Home » 2024 » januari (Pagina 5)

Maandelijkse archieven: januari 2024

‘Het Evangelie zonder kleine lettertjes’, ‘Dordt zoals je Dordt niet kende’ en ‘Hyperdordt’ – Een overzicht

Theoloog en godsdienstfilosoof dr. Gert A. van den Brink heeft met een aantal lezingen en een tweetal boeken het stof hoog doen opwaaien in de Gereformeerde Gezindte. De werken van dr. Van den Brink zijn als vuurwerk ontploft in de hand van de Gereformeerde Gezindte. Het heeft een verwarrende en emotionele discussie als gevolg. Vandaag heb ik opgeroepen tot een universitair theologisch dispuut en ter eventuele voorbereiding tot dat dispuut wil ik hieronder een uitgebreid overzicht van alle reacties van de verschillende ‘partijen’ weergeven. Let op: Het gaat er niet zozeer om of ik persoonlijk deze reactie onderschrijf of goed vind, maar om alle reacties ruimte te geven. Hoewel ik er aan twijfel of er ooit een universitair theologisch dispuut zal komen, zie ik dit overzicht toch als waardevol voor alle ‘partijen’.

Het overzicht start op 14 en 16 juli 2022 toen de lezing werd gehouden in Hardinxveld-Giessendam en de video van dr. Van den Brink in première is gegaan. Omdat ik ten tijde van de verschijning persoonlijk andere zaken aan het hoofd had, wordt pas laat begonnen met dit overzicht. Dit betekent dat we met terugwerkende kracht een overzicht samenstellen. Ik doe daarom ook graag een beroep op de lezer mocht er een publicatie, video of andere reactie vergeten zijn die in het overzicht zou moeten. Hoewel ik persoonlijk verdrietig ben over de discussie, hoop ik toch dat de Heere deze ‘kromme stok’ (d.w.z. deze verwarrende discussie) zou willen gebruiken om een ‘rechte slag’ te geven. Daarom is dit overzicht samengesteld tot eer van de Schepper en het heil van de naaste.

14 juli 2022: Dr. Gert A. van den Brink spreekt in Hardinxveld-Giessendam (De Bron) over ‘Het evangelie zonder kleine lettertjes’. Het begin van de commotie onder de bevindelijk-gereformeerden over dit onderwerp.

16 juli 2022: De video ‘Het evangelie zonder kleine lettertjes’ van theoloog en godsdienstfilosoof dr. Gert. A. van den Brink gaat in première. De video is eerder opgenomen op een jongerenavond van Geloofstoerusting.1 Tegelijkertijd verschijnen op het YouTube-kanaal van Geloofstoerusting twee fragmenten van deze lezing onder de titel ‘Er gaat een misleidende boodschap door onze gezindte’.2

28 juli 2022: Ds. A. Schultink reageert via CVandaag op de lezing van dr. Gert van den Brink met als titel ‘Het evangelie zonder kleine lettertjes’. Hij geeft aan dat hij diep beledigd is dat Van den Brink predikanten over één kam geschoren heeft en geschoffeerd heeft.3

29 juli 2022: Hendrik Jan van der Heiden geeft in een artikel op zijn website aan dat hij door de lezing van dr. Gert van den Brink aan het denken is gezet. Volgens hem is het helder dat in vele bevindelijke preken een directe oproep tot het geloof ontbreekt. Van der Heiden is een zoon van GG-predikant wijlen ds. B. van der Heiden.4

30 juli 2022: Ds. M. van Reenen reageert via CVandaag op de commotie die is ontstaan ná de publicatie van de eerstgenoemde video. Hij geeft aan dat je ook op moet passen voor een Evangelie zonder rode cijfers en roept op om niet alleen te focussen op dwalingen in refokerken.5

11 augustus 2022: Ouderling en natuurkundige dr. Jan P. van den Brink reageert via Refoweb met enige bezorgdheid op de lezing van dr. Gert van den Brink die hij hield op een avond voor Geloofstoerusting. De zorg en strijd tegen lijdelijkheid deelt hij, maar de conclusies vindt hij veel te ver gaan.6

15 augustus 2022: Dr. Gert van den Brink reageert op de brief van dr. Jan van den Brink die eerder op Refoweb werd geplaatst (zie 11 augustus 2022). Dr. Gert van den Brink constateert dat zijn opponent een soort status quo van kerkelijke praktijk lijkt te verdedigen. Hij ziet hierin een verschil van inzicht op dit punt.7

25 augustus 2022: In De Wachter Sions reageert diaken R.P. van Dijk op de recent gehouden lezing van dr. Gert van den Brink. Hij vindt de lezing aanvallend en heeft ‘met verontwaardiging’ kennisgenomen hiervan. Van Dijk meent dat ‘elke waarheid (…) in het licht van de gehele Schrift gezien worden’.8

5 september 2022: D.J. Kleen, van de website De Woeste Weg, laat in een artikel weten dat ‘Arminiaan Gert van den Brink’ een ‘vals evangelie en onbijbelse uitverkiezing’ leert en neemt daarbij één van de brieven van ds. Kort over.9

6 september 2022: CVandaag start vandaag met een briefwisseling tussen ds. A. Kort en dr. G.A. van den Brink over de ondertussen veel besproken lezing van dr. Van den Brink. Ds. Kort trapt vandaag af.10

8 september 2022: Dr. Gert A. van den Brink reageert via CVandaag op de brief van ds. A. Kort. Van den Brink geeft aan zich niet tegen ‘deze heftige beschuldigingen’ willen verdedigen.11

13 september 2022: Een tweede brief van ds. A. Kort verschijnt op de website CVandaag. Hij geeft aan dat Van den Brink van ‘Gods knechten een schrikbeeld’ maakt.12

15 september 2022: Dr. Gert A. van den Brink reageert via de website CVandaag op de tweede brief van ds. A. Kort. Hij vindt ds. Kort ‘geen leuke penvriend’.13

20 september 2022: Ds. A. Kort schrijft via CVandaag zijn slotbrief aan dr. Gert A. van den Brink. Kort geeft aan dat hij nu ‘eenmaal geen mens’ is ‘die er doekjes om’ zal winden.14

22 september 2022: Dr. Gert A. van den Brink schrijft via CVandaag zijn slotbrief aan ds. A. Kort. Hij geeft aan dat deze brieven ‘hen eerder ontmoedigd dan bemoedigd’.15

10 oktober 2022: Een jongere geeft via Refoweb aan dat het hem na de briefwisseling tussen ds. Kort en ds. Van den Brink duizelt. Op zijn vragen geeft Van den Brink antwoord via de genoemde website.16 Op de website Joods geluid wordt geschreven over de lezing die dr. Van den Brink heeft gehouden. De auteur juicht het toe dat er meer aandacht komt voor de vrije wil van de mens.17

20 oktober 2022: In De Wachter Sions verschijnt de eerste bijdrage van een vierdelige reactie geschreven door L. van der Tang. Hij reageert op de lezing van dr. Gert van den Brink met als titel ‘Het Evangelie zonder kleine lettertjes’. Van der Tang vraagt zich onder andere af waarom Van den Brink de kerkelijke weg hierin niet wil bewandelen?18

22 oktober 2022: Op de website Joods geluid borduurt de auteur verder op het vorige artikel (10 oktober 2022). Hij geeft zijn persoonlijke mening inzake de kwestie van de vrije wil.19

27 oktober 2022: De tweede bijdrage van L. van der Tang is verschenen in De Wachter Sions. Volgens Van der Tang ziet Van der Brink het geloof als een verstandelijke geloofsdaad en is er geen geloof zonder bekering.20

3 november 2022: De derde bijdrage van L. van der Tang is verschenen in De Wachter Sions. Hij schrijft over de (uit)verkiezing in de prediking en pleit voor evenwicht in de prediking.21

11 november 2022: Dr. Gert A. van den Brink is te gast in het programma ‘Pastorie online’ op het YouTube-kanaal van RefoWeb om daar te spreken over zijn lezing ‘Het evangelie zonder kleine lettertjes’.22 In De Wachter Sions verschijnt de vierde en slotbijdrage van L. van der Tang over de lezing van dr. Van den Brink. Van der Tang geeft aan dat deze discussie niet nieuw is, en verwijst daarbij onder andere naar Gerardus van Aalst (1678-1759).23 Bovendien wijst de auteur op de kenmerken van genade en overtuiging van zonde. Hij concludeert dat Van den Brink een afkeer heeft van bevindelijke prediking.24

1 januari 2023: De eerste druk van ‘Dordt zoals je Dordt niet kende’ verschijnt bij Geloofstoerusting. Het boek draagt de ondertitel: ‘Het aanbod van genade in de Dordtse Leerregels’.

1 februari 2023: De tweede druk van ‘Dordt zoals je Dordt niet kende’ verschijnt bij Geloofstoerusting.

4 februari 2023: In de Accent-bijlage van het Reformatorisch Dagblad is een uitgebreid verslag te vinden van een gesprek tussen dr. Gert van den Brink en drs. W. Visscher. Het doel is elkaars nieren proeven over prediking en pastoraat. In een kaderartikel wordt aangegeven dat de discussie over het aanbod van genade bepaald niet nieuw is, sterker nog daardoor is een pijnlijke breuk ontstaan binnen de Gereformeerde Gemeenten.25 Tegelijkertijd verscheen er een soort verantwoording van de hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad waarom een reactie wat langer op zich liet wachten.26

7 februari 2023: Anthony Janse reageert op zijn website JC33 op het gesprek tussen dr. Gert A. van den Brink en ds. W. Visscher. Dit gesprek werd gevoerd in het Reformatorisch Dagblad. Hij vraagt zich af wat het goede midden is bij het aanbod van genade in de kerken.27

11 februari 2023: D.H. van der Meer reageert in het Reformatorisch Dagblad op het tweegesprek tussen dr. Gert A. van den Brink en ds. W. Visscher. Van der Meer geeft aan dat een mens niet uit zichzelf gaat geloven. De scribent hoopt en bidt dat deze Bijbelse leer wordt verkondigd.28

23 maart 2023: Filosoof en theoloog André Groenendijk (MA) reageert op theologie.nl op de ontstane commotie rond de lezing van vorig jaar. Hij heeft zijn artikel de titel ‘De crisis van de gereformeerde traditie’ gegeven. Groenendijk geeft aan dat Van den Brink een goede poging doet om correctie aan te brengen, maar hij vraagt zich tegelijkertijd af of dát voldoende is om deze, door hem zo genoemde, crisis te beslechten.29

3 april 2023: Onder de titel ‘Het kan nog!’ heeft Hendrik Jan van der Heiden een korte bespreking geschreven van het boek ‘Dordt zoals je Dordt niet kende’ geschreven door dr. Gert van den Brink. Van der Heiden geeft aan dat hij het een mooi boek vind over het aanbod van genade.30

6 april 2023: In De Wachter Sions verschijnt een uitgebreide bespreking van ‘Dordt zoals je Dordt niet kende’. De bespreking is geschreven door L. van der Tang. Van der Tang vindt het spijtig dat Van den Brink geen woord terug neemt van zijn oorspronkelijke lezingen. Hij noemt het waarheidsgehalte van sommige observaties bedenkelijk en ziet veel karikaturen in het boek.31

21 april 2023: Dr. Gert A. van den Brink is te gast in het programma ‘Pastorie online’ op het YouTube-kanaal van RefoWeb om daar te spreken over zijn lezing ‘Het evangelie zonder kleine lettertjes’ en de daarop volgende reacties.32

1 juni 2023: De derde druk van ‘Dordt zoals je Dordt niet kende’ verschijnt bij Geloofstoerusting. In De Waarheidsvriend verschijnt een recensie van het hiervoor genoemde boek. De recensie is geschreven door de Hilversumse predikant ds. J. Harteman. Hij geeft aan dat de problemen die Van den Brink aankaart niet direct aan de orde zijn voor de Gereformeerde Bond, maar ziet in het boek iemand met ‘een vlotte schrijfstijl’ die ‘pleit voor de ruimte van het Evangelie’ en ‘die volledig achter de Dordtse Leerregels staat’.33

