Rondom het congres 2023 (4) – Steun ons: Doneeractie congres opgestart!

We zijn op zoek naar sponsors voor ons congres ‘Bijbel & Wetenschap 2023’!
Op 21 oktober 2023 D.V. organiseren wij in Hardinxveld-Giessendam het congres ‘Bijbel & Wetenschap 2023’. Het thema is ‘Verwondering’ over Gods schepping. Helaas zijn er aan het organiseren van een dergelijk congres kosten verbonden. Aanmelden voor dit congres (en het vinden van meer informatie over dit congres) kan via deze webpagina: https://oorsprong.info/congres/. Om de entreeprijs zo laag mogelijk te houden, hebben we deze crowdfundingspagina aangemaakt. De totale kosten zijn begroot op 4000 euro. Wilt u deze begroting opvragen dan kunt u een bericht sturen via ons contactformulier: https://oorsprong.info/contact/.
Hoe kunt u meedoen?
1. Door dit congres te gedenken in uw gebeden. Dat de lezingen tot eer van de Schepper en tot heil van de naaste zou mogen zijn.
2. Deelnemen aan het congres. Via bovenstaande link kunt u uzelf aanmelden. Het betaalde entreebedrag wordt vanzelfsprekend van het bovenstaande crowdfundingbedrag afgetrokken.
3. Deze crowdfunding ondersteunen. Helaas blijft er bij 150 deelnemers (ons streefgetal) zeker nog een bedrag van 2500 euro over.
Mogen wij op uw steun rekenen? Het bedrag dat hopelijk overblijft wordt, als de Heere het leven en de gezondheid geeft, in de voorbereidingen van een volgend congres gestoken. De doneeractie loopt via doneeractie.nl. URL: https://www.doneeractie.nl/verwondering-over-gods-schepping/-82137.
Welkom op deze website!
Deze website is de thuisbasis van de organisatie Fundamentum. Fundamentum zet zich in op het gebied van geloof en wetenschap, medische ethiek en apologetiek. Eigenaar van de website is Jan van Meerten. De website is ook de landingswebsite van het jaarlijkse congres ‘Bijbel & Wetenschap‘. Deze website bevat informatie over allerhande onderwerpen zoals seksuele gerichtheid, pro-life, wereldgodsdiensten (zoals Islam, Hindoeïsme etc.) en vooral over scheppingsleer, -geloof en -paradigma. In het laatste geval zijn wij voorstander van het klassieke scheppingsgeloof met een zesdaagse schepping, een historische zondeval en om niet meer te noemen een wereldwijde zondvloed. Verder gebruikt Jan van Meerten deze website om eerder door hem geschreven artikelen te bundelen en het onderwerp waarin hij zichzelf aan het specialiseren is uit te werken. Het gaat dan om paleoecologie, paleoklimatologie en paleontologie, meer specifiek de ecosystemen van de dinosauriërs (het zogenoemde Mesozoïcum), nog meer specifiek de zoogdierachtigen en vogelachtigen in deze ecosystemen. Zijn overige artikelen kunnen gelezen worden als (wetenschap)journalistieke stukken. De website bevat ook gastbijdragen van medechristenen. Als laatste is het ook de landingswebsite van de genealogie van het geslacht Van Meerten en Betuwse streekgeschiedenis. U kunt uzelf hier abonneren op de nieuwsbrief. Deze nieuwsbrief verschijnt maandelijks en zal alle onderwerpen behandelen behalve informatie over het geslacht Van Meerten. De nieuwsbrief bevat altijd de mogelijkheid om uzelf af te melden. Van harte welkom op deze website en veel leesplezier! Feedback kan gegeven worden via de pagina ‘hier mag u uw hart luchten‘. Op deze pagina zullen wij zelf niet veel reageren. Op reacties, vragen of stellingen wordt gereageerd in de rubriek ‘Feedback & vragen‘. De feedback kan ook gegeven worden via info@oorsprong.info.

Appelavond ‘Vreemde Nieuwe Wereld’ te Katwijk aan Zee – Opname 25 januari 2023
Op 25 januari 2023 werd er door Bijbels Beraad M/V een appelavond georganiseerd onder de titel ‘Vreemde Nieuwe Wereld‘. Deze avond is opgenomen en met dank aan Bijbels Beraad M/V hieronder terug te kijken.
Geloof en wetenschap: twee geloven op één kussen?
