Home » Artikelen geplaatst door Bert Koopman
Auteursarchief: Bert Koopman
Vijf leugens ontmaskerd over seksualiteit, genderrollen en bescheidenheid – Bespreking van ‘Vijf leugens ontmaskerd’
Rosaria Butterfield is in Nederland bekend geworden door haar boek Een onwaarschijnlijke bekering (2022). Hierin beschrijft de voormalig lesbische hoogleraar haar leven. Ze doceerde Engels bij een vooraanstaande universiteit, had twee huizen en nam actief deel aan de homo- en lesbogemeenschap. Als ze bijna veertig is, krijgt ze een brief van een dominee, wat haar leven op zijn kop zet. De stichting Bijbels Beraad M/V promoot haar boeken, die middels vertalingen hun weg vinden in Nederland. In de inleiding van het nieuwe boek Vijf leugens ontmaskerd. Bijbelse waarheid in een postmoderne tijd, schrijft dr. B.A. Zuiddam, lector van Bijbels Beraad M/V, dat ons gevoelsleven is aangetast door de zonden: “Gevoelens zijn belangrijk, maar niet normatief. Homoseksualiteit is niet normaal. De natuur en de Bijbel laten zien dat we niet bedoeld zijn om zo te leven.” (p. 9)
De vijf leugens die de auteur van het boek ontmaskert, zijn:
- homoseksualiteit is normaal;
- het is beter om een spiritueel mens te zijn dan een Bijbelgetrouw christen;
- feminisme is goed voor de wereld en voor de kerk;
- transgenderisme is normaal;
- eerbaarheid is een achterhaalde last die mannelijke dominantie dient en vrouwen inperkt.
De Amerikaanse samenleving
In het begin van het boek beschrijft Butterfield de Amerikaanse samenleving waarin zij leeft. Op zich komt die op mij (nogal) onrealistisch over en toch kan het zomaar ineens veranderen. De auteur benadrukt de schepping van man en vrouw en dat de scheppingsorde berust op vier zaken, die ik verder niet zal uitwerken (p. 28). De mens is geschapen naar Gods beeld en niet als Gods beeld. De auteur bekent dat ze als ongelovige jarenlang in de hierboven genoemde leugens geloofde. Ze wijst op de noodzaak van bekering. Ze is goed thuis in de puriteinse geschriften van Thomas Watson, Jeremiah Burroughs, John Milton, John Owen, de Westminster Shorter Catechism en de Heidelbergse Catechismus, die ze regelmatig citeert. Ze benadrukt hoe on-Bijbels het is als we als kerken meegaan met de lhbtq+-beweging. “Waarom vindt men het tegenwoordig verstandig als christenen “uit de kast komen”, om de hele wereld over hun zonde te vertellen in plaats van berouw te tonen en hun verkeerde gerichtheid te bespreken met een predikant of ouderlingen en een paar goede vrienden?”, zo schrijft ze (p. 50-51).
De ontmaskering
We volgen de ontmaskering van deze leugens op de voet. We beginnen met de eerste leugen. Bij deze ontmaskering geeft de auteur weer wat ze zelf ervaarde toen ze in aanraking kwam met het Bijbelse christendom, door deel te nemen aan een christelijke gemeenschap. Het christelijke denken botste van alle kanten tegen haar zondige, lesbische gerichtheid. De strijd nam een aanvang toen ze haar lesbische verlangens als zonde zag, als iets waarover ze berouw moest tonen. Ze leerde berouw te hebben over de zonde door die te haten, te doden en zich ervan af te keren (p. 71). De auteur beschrijft dat het on-Bijbels is om homoseksualiteit te zien als geaardheid (p. 83). Deze “geaardheid is een door mensen uitgedachte theorie van de antropologie, een wetenschap die nadenkt over wat het betekent om mensen te zijn, maar het product is van atheïstische wereldbeelden die in de negentiende eeuw in Europa waren opgekomen” (p. 86). Het begrip seksuele gerichtheid komt in de Bijbel niet voor. “Integendeel, de Bijbel ziet seksualiteit als deel van de scheppingsorde als een verbond tussen een man en een vrouw” (p. 88). De auteur toont aan de hand van een aantal Bijbelteksten aan dat homoseksualiteit zonde is (p. 89). De auteur keert zich tegen de ‘christelijke’ homobeweging die homoseksualiteit een plaats wil geven in de kerkelijke gemeenschap (p. 95-100).
