dit gedrag de afgelopen jaren wetenschappelijke vraagtekens heeft opgeroepen in vele, uiteenlopende vakgebieden. Samengevat: er zijn duidelijke medische en sociaalrelationele risico’s verbonden aan het opgeven van je maagdelijkheid zonder huwelijk. Dit heeft ontwrichtende maatschappelijke en economische gevolgen. Slachtoffers zijn vooral mensen uit een kwetsbare sociaaleconomische klasse. Die kunnen zich zulke gevolgen het minst veroorloven.

In allerlei vakgebieden wordt beklemtoond dat er bij geslachtsgemeenschap veel meer komt kijken dan verliefdheid en behoeftebevrediging. Biologisch hangt geslachtsgemeenschap samen met voortplanting. Dit vereist een voor de vrouw veilig klimaat om kinderen te krijgen. Volgens psychologen kun je dit daarom niet los zien van identiteit en zelfbeeld. Bovendien gaat het om ingrijpende intimiteit. Sociologen en economen tonen aan dat geslachtsgemeenschap zonder huwelijk gevolgen heeft voor het maatschappelijk welzijn van alle betrokkenen. De neurologie en endocrinologie wijzen erop dat de mens hormonaal en wat betreft hersenactiviteit ingesteld is op monogame relaties. Atheïstisch antropologisch onderzoek waarschuwt dat, als vrouwen bereid raken om geslachtsgemeenschap te hebben zonder huwelijk, dit een teken is dat de samenleving verzwakt en de cultuur op instorten staat.

Risicogedrag

In de twintigste eeuw voltrok zich in de westerse wereld een grote verschuiving op het gebied van seksualiteit. De grootste verandering was dat het opgeven van je maagdelijkheid voor het huwelijk eerst bespreekbaar werd en later genormaliseerd werd, hoewel het tot ver in de twintigste eeuw als onfatsoenlijk werd beschouwd. Maagdelijkheid was vroeger de norm. Als er een kind verwacht werd, moest er getrouwd worden. Geslachtsgemeenschap zonder huwelijk goedpraten was tot ongeveer 1970 in Europa en Amerika ondenkbaar. In Azië en Afrika deelt men die overtuiging ook vandaag nog algemeen, getuige recente wetenschappelijke publicaties over dit onderwerp. Geslachtsgemeenschap zonder huwelijk wordt daar geduid als medisch en psychologisch risicogedrag.

Uit Afrikaans onderzoek blijkt dat een hogere opleiding, pornografie en drankgebruik drempelverlagend zijn en onwenselijk seksueel gedrag in de hand werken. Een Aziatisch onderzoek attendeert zelfs op een relatie met roken. Een oorzakelijk verband valt moeilijk vast te stellen. Hoewel dit een kenmerk kan zijn van een sociale omgeving die openstaat voor een liberale levensstijl, is het omgekeerde ook mogelijk. Roken is dan een manier van omgaan met de innerlijke spanning die het seksuele gedrag oproept.

Opvallend in het Afrikaanse en Aziatische onderzoek is dat geslachtsgemeenschap niet gezien wordt als persoonlijke keuzevrijheid en een recht op behoeftebevrediging. Integendeel, men ziet het als een daad die het hart van de mens en zijn functioneren raakt. Die kan immers niet worden losgemaakt van familie- en samenlevingsverbanden.

Noodklok

Het waarschuwen tegen geslachtsgemeenschap zonder huwelijk kan niet weggewuifd worden door het etiket ”minder ontwikkeld” op Azië en Afrika te plakken. Ook in het Westen is de boodschap van specialisten in allerlei vakgebieden onomwonden, tenminste voor wie het wil zien.

In een diepgaand onderzoek van de American Psychological Association wordt gewaarschuwd dat er verband is tussen geslachtsgemeenschap zonder trouw en de geestelijke gezondheid. Bij Cambridge University verscheen een dik boek waarin een reeks hoogleraren van allerlei universiteiten de noodklok luidt. Ze komen vanuit allerlei achtergronden met de gezamenlijke waarschuwing dat buitenhuwelijkse seksualiteit (samenwonen ingesloten) feitelijk gerelateerd is aan maatschappelijke instabiliteit, en dat mensen met een modaal of lager inkomen zich die het minst kunnen veroorloven.