We mogen wetenschap positief benaderen. Het is na-denken van de gedachten die God had toen Hij de wereld heeft geschapen (Bavinck). In de wetenschap ontdekken we de goedheid, wijsheid, almacht en alomtegenwoordigheid van God in Zijn schepping. Tegelijk moeten we ons realiseren dat we in de wetenschap nooit de volle werkelijkheid kunnen omvatten. Er blijft altijd mysterie over.
Wetenschapsfilosofisch moet worden opgemerkt dat wetenschappelijke inzichten niet verward mogen worden met de werkelijkheid. Het is prima om wetenschappelijke modellen te hanteren, maar de werkelijkheid is altijd rijker dan we in onze modellen tot uitdrukking kunnen brengen. Als de werkelijkheid het landschap is, is de wetenschap de landkaart. Het verdient aanbeveling om gebruik te maken van wetenschappelijke modellen, zoals we gebruikmaken van een landkaart, maar het landschap van de werkelijkheid biedt meer dan de abstracte landkaart. Het besef van het reductionisme behoedt ons ervoor om wetenschappelijke inzichten te verabsoluteren.
Een tweede wetenschapsfilosofische kritiek betreft het gegeven dat niet alle wetenschap via de empirische methode van de natuurwetenschap verricht kan worden. Er is een dominantie van de natuurwetenschappelijke methode in de wetenschap. Dat heeft geleid tot de tendens om de empirische methode van de natuurwetenschap op allerlei domeinen te hanteren. Maar daarmee ontkennen we de eigen aard van de verschillende wetenschappen. Dat is heel duidelijk bij het vak geschiedenis. In de empirische methode ligt opgesloten dat een experiment herhaald kan worden. Deze methode kan uiteraard niet gehanteerd worden in het vak geschiedenis, omdat het nu eenmaal niet mogelijk is om de geschiedenis te herhalen. Ook bij economie, psychologie, astronomie en rechten aanvaardt men dat deze disciplines niet beoefend kunnen worden door herhaalbare experimenten.
De casus van wonderen leidt tot een derde wetenschapsfilosofische kritiek. Het is niet zelden het geval dat mensen denken dat wetenschap de mogelijkheid van wonderen uitsluit. Deze gedachte vinden we reeds bij David Hume (1711-1776), die een wonder definieerde als een doorbreken van de natuurwetten. Formeel sloot hij wonderen niet uit, maar hij meende dat er nooit reden is om een concrete situatie als een wonder te duiden. Deze overtuiging hangt nauw samen met de vooronderstelling dat de werkelijkheid beheerst wordt door wetmatigheden. Deze vooronderstelling komt weer voort uit een andere vooronderstelling, namelijk die van een gesloten wereldbeeld waarin bij voorbaat wordt uitgesloten dat God ingrijpt in de geschiedenis.
Ten eerste is hier sprake van een cirkelredenering en ten tweede is deze vooronderstelling helemaal niet wetenschappelijk, omdat wetenschap nooit kan uitsluiten dat iets gebeurt, maar zij de verschijnselen die zich voordoen, dient te onderzoeken. Stel dat een arts bij een patiënt komt en zegt: ‘Dit ziekteproces klopt niet.’ Klopt dan het ziekteproces niet of klopt de theorie van het ziekteproces niet? Zo is het met elke theorie die uitsluit dat wonderen gebeuren. Er hoeft ooit maar één wonder te hebben plaatsgevonden om te bekrachtigen dat deze wereld niet opgesloten is in een systeem van oorzaak en gevolg. Vanuit een christelijk perspectief op de werkelijkheid spreken we dan ook niet over natuurwetten, maar over Gods gebruikelijke manier van handelen. Op deze manier vermijden we een deïstisch wereldbeeld waarin God ooit de wereld met de natuurwetten heeft geschapen, maar Zich nu niet meer actief met de wereld bemoeit.
De aanvaarding van de principiële mogelijkheid van wonderen onderstreept dat deze wereld open is. Er is daarom ook geen enkele reden om de wonderen in de Bijbel te ontmythologiseren, maar er is alle reden om deze historische getuigenissen minstens net zo serieus te nemen als andere getuigenissen uit de geschiedenis. En waarom zouden Bijbelwetenschappers bij voorbaat uitsluiten dat God Zich werkelijk heeft geopenbaard in Zijn Woord en dat Hij ook bepaalde feiten en inzichten aan ons heeft overgedragen? Waarom zou men bij voorbaat beknibbelen op de bewering dat God metterdaad heeft gesproken tot profeten en waarom zou men dit moeten duiden als beeldspraak? Het is aangrijpend om te beseffen dat een gesloten wereldbeeld onze samenleving afsluit van de boodschap van de Schrift, waarin het gaat om de realiteit die dit zichtbare te boven gaat.
