Welkom op deze website!

Deze website is de thuisbasis van de organisatie Fundamentum. Fundamentum zet zich in op het gebied van geloof en wetenschap, medische ethiek en apologetiek. Eigenaar van de website is Jan van Meerten. De website is ook de landingswebsite van het jaarlijkse congres ‘Bijbel & Wetenschap‘. Deze website bevat informatie over allerhande onderwerpen zoals seksuele gerichtheid, pro-life, wereldgodsdiensten (zoals Islam, Hindoeïsme etc.) en vooral over scheppingsleer, -geloof en -paradigma. In het laatste geval zijn wij voorstander van het klassieke scheppingsgeloof met een zesdaagse schepping, een historische zondeval en om niet meer te noemen een wereldwijde zondvloed. Verder gebruikt Jan van Meerten deze website om eerder door hem geschreven artikelen te bundelen en het onderwerp waarin hij zichzelf aan het specialiseren is uit te werken. Het gaat dan om paleoecologie, paleoklimatologie en paleontologie, meer specifiek de ecosystemen van de dinosauriërs (het zogenoemde Mesozoïcum), nog meer specifiek de zoogdierachtigen en vogelachtigen in deze ecosystemen. Zijn overige artikelen kunnen gelezen worden als (wetenschap)journalistieke stukken. De website bevat ook gastbijdragen van medechristenen. Als laatste is het ook de landingswebsite van de genealogie van het geslacht Van Meerten en Betuwse streekgeschiedenis. U kunt uzelf hier abonneren op de nieuwsbrief. Deze nieuwsbrief verschijnt maandelijks en zal alle onderwerpen behandelen behalve informatie over het geslacht Van Meerten. De nieuwsbrief bevat altijd de mogelijkheid om uzelf af te melden. Van harte welkom op deze website en veel leesplezier! Feedback kan gegeven worden via de pagina ‘hier mag u uw hart luchten‘. Op deze pagina zullen wij zelf niet veel reageren. Op reacties, vragen of stellingen wordt gereageerd in de rubriek ‘Feedback & vragen‘. De feedback kan ook gegeven worden via info@oorsprong.info.

Megazostrodon, een uitgestorven zoogdierachtige (Mammaliaformes) uit het Trias/Jura.
Megazostrodon, een uitgestorven zoogdierachtige (Mammaliaformes) uit het Trias/Jura. Deze foto is genomen in het Natural History Museum in Londen en afkomstig van de internetencyclopedie Wikipedia.

Ontwikkelingen rondom abortus doen alle alarmbellen afgaan

Ondanks het abortusverbod in veertien staten van Amerika is het aantal abortussen in 2023 alsnog fors gestegen. Het Guttmacher Institute meldt dat er in dat jaar meer dan één miljoen abortussen zijn uitgevoerd in de Verenigde Staten 1.026.690 om precies te zijn.1

De grote vraag is of dit aantal wel juist is. Het is zeer waarschijnlijk een onderschatting omdat alleen de geregistreerde abortussen zijn geteld. Alle abortussen die buiten de abortuscentra plaatsvonden worden niet meegeteld. Zo blijven de 4.000 wekelijkse bestellingen van abortuspillen via postorder van Aid Access (van Rebecca Gomperts)2 en andere abortuspillen die gekocht zijn via apotheken in Mexico buiten de cijfers. Tegelijkertijd is het geregistreerde gebruik van de abortuspil in Amerika na de goedkeuring door FDA in 2000 gestegen tot 63 procent van alle abortussen. Dit zijn onvoorstelbare getallen. Sinds 2012 is het niet meer voorgekomen dat in Amerika het aantal abortussen in één jaar boven de één miljoen uitkwam.

Niet alleen in Amerika is in 2023 het aantal abortussen zeer fors gestegen. Ook in het Verenigd Koninkrijk was er een toename in de eerste zes maanden van 2023. MSI Reproductive Choices, een organisatie die zich met abortus bezighoudt, heeft al gemeld dat er in die periode een stijging was van 32 procent (!) vergeleken met dezelfde periode in 2022.3 Voor Nederland zijn de cijfers over 2023 nog niet bekend.

Als de stijging van het aantal abortussen in 2023 voor Nederland dezelfde orde van grootte heeft als in het Verenigd Koninkrijk en Amerika, dan moeten we ons echt zorgen gaan maken en wordt onderzoek naar de motieven voor een abortus alleen maar belangrijker. Want zonder inzicht in de motieven te hebben, is het onmogelijk om als overheid maatregelen te treffen en hulp te bieden. Je weet namelijk niet waar en welke hulp er nodig is om het aantal abortussen omlaag te brengen.

Een tweede ontwikkeling

Zowel in Amerika als in het Verenigd Koninkrijk zien we dat de abortuspil een steeds grotere rol speelt als abortusmethode. Die ontwikkeling zien we ook in Nederland. Deze manier om een abortus uit te voeren wordt gebracht als een ‘veilige’ methode. Echter voor geen enkel ongeboren kindje is deze methode veilig te noemen. Immers het doel van de abortuspil is om het kindje te doden. Maar er kleven nogal wat andere risico’s aan de abortuspil.

Complicaties

Het Britse college van verloskundigen en gynaecologen waarschuwt dat tot 1 procent van alle abortuspilprocedures geheel mislukt en dat tot wel 6 procent van die procedures leidt tot een onvolledige abortus. Er kunnen dan delen van het kindje of van de placenta achterblijven in de baarmoeder. Abortuspillenfabrikant Linepharma erkent op haar website: ‘Het niet te verwaarlozen risico op mislukken dat in maximaal 7,6 procent van de gevallen voorkomt, maakt het controlebezoek verplicht om te controleren of de abortus is voltooid.’4 Gebeurt dat ook bij alle vrouwen die de abortuspil per post toegestuurd krijgen? Ik vermoed van niet.