Voor Butterfield ligt de nadruk op bekering van zondige gevoelens en dat houdt in:
- de zonde erkennen;
- verdriet hebben over de zonde;
- de zonde belijden;
- je schamen voor de zonde;
- de zonde haten;
- je afkeren van de zonde (p. 100).
De ontmaskering van de eerste leugen
De auteur keert zich tegen het gevoel dat homoseksualiteit “natuurlijk aanvoelt” (p. 116): “Wij tonen ons geloof door te geloven dat de Bijbel betrouwbaarder is dan onze gevoelens. Zo ziet echt geloof in Jezus Christus eruit” (p. 117). Op een heldere manier geeft ze het onderscheid weer tussen empathie en sympathie (p. 122-125): “Sympathie stelt iemand in staat om op de oever te staan, op de vaste grond van objectieve waarheid, waarvandaan echte hulp geboden kan worden. De bedoeling van empathie is goed – contact maken met iemand die pijn heeft. Maar wanneer iemand lijdt en geholpen moet worden, maakt empathie die persoon juist eenzaam. Deze voortdurende staat van vereenzaming is gestoeld op het valse idee dat er geen echte hulp beschikbaar is en dat we er ten diepste alleen voor staan – de mens die meent over alles zelf te mogen besluiten, probeert betekenis toe te kennen aan zijn eigen pijn” (p. 124-125).
De ontmaskering van de tweede leugen
We vervolgen met de ontmaskering van de tweede leugen. De auteur beschrijft in een uitgebreid verhaal de verhouding tussen een man en een vrouw, waarvan de laatste al een keer gescheiden was. De man heeft niets met het christelijke geloof, de vrouw wel. Toch kiest de vrouw voor de man, ondanks dat ze daarmee haar betrokkenheid op de kerk loslaat. Over deze leugen, namelijk dat je beter een spiritueel mens kan zijn dan een Bijbelgetrouw christen, legt de auteur de nadruk op een Bijbelgetrouwe benadering van het lezen van Gods Woord. Het is van groot belang om ons te laten doordringen wat de Bijbel betekent en wat de Bijbel ons leert en dat na te volgen. Met andere woorden (H.F. Kohlbrugge): “Das Wort sie sollen lassen stahn.“ [Het Woord moet u laten staan.]
De ontmaskering van de derde leugen
In de ontmaskering van de derde leugen, namelijk dat feminisme goed is voor deze wereld en voor de kerk, zegt de auteur in het begin: “Wanneer je een kind dat op de verkeerde weg is, tevreden probeert te stellen, zal het alleen maar meer en steeds onmogelijker dingen van je vragen, waarbij je moet doen alsof de waarheid die je kent niet bestaat. De Bijbel noemt dit mensen behagen. Je weet dat je niet bang moet zijn voor de afwijzing van je kind, maar toch ben je dat wel” (p. 172). Dit is een dilemma voor veel ouders. Belangrijk daarbij is dat de ernst van de zonde onderschat wordt. “We moeten korte metten maken met de zonde wanneer die de kop opsteekt; het maakt niet uit hoe normaal onze samenleving die zonde gemaakt heeft” (p. 174). Godskennis en zelfkennis zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
De ontmaskering van de vierde leugen
De ontmaskering van de vierde leugen, namelijk dat transgenderisme normaal is, heeft alles te maken met de zonde van jaloezie. De auteur schrijft: “Mensen die obsessief bezig zijn met het verkrijgen van een sekse of gender die hun niet toebehoort, en mensen die bereid zijn zichzelf te verminken en anderen onder druk zetten om dat te faciliteren, worden beheerst door de zonde van afgunst” (p. 226). Ik vind dat een terechte opmerking. Het niet tevreden zijn met jezelf, je geslacht, leidt tot gedachten van transgenderisme. Als dit leidt tot het verminken van je eigen lichaam, is dat vreselijk. Men kan niet vernietigen wat God in ons lichaam geschapen heeft (p. 233). De auteur citeert in dit gedeelte veel uit The Rare Jewel of Christian Contentment van de puritein Jeremiah Burroughs. Dit prachtige boek is in het Nederlands vertaald onder de titel Een kostbaar kleinood. Het gaat over tevredenheid. “Burroughs helpt christenen die het menens is om te groeien in het mysterie van tevredenheid en laat zien welke geestelijke wapens je kunt gebruiken in de strijd tegen de zonde van afgunst” (p. 279). Aan het eind van dit hoofdstuk zegt de auteur: “Christen, als je worstelt met transgenderisme, zoek dan een goede kerk, luister naar je predikant, maak gebruik van counseling en de nodige christelijke medische zorg die je helpt om te leven in de volheid van het lichaam dat God je gegeven heeft en te groeien in tevredenheid en toenemende heiliging” (p. 283). Dit komt weliswaar wat Amerikaans over, maar ik denk dat goede, Bijbelse pastorale begeleiding in de kerkelijke gemeente er veel toe doet.