Een vierde wetenschapsfilosofische bedenking is gegeven door Thomas Nagel (*1937). Deze filosoof beargumenteert dat fysica tekortschiet om rekenschap te geven van de menselijke geest. Volgens hem zijn leven, bewustzijn, intelligentie, verlangen, taal, creativiteit en kennis geen bijproducten van fysische wetten, maar wordt onze fysica bepaald door onze geest. Hij bedoelt dus dat een materialistisch wereldbeeld onvoldoende is om de menselijke geest te kunnen duiden. Volgens hem moet er dus meer zijn dan materie. Het is treffend dat dit niet de mening van een christen is, maar van een atheïstische filosoof die geen belang heeft bij het geloof in het bestaan van God. Wetenschappelijke pretenties die tegen het geloof ingaan, zijn dan ook ongeloofwaardig. Alvin Plantinga heeft in Het echte conflict laten zien dat de verhoudingen precies andersom liggen.
Wie meent dat de wetenschap God uitsluit, heeft alle reden om de wetenschap niet meer te vertrouwen. Het christelijk geloof biedt de mogelijkheid van wetenschap, omdat het uitgaat van de Schepper. Het geloof in de Schepper biedt een kader om uit te gaan van een orde in de schepping en een doel van de geschiedenis. Als de rede echter niet meer is dan een onbedoeld bijproduct van onbewuste materie, is het niet in te zien waarom we onze redelijke conclusies zouden vertrouwen (Lewis). Het geloof in God biedt plaats aan de wetenschap, maar een wetenschap zonder God heeft zelfs geen plaats voor de wetenschap. Overigens hoeft ook moderne wetenschap de mogelijkheid van God niet uit te sluiten. Er ontstaan pas conflicten tussen geloof en wetenschap als de wetenschap wordt vereenzelvigd met de atheïstische interpretatie ervan. Tegenover deze interpretaties moet de wetenschap gewezen worden op haar grenzen.
Is het mogelijk geloof en wetenschap te combineren, of zijn het twee gescheiden werelden? In de bundel ‘Inzicht’ komen achttien Nederlandstalige wetenschappers aan het woord die van harte een verbinding voorstaan. Bovenstaande bijdrage van dr. W. van Vlastuin is uit het boek afkomstig. Smaakt het boekfragment naar meer? Klik hier om het boek ‘Inzicht’ te bestellen.
Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website CVandaag. Het originele artikel is hier te vinden.
Het echtpaar Everhard Godfried van Meerten en Elisabeth van Goltsteijn stellen hun goederen voor elkaar veilig
De Osenvorenreeks, te vinden in de studiezaal van Historische Kring Kesteren en omstreken (HKKO), bevat een schat aan informatie voor genealogisch onderzoek. Hieronder wordt protocol 739 (folio 215-215v) weergegeven uit dit Rechterlijk Archief Nederbetuwe. Het gaat over het veiligstellen van goederen voor de langstlevende van het echtpaar Everhard Godfried van Meerten en Elisabeth van Goltsteijn.1
De volledige transcriptie luidt:
”#Tocht#
Compareerde voor den weledelgeboren heere amptman in Nederbetuwe ende gerichtzluijden naebeschreven, die oock weledelgeboren Everard Godefroij van Meerten ende joffrouw Elisabet van Goltsteijn – echteluijden, de welgemelte joffrouw met jonckher Otto van Haeften, haer weledele in dese gekoren ende met recht verleenden momber. Ende hebben d’een den anderen reciprocé getocht, te weten welgemelte Meerten zijn weledele huijsfrouw in huijs, hoff, boomgaert ende landt, groot vijftehalven mergen, staande ende gelegen in den kerspel Maurick, bij gemelte echteluijden jegenwoordich wonende bewoont. Item in een uutterweert mede aldaer gelegen, groot dardenhalven mergen. Daertegen gemelte joffrouw haeren eheman voorschreven in omtrent acht mergen, soo bouw- als weijlant, genaemt de Winckel, gelegen in den kerspel van Ingen. Ende dan voorts malkanderen in alle gerede goederen, als zij tegenwoordich hebben ende verkrijgen mogen in den kerspel van Maurick ende voorts etc.. Omme bij de langhstlevende genoten ende geprofiteert te worden sonder aen des eerst afstervende erfgenaemen daervan te doen eenich bewijs, reeckeninge ofte reliqua tot tochtenrechten van Nederbetuwe. Met dese conditie, dat de lasten op de voorschreven goederen staende geduerende de tochte bij den langhstlevende gedraegen zullen worden. Renunciaverunt et promiserunt guarandizare ut moris et stili est. Actum voor gerichtzluijden Adriaen Verwoert – scholtis ende Goert Bouwman op den 15 julij 1657.
