Top-10 van meest gelezen artikelen op ‘Oorsprong’ in 2024
Het jaar 2024 is alweer bijna ten einde. Nog enkele uren en dan hopen we, als de Heere dat geeft, samen een nieuw jaar te beginnen. Het is een veelbewogen jaar geweest, met hoogte- en dieptepunten. In het jaar 2024 verschenen maar liefst 2.212 artikelen op deze website. Dat is gemiddeld genomen ruim zes artikelen per dag. Welke artikelen zijn het meest gelezen dit jaar? Als het oudere artikelen betreffen dan staat het jaartal van plaatsing er achter. Als het gaat om die oudere artikelen gaat, dan geldt het aantal weergaven van dit jaar. De top-10 van vorig jaar is hier te vinden.
- Kort verslag van de rouwdienst en de begrafenis van ds. A (Aart) Moerkerken (1947-2024). Met 4.590 weergaven.
- Rouwdienst en begrafenis Jerphaas Karel (Jarco) van Meerten (2015-2022). Met 4.288 weergaven. (2022)
- ‘Een welsprekend man (…) machtig zijnde in de Schriften’ – In Memoriam: ds. A. (Aart) Moerkerken (1947-2024). Met 3.826 weergaven.
- Tijden rouwdienst en begrafenis ds. A. Moerkerken (1947-2024) bekend – Ook digitaal te volgen. Met 2.717 weergaven.
- ‘Het Evangelie zonder kleine lettertjes’, ‘Dordt zoals je Dordt niet kende’ en ‘Hyperdordt’ – Een overzicht. Met 2.655 weergaven.
- Begraaf de openbare strijdbijl! – Eeuwenoude kloof tussen orthodox-gereformeerden en bevindelijk-gereformeerden is niet te overbruggen. Met 1.079 weergaven.
- Nederlandse replica van de Ark van Noach staat te koop via ‘Troostwijk Veilingen’. Met 882 weergaven.
- Grafsteen van Jerphaas Karel (Jarco) van Meerten (2015-2022). Met 869 weergaven.
- Meerderheid studiedeputaatschap NGK zet wissel om met pleidooi voor acceptatie gelijkgeslachtelijke seksualiteit – Rapport geeft dr. Wolter Rose ruimte voor een tegenstem. Met 795 weergaven.
- Predikant en theoloog drs. C.J. Meeuse promoveert op 28 juni 2024 D.V. aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Met 674 weergaven.
Schriftgezag en Schriftkritiek (4) Hete hangijzers
Christelijk Nederland zindert van vragen rond de uitleg van de Bijbel, met name als het gaat over een paar hete hangijzers: huwelijk en (homo)seksualiteit, schepping en evolutie, onderscheid mannen en vrouwen. Denk bij het laatste aan de vrouw in het ambt, maar ook aan de kleding. De broek voor vrouwen wordt steeds meer gemeengoed. En vergis ik me als ik ook een toenemende weerzin tegen de hoed voor vrouwen in onze kring waarneem?
Het relationeel waarheidsbegrip leidt ertoe dat men niemand wil veroordelen, er is er immers Één Die oordelen zal? Wie ben ik, zo klinkt dan, om tegen iemand anders te zeggen dat hij het verkeerd doet? Als iemand gelukkig is in een homoseksuele relatie, in liefde en trouw, wie ben ik dan om zijn geluk te onthouden? En als iemand zich vrouw voelt in een mannenlichaam, waarom zou ik dit niet erkennen en hierin meegaan?
Als iemand een standpunt als on-Bijbels beoordeelt, zegt men tegen zo iemand: niemand heeft de waarheid in pacht. Iedereen mag zijn mening hebben. En zo wordt alles vloeibaar. Het uitoefenen van de tucht is eigenlijk niet meer mogelijk. Het wordt als een vorm van machtsdenken ervaren. Wat is het belangrijk om over dit soort zaken met onze jeugd te spreken en Bijbelse argumenten aan te reiken. En die zijn er ruim voldoende!
Relatie, richting en ruimte
In gezin, catechese en kerkelijk jeugdwerk zijn drie woorden van belang in het gesprek over deze onderwerpen: relatie, richting en ruimte. In de eerste plaats relatie. Er moet connectie zijn, dat is een voorwaarde voor een goed gesprek. Jongeren hebben behoefte aan nabijheid. Harde woorden in de zin van ‘en zo zit dat en niet anders’ ketsen af en hebben een tegengestelde uitwerking.
Begin het gesprek ook altijd met luisteren. Goed beluisteren wat jongeren denken en zeggen. Sluit daarbij aan met het stellen van een paar goede vragen. Dat trekt de aandacht. Vervolgens kan er vanuit Gods Woord richting worden gegeven. De warme gloed van liefde en een open gesprekshouding kan jongeren de goede richting wijzen.
Jongeren begeleiden is geen emmer vullen, maar een vuur ontsteken! Een open en eerlijk gesprek zal jongeren raken. En ten slotte hebben jongeren ruimte nodig om hun eigen mening te kunnen geven en scherpe vragen te stellen. Val hen dan niet direct in de rede en reageer niet direct afwijzend. Pas op voor het waarschuwende vingertje en een veroordelende toon. Beter is het een hand toe te steken om in gesprek te gaan en te spreken met liefdevolle en welgemeende woorden.
Ruimte geven is iets anders dan goedkeuring geven. En natuurlijk is die ruimte niet onbegrensd. Verwijs naar de Bijbel en naar andere geschriften. Er zijn voldoende boeken voorradig over welk onderwerp dan ook, maar dat vraagt wel voorbereiding, zelfstudie en gebed. Op een gegeven moment moeten we onze kinderen loslaten. Dan mogen we ze vasthouden in het gebed. Dat is niet eenvoudig!