15 juni 2023: Op zijn website heeft theoloog dr. P. de Vries een recensie geschreven van het boek ‘Dordt zoals je Dordt niet kende’. Hij verdenkt dr. Gert van den Brink niet van arminianisme, maar ziet zijn betoog wel in de geest van het neocalvinisme.34

26 juni 2023: Dr. Gert van den Brink reageert via Refoweb op een vraag over de recensie van dr. P. de Vries (zie 15 juni). Van den Brink geeft aan de recensie met dubbele gevoelens gelezen te hebben.35

9 november 2023: In het negende nummer De Nieuwe Koers verschijnt een artikel over de ontstane discussie over het aanbod van genade in de Gereformeerde Gezindte. Wat is er aan de hand en waarom ligt het gevoelig?36

16 november 2023: In een interview met de GezinsGids verwijst ds. B. Labee naar de discussie rond ‘Dordt zoals je Dordt niet kende’. De predikant geeft aan dat de discussie bij hem het verlangen heeft gewekt nog eens een prekenserie te houden over de Dordtse Leerregels.37

8 december 2023: Dr. Gert A. van den Brink is te gast in ‘Pastorie online’ op het YouTube-kanaal van RefoWeb om daar te spreken over zijn boek ‘Hyperdordt’.38

9 december 2023: In het Nederlands Dagblad verschijnt een interview met dr. Gert A. van den Brink over zijn nieuwe boek ‘Hyperdordt’. Van den Brink geeft aan door te strijden tegen wetticisme en is bezorgd over het ongeloof onder reformatorische christenen. Het artikel wordt gekaderd door een ervaringsverhaal van Anneke van Dorp. Ze roept op tot evangelisatiewerk onder refo’s.39

21 december 2023: In De Saambinder noemt de socioloog dr. Chris Janse kort het werk van dr. Gert van den Brink over ‘Dordt’ in zijn bespreking van de zelfstandige vrijgemaakten die op zoek zijn.40

27 december 2023: In het Reformatorisch Dagblad verschijnt een interview met dr. Gert A. van den Brink over zijn boek ‘Hyperdordt’. Hij heeft het boek geschreven omdat hij meent dat een deel van de Gereformeerde Gezindte in geestelijke ademnood verkeert.41

2 januari 2024: Naar aanleiding van het boek ‘Hyperdordt’ start Geloofstoerusting een achtdelige serie met dr. Gert A. van den Brink. De eerste aflevering draagt de titel: ‘Wat bezielt je?’.42 Deze video is ook verschenen op de website van deze organisatie.43

3 januari 2024: In het Reformatorisch Dagblad reageert ds. G. Clements op het interview met dr. Gert A. van den Brink rond zijn boek ‘Hyperdordt’ in dezelfde krant. Hij geeft aan dat de Dordtse Leerregels het loflied zijn op loutere genade.44 Daarnaast verschijnen er nog twee bijdragen in de rubriek ‘Opgemerkt’ van deze reformatorische krant. De eerste is van drs. J.P. Zippro. Hij verwijst naar prof. dr. C. Graafland die in de jaren ’80 aangaf dat ds. G.H. Kersten en dr. C. Steenblok de enige juiste interpretatie van de Dordtse Leerregels hebben.45 De tweede bijdrage in deze rubriek is van A.J. de Kraker sr. Deze reageerder verwijst naar twee boeken: ‘De Godvruchtige Avondmaalganger’ (van ds. P. Immens) en ‘Eigenschappen des geloofs’.46

4 januari 2024: Kohlbrugge-kenner H. Boele en ds. J.M.J. Kieviet reageren op de uitspraak van dr. Gert A. van den Brink over Kohlbrugge in ‘Hyperdordt’. Ze geven aan dat luisteren naar Kohlbrugge de discussie vooruit helpt.47 Ambtsdrager R.P. van Dijk (GGiN) verzoekt in een opiniestuk om de dramadriehoek rond ‘Hyperdordt’ te stoppen.48

5 januari 2024: Diaken A.A. de Looff (GGiN Alblasserdam) reageert in het Reformatorisch Dagblad op de discussie en ziet Luther als gids tot heilige wanhoop.49 50

8 januari 2024: Predikant (HHK) en promovendus ds. A.A.F. van de Weg bespreekt voor CVandaag het onlangs verschenen boek ‘Hyperdordt’ van dr. Gert van den Brink. Volgens Van de Weg helpen ‘de analytische geest en heldere betoogtrant’ van de auteur de lezer om ‘onze gereformeerde traditie (opnieuw) te ontdekken’.51 Hendrik Jan van der Heiden heeft deze recensie ook opgenomen op zijn website. De recensie is (eerder?) verschenen in het Bulletin van de Hersteld Hervormde Gemeente te Apeldoorn, jaargang 19, nummer 17.52

9 januari 2024: Mijn eerste en gelijk ook laatste openbare reactie verschijnt op de website ‘Oorsprong’ van Fundamentum.53 De oproep is om de openbare strijdbijl te begraven en te komen tot een universitair theologisch dispuut. Zoals u hieronder kunt zien, wordt deze oproep tot nog toe niet positief beantwoord. Op het YouTube-kanaal van Geloofstoerusting verschijnt de tweede aflevering van de achtdelige serie over ‘Hyperdordt’ met dr. Gert A. van den Brink.54 Deze video is ook verschenen op de website van deze organisatie.55 Dr. Van den Brink reageert in het Reformatorisch Dagblad op drie eerder verschenen artikelen. Hij geeft aan dat niemand spreekt over het ‘Hypercalvinisme’, maar desondanks gaat hij toch in op de overige bezwaren.56 Hendrik Jan van der Heiden roept in een artikel op zijn website op om te komen tot een symposium over de Dordtse Leerregels, waar theologen, predikanten en ambtsdragers op een (w)aardige wijze met elkaar in gesprek kunnen gaan.57

10 januari 2024: Ds. W. Schinkelshoek uit Ede reageert in de rubriek ‘Opgemerkt’ op de discussie tussen dr. Gert A. van den Brink en ds. G. Clements. Hij geeft dr. Van den Brink gelijk als het gaat om het Latijse woord ‘emollio’.58

11 januari 2024: Dr. Gert A. van den Brink beantwoord via CVandaag de vraag of het nu echt nodig is om opnieuw een steen in de vijver van de Gereformeerde Gezindte te gooien.59 In het Reformatorisch Dagblad verschijnen twee opiniestukken over deze discussie. Het eerste artikel is van drs. A. van Kralingen. Hij roept op om de brede traditie te benutten in het gesprek over Dordt.60 Het tweede artikel is van ds. W.J.C. van Blijderveen. Hij is het met dr. Van den Brink eens en geeft aan dat geloven een beslissend gebod is.61 In het Nederlands Dagblad reageert Jan Luiten op het artikel met prof. Huijgen (zie 5 januari 2024). Hij geeft aan met smart te wachten op een Dordtse Leerregels 2.0.62

12 januari 2024: In de rubriek ‘Opgemerkt’ reageert Martin Boot op de discussie. Hij geeft aan dat hij niet meer weet waar het om gaat en roept op om ‘degenen die nog enigszins bij de zuivere waarheid willen blijven’ te ‘zijn die ze zijn’.63

13 januari 2024: In het Reformatorisch Dagblad reageert theoloog dr. P. de Vries in een opiniestuk op de discussie. Hij focust zijn bijdrage op dr. H.F. Kohlbrugge en zijn kritiek op Dordt. Volgens de theoloog overstijgt de tweeslag ‘Wet en Evangelie’ de vragen rondom verkiezing.64 Daarnaast verschenen er nog drie korte artikelen in de rubriek ‘Opgemerkt’ over de ‘Hyperdordt’. G.J. van den Broek wil dr. Gert A. van den Brink geruststellen, zó erg als hij beweert is het niet gesteld in de Gereformeerde Gemeente. .65 De tweede bijdrage is van A.K. de Wit. Hij adviseert de deelnemers aan de discussie om samen de ‘Theoretische Praktische Godgeleerdheid’ van P. van Mastricht (zes delen) te bestuderen.66 Ten slotte nog een bijdrage van Gerrit van de Kraats. Hij geeft aan het boek van dr. Van den Brink verhelderend te vinden.67

15 januari 2024: Hersteld Hervormde predikant ds. M. van Reenen verwijst in zijn maandelijkse column op CVandaag naar de discussie over de onlangs verschenen boeken, artikelen en video’s van dr. Gert van den Brink.68

16 januari 2024: Via CVandaag wordt ds. A.A. Egas bevraagd op de discussie rond ‘Dordt’ en ‘Hyperdordt’. De predikant geeft, tot zijn verdriet, aan dat hij dr. Gert van den Brink en zijn opponenten ziet radicaliseren en dat er niet meer naar elkaar geluisterd wordt. Hierdoor is de schade groot. Hij roept op om eerst naar elkaars standpunt te luisteren en daarna te komen tot een gemeenschappelijk document.69 In de nieuwsbrief van dezelfde organisatie wordt vandaag ook gewezen naar dit interview. Het derde deel van de videoserie over ‘Hyperdordt’ verscheen op het YouTube-kanaal van Geloofstoerusting.70 De video verscheen ook op de website van deze organisatie.71

17 januari 2024: Dr. Bart Jan Spruyt verwijst in zijn column voor CVandaag naar de hier besproken discussie. Hij citeert in zijn column vooral een stuk van Kohlbrugge, aangehaald door Hendries Boele en ds. J.M.J. Kieviet.72 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt er naar dit en anderen artikelen verwezen.

18 januari 2024: In het Reformatorisch Dagblad is een bijdrage verschenen van ds. G. Clements in de discussie rond ‘Hyperdordt’ van dr. Gert van den Brink. Volgens de predikant is de rechtvaardiging van de goddeloze het hart van de Reformatie. We kunnen het geloof daarom niet losmaken van het schuldbesef voor God. In de preek moet daarom de Wet én het Evangelie functioneren. Begin januari heeft de predikant opgezocht in Barneveld en hebben ze in de kerkenraadskamer van de Gereformeerde Gemeente van Barneveld-Centrum een goed en respectvol gesprek gehad met elkaar.73 Ds. G. Clements heeft ook een bijdrage geschreven in De Saambinder. Zonder de naam van dr. Van den Brink te noemen geeft hij een bijdrage ‘in de huidige bezinning op de inhoud en de bedoeling van de Dordtse Leerregels’. Clements geeft aan dat in de bezinning de vraag blijft liggen ‘hoe aan mensen de weg gewezen’ wordt ‘die worstelen met de vraag of zij wel uitverkoren zijn’. De predikant ziet dat de Dordtse Leerregels antwoord geeft op deze vraag middels drie brieven.74 Theoloog dr. C.A. van der Sluijs reageert via CVandaag op de discussie die er ontstaan is in de Gereformeerde Gezindte. Hij heeft er geen probleem mee dat dr. Van den Brink de min-of-meer gesystematiseerde heilsleer binnen de Gereformeerde Gezindte bekritiseerd, maar ziet dat dr. Van den Brink in dezelfde fout valt door er zelf ook een rationele en verstandelijke doordenking tegenover te zetten. Van der Sluijs mist de spirituele doordenking.75

19 januari 2024: In het Reformatorisch Dagblad verschijnen in de rubriek ‘Opgemerkt’ drie reacties in de discussie rond ‘Hyperdordt’. De eerste reactie is van Joke van Kempen-Stufken. Zij geeft aan de discussie met veel interesse te volgen en merkt op dat het vruchtbaar is om diverse predikanten te beluisteren.76 De tweede reactie komt van Jan de Wit. Hij stelt de vraag hoe het komt dat veel mensen worstelen met geloofszekerheid en hoe de prediking daar antwoorden op zou kunnen geven. Hij meent dat het goed mogelijk is om recht te doen aan bevinding zonder de ruimte voor het Evangelie te verhullen achter een voorwaardelijke prediking.77 De derde reactie komt van dr. Gert van den Brink zelf. Hij reageert op ds. G. Clements (zie 18 januari 2024). Van den Brink geeft aan dat het artikel hem dankbaar stelt en dat er dankzij de ontmoeting wederzijds meer inzicht groeit. Maar de theoloog meent dat we er echter nog niet zijn. Hij bespreekt nu het woord ‘aannemen’.78 In de dagelijkse nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar de artikelen van dr. Van der Sluijs en ds. Egas die reageerden op deze discussie.