Het gaat hierboven om drie stukken land van het echtpaar Everhard Godfried van Meerten en Elisabeth van Goltsteijn. Het eerste stuk land daar woont het echtpaar, en het huis daarop wordt Culemborchs Hofstad genoemd.2 Het tweede stuk land is te vinden in de uiterwaarden bij Maurik. In het Gelders Archief is daarvan een kaart te vinden van ongeveer veertig jaar later dan deze akte, met daarop de naam van het land ‘Jor. Meerten’.3 Bovendien komt dit stuk land ook in de Osenvorenreeks voor.4 Tenslotte als derde een stuk land wat ‘de Winckel’ te Ingen wordt genoemd. Zoals uit de akte van magescheid blijkt, heeft Elisabeth dit van haar ouders geërfd.5
Voetnoten
Urker huisarts en voormalig Urker predikant belijden het klassieke scheppingsgeloof en verwonderen zich over Gods schepping
Vorige week donderdag viel de nieuwe Om Sions Wil op de mat. Dit tijdschrift is een gezinsblad voor de Gereformeerde Gezindte. In het blad staat een interview met drs. Wilco Bloed, waarin hij zich onder andere verwondert over de Gods schepping. We lezen ook een bijdrage van ds. A.A. Egas over de Heidelbergse Catechismus Zondag 9. In deze zondagsafdeling gaat het over God de Vader en onze schepping. De schepping wordt door dominee Egas ook beleden tegenover Universele Gemeenschappelijke Afstamming.
Huisarts
Het interview met Urker huisarts drs. Wilco Bloed is in het geheel lezenswaardig. Het gaat over de worsteling met medisch-ethische kwesties zoals euthanasie en abortus. Maar ook over praktische zaken zoals de schaduwkanten van het beroep als huisarts, de werkdruk en de tijd voor het gezin. Wilco Bloed volgde de middelbare school aan het Van Lodenstein College te Amersfoort. In 1993 startte hij aan de Universiteit Utrecht met de studie geneeskunde. Na zes jaar studie is hij basisarts. In 2002 is Bloed met de huisartsenopleiding begonnen aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. In 2006 werd zijn praktijk op Urk geopend door wijlen prof. dr. B. Smalhout. Naast huisartsenzorg doet Bloed ook verloskunde erbij. ‘Ik ben nu nog de enige huisarts op Urk die verloskunde doet’. Aan het einde van het interview geeft Bloed aan dat hoewel er veel bekend is in de medische wetenschap, er ook nog heel veel niet bekend is. We moeten het daarom niet (alleen) van de medische wetenschap verwachten. “Er gebeuren nog steeds wonderen, zonder dat je het medisch kan verklaren. Ik ervaar diep afhankelijk te zijn van God, in mijn werk en handelen. In mijn eigen kracht kan ik niks.” De schepping zit volgens Bloed wonderlijk in elkaar. “Als je bijvoorbeeld het begin van het leven ziet op een vroege echo. Het is mooi om jong leven te zien groeien, om lichaamsprocessen te zien ontwikkelen.” Ook geeft Bloed aan dat hij diep onder de indruk is van wondgenezing. “Het wonder wordt elke dag alleen maar groter. Als de Heere je verstand maar een beetje benevelt, kun je helemaal niks. Dan maak je de ene na de andere fout.” Daarom heeft Bloed de wijsheid niet van zichzelf maar legt elke dag alles ‘in vertrouwen bij de Heere neer’.1
Predikant