Gerenommeerde westerse wetenschappers laten zien dat de ideologie van liberale politici niet goed is voor de samenleving. Ze pleiten voor een radicale koerswijziging. Hoewel de betrokken wetenschappers verschillend aankijken tegen de morele geoorloofdheid van seksualiteit zonder huwelijk, zijn ze het over één ding eens: vrijblijvende seksuele relaties veroorzaken problemen. Politici zijn verantwoordelijk voor de gevolgen van hun beleid en mogen de rekening ervan niet doorsturen naar de zwaksten van de samen. Nota bene: het gaat hier ‘slechts’ om de wetenschappelijke evaluatie van geslachtsgemeenschap zonder huwelijk. Het ontwrichtende effect van de normalisering van homoseksualiteit en de maatschappelijke en psychologische verwarring die de genderideologie veroorzaakt, zijn nog niet eens onderdeel van deze noodkreet.

Relationeel onvermogen

Wat is de duidelijkste reden om je maagdelijkheid niet op te geven voordat je trouwt? Wie aan voorhuwelijkse gemeenschap doet, beschadigt aantoonbaar zijn menselijk vermogen om langetermijnrelaties te onderhouden. Wie als tienermeisje seksuele omgang had zonder getrouwd te zijn, heeft in een westerse omgeving ongeveer 50 procent kans dat haar huwelijk binnen tien jaar in echtscheiding eindigt. Daarbij neemt het relationeel onvermogen toe bij volgende huwelijken. In Zuid-Afrika bijvoorbeeld eindigt 64 procent van de eerste huwelijken in een echtscheiding. Dit geldt voor 82 procent van tweede huwelijken en voor 91 procent van derde huwelijken.

Dat wisselende seksuele contacten tot kwalitatief betere seksuele ervaring zouden leiden, is een fabeltje. Wie de mens in al zijn samenlevingsverbanden beziet (en niet slechts naar technische vaardigheden kijkt), ontdekt al snel dat de onderzoeksresultaten op het tegendeel wijzen.

Opleidingsniveau

Natuurlijk hebben omgevingsfactoren (gezin, godsdienst) invloed op de vraag of iemand bereid is om geslachtsgemeenschap voor het huwelijk te hebben. Daarbij ontdekten onderzoekers recent ook een merkwaardig verschijnsel, waarvoor nog geen verklaring is gevonden. Er is namelijk een correlatie tussen de kuisheid van jongens en het opleidingsniveau van hun moeder. Aan de ene kant is het percentage trouwende jongens van wie de moeder universitair is opgeleid lager dan wanneer de moeder minder opgeleid is. Toch komen de statistici tot de onvermijdelijke conclusie dat jongens met een hoger opgeleide moeder juist minder geslachtsgemeenschap voor het huwelijk hebben dan andere jongens. Dat is opmerkelijk omdat het opleidingsniveau van de moeder bij meisjes geen verschil maakt voor het al dan niet bewaren van hun maagdelijkheid voor het huwelijk.

Schepping

Het functioneren van de mens en de sociaaleconomische stabiliteit van de samenleving zijn dus gebaat bij duurzame monogame heteroseksuele verhoudingen, waarbij geslachtsgemeenschap verbonden wordt aan een maatschappelijk samenlevingscontract dat in principe levenslang is (huwelijk).

De onderzoeksresultaten bevestigen de christelijke opvatting dat we uit de schepping leren wat Gods wil is en hoe dingen werken en bedoeld zijn (Nederlandse Geloofsbelijdenis, art. 2; Psalm 19; Romeinen 1-3). Volgens deze overtuiging zijn het biologisch ontwerp en het praktisch functioneren van de mens richtinggevend. De onderzoeken laten zien dat de Bijbels gegevens, toegepast op menselijke seksuele relaties, ook in onze tijd leiden tot wat voor ons het beste is. Daarvoor hoeft de Bijbel niet eens open.

Dr. Zuiddam publiceerde een in-depth artikel in het wetenschappelijke tijdschrift ‘In die Skriflig’ Prof. dr. Jan Hoek, prof. dr. Henk Jochemsen en dr. Hans Meissner lazen kritisch mee bij het tot stand komen van de wetenschappelijke publicatie. De volledige bronvermelding van dat artikel luidt: ‘Zuiddam, B.A., 2023, Seksuele gemeenschap zonder huwelijk; reflecties vanuit natuurlijke openbaring, In die Skriflig 57 (1): a2950’. Het artikel is hier te downloaden: https://indieskriflig.org.za/index.php/skriflig/article/view/2950.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Zuiddam, B.A., 2023, Seksuele gemeenschap zonder huwelijk slecht, ook voor samenleving, Reformatorisch Dagblad 53 (191): 22-23 (artikel).