20 januari 2024: De hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad, dr. ir. Steef de Bruijn, geeft aan dat de redactie heeft besloten het onderwerp via de opiniepagina af te sluiten. Er zal nog een (voorlopig laatste) interview verschijnen met twee predikanten over deze kwestie. De hoofdredacteur verantwoordt de besluiten van de redactie en geeft aan dat hij ‘een rotonde zonder afslagen’ heeft zien ontstaan in de discussie. Tenslotte merkt hij op dat verdeeldheid afbreuk doet aan de schoonheid van de Kerk.79 De hoofdredacteur geeft in de Accent-rubriek ‘Toegespitst’ ook nog een inhoudelijke (persoonlijk) op de discussie. Hij ziet dat er een loopgravenoorlog ontstaan is rond de Dordtse Leerregels en dat deze Dordt uit balans trekken. De Bruijn meent dat er spanning zit tussen de oproep tot geloof en onze onmacht tot enig zaligmakend goed en pleit voor een evenwichtige prediking daarin. Als voorbeeld van een evenwichtige prediking noemt hij de bekende achttiende-eeuwse Schotse predikant ds. Thomas Boston. “Hij drong er bij élke zondaar op aan dat hij de plicht heeft om de belofte van genade te geloven, maar beschrijft ook welke twaalf bijlslagen nodig zijn om zo’n zondaar los te kappen uit de oude stam Adam en over te brengen in Christus.”.80 In de dagelijkse nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar het eerder verschenen interview met ds. A.A. Egas (zie 16 januari 2024), maar ook naar het artikel van dr. Bart-Jan Spruyt. In de dagelijkse nieuwsbrief van het Reformatorisch Dagblad wordt verwezen naar de Accent-bijdrage van dr. Steef de Bruijn.

22 januari 2024: Op de website CVandaag wordt een preekfragment van ds. J. Koppelaar gedeeld waarin hij het opneemt voor zijn collega-predikant dr. Gert van den Brink.81 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt naar dit artikel verwezen. Nog enkele artikelen rond de discussie komen voorbij in deze nieuwsbrief.

23 januari 2024: De vierde aflevering naar aanleiding van ‘Hyperdordt’ met als titel ‘Is Christus de meest verborgen persoon?’ is verschenen bij Geloofstoerusting.82 De video is ook op het YouTube-kanaal van deze organisatie te vinden.83 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar een tweetal artikelen in deze discussie.

24 januari 2024: André van Putten, lid van de Gereformeerde Gemeente te Kampen, geeft via CVandaag aan het eens te zijn met dr. Gert van den Brink en roept GG-leden die ook met hem staan in de bres te springen en van zich te laten horen.84 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar dit artikel.

25 januari 2024: Voor Refoweb beantwoordt dr. Gert A. van den Brink een vraag over wet en Evangelie in verband met het proefschrift van dr. G.W.S. Mulder, predikant binnen de Gereformeerde Gemeenten. Hij geeft aan dat de werkwijze van dr. Mulder in zijn proefschrift ‘ernstig’ en ‘onwetenschappelijk’ is.85 CVandaag bespreekt vandaag eveneens de vraag van dr. Van den Brink.86 Op Refoforum wordt, onder het topic ‘Gereformeerde Gemeente’ gediscussieerd over het artikel van dr. Van den Brink inzake het proefschrift van dr. G.W.S. Mulder.87

26 januari 2024: In de dagelijkse nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar het artikel van dr. Gert A. van den Brink contra het proefschrift van dr. Mulder.88 Op de website van het Reformatorisch Dagblad verschijnt het vraaggesprek dat morgen in de papieren krant zal verschijnen.89 In de digitale avondnieuwsbrief wordt daar ook naar verwezen.

27 januari 2024: In de katern Accent van het Reformatorisch Dagblad staat een uitgebreid vraaggesprek tussen de predikanten en theologen dr. Wim van Vlastuin en dr. Wim Mulder. Zij spreken over de Dordtse Leerregels en het hypercalvinisme, naar aanleiding van de discussie met dr. Gert A. van den Brink.90 Het gesprek is zelfs een voorkantverhaal van de krant.91 In de dagelijkse digitale e-mail-nieuwsbrief wordt er ook verwezen naar het artikel. In het Nederlands Dagblad verschijnt een verslag van de lezing die dr. John van Eck hield voor een bijbelstudievereniging ‘Onderzoekt de Schriften’ een lezing over de Dordtse Leerregels. Hij verwijst ook naar de discussie die nu al ruim een jaar bezig is in de reformatorische kerken rond deze leerregels.92 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt aandacht besteed aan de reuring die ontstaan is na de kritiek van dr. Van den Brink op het proefschrift van dr. Mulder. Daarnaast worden andere artikelen uit deze discussie belicht.

29 januari 2024: Predikant ds. J. Belder schrijf in zijn column in het Reformatorisch Dagblad over de discussie rond de Dordtse Leerregels. Hij hoopt dat de disputen in het vervolg wat meer gekruid mogen zijn met de kruiden van de bekende staatsman Groen van Prinsterer.93 In de digitale Lunchnieuwsbrief van dezelfde krant wordt verwezen naar dit artikel. De digitale avondnieuwsbrief van het Reformatorisch Dagblad besteedt aandacht aan een artikel over het proefschrift van dr. G.W.S. Mulder. Dit artikel zou de volgende dag ook in de krant verschijnen (zie 30 januari 2024).

30 januari 2024: De vijfde aflevering naar aanleiding van ‘Hyperdordt’ met als titel ‘Geloven als een blindelings avontuur’ is verschenen bij Geloofstoerusting.94 De video is ook op het YouTube-kanaal van deze organisatie te vinden.95 Enkele studenten van de Theologische Universiteit Apeldoorn schrijven via CVandaag een reflectie op de discussie rond ‘Hyperdordt’. De studenten geven aan dat de Reformatorische gezindte na ‘Hyperdordt’ op een kruispunt staat.96 In het Reformatorisch Dagblad verschijnt een uitgebreid artikel naar aanleiding van het onderzoek wat ingesteld wordt door de Vrije Universiteit naar het proefschrift van dr. G.W.S. Mulder. Volgens dr. Van den Brink heeft Mulder geen goed werk geleverd met zijn proefschrift. Dr. Van Vlastuin geeft in zijn toelichting aan dat de standaardprocedures om te komen tot dit proefschrift zorgvuldig zijn uitgevoerd.97 Ook op de website CVandaag verschijnt een artikel over deze kwestie. Volgens prof. dr. Van Vlastuin is de inhoud van het proefschrift voorlopig niet in het geding.98 In de digitale lunchnieuwsbrief van het Reformatorisch Dagblad wordt verwezen naar het artikel hierboven rond het onderzoek naar het proefschrift van dr. Mulder. Ook de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag besteedt hier aandacht aan, evenals aan andere artikelen in deze discussie.

31 januari 2024: In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar een drietal artikelen over de discussie rond ‘Hyperdordt.

1 februari 2024: De Waarheidsvriend valt op de mat met daarin een uitgebreide bespreking van ‘Hyperdordt’ door ds. A. de Lange te Nieuw-Lekkerland. Hij geeft aan dat de interpretatie van dr. Gert van den Brink, van de Dordtse Leerregels, ons helpt ‘om de Dordtse Leerregels weer hartelijk te omarmen als een eerlijk en heerlijk belijdenisgeschrift’.99 Een deel van de recensie is ook online verschenen op de website van De Waarheidsvriend.100 Op de website van CVandaag is een artikel geplaatst waarin melding wordt gemaakt dat CGK-predikant ds. A.J.T. Ruis zich mengt in de kwestie rond het proefschrift van dr. G.W.S. Mulder. Hij geeft aan dat dr. Mulder een prima parafrase geeft van het werk van Saldenus.101 De dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag verwijst naar het artikel over ds. Ruis. Dat geldt ook voor twee andere artikelen over het genoemde proefschrift.

2 februari 2024: In de digitale Kerk & Religie nieuwsbrief van het Reformatorisch Dagblad wordt verwezen naar het artikel over het onderzoek dat de Vrije Universiteit gestart is inzake het proefschrift van dr. G.W.S. Mulder. In de digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar de verantwoording die dr. Van Vlastuin gaf inzake de commotie rond hetzelfde proefschrift, eveneens wordt er verwezen naar nog twee artikelen in deze discussie.

3 februari 2024: In het Reformatorisch Dagblad verschijnt opnieuw een hoofdredactioneel commentaar. Dr. ir. Steef de Bruijn legt verantwoording af voor de berichtgeving naar aanleiding van de commotie rond het proefschrift van dr. G.W.S. Mulder. Hij geeft aan niet opnieuw de discussie te willen beginnen en ziet een uitweg op de rotonde: de afslag voetwassing.102 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar een artikel waarin prof. dr. Van Vlastuin aan het woord wordt gelaten over het proefschrift (zie 30 januari). Ook wordt er verwezen naar enkele andere artikelen over deze kwestie. In de digitale weekendnieuwsbrief van het Reformatorisch Dagblad wordt verwezen naar het uitgebreide artikel in dezelfde krant aangaande het VU-onderzoek naar het proefschrift van dr. Mulder.

6 februari 2024: In het Nederlands Dagblad verschijnt een opiniestuk van emeritus hoogleraar geschiedenis van het gereformeerd protestantisme prof. dr. Wim Verboom over de Dordtse Leerregels. Hij geeft aan dat historisch besef zou kunnen helpen om deze Dordtse Leerregels beter te begrijpen.103 Via de website van Geloofstoerusting is de zesde aflevering geplaatst van de serie over ‘Hyperdordt’. Deze video draagt de titel: ‘Kritiek, humor en geestelijke strijd’.104 Deze video is ook op het YouTube-kanaal van Geloofstoerusting verschenen.105 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar de reactie van ds. A.J.T. Ruis (zie 1 februari).

7 februari 2024: Douwe Scheepsma geeft via CVandaag aan dat in zijn opinie dr. Gert van den Brink raak schiet als het gaat om de reformatorische gezindte. Hij meent dat ook ervaren te hebben in de twaalf jaar dat hij op Urk gewoond heeft en columns van predikanten in Het Urkerland las.106 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar dit artikel van Scheepsma.

8 februari 2024: Het Nederlands Dagblad geeft aan dat dr. Gert A. van den Brink ontraden is om te spreken voor een interkerkelijke toerustingsavond in Staphorst. De kerkenraad van de plaatselijke Hersteld Hervormde Gemeente heeft dr. Van den Brink een brief gestuurd en daarin verwijzen ze naar de kerkorde, ordinantie 13, artikel 7.107 Op de website CVandaag wordt dit artikel nog wat uitgewerkt, met een verwijzing naar uitspraken van ds. H.J. van Marle over Van den Brink en het door hem zo bestreden ‘hypercalvinisme’.108 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van deze organisatie wordt ook verwezen naar dit artikel. Drs. Hans Reinders reageert via CVandaag op een uitspraak van ds. G.W.S. Mulder over het hypercalvinisme. Volgens hem is het hypercalvinisme (overigens zonder dit goed te definiëren) net zo erg als de moderne Schriftkritiek.109 De dagelijkse digitale nieuwsbrief van deze organisatie geeft ook aandacht aan dit artikel. In De Saambinder vraagt ds. H. Hofman uit Grand Rapids zich af of als hij als gijzelaar in Gaza had gezeten de discussie rond ‘Dordt’ en ‘Hyperdordt’ hem nog bezig zouden hebben gehouden. De predikant geeft aan dat hij deze discussie volgt met droefheid en ontzetting.110 Naar aanleiding van het artikel over de annulering van de spreekbeurt van dr. Van den Brink die hij zou houden te Staphorst is de website van CVandaag vanwege overbelasting een half uur offline geweest.111

9 februari 2024: Via de website CVandaag reageert drs. Ernst Leeftink op de ontstane commotie rond de geannuleerde spreekbeurt.112 HHK-predikant ds. H.J. van Marle reageert via dezelfde website dat de ontstane beeldvorming niet klopt, en geeft tekst en uitleg van de situatie.113 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag komt deze kwestie relatief vaak naar voren, een aantal artikelen worden aangehaald.