Uit ander onderzoek van de Britse gezondheidsautoriteiten blijkt dat 2,8 procent van de vrouwen die de abortuspil gebruikte, daarna naar het ziekenhuis moest voor een nabehandeling (curettage).5 En 3,2 procent kreeg poliklinisch extra medicijnen toegediend om alsnog een volledige abortus te bewerken. Abortuspillen zijn niet zonder risico!

Nederland

Uit de jaarlijkse rapportage Wet Afbreking Zwangerschap in Nederland zien we dezelfde stijgingen over 2022 als in het Verenigd Koninkrijk in dat jaar. Ook zien we in dezelfde jaarrapportages vergelijkbare ontwikkelingen rondom het procentueel gebruik van de abortuspil ten opzichte van de andere behandelingen. Dit zal alleen nog maar toenemen als vanaf 2025 het nemen van de abortuspil nog toegankelijker wordt wanneer huisartsen die mogen verstrekken. De verwachting is dat daarmee ook de mogelijke gevolgen zullen toenemen. Wij houden ons hart vast voor de nieuwe jaarrapportage van de Wet Afbreking Zwangerschap over 2023 die in de tweede helft van dit jaar zal verschijnen.

Verhouding geboorte en abortus

Nog een zorgelijke ontwikkeling is dat in 2023 in Nederland 163.818 kinderen levend werden geboren. Dit is het laagste aantal in dertien jaar tijd.6 Abortuscijfers die stijgen en tegelijkertijd geboortecijfers die dalen. In 2016 was de verhouding nog één op de zeven zwangerschappen die eindigde in een abortus. Die verhouding is momenteel al één op de vijf. Deze ontwikkelingen moeten bij ons toch alle alarmbellen doen afgaan.

Voetnoten

Grafsteen van Jerphaas Karel (Jarco) van Meerten (2015-2022)

Hierboven wordt de grafsteen van Jerphaas Karel (Jarco) van Meerten (2015-2022) weergegeven. Onze lieve zoon ligt begraven op de Hervormde Begraafplaats aan de Bredeweg te Randwijk. Op de bekende website Online-begraafplaatsen wordt de begraafplaats wel genoemd, maar wordt zijn graf nog niet weergegeven. Dit overigens in tegenstelling tot wat op de pagina staat weergegeven dat ‘alle graven en personen zijn ingevoerd‘.1 Jarco werd op 26 juli 2022 rond 16.00 uur begraven. De rouwdienst werd gehouden om 14.00 uur in het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente te Opheusden. Deze dienst werd geleid door de weleerwaarde heer ds. W. Mouw.2 De begrafenis werd verzorgd door Wevers Uitvaart.3 Op deze website hebben we een speciale herdenkingspagina aangemaakt, waarop ook de rouwdienst en begrafenis terug te luisteren is.4

Onze lieve Jerphaas Karel (Jarco) van Meerten rust hier ‘tot de jongste dag‘. Hij was geboren op 3 juni 2015 om 23.37 uur te Ede en overleden op 20 juli 2022 om 19.43 uur te Utrecht. Hij mocht zeven jaar oud worden. De steen heeft een vorm van twee harten. De bovengenoemde informatie staat op het ene hart. Op het andere hart staat: ‘Hij heeft gedacht aan Zijn genade‘. Het gaat om de eerste regel van Psalm 98:2 uit de berijming van 1773. Een psalm die Jarco graag zong, maar ook tekenend is geweest voor de periode van zijn ziekzijn en overlijden. De Heere liet Zich (zeker) in die weken niet onbetuigd. Het gedenkteken werd geplaatst op 27 februari 2024 door ‘Den Hollandsche Gedenktekens‘.5 Een uitgebreide beschrijving van deze grafsteen. Opdat wij de grote daden van de HEERE zullen gedenken en niet vergeten! Wij danken, na de Heere, allen die deze grafsteen mogelijk hebben gemaakt voor hun milde gaven en hopen en bidden dat Jarco hierdoor nog spreekt nadat hij gestorven is.

Foto 1.
Foto 2.
Foto 3.
Foto 4.

Voetnoten

Spees-valken

De Spees is een hooggelegen gebied tussen Kesteren en Opheusden aan de zuidoever van de Nederrijn. In 1799-1800 is hier een aarden vestingwerk aangelegd, een hoornwerk.

Fort De Spees ligt op de plek waar de Marsdijk en de Rijnbandijk bij elkaar komen. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog zijn hier versterkingen in de vorm van loopgraven en kazematten aangebracht en was dit vestingwerk een belangrijk onderdeel van de Betuwestelling. Aansluitend op het aan de noordoever liggend Hoornwerk aan de Grebbe, waarom in mei 1940 zo zwaar gevochten is.

Bij het fort staat al jaren op een paal een torenvalknestkast. Vanaf de wandeldijk goed te overzien, Eind maart 2024 nam ik hier een paar Torenvalken waar. Diverse keren daarna wezen kijken. In juni keken drie jongen me vanuit de nestkast aan. Bijzonder dat de oudervogels in het natte en frisse voorjaar drie jongen hebben weten groot te brengen!

Op 26 juni om half zeven naar De Spees gefietst. Het is beter fotograferen bij ochtendzon dan als de zon hoog aan de hemel staat. De jongen hadden de nestkast juist die ochtend verlaten en genoten als dakkelingen van de ochtendzon op het dak van het schuurtje bij de nestkast. In alle rust voor hun voedsel wachtend op hun oudervogels. De nestkast staat op een strategische plek. Op de wandeldijk staat het monument De Wachter van Gerry van der Velden, in 2013 geplaatst. Een boerenvrouw kijkt vanaf De Spees uit over de Rijn richting de Grebbeberg. In het broedseizoen kijken Spees-valken mee.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2024, Spees-valken, Het GemeenteNieuws 23 (28): 5.

Reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs houden vast aan het klassieke scheppingsgeloof – Over vlinderpracht en andere zaken – Nieuwsbrief d.d. 26-7-2024

Hoewel voor sommigen de zomertijd als komkommertijd geldt, is dat niet zo in ‘creationistenland’. Er verschijnen volop nieuwe artikelen, interviews en ander lezenswaardig materiaal. Mogelijk is de zomer een periode van rust en daardoor ook bezinning op de drie levensvragen: (1) Waar komen wij vandaan?, (2) Waartoe zijn wij hier op aarde?, en (3) Waar gaan wij naartoe als we sterven? Hier komen de vier punten van de (heils)geschiedenis terug: schepping, zondeval, verlossing en voleinding. Overdenking van deze zaken is van levensbelang!

Schepping en evolutie in het onderwijs

Nederlands Dagblad deed onderzoek naar de evolutieacceptatie op gereformeerde scholen. Er was duidelijk verschil te zien tussen de bevindelijk-gereformeerde scholen (reformatorisch) en de orthodox-gereformeerde scholen. Het onderzoeksartikel is hier samengevat. Het is bemoedigend om te zien dat de meeste docenten op de reformatorische scholen willen vasthouden aan het klassieke scheppingsgeloof. Hoewel er ook begeleide confrontatie zal moeten plaatsvinden tegenover het naturalistische wereldbeeld.

Dr. Peter van der Veen over de chronologie in het Oude Nabije Oosten

Deze maand viel de nieuwe Radix (het kwartaalblad van ForumC) op de mat. Daarin gaat het deels over Bijbelse archeologie. Het betrof een tweeluik, met twee verschillende visies op de chronologie zoals we die uit de Bijbel kunnen halen. Het tweeluik werd ingeleid door masterstudent aardwetenschappen en godsdienstfilosofie Willem Jan Blom. Daarna volgde een bijdrage van de, onder ons bekende, archeoloog dr. Peter van der Veen. Hij stelt een herziening van de chronologie voor. Hierop werd gereageerd door oudtestamenticus en archeoloog dr. Koert van Bekkum. De bijdrage van dr. Van der Veen hebben wij over mogen nemen op onze website. In de voorafgaande redactionele inleiding hebben wij ook verwezen naar de bijdrage van dr. Van Bekkum. Deze heeft laatstgenoemde op zijn Academia-pagina geplaatst. Het is waardevol dat geleerden over dit belangrijke onderwerp van gedachten wisselden.

Vlindermetamorfose

Momenteel is het de vlindertijd. Bij ons in de buurt staat een grote vlinderstruik die, naast een divers pluimage aan zweefvliegen, ook Atalanta’s en Dagpauwogen aantrekt. De metamorfose om te komen van een ei tot een vlinder, is een wonder op zichzelf. Entomoloog en ecoloog dr. Gordon Wilson schreef dat enige tijd geleden een artikel over, die later ook in Weet Magazine is verschenen. Het artikel hebben wij deze maand ook op onze website geplaatst. Lees en verwonder u over de vlinderpracht.

‘De werken van Zijn handen’

Verschillende keren hebben wij u in deze nieuwsbrief al gewezen op het boek ‘De werken van Zijn handen‘, geschreven door wetenschapsjournalist ir. Bart van den Dikkenberg. Het boek verscheen bij De Banier. Deze maand werd ir. Van den Dikkenberg geïnterviewd door CVandaag. Het interview is hier terug te lezen.

Vierduizend artikelen

Op onze website ‘Oorsprong’ staan deze maand meer dan vierduizend artikelen. Welke artikelen zijn het meest gelezen? Dat ziet u hier in een top-10. Dit jaar zijn er al meer dan duizend artikelen verschenen. Welke artikelen dit jaar het meest gelezen zijn is hier te zien. Wij danken u hartelijk voor uw betrokkenheid en bidden of de Heere het leven en de gezondheid nog wil geven om hiermee door te kunnen gaan.

James Webb Space Telescope

De James Webb Space Telescope (JWST) levert mooie plaatjes aan over het heelal. Wie denkt dat deze plaatjes alleen maar pleiten voor een oud universum, in gang gezet door een ‘Big Bang’, vergist zich. Deze week publiceerde astrofysicus dr. Jason Lisle een wetenschappelijk artikel in Answers Research Journal over de bevindingen van het team achter deze telescoop. Volgens dr. Lisle is er een nieuwe kosmologie nodig, en past deze nieuwe kosmologie beter bij de Bijbelse gegevens. De paper van dr. Lisle is hier te bestuderen. Mocht er iemand zijn die interesse heeft om een eenvoudige samenvatting hiervan te maken voor ‘Oorsprong’, dan houden wij ons aanbevolen. Een dergelijke samenvatting kan nuttig en behulpzaam zijn in het debat over de resultaten van JWST. Recent werden deze resultaten nog aangehaald in een discussie, toen dr. Fransen deze (ten onrechte) aanhaalden ten faveure van een theïstisch evolutionistisch verhaal.

Website

De website ‘Oorsprong‘ werd deze maand opnieuw goed bezocht. Elke dag verschijnen er artikelen over het vraagstuk geloof en wetenschap. Afgelopen maand zijn er, samen met genealogische artikelen, meer dan 150 artikelen verschenen op onze website. Welke artikelen worden veel gelezen of zijn nieuw? Hieronder een greep van vijf artikelen. Veel zegen bij het (her)lezen of het (opnieuw) kijken hiervan.

(1) Wetenschap wordt gedragen door het Woord (geschreven door dr. Erik van Engelen).
(2) Keuze voor wereldbeeld blijft nooit zonder gevolgen (geschreven door dr. Sharon James).
(3) De archeologische geschiedenis van Jeruzalem – Oudtestamenticus prof. dr. Mart-Jan Paul in de livestream van Christenen voor Israël (presentatie door dr. Mart-Jan Paul).
(4) Prolifebeweging moet menswaardig Europa beogen (geschreven door Arthur Alderliesten (MA)).
(5) Een leeswijzer bij de ‘expeditiekaart’ van Naturalis (geschreven door Jan van Meerten).