Toen Melanchton zich in een bepaalde situatie veel zorgen maakte, zie Luther tegen hem: ‘Er is er Eén Die alle dingen bestuurt. Hij leidt. Weet je wanneer ik me zorgen zou maken? Als het in jouw handen zou liggen!’ Het wapenen en begeleiden van onze jongeren vraagt een nauw gebedsleven.
Augustinus
Als het gaat om jongeren die dreigen af te haken wordt nogal eens moeder Monica genoemd. We weten dat Augustinus zich bij allerlei religieuze en filosofische groepen aansloot, tot verdriet van zijn moeder. Toch liet ze haar zoon niet vallen. Ze reisde hem zelfs achterna. Zeker in die tijd is de betekenis daarvan nauwelijks te onderschatten. Er straalt liefde van af.
Nu kan van ouders en ambtsdragers niet gevraagd worden onze jeugd letterlijk achterna te reizen, maar belangstelling, betrokkenheid en liefde zal worden gewaardeerd. Daar gaat iets van uit. Een harde houding stoot af. Moeder Monica wilde er alles aan doen om haar zoon te overtuigen. Ambrosius vertelde haar dat haar zoon zich niet zou laten overtuigen. Dat was de ervaring in zijn leven.
Jongeren die de wereld verkennen weten de argumenten van hun ouders en ambtsdragers vaak maar al te goed. Ze zijn echter vol van andere zaken en laten zich niet overtuigen. Maar we moeten het gesprek blijven voeren en tegenover het aanlokkelijke van dit tijdelijk leven de ernst van de eeuwigheid en de rijkdom van het leven met de Heere blijven plaatsen. Zulke jongeren moeten van binnenuit de leegheid van hun bestaan zonder God leren kennen. De goddeloze heeft vele smarten; maar die op den HEERE vertrouwt, dien zal de goedertierenheid omringen (Ps. 32:10). Het leven van Augustinus laat het belang van een biddende vader of moeder, een biddende ambtsdrager of leerkracht zien. Op het gebed kan de Heere wonderen doen!
Tolle lege
Vanuit de geschiedenis van Augustinus kunnen we ook leren hoe belangrijk het is om met onze jongeren vanuit de Bijbel te spreken. Het is het Woord dat harten verandert en verbreekt, door het werk van de Heilige Geest. Toen Augustinus de woorden ‘Tolle lege’ hoorde -Neem en lees!- maakte de Heere ruimte voor het Woord en werd de Heere hem te sterk. Wat een bemoediging!
Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit De Wachter Sions. De volledige bronvermelding luidt: Leeuwen, G.R. van, 2024, Schriftgezag en Schriftkritiek (4) Hete hangijzers, De Wachter Sions 72 (13): 6-7.
‘Origin of Life: Fatal Flaws of Chemical Evolution’ – Dr. Jonathan Sarfati sprak voor de livestream van Logos Research Associates
Dr. Jonathan Sarfati is een oude bekende binnen het debat over schepping en evolutie. Hij schreef, samen met anderen, het goedverkochte boek ‘Hoe bestaat het?!’. Vorige maand was hij te gast in de livestream van Logos Research Associates om daar te spreken over de de oorsprong van het leven. De titel van zijn lezing luidde: ‘Origin of Life: Fatal Flaws of Chemical Evolution’.
‘Gevecht met de tijd: In vier eeuwen werd de aarde ruim 4 miljard jaar ouder…’ – Bespreking van het gelijknamige boek van dr. Gerardus Aalders
Tot in de 18-de eeuw wisten de meeste mensen het zeker: aarde, maan, sterren en de mens zijn zo rond 4000 voor Christus geschapen door God. Het uitgangspunt lag in Genesis. Dat is nu totaal anders. Hoe is dat, door de eeuwen heen, zo veranderd? In het boek Gevecht met de tijd schetst historicus Gerard Aalders hoe het gekomen is dat de mens anders is gaan denken over de leeftijd van de aarde. In vier eeuwen werd de planeet ruim 4 miljard jaar ouder…
Nauwkeurig berekend
Tot in de 17-de eeuw twijfelde men er in de christelijke wereld niet aan: de aarde was jong. Onder ‘jong’ verstond men dat de aarde ruwweg tussen de 6.000 en 7.500 jaar oud moest zijn. Prominenten als Augustinus, Basilius de Grote, Johannes Kepler en Isaac Newton geloofden allemaal dat de aarde jong was. Bisschop James Ussher stelde, na een nauwkeurige berekening, dat de aarde geschapen werd op de avond vóór zondag 23 oktober in 4004 voor Christus. Aalders beschrijft in zijn tweede hoofdstuk hoe Ussher tot zijn chronologie van de Bijbel kwam. Deze chronologie werd de standaard.
Criticasters
Vrijdenkers hadden er een zware dobber aan als ze Usshers ouderdom van de aarde ter discussie wilden stellen. Een daarvan was Isaac La Peyrére. Hij zette de scheppingsgeschiedenis op losse schroeven door te beweren dat er voor Adam en Eva mensen hadden geleefd: de pre-Adamieten. Een andere vrijdenker was Martino Martini. Hij reisde in de 17-de eeuw door China. Het viel hem op dat de Chinese geschiedenis vele honderden jaren verder terugging dan Usshers datum van de zondvloed. Van de naam Noach hadden de Chinezen nog nooit gehoord, en dat terwijl ze bekendstonden als precieze historici. Martini deed onderzoek en besloot zijn studie in boekvorm te publiceren in China. Een eeuw later zorgde het nog voor veel ophef. In de loop van de 18-de eeuw werd de aarde steeds ouder geschat. Volgens James Hutton, een van de grondleggers van de moderne geologie, moest de aarde minstens een paar miljoen jaar oud zijn. Lord Kelvin, tegenstander van Darwin, schatte de aarde op 20 miljoen jaar. Toen kwam Ernest Rutherford met een leeftijd van 500 miljoen jaar. Uiteindelijk gaven de berekeningen van geologen 4,55 miljard jaar aan.