10 februari 2024: In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt nogmaals verwezen naar het artikel over de gecancelde spreekbeurt in Staphorst (zie 8 februari). Daarnaast worden nog enkele artikelen over deze kwestie aangehaald.

12 februari 2024: In plaats van dr. Gert van den Brink was Marcel Vroegop in Staphorst. Hij sprak over ‘Hoe kan ik geloven?’. De lezing is ook verschenen op de website van Geloofstoerusting114 en op op het YouTube-kanaal van deze organisatie.115 Ds. M. van Reenen verwijst in zijn maandelijkse column op CVandaag naar de Staphorster brief aan dr. Gert van den Brink.116 Heleen van de Fliert reageert via CVandaag op het artikel van enkele studenten van de Theologische Universiteit Apeldoorn (zie 30 januari 2024). Ze geeft aan dat deze studenten een karikatuur maken van de leer van de Gereformeerde Gemeente, vooral op het punt van de rechtvaardigmaking.117 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar het hiervoor genoemde artikel van Van de Fliert.

13 februari 2024: De zevende aflevering over ‘Hyperdordt’ is verschenen bij Geloofstoerusting. De titel van de aflevering draagt de titel ‘Herders, hoorders en een biertje’.118 De video is ook op het YouTube-kanaal van deze organisatie verschenen.119 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar enkele artikelen over de in dit overzicht genoemde kwestie.

16 februari 2024: Stichting Jij Daar! maakt via de website CVandaag een statement naar aanleiding van de gecancelde spreekbeurt in Staphorst.120 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar de hartenkreet van Stichting Jij Daar!

17 februari 2024: In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar het artikel van Heleen van de Fliert (zie 12 februari 2024). Dat geldt ook voor andere artikelen die op deze website zijn verschenen.

20 februari 2024: Marijn Burkunk geeft via de website CVandaag aan dat de discussie in de Reformatorische Gezindte het polariserende karakter van de Dortse Leerregels aantoont.121 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt er reclame gemaakt voor dit artikel.

21 februari 2024: In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar het artikel van Marijn Burkunk (zie 20 februari).

24 februari 2024: In het Nederlands Dagblad verschijnt een ‘interview’ met kerkhistoricus prof. dr. Fred van Lieburg over theologische promoties onder predikanten van de Gereformeerde Gemeente. Hij verwijst hierbij ook naar het onderzoek dat de Vrije Universiteit momenteel doet naar het proefschrift van dr. G.W.S. Mulder.122 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar het statement van Stichting Jij Daar! (zie 16 februari) en het artikel van Marijn Burkunk (zie 20 februari).

26 februari 2024: In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt opnieuw verwezen naar het statement van Stichting Jij Daar! (zie 16 februari).

27 februari 2024: CVandaag verwijst in een artikel naar de lezing die Marcel Vroegop in Staphorst hield. Vroegop was in plaats van dr. Van den Brink daar.123 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van deze organisatie wordt verwezen naar het artikel.

28 februari 2024: CVandaag verwijst naar de achtdelige serie over ‘Hyperdordt’ van Geloofstoerusting.124 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van deze organisatie wordt ook verwezen naar dit artikel.

4 maart 2024: Het Reformatorisch Dagblad geeft aan dat er afgelopen vrijdag een gesprek is geweest tussen dr. Gert A. van den Brink en enkele predikanten en ouderlingen van bevindelijk-gereformeerde kerkgenootschappen over zijn boeken. Meer informatie hierover is nog niet openbaar.125 In de dagelijkse lunchnieuwsbrief en de avondnieuwsbrief van deze krant wordt er verwezen naar dit artikel. CVandaag noemt het gesprek op haar website een nawee van ‘Hyperdordt’.126 In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van deze organisatie wordt er verwezen naar dit artikel.

5 maart 2024: In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar de naweeën van ‘Hyperdordt’ (zie 4 maart 2024).

9 maart 2024: In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar het artikel over de naweeën van ‘Hyperdordt’. In de digitale weekendnieuwsbrief van het Reformatorisch Dagblad wordt verwezen naar het artikel over het gesprek tussen dr. Van den Brink en verschillende ambtsdragers.

12 maart 2024: Petra van Aalst wordt geïnterviewd door Silvan Bruinstroop van CVandaag. Zij geeft aan dat de Gereformeerde Gezindte tot op het bot verdeeld is en geeft als voorbeeld de recente discussie rond de boeken en lezingen van dr. Gert van den Brink.127 In de de dagelijkse digitale nieuwsbrief van deze organisatie wordt ook verwezen naar dit interview.

13 maart 2024: In de dagelijkse digitale nieuwsbrief van CVandaag wordt verwezen naar het interview met Petra van Aalst (zie 12 maart).

16 maart 2024: In het weekoverzicht CVandaag via digitale nieuwsbrief wordt opnieuw verwezen naar het interview met Petra van Aalst (zie 12 maart).

28 maart 2024: Ds. B. Labee gaat op de achterkant van De Saambinder in op de vraag of de prediking in de Gereformeerde Gemeente een wensend karakter moet hebben of dat er bevel moet klinken van geloof en bekering. De vraagsteller lijkt in zijn vraag te verwijzen naar deze discussie, al zegt hij dat niet letterlijk.128

19 april 2024: Theoloog dr. Piet de Vries schrijft voor zijn website een uitgebreide recensie van het boek ‘Hyperdordt’. Hij heeft geaarzeld om zijn bijdrage te schrijven, omdat mensen vermoeid zijn geraakt. Het boek heeft bovendien voor verwarring gezorgd. Omdat het alternatief voor hypercalvinisme niet goed uit de verf komt, is De Vries toch in het toetsenbord geklommen.129

30 april 2024: Systematisch theoloog dr. Bram van de Beek reageert in het Nederlands Dagblad op de discussie rond de werken van dr. Gert A. van den Brink. Van de Beek roept alle deelnemers aan de discussie op om hun energie te wijden ‘aan wat in de belijdenis (…) staat over de Almachtige Schepper en over zijn [sic] Zoon (…)’.130

1 juli 2024: Gerjanne van Lagen was te gast in de podcast Dick en Daniël Geloven. Van deze podcast stond vandaag een samenvatting in het Nederlands Dagblad. Ze geeft daarin onder andere aan dat ze zich vanwege de achterban niet roerde in de discussie rond dr. Gert van den Brink, terwijl ze daar wel een mening over heeft.131

11 juli 2024: Dr. Johan Mouthaan wordt in het Reformatorisch Dagblad bevraagd over zijn proefschrift waarop hij donderdag 18 juli 2024 hoopt te promoveren. De discussie rond de boeken van dr. Gert A. van den Brink komt ook voorbij in het interview. Mouthaan wil daar niet veel op reageren. ”Ik heb geprobeerd een niet-controversieel boek te schrijven over een controversieel onderwerp.”132

18 juli 2024: In het Nederlands Dagblad verschijnt een interview met promovendus dr. Johan Mouthaan naar aanleiding van zijn proefschrift. Hij promoveert op deze dag. In het interview gaat het ook over de discussie rond dr. Gert A. van den Brink. Mouthaan geeft aan daar niet op in te gaan, hij blijft liever bij het hedendaagse debat vandaan.133

10 oktober 2024: In het Reformatorisch Dagblad scrhijft men dat het zogenoemde Dordt-beraad gestopt is. Er zijn enkele ontmoetingen geweest tussen predikanten en een ouderling uit de Gereformeerde Gezindte met dr. Gert A. van den Brink, maar laatstgenoemde moest vanwege gezondheidsredenen toch afhaken. Nu is het beraad gestopt.134

12 oktober 2024: Drs. Dick Schinkelshoek schrijft een wat negatief stuk in het Nederlands Dagblad naar aanleiding van het overlijden van ds. Moerkerken. Hij verwijst daarbij naar de video’s van dr. Gert A. van den Brink die volgens hem ‘gretig’ beluisterd werden door ‘duizenden gergemmers’.135

Voetnoten

Begraaf de openbare strijdbijl! – Eeuwenoude kloof tussen orthodox-gereformeerden en bevindelijk-gereformeerden is niet te overbruggen

Hooggeleerde theoloog en godsdienstfilosoof dr. Gert A. van den Brink1 heeft met zijn onlangs uitgegeven boeken en gepubliceerde lezingen het stof binnen de Gereformeerde Gezindte hoog doen opwaaien. In 2023 verschenen bij ‘Geloofstoerusting’ twee publicaties: ‘Dordt zoals je Dordt niet kende2 en ‘Hyperdordt3. Aanleiding tot deze publicaties was de lezing: ‘Het evangelie zonder kleine lettertjes’.4 De discussie is hoog opgelopen en laat allerlei menselijke emotie zien: hautain gedrag, satire, semi-gescheld, het gebruik van de preekstoel (of: een katheder) als steekstoel, verdriet, verbijstering, frustratie en vooral verwarring.5 Jongeren (maar ook ouderen) lijken het slachtoffer te worden in deze verwarrende discussie. Het zien van over ‘straat’ rollebollende (al dan niet gepromoveerde) dominees is persoonlijk geen versterking, maar al zeker niet voor een jonge ziel.6 Uit liefde en met pastorale bewogenheid waarschuwde een predikant daarom van de preekstoel om als gemeentelid jezelf niet in de discussie te mengen en de publicaties ongelezen te laten.7 Daar ben ik het van harte mee eens: de eeuwenoude kloof tussen orthodox-gereformeerden en bevindelijk-gereformeerden is niet te overbruggen. Dit debat zal, na veel hete hoofden en koude harten, stranden in een (mogelijk schoorvoetend) agree to disagree. De zaak is dan echter wel (opnieuw?) onherstelbaar beschadigd tussen beide ‘partijen’!

Wel of niet inhoudelijk reageren

Aan het einde van deze maand is het anderhalf jaar geleden dat ik (geattendeerd door een familielid) in aanraking kwam met ‘Het evangelie zonder kleine lettertjes’ van dr. Gert A. van den Brink. Omdat ik dr. Van den Brink ken als een sympathiek en begaafd man, hem graag hoor spreken over apologetische onderwerpen en hem daarom ook wel eens uitnodig op een congres8 was ik erg teleurgesteld in de (inhoud van de) lezing. Ik besloot daarom de discussie maar te laten rusten. Ook toen zijn twee meest recente boeken verschenen en deze de afgelopen week opnieuw in het nieuws kwamen. Verdrietig over manier van reageren van beide partijen (‘partijschappen’), dacht ik afgelopen weekend erover na om deze keer zelf wél inhoudelijk te reageren. Toen ik afgelopen weekend via de Social Media een bericht met instemming aanhaalde, was het hek van de dam. M’n postvak explodeerde en ik merkte dat deze discussie, ook al blijf je dicht bij de inhoud, emotioneel heftiger gevoerd wordt dan de discussie over (theïstische) evolutie. Overigens had ik uiteindelijk wel een paar mooie gesprekken met mensen die (op sommige onderdelen) anders hierover dachten dan ik. Een tweede bericht via Social Media volgde waarbij ik kort reageerde op de hierboven genoemde lezing zoals die uitgewerkt is in ‘Dordt zoals je Dordt niet kende’. Daarop volgde van sommige reageerders instemming met de gedachte om daar wat over te schrijven, maar ook negatief advies. Volgens sommige reageerders zou niemand gediend zijn met nog meer polemiek. De stevige discussie kent nu al alleen maar verliezers. Bovendien zullen de ‘partijen’ er onderling toch niet uitkomen. Overigens kan ik het van predikanten die in diskrediet worden gebracht wel begrijpen dat zij in heilige verontwaardiging flink van leer trekken.9 Toch kan de vraag gesteld worden of dit, de wijze waarop er gereageerd wordt, de Zaak wel dient. Een reageerder gaf terecht aan dat 1 Petrus 2:2310 wel eens wat vaker in beoefening zou mogen zijn.