De volgende nieuwsbrief verschijnt, als de Heere leven en gezondheid geeft, op 30 augustus 2024 D.V. (Iemand laten) Aanmelden voor deze nieuwsbrief kan hier.

Verschuivend Godsbeeld

In het Reformatorisch Dagblad van 21 maart bespraken de theologen dr. M.J. Paul (PKN) en dr. P.C. Hoek (HHK) ‘het verschuivende Godsbeeld in de gereformeerde gezindte’. Zij signaleren een selectief Bijbelgebruik van troostvolle teksten waarbij wezenlijke aspecten van het Bijbels Godsbeeld worden gemist. Een belangwekkend onderwerp.

De ruïnes na de aardbeving van Lissabon (1755), geschilderd door Jacques Philippe Le Bas (1707-1783) in 1757. Sommige geleerden zien deze aardbeving als de aanjager voor de Verlichting en het verlichtingsdenken. Bron: Wikipedia.

Dr. Paul wijt deze eenzijdigheid vooral aan de doorwerking van het postmodernisme. Ieder mag er zijn eigen waarheid op na houden. De moderne mens maakt zelf wel uit hoe de wereld is ontstaan en wordt bestuurd. Maar ook de moderne kerkmens is autonoom geworden. Hij zoekt Bijbelteksten bij moeilijke levenssituaties en vormt zich zo een troostvol beeld over Wie God voor hem is. Maar maken we ons dan geen beeld van God naar onze gedachten? De Heidelbergse Catechismus onderwijst ons bij het tweede gebod dat God eist dat wij Hem ‘op geen andere wijze vereren dan Hij in Zijn Woord bevolen heeft’.

Deïsme

Verschuivingen in het Godsbeeld zijn overigens van alle tijden. Een belangrijk keerpunt in de Europese geschiedenis vormde de dag van de grote aardbeving in Lissabon, zaterdag 1 november 1755. Veel Portugezen zaten die morgen vanwege Allerheiligen in de kerk. Door de aardbeving vluchtte men de wankelende kerkgebouwen uit, naar de benedenstad bij de zee. Daar ontwikkelde zich een tsunami die de radeloze menige wegspoelde. Meer dan 30.000 doden waren er te betreuren. Verlichtingsdenkers als Voltaire meenden dat het geloof in Gods wijze bestuur onhoudbaar was geworden. Het deïsme won veld: God heeft de wereld wel geschapen, maar heeft Zich daarna teruggetrokken.

Atheïsme

De volgende hamerslag op het geloof in Gods wijs bestuur viel in de jaren na de Tweede Wereldoorlog. Gaandeweg begon de verschrikking van deze oorlog door te dringen en die botste met het geloof in Gods voorzienigheid dat Hij alle dingen onderhoudt en regeert. Kon men na Auschwitz nog wel in God geloven? Ook onder kerkgangers werd de bodem onder hun geloof weggeslagen. De kerkverlating neemt sinds de Tweede Wereldoorlog schrikbarende vormen aan. Na Lissabon kwam het deïsme op, en na de verschrikkingen van Auschwitz nam het atheïsme toe. De oorsprong van verschuivende Godsbeelden stamt uit het paradijs, toen de slang de vraag stelde: Is het ook…? De slang ontkende Gods bestaan niet, maar stelde dat Eva’s belijdenis over God niet klopte. ‘Gij zult de dood niet sterven’. De aanvallen op de Godsopenbaring zijn gebleven. We denken dan aan het gouden kalf als een afbeelding van de God van Israël. Of aan Marcion (†160), die onderscheid maakte tussen de wraakzuchtige God van het Oude Testament en de God en Vader van Jezus Christus.

Honger en kommer

Gelukkig is de belijdenis van Gods voorzienigheid in de gereformeerde gezindte op de Schrift gefundeerd. Toch leeft ook onder ons de vraag naar Gods bedoeling met het lijden. Waarom is er zoveel leed? Dr. Paul en dr. Hoek leggen terecht de vinger bij verschuivingen in de Godsvoorstelling die zij waarnemen in woord en geschrift binnen onze gezindte. Zij bemerken een selectief gebruik van troostvolle Bijbelteksten. Men spreekt van een therapeutisch Godsbeeld. Maar dan ‘mis je wezenlijke aspecten van het Bijbelse Godsbeeld’, zegt dr. Paul.

‘God is niet alleen barmhartig maar ook rechtvaardig’. Alle moeiten en pijnen, alle doornen en distels hebben een oorzaak. De schepping was volmaakt, maar de aarde is om onzentwil vervloekt. Job stelde bij herhaling de ‘waaromvraag’ naar het lijden, maar wanneer hij zich voor God gesteld weet, legt hij de hand op zijn mond en verfoeit zichzelf. Christus aanvaardde de beker van Gods toorn over de zonde. Hij heeft ‘de oorzaak van onze eeuwige honger en kommer, namelijk de zonde, weggenomen’. In het ootmoedig buigen onder God komt er plaats voor de rijkdom van deze genade. Lodenstein dichtte over Gods wijze wegen:

Zijn ze zuurheid, zijn ze zoetheid,
wij aanbidden, zwijgen stil,
want de wezenlijke goedheid
maakt het goed met dat zij ‘t wil.

Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit De Saambinder. De originele bronvermelding luidt: Clements, G., 2024, Verschuivend Godsbeeld, De Saambinder 102 (14): 11.