Lichte spot
Aalders beschrijft de geschiedenis op een duidelijke wijze. Hij toont dat hij zich breed in het onderwerp heeft verdiept. Maar het laatste hoofdstuk staat in schril contrast met de rest. Waar hij in de voorgaande hoofdstukken breedvoerig literatuuronderzoek deed, verzaakt Aalders dat in het laatste hoofdstuk. Hij laat zien dat hij niet veel opheeft met mensen die nog steeds geloven dat de aarde jong is. Het blijkt dat hij maar weinig weet van het huidige jonge-aarde-scheppingsmodel. Aalders bespreekt alleen het boek The Genesis Flood als ‘wetenschappelijk alternatief’. Dit boek verscheen meer dan 50 jaar geleden! Wat daarna door creationisten is aangedragen over de leeftijd van de aarde wordt niet besproken. Met lichte spot schrijft Aalders over creationisten. Hij ziet hen als mensen die stilstaan in de tijd en hun ogen sluiten voor de wetenschap. Het laatste hoofdstuk had dan ook beter weggelaten kunnen worden. Het doet afbreuk aan een verder mooi en duidelijk geschreven boek.
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Weet Magazine. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2015, Gevecht met de tijd. In vier eeuwen werd de aarde ruim 4 miljard jaar ouder…, Weet 31: 15.
Alteno reageert op artikel dr. Polderman over de voorlopigheid van wetenschap
Op deze website is al vaker geschreven over de informatieve website Altenoweb. Alteno is een pseudoniem van een biologisch geleerde die sympathiek staat tegenover Intelligent Design. Afgelopen maandag schreef Alteno over het artikel van dr. C.P. (Kees) Polderman, dat op dezelfde dag ook gepubliceerd was op de website ‘Oorsprong’ van Fundamentum.1 In dit onderhavige artikel wordt de reactie van Alteno kort samengevat. Zo proberen we het gesprek over de voorlopigheid van (natuur)wetenschap op gang te houden.2
Lewis
Alteno heeft op zijn website al vaker verwezen naar het bovengenoemde artikel van Polderman.3 Het artikel van Alteno, wat hier nu wordt samengevat, begint met het citaat van dr. Polderman over Lewis. Evolutie toeschrijven aan toeval en natuurlijke selectie zou, zou volgens Lewis, hetzelfde zijn als te beweren dat een explosie in de drukkerij de ‘Oxford English Dictionary’ zou voortbrengen. Alteno weet niet waar Polderman dit vandaan heeft, maar hij vindt deze gedachte wel terug bij de mormonen. “Het is niet ondenkbaar dat de mormonen het bij Lewis vandaan hebben, want mormonen houden van Lewis”.
Schepper-en-Zoon
De auteur verwijst daarna naar een bericht van ene André. André heeft gereageerd op de kritiek van dr. René Fransen op het artikel van Polderman. Alteno meent dat het hier gaat om André van Gelder, voormalig creationist van de website Schepper-en-Zoon.4 Deze gedachte is niet juist. Beiden heb ik ooit in ‘levende lijve’ ontmoet. André van Gelder heeft (helaas) een ‘deconversion’ doormaakt en is nu agnost die neigt naar het ontkennen van het bestaan van een persoonlijke Schepper en Intelligent Ontwerp. De andere André, die net als Alteno liever anoniem blijft, belijdt, ziende op zijn reacties, een vorm van oudeaardecreationisme. De André die reageert op de website Sterrenstof meent dat er een tegenspraak is tussen houdbaarheid en de hoeveelheid aanwijzingen. Alteno ziet deze tegenspraak niet: ”Ook voor bewijs geldt dat die houdbaar moet zijn. Houdbaarheid zou ik ook kunnen benoemen als consistentie”. Waarde-echtheid suggereert volgens Alteno ‘dat theorie en feiten goed moeten corresponderen’.
Fransen
Aan het einde van het artikel reageert Alteno op het artikel van dr. René Fransen dat laatstgenoemde schreef op zijn website ‘Sterrenstof’.5 Fransen meent dat de kern van de evolutietheorie, namelijk universele gemeenschappelijke afstamming overeind blijft en na de kritiek van Polderman ook overeind is gebleven. Alteno: “De gemeenschappelijkheid blijft overeind, maar Darwins theorie wordt een laag van modificatie in een typologisch verhaal; modificatie weerlegt typologie niet, maar weerlegt slechts een starre interpretatie van typologie”. Hij noemt deze starheid van Fransen c.s. ‘een stuk moeilijker te weerleggen’. Starheid kan, zo geeft Alteno aan, zelfs niet weerlegd worden, omdat het een kwestie van worldview is. Om de lieve vrede wil, noemt Alteno in het vervolg ‘starheid’ ‘standvastigheid’.
Voetnoten
Hoe moeten wij met de bronnentheorie omgaan?