Niet inhoudelijk reageren

Na advies van verschillende personen uit de verschillende partijen, heb ik besloten om in het vervolg niet meer in het openbaar (inhoudelijk) te reageren rond de discussie ‘Dordt’ en ‘Hyperdordt’.11 Dat heeft een flink aantal redenen, maar ik noem er vijf: (1) Dat heeft te maken met twee teksten uit de Schrift in de Statenvertaling: Galaten 6:3Want zo iemand meent iets te zijn, daar hij niets is, die bedriegt zichzelven in zijn gemoed” en 1 Korinthe 10:12Zo dan, die meent te staan, zie toe, dat hij niet valle”. (2) Het onderwerp is een persoonlijke en tere zaak. We kunnen, en mogen, niet over andermans ‘staat voor de eeuwigheid’ oordelen. We kunnen onze opponent wél aanspreken op de ‘stand van het leven’, maar daar moeten we het bij laten. (3) Het wordt een té rationele benadering van (het ontbreken van) een persoonlijk wonder. Gods soevereiniteit en de menselijke verantwoordelijkheid is een paradox (schijnbare tegenstelling). Deze paradox kunnen we rationeel niet klein krijgen. Door Gods genade moeten we hieronder leren bukken en buigen en God, God laten. (4) Deze discussie is typerend een discussie tussen orthodox-gereformeerden en bevindelijk-gereformeerden. Een meer bevindelijk (vanuit een door God geschonken geloof) geloven vs. een meer rationeel/beschouwelijk geloven.12 Een persoonlijke doorleving (bevinding) van het door God geopenbaarde en geschonken heil (predestinatie, wedergeboorte, toenemende ellendekennis, vierschaar, bewuste rechtvaardigmaking, geschonken geloof etc.) vs. geloven als menselijke wilsact (daad) in reactie op de Goddelijke aanbieding van het Evangelie.13 Al minstens vier eeuwen is deze discussie gaande. Alles wat er nu gezegd wordt, dat is al een keer gezegd. We hoeven de discussie rond de werken van dr. Alexander Comrie (1706-1774), Wilhelmus Schortinghuis (1700-1750) en Theodorus van der Groe (1705-1784)14 en tussen de afgescheidenen en dolerenden onderling niet opnieuw te voeren.15 Wanneer, na al die eeuwen, deze twee ‘kampen’ zijn blijven bestaan, dan moeten we niet de illusie wekken dat we het nu wél zouden kunnen oplossen. Naast dat dit laatste zeer hoogmoedig zou zijn, is het ook bijzonder naïef dat zó te denken.16 De publicaties lezende vind ik het daarom niet vreemd dat dr. Van den Brink (soms?) voorgaat in een orthodox-gereformeerde kerk.17 (5) Ten diepste gaat de discussie over het ‘aanbod van genade’ in de preken. Dit is een onderwerp dat valt onder homiletiek en daarom dient deze discussie (dit theologische dispuut) allereerst op de universiteiten en theologische hogescholen plaats te vinden.18 De plaats waar studenten worden opgeleid tot dienaren des Woords. De Christelijke Gereformeerde Kerken hebben beiden partijen in hun gelederen: orthodox-gereformeerden en bevindelijk-gereformeerden. De Theologische Universiteit Apeldoorn (waar dr. Van den Brink een aanstelling heeft) zou daarom de beste plaats zijn om geleerden uit beide ‘kampen’ te laten disputeren. Het Hersteld Hervormd Seminarie (waar dr. Van den Brink kerkelijk aan verbonden is als emeritus-predikant) aan de Vrije Universiteit te Amsterdam zou ook kunnen, maar mogelijk zijn er meer bevindelijk-gereformeerden en traditioneel-gereformeerden dan orthodox-gereformeerden in de Hersteld Hervormde Kerk. Als deze opties afvallen zou je nog kunnen denken aan Driestar Educatief, omdat het aanbod van genade ook het onderwijsveld raakt.19 Het theologische dispuut dient dan, voorzichtig, zorgvuldig, naar het gebod der liefde handelend (ook postuum) en met biddend opzien, inhoudelijk voorbereid en uitgevoerd te worden. Een voorbereidende interne bezinning op wat de opponent te berde brengt, bijvoorbeeld op een predikantenbijeenkomst, is binnen de beide ‘kampen’ dan allereerst gewenst. Dit theologische dispuut zou verder niet tot onrust (of: verwarring en partijschappen) in de gemeentes moeten leiden en daarom al zeker niet via kranten, vlugschriften of Social Media moeten worden ‘uitgevochten’.20

Mijn motto: Samenwerken waar kan, distantie waar moet. Bevindelijk-gereformeerden en orthodox-gereformeerden kunnen op diverse terreinen prima met elkaar samenwerken. Te denken valt aan Schriftgezag, kerkgeschiedenis, hermeneutiek, apologetiek, medisch ethische onderwerpen, Intelligent Design, probleem van het lijden en kwaad, rentmeesterschap, etc. Dan denk ik hierbij terug aan het uitstekende debat dat dr. Gert A. van den Brink had met de retorisch sterke atheïst dr. Herman Philipse. Als ik het goed heb was dit debat naar aanleiding van het boek met de ludieke en vindingrijk bedachte titel: ‘Er is geen God en Philipse is zijn profeet. De onredelijkheid van een atheïst’.21 Een zeer lezenswaardig en bruikbaar boek! Dan denk ik hierbij aan de bijdragen over Intelligent Design22, methodologisch naturalisme23 en gedragsbiologie (Frans de Waal)24 van dr. Gert A. van den Brink. Hij werd toen, door theïstische evolutionisten, helaas wel behandeld als kop van Jut.25 Het is een groot gemis dat de theoloog en godsdienstfilosoof op dit terrein véél stiller is geworden. Dr. Van den Brink is een sympathiek en zeer begaafd persoon. Dat we onderling anders denken over het (komen tot het) heil is verdrietig, maar hoeft samenwerking op bovengenoemde punten niet in de weg te staan. Dat geldt ook voor dhr. Marcel Vroegop, van (in dit geval uitgeverij) Geloofstoerusting. Door de opkomst van modern-gereformeerden na de Tweede Wereldoorlog, waar orthodox-gereformeerden meer ‘last’ van ervaren dan bevindelijk-gereformeerden, is deze samenwerking zelfs broodnodig. Veel orthodox-gereformeerden zijn modern-gereformeerden geworden (zie bijvoorbeeld de snelle switch die de voormalige Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in het algemeen het laatste decennium hebben doormaakt), zodat deze stroming kleiner is dan ooit. We hebben elkaar op de bovengenoemde punten daarom harder nodig dan ooit te voren. ‘Hete hoofden, koude harten’-discussies zullen ook voor persoonlijke verwijdering zorgen. Dat zal de Zaak in het algemeen zeker niet dienen.

Tenslotte

In het slotwoord sluit ik mij aan bij de liefdevolle en pastorale benadering van de predikant uit de inleiding, die zijn gemeenteleden adviseerde de boeken niet te lezen. Deze discussie hoort allereerst thuis als een theologisch dispuut aan een universiteit. Het gaat immers om een homiletisch onderwerp: het aanbod van genade in de preek. Ik roep de partijen op om daarbuiten alstublieft de strijdbijl te begraven! Om voorbeeld te geven en te luisteren naar adviezen van anderen ga ik daarom geen openbare diepteboringen doen in de twee recente publicaties van dr. Van den Brink, maar laat ik het rusten. De discussie is, hoe voorzichtig, zorgvuldig, liefdevol en biddend ook geformuleerd, niet gediend met nóg meer olie op het openbare vuur.

Om te komen tot een universitair theologisch dispuut is het allereerst nodig om overzicht te krijgen in deze discussie. Daarom ben ik vandaag begonnen met het bieden van een overzicht op deze pagina. Deze pagina wordt elke week aangevuld en met terugwerkende kracht compleet gemaakt. Mocht u het dus willen volgen dan is het verstandig om het overzicht regelmatig bij te houden.

Voetnoten

Kerk en slavernij? (6) – Bijdrage van dr. Dick de Vos aan het debat over de rol van de kerk

Slavernij is verwerpelijk en de regering heeft excuses aangeboden voor de Nederlandse betrokkenheid. In het navolgende gaat het er geenszins om ook maar iets af te doen van eventuele kerkelijke betrokkenheid. Wat verkeerd is, moet aan het licht worden gebracht. Echter als er naar de kerk wordt gewezen in verband met slavernij, dan moet dit met onderbouwing gebeuren.

De kerk sterk bij slavernij betrokken

A. Merz, G. Harinck, R.M. Allen en M. Stoutjesdijk beweren: “De Gereformeerde Kerk was sterk betrokken bij de slavernij: gereformeerde predikanten als Udemans, Hondius, Smytegelt en Capitein namen deel aan academische en kerkelijke debatten over de theologische fundering en ethische toelaatbaarheid van slavenhandel en de uitbuiting van tot slaaf gemaakten (zie bijv. Joosse 2008, 511-529 en Stegeman 2021)”.1

Onbegrijpelijkheid

Uit het deelnemen aan debatten over slavernij door individuele predikanten leiden bovengenoemde hoog- en zeergeleerde auteurs af, dat de gereformeerde kerk sterk betrokken was bij slavernij. Volgens deze onzinnige wijze van redeneren zou dus ook de schrijver van deze bijdrage sterk betrokken zijn bij slavernij. Door deel te nemen aan een discussie wordt men immers niet betrokken bij of schuldig aan het onderwerp van die discussie. Genoemde woke-auteurs slepen van alles bij de reeds vaststaande kerkelijke betrokkenheid bij slavernij. Een woke-auteur is iemand die bij voorbaat al een persoon of instelling schuldig acht en vanuit dat standpunt schrijft.

Maatschappelijke omstandigheden

De publicaties van Joosse2 vestigen de aandacht op de maatschappelijke omstandigheden in de tijd van de slavernij. De Engelse hoogleraar Rio geeft een overzicht van vormen van slavernij tot 1100.3 Lijfeigenschap en horigheid bestonden nog. De horigheid in Oost-Nederland is pas in de loop van de negentiende eeuw afgeschaft. Plaatselijke gereformeerde kerken en de meerdere verbanden daarvan waren geenszins vrij. De overheid oefende het hoogste recht over de kerk uit. Ook was er het patronaatrecht waardoor de houder van dat recht bindend de predikant kon voorstellen en de financiële (kerkvoogdelijke) zaken behartigen. Vaak was de predikant geheel onderworpen aan een adellijk heer.4

In de maatschappij was fundamentele ongelijkheid: de ene mens was in staat en orde meer dan de ander. Dit werd als door God gewild gezien. Een ondergeschikte was bijna absolute gehoorzaamheid aan zijn heer schuldig. Het verschil tussen rijk en arm was enorm.

Wie het niet met de overheid en adel eens was, kon dat maar beter niet duidelijk laten blijken. De hoogleraar H. Donellus (1527-1591), een in heel Europa vermaarde rechtsgeleerde en behorend tot de Waalse kerk, was aanhanger van de puriteinse landsvoogd Leicester. Daarom ontsloeg de Leidse magistraat Donellus in 1587, zeer tegen de zin van zijn universiteit. Magistraat en adel ergerden zich enorm aan G. Voetius (1589-1676), de Utrechtse hoogleraar die de grootste Nederlandse theoloog kan worden genoemd. In verband met de zogeheten vicariestichtingen – kerkelijke goederen in Utrecht – keerde hij zich, gesteund door zijn zoon, rechtsgeleerde hoogleraar P. Voetius (1619-1667), en later zijn kleinzoon en ook rechtsgeleerde hoogleraar J. Voetius (1647-1713), tegen de graaicultuur van bestuurders en adel. De raadpensionaris J. de Witt (1662-1701) wilde G. Voetius laten ontslaan. Dat durfde de Utrechtse magistraat niet omdat hij honderden studenten trok. Toen M. Nethenus (1618-1686), leerling en collega-hoogleraar van G. Voetius, de Groningse bestuurders en adel op hetzelfde onderwerp aanviel, werd hij ontslagen. Het is duidelijk dat het weerspreken van zelfs foutieve zaken van de overheid gevolgen voor de criticus kon hebben.