‘Wie een toegankelijke inleiding in de filosofie zoekt kan nu stoppen met zoeken’ – Bespreking van ‘Oriëntatie in de filosofie’

Toen ik natuurkunde studeerde, was filosofie nog een verplicht vak. Ik kreeg het aan de hand van het boek Geschiedenis van de filosofie, van Hans Joachim Störig. Destijds was dat een veelgebruikt studieboek/ Had ik toen maar het boek Oriëntatie in de filosofie van Gijsbert van den Brink gehad. Störig was nu niet bepaald het toppunt van toegankelijkheid en het boek van Van den Brink leest als een trein. We kennen Van den Brink als een auteur die enorm helder kan schrijven en vooral in een boek dat beoogt een inleiding in de filosofie te geven is dat een geweldig voordeel. Wie dus een toegankelijke inleiding in het abstracte vakgebied van de filosofie zoekt, kan nu stoppen met zoeken en het boek van Van den Brink aanschaffen.

De titel zou twee soorten opzetten kunnen suggereren: een historische en een systematische. In de eerste opzet passeren de belangrijkste filosofen in de volgorde van de tijd waarin ze hun werken schreven. De tweede opzet zou hoofdstukken bevatten met titels als: kenleer, zijnsleer, wetenschapsfilosofie, ethiek en dergelijke. Dit boek is geschreven volgens de eerste opzet. Na een terreinverkenning behandelt de auteur achtereenvolgens de antieke filosofie, de Griekse filosofie en het vroegchristelijke denken, de middeleeuwse scholastiek, de filosofie van Renaissance en Reformatie, het rationalisme van de zeventiende eeuw, de Verlichting, het idealisme en materialisme van de achttiende eeuw en de belangrijkste filosofen van de twintigste eeuw.

De uitsmijter is een hoofdstuk over de 21e eeuw, die natuurlijk nog maar betrekkelijk jong is. Een leestip: negeer het verschil tussen de kleinere en grotere letters. Op vrijwel elke pagina staan alinea’s met een kleiner lettertype om de lezer de gelegenheid te geven verkorte routes te nemen. Advies: niet doen, want je mist te veel interessants. Een enkele keer word je zelfs ‘gestraft’ voor het overslaan van die stukjes. Wie ze heeft overgeslagen, snapt het uitroepteken niet in de zin ‘In 1933 kwam Sartre via werk van zijn tijdgenoot Levinas (!) in aanraking met het werk van Husserl.’ Levinas is namelijk tot dan alleen in de kleine lettertjes voorgekomen. Gewoon alles lezen dus. Je hebt toch al betaald voor het hele boek.

Natuurlijk zijn er kanttekeningen te maken bij dit waardevolle boek. Als op pagina 90 wordt opgemerkt dat we in het bijbelboek Prediker sporen vinden van een cyclische geschiedbeschouwing, zoals ook bij de Griekse filosofen, denk ik dat we dit toch moeten zien in het licht van het gedachtenexperiment van Prediker waarbij het afschrikwekkende van een wereldbeschouwing van ‘onder de hemel’ gepresenteerd wordt. Ook in het genoemde boek Richteren is eerder sprake van een lijn dan een cirkel, want er zit een duidelijke ontwikkeling in van kwaad naar erger. Nog iets belangrijker is de keuze van de auteur om bij Immanuel Kant te spreken over zijn ‘twee’ belangrijke Kritieken (die van de zuivere rede en van de praktische rede, terwijl het toch min of meer standaard is om ook de Kritiek van het oordeelsvermogen mee te rekenen. Maar dat is natuurlijk een kwestie van keuzen maken. Het gemis van de derde kritiek wordt ruimschoots vergoed door de glasheldere manier waarop de ingewikkelde Kant is beschreven.

Het is erg fijn dat de oorspronkelijk in twee losse delen uitgegeven inleiding nu als één boek beschikbaar is. Breng Störig maar naar de lommerd en schaf dit boek aan. Dan heb je meteen een boek waarin speciaal aandacht besteed is aan het christelijke denken, en dat biedt Störig niet.

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit De Waarheidsvriend. De volledige bronvermelding luidt: Vries, M.J. de., 2024, Boekbesprekingen, De Waarheidsvriend 112 (8): 19.

Kerk en slavernij? (18) – Bijdrage van dr. Dick de Vos aan het debat over de rol van de kerk

Slavernij is verwerpelijk en de regering heeft excuses aangeboden voor de Nederlandse betrokkenheid. In het navolgende gaat het er geenszins om ook maar iets af te doen van eventuele kerkelijke betrokkenheid. Wat verkeerd is, moet aan het licht worden gebracht. Maar als er naar de kerk wordt gewezen in verband met slavernij, dan moet dit met onderbouwing gebeuren.

Inleiding

In de vorige aflevering1 ging het over armoede en ziekte. Naar aanleiding van een wetenschappelijk project van A. Merz e.a.2 komen nu de onderwerpen onvrijheid en kennis aan de orde. Zaken als onvrijheid, onmondigheid en ongelijke verdeling van kennis worden nu kort besproken. Wat levert ons een vergelijking van zaken uit de slavernij met dezelfde zaken uit de context in de Nederlanden op?

Onvrijheid en kennis

Tot in de middeleeuwen bestond er slavernij in Europa.3 Heel veel slaven gingen naar moslimlanden. Het ging bijvoorbeeld om slaven uit Oost-Europa die op slavenmarkten werden verhandeld, bijvoorbeeld in Constantinopel. Zeelieden liepen ook een groot risico op de Middellandse zee tot slaaf te worden gemaakt. Dat gebeurde met duizenden Nederlanders in de zeventiende en de achttiende eeuw. Niet zelden werden deze tot slaaf gemaakten verminkt.