Vraag
Geachte prof. M. J. Paul. Ik verdiep mij graag in de achtergronden van de oudtestamentische geschriften. Daarom heb ik onlangs de boeken “Who Wrote the Bible” en “The Bible with Sources Revealed” van prof. R. E. Friedman gekocht en gelezen. In deze boeken zet hij de “documentary hypothesis”, ook wel de JEDP-theorie, uiteen. Ik neem aan dat u als oudtestamenticus bekend bent met deze theorie. Persoonlijk vind ik het een goed geschreven boek waarin hij de theorie met sterke argumenten onderbouwt. Tevens zie ik tegenstrijdigheden met de manier waarop wij als (reformatorische) christenen ons geloof in God en Zijn Woord, de Bijbel, belijden. Wat zijn uw gedachten over deze theorie? Vindt u haar aannemelijk of moeten we haar verwerpen? Wat zijn uw argumenten daarvoor? En hoe zouden wij moeten omgaan met deze theorie?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Richard Elliot Friedman (geboren in 1946) publiceerde het eerste boek in 1987 en het tweede in 2003. Hij is een aanhanger van de Bronnentheorie, die toegepast wordt op de boeken Genesis-Deuteronomium. Deze theorie is opgekomen in de negentiende eeuw en heeft een klassieke vorm gekregen in het werk van Julius Wellhausen. De afkortingen JEDP staan voor: Jahwist en Elohist (geschreven in de vroege koningentijd, negende of achtste eeuw v. Chr.), Deuteronomist (het grootste deel van Deuteronomium, geschreven in de tijd van koning Josia, rond 622 v.Chr.) en de Priestercodex (o.a. Leviticus, geschreven in de tijd van de Babylonische ballingschap). Friedman accepteert de datering van de eerste drie bronnen, maar wil de Priestercodex vroeger dateren, in de tijd van koning Hizkia (rond 700 v. Chr.). Zijn volgorde is daarom: JEPD. Evenals Wellhausen meent hij dat de uiteindelijke redactie van de eerste vijf Bijbelboeken in de tijd van Ezra was, rond 450 v. Chr.
De aanhang van de Bronnentheorie onder Bijbelwetenschappers is vanwege allerlei kritiek de laatste tientallen jaren sterk afgenomen, maar blijkbaar verdedigt Friedman haar nog. Ik heb in 1986 met collega H.J. Koorevaar de belangrijkste vijf argumenten voor de bronnentheorie besproken en de gesignaleerde verschijnselen van een andere oplossing voorzien. Dit is gebeurd in A. G. Knevel, J. Broekhuis en M. J. Paul (red.), “Verkenningen in Genesis” (Kampen, 1986). Twee jaar later heb ik in mijn proefschrift de datering van Deuteronomium in de tijd van koning Josia bestreden. Zie “Het Archimedisch punt van de Pentateuchkritiek” (Zoetermeer, 1988). In “Bijbelcommentaar Genesis-Exodus”, Studiebijbel Oude Testament deel 1 (Veenendaal, 2004; bijgewerkte digitale editie 2015, www.studiebijbel.nl) heb ik opnieuw de argumenten voor de bronnentheorie gewogen en te licht bevonden.
De genoemde theorie gaat uit van de grote invloed van latere schrijvers die allerlei oude verhalen hebben bewerkt, waardoor de verhalen in Genesis – Deuteronomium meer over de bewerkers zeggen dan over wat er vroeger gebeurd is. Het is dan zelfs onzeker of Mozes ooit bestaan heeft. De veronderstelling is dat deze auteurs de vrijheid hadden de godsdienstige teksten en overleveringen te bewerken, wat naar mijn overtuiging niet mogelijk was. Ook zijn allerlei teksten, zoals Deuteronomium, ‘vroom bedrog’, wat geheel in strijd is met het zelfgetuigenis van de Bijbel.
Het is opmerkelijk dat de theorie in de negentiende eeuw is opgekomen, toen er nog maar weinig archeologisch materiaal beschikbaar was. Nu er meer talen en teksten uit de oudheid bekend zijn (Ebla, Emar, Ugarit) blijkt dat veel argumenten voor de Bronnentheorie eerder opvattingen zijn van Westerse geleerden dan Oosterse praktijken. Een veel beter boek dan de genoemde twee publicaties van Friedman is Kenneth A. Kitchen, “On the Reliability of the Old Testament” (Grand Rapids, 2003). Met grote kennis van zaken laat hij zien dat de Bronnentheorie onhoudbaar is. Hij doet dit grotendeels vanuit de archeologie.
In zijn algemeenheid: de Bronnentheorie is op veel punten in strijd met de geloofstraditie van de christelijke kerk.
Dr. Paul heeft in zijn boek ‘Oorspronkelijk’ (2017, Labarum) meer geschreven over het klassieke scheppingsgeloof en de historiciteit van Genesis.
Deze gastbijdrage is met toestemming overgenomen van de website van Refoweb. Het originele artikel is hier te vinden.
Lange tenen, geen wintervoeten
Een witte reiger liet zich vanuit de auto op de Rijndijk bij Opheusden makkelijk fotograferen. Trok zich van de stoppende auto niets aan. Duidelijk een Grote Zilverreiger: groot, duidelijke s-vorm in nek, lange gele snavel en zwarte poten.
De Grote Zilverreiger is de talrijkste soort van de Nederlandse witte reigers. Zo sliepen er op de slaapplaats in de Marspolder 17 Grote en 2 Kleine Zilverreigers (10 dec.).
De Grote Zilverreiger is in deze eeuw enorm toegenomen. Het aantal overwinteraars ligt nu al gauw boven de 10.000! En het aantal broedparen? Was de soort rond 1990 als broedvogel nog zeldzaam, in 2023 lag het aantal broedparen al boven de 500!