De ontmaskering van de vijfde leugen
Als laatste bespreek ik haar ontmaskering van de vijfde leugen, namelijk dat eerbaarheid een achterhaalde last is, die mannelijke dominantie dient en vrouwen inperkt. De auteur wijst erop dat eerbaarheid een christelijke deugd is (p. 293). “De mode-industrie probeert van meisjes verleidsters van jonge mannen te maken” (p. 294). In het kader hiervan citeert de auteur veel uit de werken van John Owen. Een aanrader hierbij is het boek Op leven en dood van John Owen, dat bij De Banier als puriteinse klassieker is uitgeven en bewerkt is door prof. A. Baars. “De puriteinen beschouwden de zonde van een gelovige als een struikelblok of een valstrik. Een valstrik probeert anderen om dezelfde zonde te laten begaan door die te normaliseren. (…) Wil een godvruchtige vrouw zich eerbaar gedragen, dan moet ze begrijpen dat eerbaarheid geen passieve, maar een actieve genadegave is” (p. 305). Waarvan akte!
Het nawoord
Het nawoord begint met “Het verschil tussen aanvaarding en goedkeuring, of: hoe blijf je in contact met vrienden of familie die geloven in deze vijf leugens, zonder er zelf ook voor te vallen” (p. 315). Dit is een dilemma waar veel ouders in onze tijd mee worstelen. De auteur benadrukt de plicht van predikanten en Bijbelgetrouwe gemeenten, om hun kudde plichtsgetrouw voor te bereiden op deze strijd. De auteur geeft handreikingen aan de lezer hoe om te gaan met mensen die voor deze leugens gevallen zijn (p. 319-320). Aanvaarding verschilt van goedkeuring: aanvaarding of acceptatie is nog geen goedkeuring (p. 323). Hierbij geeft de auteur een aantal kaders (p. 323-327).
In de bijlage geeft de auteur een aantal richtlijnen voor het lezen van de Bijbel, wat ze doet aan de hand van de Westminster Confession of Faith (p. 344-346).
Het boek van Butterfield is een goede handreiking voor eenieder die te maken heeft met de vijf genoemde leugens. Het is een boek voor zowel ouders als kinderen, die met deze problematiek worstelen. Hoewel het soms lijkt dat hetgeen wat beschreven wordt, ver van ons afstaat, is het goed om hiervan kennis te nemen. De nadruk ligt bij de auteur meer op de heiligmaking dan op de rechtvaardigmaking, hoewel ze aangeeft dat rechtvaardigmaking aan de heiligmaking vooraf gaat (p. 94). Soms heb ik wel mijn bedenkingen bij haar argumentatie van het werken van een vrouw buitenshuis, aan de hand van de context van Genesis 1:26 en 3:16 (p. 65).
Het boek is een keurig verzorgde paperbackuitgave met een duidelijke letter en is erg prettig leesbaar. De stijl waarin het boek geschreven is, is typisch Amerikaans. Dat geldt soms ook voor de beleving van de waarheid. Niettemin kan ik het aan iedereen aanbevelen, die daar doorheen kan prikken.
© Gereformeerd Venster. Dit artikel is met toestemming overgenomen uit de digitale nieuwsbrief Gereformeerd Venster. Abonneren kan via info@gereformeerdvenster.nl of www.gereformeerdvenster.nl. Een abonnement op deze nieuwsbrief is gratis!