Ook in de Nederlanden kwam onvrijheid in allerlei varianten voor. Zo waren er op een altaar vrijgelaten slaven, ‘Zensualen’, halfvrijen die nog zekere verplichtingen kenden.4 Een officiële wijze van vrijlaten van een slaaf kon in een (roomse) kerk gebeuren in een plechtigheid bij het altaar. Er waren verder onder allerlei benamingen horigen en lijfeigenen.5 Deze waren er gedurende de gehele Nederlandse, koloniale slavernijperiode (ca. 1600-1863). Slavernij en andere vormen van onvrijheid werden als normaal beschouwd. Bij de afschaffing van de slavernij in Suriname in 1863 bleken er vrijgekomen slaafgemaakten te zijn die slavenhouder waren.6

In de steden bestond geen horigheid en lijfeigenschap. Er was wel altijd afhankelijkheid van bijvoorbeeld overheid, werkgever en instanties die armen bedeelden. Behalve bij een elitaire bovenlaag van de maatschappij was de vrije markteconomie bepalend voor de welstand van veel bevolkingsgroepen. Wie geen betaalde arbeid verrichtte, werd afhankelijk van vaak kerkelijke, soms burgerlijke bedeling. Iedereen moest werken, het kinderwetje van Van Houten7 kwam pas in 1874. Het kan niet worden ontkend dat er zo arbeidsdwang was. Formeel was er vrijheid, bijvoorbeeld de vrijheid om naar elders te vertrekken. De praktijk was hard omdat geen dorp of stad op eenvoudige, arme mensen zat te wachten.

Kennis van slavernij

Mijn grootvader De Vos zat in Leiden op een lagere school met wel 500 leerlingen. Hij haalde altijd het hoogste cijfer, dat in de negentiende eeuw een 6 was. De bovenmeester kwam thuis vragen of hij op school mocht blijven om daar tot onderwijzer te worden opgeleid. Dat kon niet, want hij moest aan het werk. Mijn vader zat in Leiden op een Christelijke school voor on- en minvermogenden, ook wel driecentschool genoemd naar het wekelijkse schoolgeld. Leerlingen die thuis geen eten kregen, werden op die school van een maaltijd voorzien. Mijn vader bleef tot zijn veertiende jaar op school waarna hij aan het werk moest. Hij moest overigens op zaterdag zijn vader al helpen bij het metselwerk. Mijn oudste tante moest op haar tiende jaar van school af om thuis te gaan helpen in de huishouding. Nadat de familie 300 jaar in Leiden had gewoond, was ik de eerste die meer dan een lagere schoolopleiding had. Mijn grootouders bezaten een Bijbel, een psalmboek en een klein geschiedenisboekje. Dat laatste is nu in mijn bezit.

Bij mijn grootouders kwam een oudoom, die weduwnaar was en zonder kinderen, regelmatig op bezoek. Mijn vader luisterde met twee broers ademloos naar de soldaten- en oorlogsverhalen van die oudoom, die zij opa noemden. Mijn vader en andere familieleden hebben nooit geweten waar die verhalen zich hadden afgespeeld. In de inmiddels gedigitaliseerde archieven vond ik dat hij bij de koloniale troepen had gediend. In de tabakspot van mijn grootvader bevond zich een koperen medaille waarvan niemand van de familie de herkomst heeft geweten. Ik kwam erachter dat het een Kratonmedaille was, gemaakt uit de in de Kraton, het paleis van de sultan van Atjeh, veroverde koperen kanonnen. De oudoom had gevochten in de eerste (1873) en/of de tweede (1873-1874) Atjeh-oorlog. Volgens een internationaal verdrag moest Nederland de piraterij vanuit Atjeh bestrijden.

Zou er teruggaande in de generaties veel kennis zijn geweest van slavernij? Mijn familie bestond uit eenvoudige vaklieden die moeite moesten doen om hun gezinnen van voedsel en kleding te voorzien. Zouden zij, loonslaven, hebben opgekeken van leven in onvrijheid?

Afsluiting

Ik kom nog eens terug op enkele uitspraken van slavernij-onderzoekers over slavernij en de positie van slaafgemaakten8: “vrijheid in afhankelijkheid en armoede”, “vrije economie niet goed voor de bevolking”, “vormen van arbeidsdwang na vrijlating”, “ongelijke verdeling van kennis” en “grote delen van de Nederlandse samenleving bij slavernij betrokken”. Opgemerkt wordt dat deze beweringen onder het opschrift ‘kerk’ zijn gedaan. Er is bij al die beweringen sprake van grote verontwaardiging over een vorm van grote sociale onderdrukking: woke! Verontwaardiging alleen is onwetenschappelijk en ook onhistorisch. Vroeger zag de wereld er anders uit dan nu. Dat geldt voor de wereld van de Nederlanden en die van de slavernij. Het is een triest wetenschappelijk dieptepunt de kerk (mede)verantwoordelijk te houden voor de gehele wereld van de slavernij van toen. Helaas gaat het in woke-wetenschap slechts over ongefundeerde verontwaardiging.

© Gereformeerd Venster. Dit artikel is met toestemming overgenomen uit de digitale nieuwsbrief Gereformeerd Venster. Abonneren kan via info@gereformeerdvenster.nl of www.gereformeerdvenster.nl. Een abonnement op deze nieuwsbrief is gratis!

Had Adam een navel?

Heb je weleens een schilderij gezien van Adam en Eva? Grote kans dat de schilder ervoor heeft gekozen om de eerste twee mensen af te beelden met een navel. Maar konden ze die eigenlijk wel hebben?

Twee jaar voordat Darwin zijn bekende boek over de oorsprong der soorten publiceerde, kwam er een boek uit van creationist Philip Gosse met de titel Omphalos (Grieks voor ‘navel’). In het boek beweerde hij dat het fossielenverslag geen bewijs is voor evolutie, maar dat fossielen bij de schepping in de aardlagen zijn geschapen. Net zoals de kant-en-klaar geschapen bomen in het paradijs een schijn van leeftijd hadden, zo vormden de fossielen in de aardlagen een soort schijnbare leeftijd van de aarde zelf. En net zoals de bomen eruit zagen alsof ze ooit gegroeid waren uit de zaadjes van andere bomen, zo zagen ook Adam en Eva eruit alsof ze ooit gegroeid waren uit andere mensen. Ze moeten dus een navel hebben gehad, vond Gosse.