Ik heb het voorrecht dat ik in Zuid-Holland in een moerasbos een kolonie mag tellen. Naast een grondtelling moet hierbij een drone worden gebruikt daar hier Grote Zilverreigers en Blauwe Reigers door elkaar op ongeveer 10 meter hoogte in Zwarte Elzen nestelen. In 2023 39, in 2024 46 nesten.
De foto toont een voedselzoekende vogel. Let op de poot met de lange tenen: voorkomt wegzakken. Met zulke tenen kan ik ook wel in de prut lopen! Maar krijgt zo’n vogel geen koude tenen in dat koude water. Nee. Het bloed dat in de poot naar beneden stroomt is over de hele pootlengte net iets warmer dan het bloed dat terugstroomt naar het lichaam: over de hele lengte wordt warmte uitgewisseld zodat het omhoog stromende bloed uiteindelijk weinig kouder is dan de lichaamstemperatuur. Dankzij de geniale tegenstroomuitwisseling!
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2024, Lange tenen, geen wintervoeten, Het GemeenteNieuws 23 (51): 7.
Kribbe: voerbak of broodbak?
“En zij baarde haar eerstgeboren Zoon en wond Hem in doeken en legde Hem neder in de kribbe, omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg” (Lukas 2:7, SV).
Het is altijd interessant om te kijken wat een woord betekent, zo lezen we in dit overbekende vers dat Maria haar kind Jezus in een phatnē legt. Alle vertalingen vertalen het met “kribbe, voederbak, voerbak”. Rond Kerst werd ik voor de zoveelste keer erop gewezen dat dit verkeerd vertaald is omdat Joden nooit een kind in een voerbak in een stal zouden leggen en dat het in werkelijkheid een broodbak was, waarin brood werd opgeborgen. Het bleek dat ze deze informatie van de schrijvers van het boek Wake Up! hadden, die dit ook in hun nieuwsbrief hadden vermeld: “Het gebruikte Griekse woord [Phatne, Strong’s 5336] voor kribbe of houten bak staat in het Hebreeuws ook voor broodbak en dat werpt een bijzonder licht op deze situatie“.6
Gelukkig hadden ze een verwijzing, maar daar werd helaas geen melding gemaakt dat het een broodbak was (zie hier voor de online versie van Strong7), want daar wordt de betekenis “a manger, feeding-trough, stall” gegeven. Nu is het lexicon van Strong geen woordenboek maar een soort concordantie met daarbij altijd een korte definitie van het woord. Omdat ik nieuwsgierig was of het Griekse woord phatnē ook voor broodbak wordt gebruikt heb ik een kleine zoekactie gedaan in de diverse Griekse geschriften van Homerus, Herodotus, Euripides, Xenophon, Strabo en Lucian (zie hier voor een gedetailleerder overzicht van mij8) en overal bleek dat het werd gebruikt voor of een voederbak, of meer algemeen voor een stal.
De goede lezer zal opgemerkt hebben dat de schrijvers zeiden “in het Hebreeuws ook voor broodbak“, vandaar dat ik de Griekse vertaling van het Oude Testament, de Septuaginta, erbij heb gepakt en daar op het woord phatnē heb gezocht. Het komt voor in de volgende teksten “φάτναι” Spreuk. 14:4 kribbe (אֵבוּס); “φάτναις” Joel 1:17 schuur (ממגרה), Hab. 3:17 stal (רפת); “φάτνας” 2 Kron. 32:28 stal (ארוה); “φάτνην” Jes. 1:3 voederbak (אֵבוּס); “φάτνης” Job 6:5, 39:9 (39:12) voederbak (אֵבוּס). Ook nu blijkt dat in alle gevallen het Hebreeuwse equivalent of voederbak of stal betekent en nergens “broodbak”.
Maar hoe zijn de schrijvers dan op het idee gekomen dat het een “broodbak” moet zijn? Als je kijkt naar het lexicon van Strong dan zie je dat deze als definitie “feeding-trough” geeft en als je dat letterlijk vertaald krijg je “voedsel trog”, een trog is een verouderd woord dat in eerste instantie “voederbak” betekent, maar ook een “bak voor het bewaren van meel” (WNT), de schrijvers hebben het dus niet uit het Hebreeuws, maar uit het Engels en bovendien het woord verkeerd vertaald naar het Nederlands en vervolgens gezegd dat het die betekenis zou hebben in het Hebreeuws.
Nu we dus hebben gezien dat het geen “broodbak” is maar een “voederbak” is het interessant dat dit Griekse woord ook de betekenis heeft van “stal”. Het komt vaker voor dat een woord een dubbele betekenis heeft en voor de vertaling van ons vers is het dus van belang uit welke van de twee betekenissen gekozen moet worden. Het lijkt logisch dat Maria Jezus ergens inlegt, maar omdat ze niet in een huis waren (want er was geen plaats in de herberg) is het ook logisch dat Jozef en Maria geprobeerd hebben een plek te vinden waar ze konden overnachten en waar Maria redelijk veilig kon bevallen. het is dus heel goed mogelijk dat dit dus een stal was.
De auteur heeft hier ook geschreven over het Griekse woord phatnē.
Deze gastbijdrage is met toestemming overgenomen van de website van Bijbelaantekeningen. Het originele artikel is hier te vinden.