G. Voetius kon het zich vanwege zijn internationale vermaardheid permitteren om lijfeigenschap en slavernij in duidelijke bewoordingen geheel af te wijzen.5

Ondanks de risico’s die zij liepen hebben ook veel predikanten, behorend tot de Nadere Reformatie, zich ingezet voor de lotsverbetering van slaven.6 Zij namen deel aan het debat, maar juist tegen slavernij.7

Conclusies

Miljoenen lidmaten van de plaatselijke gereformeerde en later hervormde kerk leefden onder slechte levensomstandigheden. Zij hadden als prioriteit: het in leven blijven van zichzelf en hun gezinnen. Als zij al weet hadden van horigheid, lijfeigenschap en slavernij, dan speelde dat geen rol in hun leven. Tot in de twintigste eeuw woonden er nog arbeiders met hun gezinnen in plaggehutten. Zo waren de maatschappelijke omstandigheden van de tijd. Kinderen van hun tijd waren ook de gereformeerde predikanten van de Nadere Reformatie. Zij lieten zich, indien mogelijk, tegen de slavernij uit. Zij zetten zich in ieder geval in voor lotsverbetering van slaven. Het deelnemen aan een debat kan voorts niemand worden tegengeworpen. De genoemde auteurs Merz en consorten hebben zich onvoldoende rekenschap gegeven van de omstandigheden van de tijd.

© Gereformeerd Venster. Dit artikel is met toestemming overgenomen uit de digitale nieuwsbrief Gereformeerd Venster. Abonneren kan via info@gereformeerdvenster.nl of www.gereformeerdvenster.nl. Een abonnement op deze nieuwsbrief is gratis!

‘Age of the Earth: Polonium Radiohalos Demolish Geologic Time’ – Dr. Andrew Snelling sprak voor de livestream van Logos Research Associates

Noot van de redactie: De redactie zou wat minder grote woorden (‘demolish’) gebruiken, maar ziet ‘Polonium Radiohalos’ als interessant (tegen)argument in de discussie over ‘Deep Time’.

Dr. Andrew Snelling heeft, in navolging van dr. Robert Gentry, een groot deel van zijn leven onderzoek gedaan naar Polonium Radiohalos. Dit heeft hij gepresenteerd op diverse creationistische conferenties en gepubliceerd in diverse creationistische In Depth tijdschriften (zoals Answers Research Journal).1 Afgelopen jaar was hij in de livestream van Logos Research Associates om zijn onderzoek te presenteren. Helaas is de livestream niet Nederlands ondertiteld.

Onder de video staat een uitgebreide beschrijving (in het Engels):

After defining what radiohalos are, this presentation will discuss the enigma of the polonium radiohalos, produced by the three very-short-lived polonium isotopes in the uranium-238 decay chain. They are most easily recognized in the black mica, biotite, alongside uranium-238 radiohalos. Biotite is a ubiquitous mineral in many granites and metamorphic schists and gneisses globally and at all levels in the geologic record. Yet the conventional millions-of-years timescale cannot explain the formation of the polonium radiohalos. Indeed, one conventional geochronologist described them as a tiny mystery because the polonium isotopes have such a fleeting existence, with half-lives of only 3.1 minutes, 164 μsecs and 138 days. In contrast, a hydrothermal fluid flow model coupled with accelerated nuclear decay has been proposed that has successfully explained the formation of polonium radiohalos within a young-earth timescale, primarily during the year-long global Flood cataclysm. This hydrothermal fluid flow model was used to make predictions, which have been successfully tested in several case studies involving granites, metamorphic rocks, and hydrothermal ore deposits. Hydrothermal fluids are produced as granites and metamorphic schists and gneisses crystallize and cool, but conventionally such processes require millions of years. Furthermore, it has been observationally determined that the radiohalos can only form and survive below 150°C , which is late in the cooling phase of these rocks. So, their survival argues against there being a heat problem with the accelerated nuclear decay required for their formation. Thus, the exceedingly rapid formation of the ubiquitous polonium radiohalos in these crystalline rocks puts severe time constraints on the crystallization and cooling of granites and metamorphic rocks, such that they may each have formed within only 7-10 days, which is compatible with the Flood year. Even the major occurrence of polonium radiohalos through the geologic record correspond with the Flood year. Thus, polonium radiohalos demolish the claimed long geologic ages.

Meer weten over de argumenten van Snelling? Onlangs plaatsten we een samenvatting van zijn zeven geologische argumenten om uit te gaan van een wereldwijde zondvloed.

Voetnoten

Met Genesis kun je niet alle kanten op

Ongeveer 25 jaar geleden ging ik als hervormd theologiestudent eens een preek beluisteren in een ander kerkverband. Ik trof het, de tekst was Genesis 1:1. De predikant stond als confessioneel bekend, maar verrassend genoeg werd er door veel zaken een dikke streep gehaald. Mozes had Genesis niet geschreven. De Israëlieten hadden aanvankelijk slechts een Bijbel met verhalen over Abraham en daarna. De rest werd uitgedacht tijdens de Babylonische ballingschap, toen de joodse kinderen hun ouders vroegen hoe het zat met het ontstaan van de wereld, omdat hun heidense omgeving daar gedachten over had. Vraag niet of Genesis 1 tot en met 11 historisch echt gebeurd is. Het bedoelt slechts op een godsdienstige wijze te zeggen dat, op de een of andere manier, God aan het begin van alles stond.

Is dat werkelijk zo? Aan het gemak waarmee ”Bijbelgetrouw” Nederland tegenwoordig de evolutietheorie omarmt, zou je denken dat het prima gaat. Het is een wereldwijde tendens. Zelfs de gereformeerde anglicanen in Australië (Sydney) beginnen het te verkondigen. Met een beroep op vroege christelijke en joodse geleerden, zoals Philo, Clemens en Augustinus, wordt gesteld dat je prima Bijbelgetrouw kunt zijn en neodarwinist. Vroeger zou de Bijbel immers ook op eenzelfde symbolische manier gelezen zijn? Als Augustinus het deed, mogen wij het toch ook? Hoe geloofwaardig is dit beroep op de Vroege Kerk?

Scheppingsorde

De joodse geleerde Philo (ca. 20 v. Chr.-50) was een grote fan van de allegorie. Gewoonlijk echter beseffen degenen die zich op hem beroepen niet dat hij de schepping zag als een historisch verslag en daar geen allegorie op toepaste. Genesis 1 is dan ook de grote afwezige in zijn twee series van allegorische commentaren. Hoewel historische en symbolische verklaringen elkaar niet uitsluiten, is het opvallend dat Philo de schepping uitsluitend als historisch opvat.

„De natie van de joden onderhoudt elke zevende dag volgens regelmaat, na elk interval van zes dagen, en er is een verslag van de gebeurtenissen opgeschreven in de geschiedenis van de schepping van de wereld dat genoegzame reden geeft voor deze instelling, want de heilige geschiedschrijver zegt dat de wereld is geschapen in zes dagen, en dat op de zevende dag God Zich onthield van werken en begon terug te kijken op wat Hij zo prachtig had geschapen.”

Veel duidelijker kan het niet: een verslag van gebeurtenissen, geschiedenis et cetera. Voor Philo waren er letterlijke scheppingsordinanties. Trouwens, voor het jodendom na hem ook. De joodse kalender rekent nog steeds vanaf het jaar waarvan het jodendom aanneemt dat de schepping van de wereld heeft plaatsgevonden (2012 = circa 5772 na de schepping).

Clemens (150-215), eveneens uit Alexandrië, zag het begin van Genesis op eenzelfde manier. De zes dagen van de schepping waren voor hem even letterlijk als de omloop van de zon van keerkring tot keerkring in zes letterlijke maanden (Clemens van Alexandrië, Stromata 16, par. 6). Hij fundeert weliswaar symbolische uitleg van andere zaken op dit scheppingsbeginsel, maar de schepping zelf verstaat hij letterlijk.

Augustinus

Augustinus (354-430) wordt vaak misverstaan. Gelukkig maakt een recent standaardwerk voor de patristiek duidelijk wat hij echt dacht. Volgens ”Early Christian Greek and Latin Literature” (2005) van Claudio Moreschini en Enrico Norelli verwierp Augustinus op latere leeftijd veel van zijn eerder gebruikte allegorie en typologie bij het verklaren van Genesis. Zelfs het paradijs en zijn locatie verstond hij als letterlijk historisch. De schepping duurt bij Augustinus niet lánger dan zes dagen, maar juist veel korter. Hij bezag de hele schepping als een gebeuren van een oogwenk, maar de chronologie en het scheppingsgebeuren waren voor hem een echt feit.

Bovendien zegt hij, wat trouwens alle kerkvaders beweren, dat de mensheid afstamt van één man, die onmiddellijk met een lichaam en een ziel geschapen werd. Augustinus zegt er nog specifiek bij dat het niet om een groep of een soort gaat, maar om één persoon. Eva werd uit hem genomen en zo kwam het hele menselijke geslacht tot stand. In hetzelfde boek gebruikt hij een heel hoofdstuk om aan wetenschappers van die tijd uit te leggen dat de aarde niet ouder was dan ongeveer 5000 jaar.

Augustinus is dus volstrekt onbruikbaar om het neodarwinisme te verzoenen met de Bijbel. Hij dacht heel anders over de duur van de schepping, de letterlijkheid van het paradijs en het gebeuren daar, de afstamming van de mensheid van Adam en de ouderdom van de aarde dan de tegenwoordige neodarwinisten.

Toegegeven, ook kerkvaders maken fouten. Maar het is duidelijk dat het neodarwinisme een breuk is met de opvattingen van het historisch christendom over de schepping. Daarvoor kan men goede redenen hebben, maar het is gewoonlijk een veeg teken als na achttien eeuwen consensus theologen plotseling iets anders gaan beweren. Dat komt gewoonlijk niet door de Bijbel, maar door de maatschappelijke ontwikkelingen in hun tijd.

Vrouw

Wat zorgen baart, zijn de consequenties voor ons beeld van God en de manier waarop we met de Bijbel omgaan. Het gaat niet slechts om de symbolische interpretatie van een Bijbelboek dat altijd door de Kerk is opgevat als geschiedenis, maar raakt de fundamenten van de katholiek- gereformeerde leer en exegese, met name op het gebied van scheppingsordinanties.

Als een exegetisch beginsel van zijn historische karakter en brede taalkundige context wordt ontdaan, kun je uiteindelijk alle kanten op met elke tekst. We zien dat in onze tijd niet alleen bij Genesis. Het beroep van Paulus op een historisch maatgevende schepping die ten grondslag ligt aan de rolverdeling van man en vrouw in kerk en samenleving wordt evenzeer aan de kant gezet.

Vrouw in het ambt? Moet kunnen. In de kringen waarin dit gebeurde, werd gewoonlijk binnen één generatie de relevantie van scheppingsordinanties ook aan de kant gezet waar het de praktisering van homoseksualiteit betrof. Dezelfde discussies die dertig jaar geleden in de grote kerkverbanden speelden, worden nu volop gevoerd in kleinere kerken uit de Afscheiding, Doleantie en de Gereformeerde Bond.

De ernstigste gevolgen heeft het afschaffen van de katholiek-gereformeerde exegese voor ons beeld van God. Het omarmen van de evolutietheorie reduceert God feitelijk tot een grote sadist die schiep door middel van miljoenen jaren van ziekte, lijden, dood, verdrukking en het kapot trappen van anderen. Is dat de liefdevolle Vader in Christus, of een monster? Was Marcion niet eerlijker toen hij de Demiurg, de ”duistere god van het Oude Testament”, verwierp?

Uitzichtloos

Maar met hun uitleg van het Nieuwe Testament zijn we al niet beter af. Volgens Paulus en Johannes heeft juist Christus alle dingen geschapen. Jezus zou Zich daarbij dus bediend hebben van ziekte, moordende competitie en vernietiging. De dood is dan geen gevolg van de zonde, maar een hulpmiddel van Christus om uiteindelijk de mens te scheppen; niet de laatste vijand, maar een scheppingsmethode.