Gosses ideeën vonden weinig bijval. Het is onduidelijk waarom God Adam en Eva zou scheppen met een litteken. Want dat is de navel: een litteken op de plek waar de navelstreng het lichaam binnenkwam. Wanneer een kindje in de buik van zijn of haar moeder groeit, zorgt de navelstreng voor de toevoer van bloed met zuurstof en voedingsstoffen, en de afvoer van bloed met afvalstoffen. Na de geboorte wordt de navelstreng doorgeknipt en het stompje raakt binnen maximaal een paar weken vanzelf los. Wat overblijft is een litteken: de navel. Adam en Eva zijn direct door God geschapen. Ze hadden geen moeder en zijn zonder navelstreng ter wereld gekomen, als volwassenen. Het lijkt dus waarschijnlijk dat Adam en Eva geen navel hadden.

CVandaag plaatst de komende tijd een vijftal boekfragmenten uit ‘Had Adam een navel?’. We hebben daar op deze website al over geschreven. Het boek is een uitgave van ‘Weet Magazine’ en is hier in hun webshop verkrijgbaar.

Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website CVandaag. Het originele artikel is hier te vinden.

Een moderne suggestie: David en Jonathan hadden een seksuele relatie

Tegenwoordig wordt de vriendschap tussen David en Jonathan soms opgevat als een homoseksuele relatie en dan gebruikt als argument voor de acceptatie van homoseksuele activiteit. Het gaat nu niet over de vraag of homoseksuele praxis aanvaardbaar is voor christenen; ik wil alleen laten zien dat het een misverstand is om in het gesprek hierover te verwijzen naar David en Jonathan, omdat niets erop wijst dat hun relatie seksueel was.

Nadat David tot koning over Israël is gezalfd, komt hij in dienst van koning Saul, die dus vanaf dat moment zowel zijn werkgever als zijn rivaal is (1 Samuel 16). Jonathan, de zoon van Saul en dus de kroonprins, speelt al een rol in 1 Samuel 13 en 14. In 1 Samuel 18:1, 3 lezen we dan ineens:

Het gebeurde, toen David met Saul uitgesproken was, dat Jonathan met hart en ziel aan David verbonden raakte. Jonathan had hem lief als zichzelf. … Jonathan sloot een verbond met David, omdat hij hem liefhad als zichzelf.

Hierna beleven de twee vrienden samen de nodige avonturen (1 Samuel 19-20), maar Jonathan sneuvelt in een oorlog tegen de Filistijnen (1 Samuel 31:2), waarna David een klaaglied over hem en zijn vader zingt (2 Samuel 1). In dit lied komt nog een opvallend vers voor:

Ik ben benauwd om jou, mijn broeder Jonathan! Je was mij zeer lief; je liefde was mij wonderlijker dan de liefde van vrouwen (2 Samuel 1:26).

David en Jonathan waren dus dikke vrienden en dat wordt met nadruk verteld. Er wordt echter niets gezegd over enige seksuele relatie tussen de twee, hoewel de verzen die ik aanhaalde tegenwoordig wel vragen hierover oproepen. Bijbellezers en -uitleggers hebben tot voor kort gewoonweg nooit gedacht aan een homoseksuele relatie en pas sinds het begin van de emancipatie van de homoseksuelen worden hierover suggesties gedaan. Dit is een voorbeeld van hoe onze levenssituatie onze leesbril kleurt.

De suggestie dat er tussen Jonathan en David sprake is van homoseksuele liefde is dus een moderne suggestie. Vroegere uitleggers kwamen niet op die gedachte en wij moeten dat ook niet doen. (Evenmin als we bijgedachten hebben bij Johannes 11:3, waar verteld wordt dat Jezus Lazarus liefhad.) Ik geef daarvoor enkele argumenten.

In de eerste plaats is de wet van Mozes negatief over homoseksualiteit in Leviticus 18:22 en 20:13 en in Israël kon een openlijk homoseksuele persoon geen publieke carrière maken. Het is ook onwaarschijnlijk dat eventueel homoseksueel gedrag van de latere koning David zonder commentaar zou zijn geaccepteerd. Allicht zouden zijn tegenstanders het genoemd hebben!

In de tweede plaats is het een misverstand dat twee mannen of twee vrouwen niet gewoon goed bevriend kunnen zijn. We doen er goed aan om ons in dit opzicht niet te veel te laten beïnvloeden door hedendaagse gedachten.

In de derde plaats gaat het van de kant van Jonathan waarschijnlijk vooral om politieke verbondenheid met David. Hij weet en erkent dat niet hij maar David de huidige koning Saul zal opvolgen. Hij aanvaardt Gods keuze voor David en hij ondersteunt hem. Wanneer we letten op de vermelding van Jonathans mantel, zwaard, gordel en boog, zien we dat het verbond dat hij met David sluit in 1 Samuel 18:3-4 vooral een politieke zaak is. Jonathan overhandigt de tekens van zijn rang aan David als aan een meerdere.

In de vierde plaats is in 1 Samuel 18 iedereen dol op David, zie de verzen 16, 20, 22 en 28. Dit relativeert de woorden over de liefde van Jonathan.

In de vijfde plaats had Jonathan tenminste één kind, een bewijs van heteroseksueel gedrag (2 Samuel 9), en toont David zich ten opzichte van Bathseba (2 Samuel 11) en zijn wettige vrouwen ook duidelijk heteroseksueel.

Kortom, het is een misverstand dat er tussen David en Jonathan sprake was van een homoseksuele relatie.