Schriftgezag en Schriftkritiek (3) Moderne hermeneutiek
Schriftkritiek is geen populaire term. Men spreekt liever van historisch-kritisch Bijbelonderzoek. Dit onderzoek richt zich op veronderstelde overschrijf- en vertaalfouten, (schijnbare) tegenstrijdigheden, eenzijdigheden en onjuistheden in de Bijbel. De kritische Bijbelonderzoekers hebben vaak meer vertrouwen in de wetenschap en in zichzelf dan in de Bijbeltekst. Schriftkritiek gaat nogal eens uit van een optimistische mensvisie en geeft in die gevallen blijk van een modern zelfverstaan. Echter, God is groot en wij begrijpen het niet (Job 36:26). ‘Als we erkennen dat de Schrift van God is uitgegaan, hoeven we ons er niet over te verwonderen dat er vele dingen in staan die onze pet te boven gaan’, schreef Calvijn al eeuwen geleden.
De hedendaagse Schriftkritiek wordt sterk beïnvloed door het postmodernisme van deze tijd. Dit houdt in dat men ervan uit gaat dat waarheid onlosmakelijk verbonden is met context en cultuur. Een absolute waarheid die alle culturen zou overstijgen is volgens het postmodernisme onmogelijk. De waarheid wordt dus benaderd vanuit de eigen culturele context en die is in Afrika of China geheel anders dan in ons land en zeker als je dat vergelijkt met het oude Israël. De Bijbel staat in de culturele context van het oude Israël. Dat vraagt om een vertaalslag naar onze cultuur in onze tijd. Deze moderne vorm van Schriftuitleg wordt moderne hermeneutiek genoemd.
Verkeerd gelezen?
We horen vandaag steeds vaker dat je de Bijbel op heel verschillende wijzen kunt lezen. Volgens sommigen hebben we hem altijd verkeerd gelezen. We hebben de Bijbel gezien als een zogenaamd historisch verslag van de schepping, de zondeval en Gods handelen met Zijn volk. We hebben er regels uit afgeleid zonder ons af te vragen of die regels nog wel gelden voor vandaag. We lazen bijvoorbeeld dat een vrouw moet zwijgen in de gemeente en we zagen over het hoofd dat Paulus dan spreekt in een bepaalde context. In de wereld van toen was het ongepast dat een vrouw op de voorgrond trad. Dan moest dat dus ook niet in de kerk gebeuren. Dat zou aanstootgevend geweest zijn. Dat zou zelfs de voortgang van het evangelie belemmerd hebben. Dus wat deed de apostel toen? Hij paste zich aan bij de cultuur van die oude wereld. Zou hij vandaag geleefd hebben, hij zou het omgekeerde hebben gezegd. In onze westerse samenleving is het immers aanstootgevend als een vrouw geen leidinggevende functies mag hebben. De kerk moet daarin meebewegen, anders wordt ze beschuldigd van discriminatie en belemmert ze de loop van het evangelie. Alle mensen zijn immers gelijk? En in Galaten 3 vers 28 kunnen we lezen dat er in Christus “noch man noch vrouw” is.
Cultuur
Hieruit blijkt wel dat in dit nieuwe Bijbellezen de cultuur een grote en zelfs beslissende plaats inneemt. Men ziet een enorme afstand tussen de oude godsdienstige, patriarchale cultuur van de Bijbel en de cultuur van onze huidige seculiere, democratische samenleving. Men wil een brug tussen die beide slaan. Gods Woord, zo zegt men, is tot ons gekomen in een bepaalde culturele verpakking, en nu is het aan ons om de kern eruit te halen en deze over te brengen naar de huidige tijd. Vandaag, zo beweert men, zijn er bovendien andere vragen: vragen betreffende gelijkheid en ongelijkheid, van eenzaamheid en verlangen, van klimaat en milieu, van inclusiviteit en emancipatie, en ga zo maar door.
Is het dan niet waar dat er een grote afstand is tussen de cultuur van de Bijbelse tijden en de huidige cultuur in onze westerse wereld? Dat is zeker waar, al moeten we niet overdrijven. In Azië, Afrika en Zuid-Amerika zijn kerken en christenen vaak minder onder de indruk van de cultuur van de westerse wereld. De mensen van het nieuwe Bijbellezen vergeten nogal eens dat het Westen niet het middelpunt van de wereld is. Merkwaardig genoeg voert men een strijd die bij de christenheid op het zuidelijk halfrond veel afkeer oproept. Het lijkt wel alsof de kerken van het noordelijk halfrond opnieuw de toon willen aangeven, maar nu op een liberale en zelfs libertijnse manier.
Andere Schriftopvatting
Vanuit deze nieuwe visie op de Schrift kan men ontspannen omgaan met zaken in de Bijbel die men ziet als tegenstrijdigheden en historische onjuistheden. De kritische vragen uit het verleden zijn ineens niet spannend meer. Zo hoeven we, aldus deze mensen, niet meteen om te vallen als de slang in het paradijs niet gesproken heeft, de muren van Jericho niet echt zijn ingestort na de zevenvoudige rondgang van het volk Israël, Jona niet echt in de vis gezeten heeft9 of de zon niet werkelijk tot staan is gekomen bij Gibeon.
Is de Bijbel dan historisch onbetrouwbaar? Dat zou men niet graag zeggen. Die verhalen zijn wel waar, maar wat betékent waarheid? Ze hoeven niet echt gebeurd te zijn om wáár te zijn! In onze westerse wereld en het moderne denken bedoelen we daarmee een feitelijk, objectief verslag, iets dat historisch correct en empirisch vast te stellen is. De Bijbelschrijvers hielden zich daar echter niet mee bezig. De Schrift heeft dus een ander waarheidsbegrip. Dat moeten we volgens hen ook bedenken bij het lezen van Genesis 1-3.