Jezus kwam vervolgens naar de wereld om mensen te verlossen van sinistere processen die Hij Zelf in gang had gezet. Echter, hoe kun je zo’n God dan nog vertrouwen voor de toekomst? Als God het etiket ”zeer goed” plakt op de eerste schepping, moet je oppassen als Hij alle dingen nieuw gaat maken. Wie zegt dat dit niet weer miljoenen jaren van uitzichtloos lijden betekent? Misschien ligt Gods begrip van goed op een heel ander vlak dan het onze.

Wie Genesis 1 leest als mythe, moet eerlijk zijn en ook de consequenties trekken voor het lezen van het Nieuwe Testament. Lukas (3:38) voert de stamboom van Christus terug tot één historische Adam. Hij laat Jezus beweren dat Mozes het boek Genesis schreef (16:31, 24:44) en verwijst naar de vrouw van Lot (17:32) en een wereldwijde watervloed (17:26-27) als echte gebeurtenissen.

Breuk

Als je Lukas, die aan het begin van zijn evangelie specifiek claimt aan historische geschiedschrijving te doen, niet in deze dingen kunt vertrouwen, waarom dan wel als het gaat over Jezus’ wonderen of opstanding? Misschien was het alles deel van zijn primitieve wereldbeeld. Lukas bedoelde het natuurlijk niet letterlijk, maar wilde gewoon zeggen dat Jezus een goede, inspirerende kerel was Die voortleeft in het leven van Zijn volgelingen.

Hieruit volgt dat je met Genesis dus niet alle kanten op kunt. Wie de evolutietheorie omarmt, breekt feitelijk, dogmatisch en exegetisch met het historische christendom. Onze tijd vraagt om eerlijkheid. Tegenover God, tegenover elkaar en in het omgaan met de feiten.

Veel ‘darwinistische’ biologische processen om ons heen zijn realiteit. Wie in geloof naar de wereld kijkt, ontkent dit niet, maar beseft dat deze mechanismen kenmerken zijn van een vervloekte wereld. Ze hoorden er oorspronkelijk niet bij en kunnen dus ook niet via extrapolatie gebruikt worden om het ontstaan van de aarde en het leven te verklaren.

Hoe het in den beginne precies gegaan is, zullen we vanuit een gevallen wereld wetenschappelijk nooit meer kunnen achterhalen. Echter, dankzij Gods openbaring hoeven we geen ontstaansagnosten te zijn.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Zuiddam, B.A., 2012, Met Genesis kun je niet alle kanten op, Reformatorisch Dagblad Puntkomma 41 (271): 12-13 (artikel).

Einde droogte!

Begin September 2022 stond het water in de Waal erg laag. Ook langs de Nederrijn was de droogte merkbaar. Vanaf de Tollewaardbrug waren grote plekken wad te zien: het wateroppervlak was met een derde gekrompen en er waren hele stukken bodem ‘droog’ gevallen. Op deze wadvlakte zag ik op 6 september 2022 een aantal Witte Kwikstaarten. De Witte Kwikstaart is een algemene broedvogel in ons land. Ze zoeken hun voedsel bij voorkeur op de grond en rennen daarbij voortdurend achter insecten aan. Maken daarbij ook korte vluchtjes. Dus een heel actieve vogel. Vanaf juli verzamelen Kwikstaarten zich in groepjes, meestal op plekken met veel voedsel. Zo ook in de Tollewaard: heerlijk rennen over het nieuwe wad op insectenjacht. Eén solitaire Gele Kwikstaart liet zich ook zien. Op de foto ziet u een volwassen vrouwtje Witte Kwikstaart. De vogel kijkt uit over het water: ‘waar is toch die wadvlakte gebleven’? Ja wat weet een vogel van droogte en neerslag? In de week van 6 september 2022 heeft het elke dag (vooral ’s nachts) geregend. Zeker 50 mm is er gevallen. Wat een zegen die regen na de maandenlange droogte! Op de foto staat het water tot aan de stenen. Normaal staan ze ook onder water. De vogel staat erbij en kijkt ernaar … Gelukkig leven vogels bij de dag. Zij hoeven niet te zaaien en te maaien. De Schepper aller dingen voedt ze. En wij mensen? Wees niet bezorgd. Gaan wij de vogels in de lucht niet ver te boven?

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2023, Betuwse Eiber, Het GemeenteNieuws 22 (41): 23.

Het geslacht ‘Van Meerten’ in de Serie Gerichtelijke Transcripties Nederbetuwe – Deel 20: Gerichtssignaat Bank Zoelen 1614-1661

In 2007 promoveerde dr. Peter D. Spies aan de Theologische Universiteit Apeldoorn op een belangrijke studie naar de classis van Tiel. De titel van zijn proefschrift luidt ‘De classis van Tiel 1579-1816: De gereformeerde kerk in de Nederbetuwe in het spanningsveld van politieke machten en maatschappelijke veranderingen’.1 Daarna heeft dr. Spies ook niet stilgezeten en heeft hij diverse gerichtelijke transcripties en ander transcriptiewerk uitgegeven. Zo ook de ‘Serie Gerichtelijke Transcripties Nederbetuwe’. We hopen de komen de tijd, als de Heere het leven en de gezondheid geeft, deze transcripties door te nemen op zoek naar stamgenoten. Het betreft vooral individuen met de achternaam ‘Van Meerten’ of aangetrouwde leden van deze familie. Als het gaat om de vrouwelijke lijn nemen we, gewoontegetrouw, alleen de kinderen en aan die kinderen aangetrouwde gezinsleden (dus man of vrouw) mee. Na verloop van het genealogisch onderzoek is het mogelijk dat dit artikel wijzigingen ondergaat, bijvoorbeeld als wordt ontdekt dat naam X of Y ook tot (afstammelingen van) dit geslacht behoort. Hieronder de bestudering van het eenentwintigste deel.2

Johan van Bemmel

Johan van Bemmel komt twee keer voor in dit deel (bladzijde 31 en 73). Het is slechts een vermelding dat hij behoorde tot het ridderschap of de gerichtslieden. Het gaat dan om 25 juni 1618 en 22 september 1625. Mogelijk is dit de zoon van Heijmerick van Bemmel en Anna van Meerten.

Everhard Godfried van Meerten

Jonker Everhard Godfried van Meerten komt drie keer voor in dit deel van de Gerichtelijke Transcripties. Op 17 oktober 1657 zien we dat hij aanwezig is bij de ‘in Soelen gespannen bancke’.3 Op dinsdag 20 oktober 1657 compareert hij eveneens voor de ambtman en is er sententie uitgebracht.4 Op 11 november 1659 behoort hij bij de ‘gerichtsluijden’ van de ‘Soelensche bancke’.5

Johan (Ernsten) van Meerten

Een ‘Van Meerten’ die het meest voorkomt in dit gerichtssignaat is Johan (Ernsten) van Meerten. Op de gerichtsdag van 24 februari 1614 komen we heb als eerste tegen.6 Het gaat om een ‘Aenspraeck’ die ‘Affgedaen’ is. Ik citeer:

“#Aenspraeck#
Lambert Corstensen spreeckt aen mit recht tuschen pandongh ende pandtkerongh Johan van Meerten voor de somme van LXVI gulden hercommende van verdient loon ende voor den schaden mit recht ende bedinght hiermede zijn wacht.
#Affgedaen#”

Op bladzijde 23 gaat het opnieuw over hem op de gerichtsdag van 4 juli 1616:

”#Aenspraeck#
Aelbert van Leuwen, als rentmeijster sijns genedighen fursten ende heeren mijn heere den Prince van Orengen etc., spreect aen met recht tuschen pandongh ende pandtkerong Johan van Meerten, eerstelick voor XXIX gulden ses stuvers, als reste van meerder somme van verscheenen ende onbetaelde landtpachten, ende voor den schaden met recht. Ende bedinght hiermede zijn wacht.”

Dezelfde dag krijgen ze ook antwoord, op bladzijde 24 lees ik:

”#Antwoordt#
Johan van Meerten andtwoort op aenspraeck van Aelbert van Leuwen rentmeijster van mijn heere den Prince van Orengen etc., ut in scriptis.”

Op 17 oktober 1616 wordt zijn naam opnieuw genoemd.7 Ik citeer:

”#Aenspraeck#
Wolter Roeloffsen spreeckt aen mit recht tuschen pandongh ende pandtkerongh Derick Jansen ende Johan van Meerten, als gewesene vercopers van sekere thien hondt landts binnen Soelen opte Huijsgarden, als voor vrijong, quijtongh ende affhaldonge van hondert negen ende vijftich gulden tien stuvers, daer die voorschreven thien hondt landts voor dato des coops met beswaert zijn gewest und alnu uut cracht van een verwonnen acte op datselve landt gevordert werden ende oock voor alle hijnder, schade ende costen dienthalven algereets gedaen ende noch te doen, na inhalt segel ende brieve, ende voor den schade met recht. De voorschreven segel ende brieve, mitsgaders copie van de geruerte verwonnen acte hiermede als oock de wacht bedingende.”

Op deze gerichtsdag gaat het ook over de eis van Aelbert van Leuwen van 4 juli 1616.8 Ik citeer:

”Gesien den eijsch van Aelbert van Leuwen, als rentmeijster van sijn forstelicke genaden mijne heere den Prince van Orangiën etc., eijscher ter eenre ende ’t andtwoordt van Johan van Meerten verweerder ter andere, wijsen die ridderschappen voor recht, dat den eijscher tuschen dit ende XIIII dagen bij eede verclarende de geëijschte schuldt deuchdelick te zijn, sal in sulcken geval den verweerder hem deselve opleggen ende betalen.
#Den eijscher heeft de hem in desen operlachte verclaronge gedaen voor den substituit amptman jonckher Johan van Bronckhorst ende gerichtzluijden jonckher Adriaen van Druten ende Geridt van Haech den 26en des voorschreven maents octobris#”

Op 17 oktober 1616 wordt eveneens nog ingegaan op de zaak van Wolter Roeloffsen (zie hierboven).9 Ik lees kort:

”#Andtwoort#
Derick Jansen ende Johan van Meerten contra Wolter Roeloffsen ut in scriptis.”

Op de gerichtsdag 29 april 1619 gaat het over een zaak tussen Steven van Eck en Johan van Meerten.10 Daar lees ik:

”#Aenspraeck#
Steven van Eck spreeckt aen mit recht tuschen pandongh ende pandtkerongh Johan Ernsten vn Meerten voor de betalonge van acht en dartich gulden hercommende van coop van een slachtbeest anno 1616, affslaende elff gulden hem door tuschenspreken van goede luijden daervan quijtgescholden, ende voor den schaden met recht. Ende bedinght hiermede sijn wacht.”

Op de volgende bladzijde eveneens.11

”Op de rechtzvorderinge van Steven van Eck eijscher ter eenre ende Johan van Meerten verweerder ter andere, ’t gericht gesien den eijsch ende d’ obligatie bij den verweerder in plaets van andtwoort overgelevert, condemneert den verweerder de geëijschte schult tuschen dit ende ses weecken aen den eijscher te betalen. Reserverende den verweerder zijn recht tegens den eijscher te mogen institueren zoo zijnen goeden raedt gedragen sal.”

Op 8 juli 1619 gaat het over een andere zaak en wordt een ‘acte van indemniteijt’ gegeven.12

”#acte van indemniteijt#
Johan van Meerten promisit, voor den substituit amptman ende gerichtzluijden nabenoempt, te quiteren, indemneren, along ende geheel schadeloos te halden jonckher Christiaen van den Steenhuijs van alsulcke borchtochte, als zijn edele voor de pachtonghe, als denselven van Meerten verledenen jare 1618 van den impost van den besaijden mergen op Drumpt gedaen, gepresteert heeft. Stellende ende verbijndende daeronder tot versekerong van dijen alle sijne goederen, reede ende onreede, in den kerspel van Soelen gelegen, om bij nalaticheijt van quiteronghe morgen ofte commen te lijden, daeraen (als met allen rechten vervolcht ende verwonnen wesende) met coopbiedonghe te verhalen. Daervan hij comparant sich alsoo betuijcht gegeven heeft. Actum voor gerichtzluijden Maes Gerridtsen scholtis ende Nicolaes Broeckhuisen den 8e julii voorschreven.“

Op 2 november 1620 werd er opnieuw gericht gehouden en kwam Johan van Meerten opnieuw ter sprake.13

”#Aenspraeck#
Johan van Meerten spreeckt aen mit recht tuschen pandongh ende pandtkerongh Johan van Ingen voor twelff gulden ter goeder rekenongh vermogens pandonge hierbij inbedingen[de], ende voor den schaden met recht. Ende bedinght hiermede sijn wacht.”