Dit is een boekfragment uit ’50 nieuwe Misverstanden over de Bijbel’. Het boek is uitgegeven door Uitgeverij Gideon en hier te bestellen. Dr. Pieter J. Lalleman sprak op het congres ‘Bijbel en Wetenschap 2023’ over de historische betrouwbaarheid van de Evangeliën.

Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website CVandaag. Het originele artikel is hier te vinden.

In orthodoxe kerken is juist geen sprake van verborgen vrijzinnigheid, integendeel

Je kunt orthodoxe kerken er niet van beschuldigen dat ze het ene voorschrift uit de Bijbel wel en het andere niet serieus nemen, betogen theologen Sjaco van Gurp, Johan Mouthaan en Jonard Roukens.

In zijn column geeft Ad de Bruijne aan dat hij hevig verontrust is over orthodoxe kerken die het Bijbelse spoor verlaten (ND 2 juli). De verborgen vrijzinnigheid is erin gelegen dat in deze kerken vaders een ambt bekleden terwijl zij ongelovige kinderen zouden hebben. Dit geheel tegen de voorschriften van Paulus (Titus 1:6).

Een dergelijk verwijt klinkt vaker. Die orthodoxe kerken lijken wel zo rechtlijnig, maar intussen shoppen zij in Bijbelse gegevens en verklaren sommige onderdelen ervan ook als cultuurgebonden.

Cultuurgebonden

Rondom seksualiteit volgen zij wel een universele lijn, maar de heilige kus acht men cultuurgebonden. De handen worden ook niet omhoog geheven zoals Psalm 134 het zegt en ambtsdragers blijken ongelovige kinderen te mogen hebben. Is de zorg van De Bruijne terecht? Zijn er ‘honderden’ ouderlingen en voorgangers wier kinderen niet meer ter kerke gaan? En is dat waar Paulus op doelt?

Paulus’ opmerking inzake de gelovige kinderen is onderdeel van de voorschriften voor het kiezen van ambtsdragers. Om in aanmerking te komen voor een ambt is onberispelijkheid een voorwaarde. Deze onberispelijkheid blijkt uit het feit dat hij monogaam is en ‘gelovige kinderen’ heeft. Nu zijn wij geen hartenkenners. Een voorbeeldige levenswandel is geen garantie voor godsvrucht in het gezin (denk aan Demas, vergelijk Kolossenzen 4:14 met 2 Timotheüs 4:10).

Volgens Titus 1:6 zijn gelovige kinderen niet te beschuldigen van overdadigheid of ongehoorzaamheid. Vergelijkbare gegevens vinden we in 1 Timotheüs 3:4-5, waarin Paulus tegen Timotheüs zegt dat een ouderling zijn eigen gezin moet aankunnen. Als een vader zijn eigen kinderen niet kan onderwijzen in de christelijke leer en levenswandel, hoe kan hij dan dienstbaar zijn in de gemeente? Het draait hier dus om de leiderschapskwaliteiten van de vader, die onder andere zichtbaar zijn in het gezinsleven.

De Bruijne isoleert één van de onderdelen van het voorschrift en past dat naar eigen inzicht toe. Paulus gaat het om het totaalplaatje: wie het gezag van Gods Woord niet weet uit te oefenen in zijn gezin, moet geen ouderling zijn.

Ambt neerleggen

Waar ligt dan de grens? Als één van de leden van het gezin ongehoorzaam is of de kerk verlaat, moet vader dan zijn ambt neerleggen? De Bruijne suggereert dat de sociale structuren in de oudheid zo sterk waren dat kinderen de kerk niet verlieten. De cultuur was inderdaad anders, maar de mensen waren hetzelfde.

We weten dat in diezelfde oudheid slaven net als kinderen onder het gezag van hun meester vielen en onderdeel waren van het gezin. Het regeren van het eigen huis betreft ook de slaven.

We lezen in Paulus’ brief aan Filemon van Onesimus, de weggelopen slaaf. Een toonbeeld van ongehoorzaamheid. En het was Filemon blijkbaar niet gelukt om hem bij zich te houden. Desondanks wordt Filemon door Paulus aangesproken als ‘medearbeider’. Kennelijk hoeft Filemon van Paulus niet uit zijn ambt te stappen nu een van zijn gezinsleden het verkeerde pad op is gegaan. De Bruijnes argument snijdt dus geen hout.

Bij de heilige kus (Romeinen 16:16 en 1 Thessalonicenzen 5:26) en de geheven handen gelden is iets vergelijkbaars aan de hand. Het gaat Paulus er niet om dat de Romeinen en Thessalonicenzen elkaar gaan groeten met een kus (want dat deden ze al), maar dat die kus heilig is, in tegenstelling tot de kus van Joab (2 Samuel 20:9) of Judas (Lukas 22:48). De geheven handen (1 Timotheüs 2:8) zijn niet het gebod, maar dat er geen toorn of twisting moet zijn.

Niet consistent

De Bruijnes verontrusting blijkt niet alleen onterecht, maar ook ongemeend. Het voorbeeld van de ambtsdragers met ongelovige kinderen wordt een springplank voor het advies om elkaar een beetje begripvol tegemoet te treden inzake homoseksuele relaties en vrouwen in het ambt. Zij die in het Bijbelse spoor zeggen te gaan, zijn toch ook niet zo consistent.

Dit helpt de discussie niet. Theologie is het ‘na-denken’ van Gods gedachten. Dat betekent een worsteling om te verstaan hoe de Schrift zichzelf uitlegt. De Heere laat Zich vinden waar wij buigen onder en beven voor Zijn Woord (Jesaja 66:2).

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Nederlands Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Gurp, J. van, Mouthaan, J.N., Roukens, J.A., 2024, In orthodoxe kerken is juist geen sprake van verborgen vrijzinnigheid, integendeel, Nederlands Dagblad 80 (21.719): 15 (artikel).