Zo’n waarheidsbegrip en de nadruk op het geloof als interactie tussen God en de mens wordt ook wel een relationeel waarheidsbegrip genoemd. De waarheid wordt dan afhankelijk gemaakt van de uitleg van de mens. Dan is alles waar, wat die mens voor waar aanneemt. Het is deze gedachte die rond 1980 door de Gereformeerde Kerken is omhelsd (denk aan het rapport “God met ons”) en die daar grote schade heeft aangericht.
Herbronnen
We horen in onze tijd steeds vaker de oproep tot herbronning van de bevindelijke traditie. We moeten terug naar de kerkvaders, zoals Augustinus. De geschriften van de kerkvaders worden dan gelezen door onze eigentijdse bril. Men is daar dan helemaal enthousiast over, maar het vreemde is dat er dan veel mee door kan. Het leven wordt er een stuk gemakkelijker op. Men leest de kerkvaders wel – meestal hapsnap, hier een weinig, daar een weinig – maar men leeft niet als die kerkvaders. Het is natuurlijk goed om ons te laven aan die oude bronnen, maar het vraagt wel een bepaalde scherpte en belezenheid.
Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit De Wachter Sions. De volledige bronvermelding luidt: Leeuwen, G.R. van, 2024, Schriftgezag en Schriftkritiek (3) Moderne hermeneutiek, De Wachter Sions 72 (11): 6-7.
Fundamentum wenst u Gezegende Kerstdagen en een Voorspoedig 2025 – Feit en betekenis horen bij elkaar! – Nieuwsbrief d.d. 24-12-2024
Memento mori, een bekende uitdrukking die vooral in vroeger tijden veelvuldig klonk. Gisteren werd er op de website ‘Oorsprong’ een column geplaatst over deze spreuk. We staan aan het einde van een voorbij gevlogen jaar of beter gezegd: wij vliegen daarheen (naar Psalm 90). De belangrijkste vraag in het leven is de persoonlijke vraag of wij, door Christus Jezus, ons verzoend mogen weten met God. Dat kan alleen als er bloed is op de posten van ons hart. ‘(…) het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonden‘ (1 Johannes 1:7). In vroeger tijden wist men er van dat de dood door Adam’s overtreding (en wij in hem) in de wereld is gekomen, maar ook dat het leven in Christus te vinden is. Daarom is het zo belangrijk om aan een historische Adam te blijven vasthouden. Het zijn immers geen ‘kunstiglijk verdichte fabelen‘ (2 Petrus 1:16) die nagevolgd worden. Het christelijk geloof is verankerd in de werkelijkheid. Het is nodig om dit historisch te aanvaarden en bevindelijk te kennen. We schieten onszelf in de voet als we de feitelijke gebeurtenis en de betekenis van deze gebeurtenis van elkaar losweken. Of dat we de feitelijke gebeurtenis zelfs helemaal niet (willen/kunnen) zien vanwege (natuur)wetenschap en alleen de betekenis (willen/kunnen) aanvaarden. Dat leidt tot een losweken van de werkelijkheid. Morgen is het Kerst. ‘Het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond (…)‘ (Johannes 1:14). Fundamentum wenst u Gezegende Kerstdagen en een Voorspoedig 2025.
Dat gezegd hebbende willen we een terugblik doen op het afgelopen kwartaal. Dit keer een uitgebreide nieuwsbrief dus (na het voorwoord gaat de tekst nog verder). Het is immers al enige tijd geleden dat we er een nieuwsbrief uitgedaan hebben. Niet omdat er te weinig stof van schrijven was, maar iedere keer was er wel een reden waardoor de nieuwsbrief niet kon verschijnen. Al moesten we het congres afgelasten, gelukkig konden we op de website het een en ander blijven delen over het thema Bijbel en Wetenschap. Dit jaar zijn er meer dan 2000 artikelen verschenen, waardoor de website nu meer dan 5000 artikelen bevat.
Plannen voor 2025
Jan van Meerten: “Vanwege mijn zwakke gezondheid en de mogelijke oproep voor een harttransplantatie kunnen we geen fysiek belastende dingen (zoals lessen, lezingen of veldexcursies) doen. Elke dag die we krijgen van de Heere is een wonder, al is de beleving soms wel eens anders. Ik hoop dat medecreationisten het werk zullen voortzetten en de kerken zullen blijven ondersteunen met hun bijbelse- en natuurwetenschappelijke arbeid. Hoe het verder zal gaan weten we niet. Eli zei: ‘Hij is de HEERE, Hij doe, wat goed is in Zijn ogen’. Als we op die plaats mogen komen dan is dat genade en ook een goede plaats. Soli Deo Gloria.” Voor ‘onze’ visie en missie de komende tijd is deze bijdrage nog steeds relevant.
Congres over genetica en soortvorming in Noord-Europa
(Natuur)wetenschappelijk onderzoek is van fundamenteel belang voor het voortbestaan van het scheppingsparadigma. Let op: niet voor het voortbestaan van het klassieke scheppingsgeloof, dat is niet afhankelijk van natuurwetenschappelijk onderzoek. Het is daarom bemoedigend om te zien dat Noord-Europese creationisten hun krachten gebundeld hebben en hun werk hebben gepresenteerd op de Nordic Creation Research Conference. De eerste conferentie werd georganiseerd door de Zweedse creationistische organisatie Genesis en was een succes. De lezingen zijn opgenomen en worden langzaam gepubliceerd (ook op onze website ‘Oorsprong‘). Het is aan te raden om vooraf de samenvattingen te lezen, deze hebben we met toestemming eveneens gepubliceerd (in het Engels) op de website ‘Oorsprong‘. De lezing van dr. Ola Hössjer over baraminologie is hier te vinden. De lezing van dr. Peter Borger over variatie-inducerende genetische elementen is hier terug te kijken. De overige lezingen volgen D.V.