En op dezelfde bladzijde:

”#Overgifte#
Jan Jansen van Inggen heeft verwillecoert ende overgegeven op d’ aenspraeck huijden bij Jan van Merten op hem gedaen mit denselven te rekenen ende volgens dien te betalen.”

Op 20 juni 1622 lezen we op bladzijde 52 het volgende:

”#Aenspraeck#
Jan van Meerten spreeckt aen mit recht tuschen pandongh ende pandtkerongh Ghijsbert Huijberts voor de somme van XXVIII gulden ses stuvers 4 penningen hercommende van affgerekende schuldt vermogens rekenboeck daervan zijnde, ende voor den schaden met recht. Ende bedinght hiermede sijn wacht.”

Op dezelfde dag is er nog een vervolg:

”#Verfolch#
Johan van Meerten supra Ghijbert Huijberts.”

Op de gerichtsdag van 22 september 1625 komt de weduwe voor van Johan van Meerten. Het gaat om een oude belofte van borgtocht uit 1619 tussen Christiaen van den Steenhuijs. Inmiddels leeft Christiaen ook niet meer en komt in plaats van hem zijn weduwe. Johan is dus overleden tussen 20 juni 1622 en 22 september 1625. Ik lees op bladzijde 71:

”#Aenspraeck#
Joffrouw Marie van Eldijck, weduwe van zaliger jonckher Christiaen van Steenhuijs, cum tutore spreeckt aen met recht tuschen pandongh ende pandtkerongh Ernstgen van Lauwijck, weduwe van Johan van Meerten zaliger, voor de betalonge van een hondert ende sestich gulden, als reste van borchtael wegens des landts middelen bij gemelte Steenhuijs voor Johan van Meerten gepresteert ende aen den ontfanger tot Bommel voor denselven heeft moeten betalen vermogens extract hierbij inbedingende, ende voorts voor den schaden met recht. Ende bedinght hiermede haer wacht.”

Op de volgende bladzijde komt een antwoord op de bovenstaande aanspraak.

”In saecke van de weduwe van jonckher Christiaen eijschersche eens ende de weduwe van Johan van Meerten verweerdersche ter andere worde gecommiteert die edele ende erentfeste jonckheren Johan de Cock van Oppijnen tot Tiel, Wilhem van Heese, Joost van Bueren ende Steven Steenhuijs, om parthijen ten zeeckeren dage voor oer edelen te bescheijden ende deselve in der vrundtschap sien te verdraghen, is ’t mogelick. Soo niet, sal volgens in der sake gedaen werden na rechts behooren.”

Het lijkt erop dat Ernstgen van Lauwijck na het overlijden van Johan van Meerten hertrouwde met Nicolaes Broeckhuijsen. Op pagina 92 wordt in ieder geval aangegeven dat zij getrouwd is met Claes van Broeckhuijsen.
Op bladzijde 103 (dat gaat over de gerichtsdag donderdag 7 september 1631 lezen we dat zij overleden is. Het gaat dan ook over de nagelaten kinderen van Ernstgen en het lijkt erop dat dit niet de kinderen zijn van Nicolaes.

”#Aenspraeck. Leuwen#
Nicolaes Broeckhuijsen, weduwenaer van Ernstgen van Lauwijck sijn gewesen huijsfrouw, spreeckt aen met recht tuschen besatongh en ontsatongh Jan Gerritssen, smit tot Soelen, als borge voor de nagelaten kijnderen van Ernstgen van Lawick, ut inscriptis. Ad proximam.
#Niet gelesen#”

Ze moet dan overleden zijn tussen 14 mei 1629 en 7 september 1631.

Voetnoten

Godfather of godvrezend bisschop? – Dr. Benno Zuiddam publiceert in ‘Journal for Christian Scholarship’ over Schriftgezag in de ethiek van Ambrosius

Van 10 tot en met 12 juni 2021 werd er door de Katholieke Universiteit Leuven en de Theologische Universiteit Apeldoorn een Ambrosiuscongres georganiseerd. Dr. Benno A. Zuiddam was ook aanwezig om een lezing te geven over ‘Ambrosius in het spanningsveld van Schriftgezag en pragmatisme’.1 Deze lezing werd ná die van prof. dr. Arie Baars de meest bekeken lezing van het congres. Eind 2023 heeft dr. Zuiddam de lezing omgewerkt tot een wetenschappelijke publicatie in het Zuid-Afrikaanse ‘Journal for Christian Scholarship’ of ‘Tydskrif vir Christelike Wetenskap’.2

Een mozaïek van Ambrosius van Milaan. Bron: Wikipedia.

Dr. Zuiddam heeft zijn publicatie ook geplaatst op zijn ResearchGate-pagina. In dit korte artikel volgen we de abstract en verwijzen tenslotte door naar het artikel. Ambrosius wordt door sommigen gezien als ‘manipulatieve politicus die de nieuwe staatsreligie gebruikte als een middel om persoonlijke macht en invloed te bewerkstellingen’. Vanuit modern oogpunt lijkt deze opvatting over de bisschop van Milaan stand te houden, maar volgens Zuiddam is deze ‘grotendeels gebaseerd op veronderstellingen vanuit onze tijd’. In zijn wetenschappelijke publicatie onderzoekt Zuiddam primaire en secundaire antieke bronnen om de ethiek van Ambrosius te bestuderen. “Een zorgvuldig onderzoek van deze bronnen leert dat Ambrosius, net als eerdere kerkvaders, zichzelf een man van principe en zelfverloochening toonde, die opereerde vanuit de premisse van de Schrift als Gods gezaghebbende stem voor heden en verleden.” Deze conclusie wordt, volgens het onderzoek van Zuiddam, ook door secundaire antieke bronnen van tijdgenoten bevestigd. De classicus en nieuwtestamenticus deed filologisch3 onderzoek naar ‘De Officiis’ en dit onthult Ambrosius’ opvattingen over autoriteit en menselijk denken en gedrag. Voor Ambrosius was het ambt van bisschop in de eerste plaats een onderwijstaak ‘om de orakels van God voor het menselijk leven en de leer van de Schrift door te geven’. De Heilige Schrift zag Ambrosius als leidend principe voor de christelijke ethiek ‘aangezien hij de hele wereld beschouwt onder de aanspraak van zijn Schepper en Heer’. Met deze uitgangspunten probeerde hij rijkswetten te veranderen overeenkomstig Gods wet en daardoor de samenleving te kerstenen. Linguïstisch onderzoek, van dr. Zuiddam, toont aan dat het Schriftgezag bepalend was in de ethiek van Ambrosius. De bisschop van Milaan dacht, volgens Zuiddam ‘niet opportunistisch, maar stelde zichzelf en anderen onder externe autoriteit, inzake goed en verkeerd handelen’. De publicatie doorlezend kan ook gezegd worden dat hij zich stelde onder de Externe Autoriteit met hoofdletters, de Potentaat der Potentaten. Via de verwijzing hieronder is het volledige artikel te lezen. We feliciteren dr. Zuiddam vanaf deze plaats met de publicatie. Het kan gezien worden als goed begin van het nieuwe jaar!

Deze publicatie is eveneens verschenen via de ‘ResearchGate’-pagina van dr. Benno A. Zuiddam en hier te bestuderen. Het verschijnen van deze publicatie werd ook kenbaar gemaakt op de persoonlijke website van de classicus en nieuwtestamenticus.

Voetnoten

Lag Sodom ten noorden van de Dode Zee? – Een aantal argumenten op ‘Aantekeningen bij de Bijbel’ die dit tegenspreken

‘Landschap met de brand van Sodom en Gomorra’ geschilderd met olieverf door Joachim Patinir (ca. 1480-1524). Bron: Wikipedia.

De afgelopen decennia is meermalen in het nieuws gekomen dat Sodom gevonden is. Het gaat hierbij om Tall el-Hammam (13 km noordoostelijk van de Dode Zee). Ook in 2015 lazen we dit in diverse media. Een van de redenen van deze identificatie is dat de onderzoekers (Tall el-Hammam Excavation Project) zich baseren op de teksten in Gen. 13-19 en de Koran. Wat betreft de Bijbel wordt verwezen naar Gen. 13:10: “En Lot sloeg de ogen op en zag dat heel de Jordaanvlakte rijk aan water was…” (HSV). Waarbij men er dan vanuit gaat dat met כִּכַּ֣ר kikar (“vlakte”) de Jordaanvallei wordt bedoeld en wordt verwezen naar de Koran (Qur’an VIII.7.84; XII.11.82; XIV.15.61-79; XIX.25.40; XX.29.40). Verder is een argument dat Tall el-Hammam aan de belangrijkste handelsroutes lag en zich bevindt aan de oostelijke kant van de Jordaan.

Er zijn echter een aantal argumenten die deze plaats als locatie van de stad Sodom tegenspreken: 1) We lezen dat Lot in eerste instantie naar het oostelijke gedeelte van de Jordaan trok en in diverse steden woonde tot hij zijn tenten bij Sodom neerzette (Gen. 13:12). Dit impliceert dat hij behoorlijk had gereisd voordat hij bij Sodom aankwam en zich dus niet noodzakelijk meer in de Jordaanvlakte bevond. 2) Deze kikar kan slaan op een gebied tot noordelijk bij Sukkoth (1 Kon. 7:46), zeker als het niet in combinatie met de Jordaan wordt genoemd (Gen. 19:17, 28; 2 Sam. 18:23). 3) In de Bijbel zien we dat Sodom ligt in het Siddimdal bij de Dode Zee. Siddim betekent zoiets als “kalk of krijt” (“zout” LXX) wat meer overeenkomt met het zuidelijke gedeelte van de Dode Zee, omdat daar ook de zinkgaten gevonden worden (Gen. 14:10). Ook past deze zuidelijke omgeving beter bij veel andere Bijbelteksten die gaan over het vernietigde gebied (Deut. 29:23, Jes. 13:19-20, Jer. 49:18, 50:40; Sef. 2:9) en met de latere oorlog tussen Juda en Edom te Zair (=Zoar 2 Kon. 8:21). 4) Tot slot is ook de specifieke woordkeus voor de vernietiging van Sodom en omliggende steden, שחת shachet “vernietigen” en הפך hafach “omkeren” (Gen. 19:29), belangrijk omdat dit de kans bijzonder klein maakt dat van een opgegraven stad, ongeacht in het noordelijk of zuidelijk gedeelte, nog veel te vinden is. Van Tall el-Hammam zijn namelijk grote delen van de fundamenten van huizen en muren gevonden, wat bij zo’n omkering niet mogelijk is.

In november 2018 kwam in het nieuws dat een meteorietinslag mogelijk de oorzaak van de verwoesting was (ScienceNews, 20 nov. 2018; P.J. Silvia et al. The 3.7kaBP Middle Ghor event: catastrophic termination of a Bronze Age civilization. American Schools of Oriental Research annual meeting, Denver, November 17, 2018). Enkele jaren later werd dit bevestigd (Ted E. Bunch, “A Tunguska sized airburst destroyed Tall el-Hammam a Middle Bronze Age city in the Jordan Valley near the Dead Sea“, in Scientific Reports vol. 11 18632).

Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website ‘Aantekeningen bij de Bijbel’. Het originele artikel is hier te vinden.

Eenvoudige uitleg van baraminologie met de konijntjes als voorbeeld – Biologieonderwijs vanuit het perspectief van de schepping door dr. Todd C. Wood

Creationisten belijden een schepping in zes dagen. Op de zesde dag schiep God de landdieren. Hoe zit dat met de konijntjes zijn deze ook zó geschapen? Hoe sommige creationisten hierover denken wordt duidelijk in dit eenvoudige filmpje van dr. Todd C. Wood.1 Met dank aan Douwe Tiemersma voor de Nederlandstalige ondertiteling van deze video.

Voetnoten