De eerste gemeente van ds. A.A. Egas was de Christelijke Gereformeerde Kerk (CGK) op Urk. Momenteel is hij predikant in de CGK van Damwoude (Friesland). Hij is vaste scribent van Om Sions Wil en momenteel behandelt hij de Heidelbergse Catechismus voor dit gezinsblad. In hetzelfde nummer als het interview met drs. Bloed komt ook de ‘scheppingszondag’ (Zondag 9) aan de orde. Egas beschrijft eerst de belijdenis dat God de Vader is. In het sluitstuk van deze overdenking spreekt de predikant over God ‘de Almachtige Schepper’. Hier wordt beleden dat God de Vader de Schepper is van hemel en aarde en dat hij alles voortbracht uit niets. Er was geen licht. Toen riep God: ‘Er zij licht’. Er was in het begin geen dier, maar God schiep de dieren. Egas memoreert dat er vele theorieën over het ontstaan van de wereld zijn geweest. “Een geweldige aanval op het christelijke scheppingsgeloof is gedaan door Darwin, de grondlegger van de evolutietheorie. Geen schepping, maar alles heeft zich geleidelijk aan ontwikkeld. En zo zou uiteindelijk de mens uit de aap zijn voortgekomen.” De predikant verwijst naar de vondst van een schedel die onlangs gedaan werd, waarvan men meent dat deze zeven miljoen jaar oud is, en die de gehele menselijke evolutie op zijn kop zet. “Zo blijft de wetenschap bezig om de oorsprong aller dingen vast te stellen, maar de kerk mag zich bij dit alles heel eenvoudig vasthouden aan Genesis 1: ‘In den beginne schiep God de hemel en de aarde.’ Gelooft u dat ook?”2
Tenslotte
De verwondering van huisarts drs. Wilco Bloed als het gaat over de schepping delen we helemaal. Voorop belijden we met dominee A.A. Egas dat de theorie van Universele Gemeenschappelijke Afstamming en het klassieke scheppingsgeloof onmogelijk (op zijn minst sterk verwrongen) met elkaar te verenigen zijn. 3 We zijn dankbaar dat Om Sions Wil voor deze gedachten en dit geloof oog heeft en de ruimte hiervoor biedt.
Voetnoten
‘Het water steeg wel hoog’ – Lied voor de onderbouw van het basisonderwijs
Het is belangrijk om onze kinderen meer te leren over de zesdaagse schepping. Dat kan met behulp van diverse materialen, methoden en werkvormen. Veel jonge kinderen leren door te zingen! Het is daarom heel goed dat er ook liederen bestaan over de zondvloed die de chronologie van de geschiedenis in Genesis volgen. Eén zo’n lied is ‘Het water steeg wel hoog‘ Het lied is geschreven door Hanna Lam (1928-1988) en gecomponeerd door Wim ter Burg (1914-1995). ‘Het water steeg wel hoog‘ wordt in de onderbouw van veel (reformatorische) basisscholen aangeleerd en gezongen. Hieronder volgt een opname via YouTube. Onderaan de pagina wordt ook de liedtekst van het lied weergegeven. Dit lied is ook te zingen via Gezangboek.nl.1
Opname
Onderstaande opname is gemaakt in de vroegere Gereformeerde Kerken vrijgemaakt van Schildwolde.
Liedtekst
1. Het water steeg wel hoog,
maar wonder boven wonder,
ging Noach niet ten onder.
De ark alleen bleef droog,
de ark alleen bleef droog.
2. De dieren gingen mee,
de grote en de kleine,
met Noach en de zijnen.
De dieren twee aan twee,
de dieren twee aan twee.
3. Zij dreven maanden rond.
Toen ging het water zakken,
de duif vond groene takken.
De ark liep aan de grond,
de ark liep aan de grond.
4. De aarde was er weer.
En mens en dier mocht wonen,
onder de groene bomen.
In vrede met de Heer’,
In vrede met de Heer’.
5. De regenboog staat hoog,
als teken voor de volken.
Gods woorden te vertolken:
het land, het land blijft droog.
Het land, het land blijft droog.
Zie ook het lied ‘In den beginne lag de aarde verloren’ (hier).
Voetnoten
Parenteel van Maria van Meerten (?-?) en Gijsbert de Cock van Delwijnen (?-1575)
Maria van Meerten werd op ? geboren te Ingen als dochter van Dirck van Meerten (?-1568) en Bertha van Eck van Panthaleon (?-1531). Het parenteel van haar ouders is hier te vinden. Zij is overleden op ? te ?. Zij trouwde op ? te ? met Gijsbert de Cock van Delwijnen. Gijsbert de Cock van Delwijnen werd op ? te ? geboren als zoon van Johan de Cock van Delwijnen (?-1550) en Anna de Ruijter (?-?). Hij is overleden op 20 september 1575 te Ingen.