Replica Ark van Noach nog niet verkocht
Afgelopen maand kwam er bijzonder nieuws tot ons: de Nederlandse replica van de Ark van Noach, gebouwd door Johan Huibers, werd geveild. De replica was al een aantal jaren gesloten voor publiek en ligt voor anker in de haven van Krimpen aan de IJssel (via GoogleMapste zien). Nu wordt het vaartuig te koop aangeboden. Een persoonlijk verhaal hierover, van de bouwer van deze replica, is hier te lezen. De veiling sloot op 18 december 2024 om 19:01 uur. Helaas is het minimumbedrag door deze veiling niet behaald, hoewel er wel een aantal gegadigden waren. Daardoor blijft de replica in het bezit van Johan Huibers. Wordt de replica een appartementencomplex of gaat het als drijvende toeristentrekker naar Israël? Daarover is het laatste woord nog niet gezegd. Wordt vervolgd dus.
Aandacht voor de verschillende zondvloedmodellen
Binnen het zogenoemde scheppingsparadigma bestaan verschillende zondvloedmodellen. Soms leidt dat in discussies tussen creationisten onderling tot hete-hoofden-koude-harten en onderlinge verwijdering. Dat lijkt ons niet de bedoeling. Het is volgens ons ook mogelijk om diverse zondvloedmodellen naast elkaar te laten bestaan én op een nuchtere en waakzame manier met elkaar hierover het gesprek aan te gaan. Holistische geologie biedt ruimte aan de verschillende modellen. We hebben de werkelijkheid niet in onze broekzak en kritiek op het model is nog geen kritiek op de persoon. Als de Heere het geeft, willen we de komende tijd ruimte geven aan verschillende zondvloedmodellen. Een vereiste is dat het model wél ontwikkeld moet zijn door iemand met een graad in de natuurwetenschappen. We hebben de afgelopen jaren al aandacht gegeven aan het Rekolonisatiemodel van drs. Hans Hoogerduijn c.s. en de gedachten van dr. Marc Surtees hierover (sterk verwant aan het model van Hoogerduijn). En op de geologiereis naar Hongarije in 2019 hebben we het zogenoemde KTM (Krijt-Tertiair-zondvloedmodel), verwijzend naar het vermeende einde van de zondvloed op de grens tussen het Krijt en het Paleoceen, gebruikt als interpretatiekader. Maar er zijn meer modellen.
‘Mountains after the Flood’
De documentaire ‘Is Genesis History?‘ is ontzettend vaak bekeken en bediscussieerd. In deze documentaire kunnen we vooral leren hoe Amerikaanse creationisten naar deze werkelijkheid kijken vanuit het perspectief van Gods Woord. Tegenwoordig is de documentaire ook op YouTube geplaatst en in haar geheel hier te bekijken. De video is met Nederlandse ondertitels te koop (op dvd) in de webshop van Weet Magazine. Eind vorig jaar verscheen het langverwachtevervolgdeel op deze succesvolle documentaire: ‘Mountains after the Flood’. Deze vervolgdocumentaire is helaas niet met Nederlandse ondertitels beschikbaar, maar eveneens op YouTube geplaatst door de makers en hier te bekijken. De documentaire is de moeite waard, omdat het een kijkje achter de schermen geeft bij creationstisch-geologisch onderzoek.
Serie over ‘Schriftgezag en Schriftkritiek’
Afgelopen maand was er een serie van onderwijskundige G.R. (Gert) van Leeuwen (MA) in De Wachter Sions met als thema ‘Schriftgezag en Schriftkritiek’. De eerste twee delen van deze serie staan ook op ‘Oorsprong‘ (deel 1 en deel 2). Het derde deel verschijnt vandaag (d.d. 24 december 2024). Het is van belang dat we het Schriftgezag blijven verdedigen tegen opkomende dwalingen. Waar blijven we als we de Heilige Schrift (willen) ontdoen van haar Goddelijke gezag?
Website
De website ‘Oorsprong‘ werd deze maand opnieuw goed bezocht. Elke dag verschijnen er artikelen over het vraagstuk geloof en wetenschap. Afgelopen maand zijn er, samen met genealogische artikelen, meer dan 250 artikelen verschenen op onze website. Welke artikelen worden veel gelezen of zijn nieuw? Hieronder een greep van vijf artikelen. Veel zegen bij het (her)lezen of het (opnieuw) kijken hiervan.
(1) De ‘1%-mythe’ opnieuw als onjuist aangetoond – Nieuwe ontdekkingen tonen verrassende verschillen tussen het Y-chromosoom van de mens en de chimpansee (geschreven door dr. Peter Borger).
(2) Wees niet bang voor de wetenschap (geschreven door dr. Kees Polderman).
(3) Sommige Bijbellezers lezen verhaal koningin Esther als een romance (geschreven door dr. Pieter Lalleman).
(4) ‘Hypogene Speleogenesis’ – Zijn grotten snel uitgesleten? – Dr. Kurt Wise sprak voor ‘Is Genesis History?’ (lezing door dr. Kurt Wise).
(5) Castorocauda is geen bever! – Een staart als een bever en toch géén bever (geschreven door Jan van Meerten).
De volgende nieuwsbrief verschijnt, als de Heere leven en gezondheid geeft, op 31 januari 2025 D.V. (Iemand laten) Aanmelden voor deze nieuwsbrief kan hier.