Kinderen
Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren (in willekeurige volgorde):
- Gertruida de Cock van Delwijnen. Zij werd geboren op ? te ? en overleed op ? te ?. Zij trouwde op 17 november 1587 (datum van huwelijksvoorwaarden) te Ingen met Johan van Goltsteijn, geboren op ? te ? en overleden op ? te ?. Hij was een zoon van Willem van Goltsteijn (?-?) en Catharina van Meeckeren (?-?).
- Gijsbert de Cock van Delwijnen. Hij werd geboren op ? te ? en overleed op ? te ?.
Meer informatie over dit echtpaar
Dit parenteel wordt nog verder compleet gemaakt. Hieronder volgen tijdelijk de linkjes naar artikelen op deze website die onder meer dit echtpaar vermelden. Later, als de Heere leven geeft, willen we dit omwerken tot een overzichtelijk en leesbaar geheel.
Rondom het congres 2023 (3) – Programma van het congres licht gewijzigd
Vandaag over precies een maand hopen we het congres ‘Bijbel & Wetenschap 2023’ te organiseren in Hardinxveld-Giessendam. Het congres hoopt plaats te vinden op 21 oktober 2023 D.V. Er komen elke dag wel aanmeldingen binnen. Daar zijn wij heel dankbaar voor. Meer informatie en de mogelijkheid tot aanmelden zijn hier te vinden. Het programma is sinds de vorige keer licht gewijzigd.
Cardioloog en internist dr. Corstiaan den Uil vanwege (bij het bevestigen) onvoorziene werkzaamheden in het buitenland verhinderd om op het congres te spreken. Gelukkig hebben we moleculair bioloog en geneticus dr. ir. Jan-Hermen Dannenberg bereid gevonden om dit gat op te vullen met een lezing over DNA. De titel van zijn lezing luidt ‘DNA: de taal van God?. Hierdoor kan het tiental lezingen gehandhaafd worden. Het cardiologische thema dat er eerst stond, willen we doorschuiven naar een volgend congres, naar we hopen en beleven mogen. De flyers zijn helaas al ontworpen en gedrukt, dus daar laten we het zo staan.
Najaars-trekkers
De najaarstrek is begonnen. Heerlijk. Je kunt nu vogels tegenkomen die je normaal niet ziet. Zo ook op 4 september in de Gouverneurspolder bij Ochten. Het was prachtig weer en met de zon in de rug bekeek ik een oeverzone op zoek naar steltlopers. Ik zag eerst ruim 100 Kieviten, staand in het ondiepe water. Maar ook enkele zangvogels op wat palen. Afwisselend lopend en stilstaand er naar toe gegaan. Het bleken tapuiten te zijn: Paapjes en een Tapuit. Deze soorten trekken vaak samen.
Paapjes waren tot 1970 in Nederland als broedvogel beduidend talrijker. De huidige aantallen liggen ruim 80% lager! De afname is onder meer een gevolg van intensivering van agrarisch grondgebruik. De soort staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels als ‘bedreigd’. Ze zijn ook in het rivierengebied sterk achteruitgegaan, broeden nu vooral in Noordoost-Nederland. In Drente vertoont de soort een duidelijke voorkeur voor extensief beheerde graslanden en bermen met een rijke insectenfauna. De laatste jaren is de stand met 200-300 broedparen stabiel (Vogelbescherming, Sovon).
Op de foto ziet u een oplettend Paapje, een kleine compact gebouwde tapuit (13 cm) met een fraaie brede wenkbrauwstreep. Vangt prooien met korte vlucht en vliegt graag van uitkijkpost naar uitkijkpost. Nu tot mijn verrassing gezien bij Ochten. De soort is geen zeldzame doortrekker. Paapjes zijn tijdens de najaarstrek, van half augustus tot begin oktober, in het hele land te zien, soms in groepjes en zowel in boerenland als natuurgebieden (Sovon). Dus als u eropuit trekt, wie weet!
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2023, Najaars-trekkers, Het GemeenteNieuws 22 (37): 13.
Maak de ‘Week van het Leven’ mogelijk – Poster campagne ‘Week van het Leven’
Van 4 tot en met 11 november 2023 D.V. vindt de zogenoemde ‘Week van het Leven’ plaats. Steunt u deze pro-life campagne al? Op de poster hieronder de mogelijkheden en meer informatie.