Welkom op deze website!

Deze website is de thuisbasis van de organisatie Fundamentum. Fundamentum zet zich in op het gebied van geloof en wetenschap, medische ethiek en apologetiek. Eigenaar van de website is Jan van Meerten. De website is ook de landingswebsite van het jaarlijkse congres ‘Bijbel & Wetenschap‘. Deze website bevat informatie over allerhande onderwerpen zoals seksuele gerichtheid, pro-life, wereldgodsdiensten (zoals Islam, Hindoeïsme etc.) en vooral over scheppingsleer, -geloof en -paradigma. In het laatste geval zijn wij voorstander van het klassieke scheppingsgeloof met een zesdaagse schepping, een historische zondeval en om niet meer te noemen een wereldwijde zondvloed. Verder gebruikt Jan van Meerten deze website om eerder door hem geschreven artikelen te bundelen en het onderwerp waarin hij zichzelf aan het specialiseren is uit te werken. Het gaat dan om paleoecologie, paleoklimatologie en paleontologie, meer specifiek de ecosystemen van de dinosauriërs (het zogenoemde Mesozoïcum), nog meer specifiek de zoogdierachtigen en vogelachtigen in deze ecosystemen. Zijn overige artikelen kunnen gelezen worden als (wetenschap)journalistieke stukken. De website bevat ook gastbijdragen van medechristenen. Als laatste is het ook de landingswebsite van de genealogie van het geslacht Van Meerten en Betuwse streekgeschiedenis. U kunt uzelf hier abonneren op de nieuwsbrief. Deze nieuwsbrief verschijnt maandelijks en zal alle onderwerpen behandelen behalve informatie over het geslacht Van Meerten. De nieuwsbrief bevat altijd de mogelijkheid om uzelf af te melden. Van harte welkom op deze website en veel leesplezier! Feedback kan gegeven worden via de pagina ‘hier mag u uw hart luchten‘. Op deze pagina zullen wij zelf niet veel reageren. Op reacties, vragen of stellingen wordt gereageerd in de rubriek ‘Feedback & vragen‘. De feedback kan ook gegeven worden via info@oorsprong.info.

Megazostrodon, een uitgestorven zoogdierachtige (Mammaliaformes) uit het Trias/Jura.
Megazostrodon, een uitgestorven zoogdierachtige (Mammaliaformes) uit het Trias/Jura. Deze foto is genomen in het Natural History Museum in Londen en afkomstig van de internetencyclopedie Wikipedia.

God in de natuur – Bespreking ‘Als een prachtig boek’

Kan een ongelovige die naar de natuur kijkt tot de overtuiging komen dat God bestaat? Of is dat alleen mogelijk door de bijbel te lezen? In zijn recent verschenen proefschrift gaat dr. A.J. Kunz op die vragen in.

Volgens Guido de Brès, auteur van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB), zijn er twee middelen om te komen tot de ware godskennis. Die middelen (de bijbel en ook de schepping) beschrijft hij in het tweede artikel van de NGB.

Wat wil de auteur?

Het doel van Kunz’ betoog is te komen tot de zogenaamde ‘auteursintentionele interpretatie’. Dat wil zeggen: wat wil de auteur zelf zeggen met dit artikel? Na het stellen van onderzoeksvragen in hoofdstuk 1 start Kunz zijn betoog met een schets van de historische context waarin de NGB is ontstaan. Kunz toont ook uitvoerig aan dat Guido de Brès inderdaad de auteur moet zijn van de NGB. Dit was een vraag omdat er geen naam van een schrijver bij de NGB wordt genoemd. In hoofdstuk 3 en 4 behandelt Kunz hoe het tweede artikel van de NGB door de eeuwen heen is uitgelegd. Volgens de theoloog Karl Barth is God door een ongelovige namelijk nergens in de geschapen werkelijkheid te vinden. De mens leert god alleen kennen via zijn openbaring in Jezus Christus. De uitleggers na Barth sluiten zich bij hem aan of nemen stelling tegen Barth. De uitleg van De Brès wordt daarbij veelal uit het oog verloren.

Godsbesef

Kunz laat zien dat artikel 2 geen aanleiding geeft om te komen tot Barths uitleg. De Brès verwijst in zijn artikel namelijk naar Romeinen 1 vers 20. daarin staat dat niemand, kijkend naar de natuur, zich kan verontschuldigen met het excuus dat men niet wist dat er een God is. De opbouw van artikel 2 laat ook zien dat De Brès bedoelde dat de mens buiten de bijbel om op grond van zintuiglijke waarneming het bestaan van God kan afleiden uit de natuur. Dit heet het universele godsbesef. Volgens De Brès zijn er sporen van het beeld van God in de mens overgebleven, zodat hij God kan kennen uit de natuur. Die sporen zijn weliswaar zwak, maar niettemin voldoende om de mens elk excuus voor zijn ongeloof te ontnemen. Toch is de godskennis uit de natuur volgens De Brès niet zaligmakend; God openbaart zich nog véél duidelijker in de Bijbel. Alleen daar kom je Gods Zoon Jezus Christus tegen, die van zonden zalig maakt.

Aanrader

Kunz gaat ook in op de actuele betekenis van artikel 2. Is de natuur wel zo’n prachtig boek? Er is toch heel veel ‘zinloos’ lijden in deze wereld? Is het niet achterhaald om te zeggen dat God in deze werkelijkheid is te vinden? Kunz’ boek is een keurig verzorgde uitgave geworden. Door de Latijnse en Franse woorden is het voor iemand die deze talen niet machtig is soms lastig te lezen. Maar gelukkig zijn de meeste citaten netjes in het Nederlands weergegeven, met in de voetnoot de originele taal. Het is dan ook een absolute aanrader voor iemand die geïnteresseerd is in hoe de twee bronnen van godskennis door de eeuwen heen zijn opgevat.

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Weet Magazine. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2013, God in de natuur, Weet 22: 9.

WEET MAGAZINE: NOG GEEN ABONNEE?

Het bovenstaande artikel is overgenomen uit Weet Magazine nummer 22 (zie hiernaast). Weet Magazine is een populair-wetenschappelijk creationistisch tijdschrift waarin ingewikkelde wetenschappelijke onderwerpen eenvoudig worden uitgelegd en op een bijbelgetrouwe manier worden besproken. Daarnaast brengt het tijdschrift bij kennis over creationistische wetenschapsbeoefening. Het gaat hierboven bijvoorbeeld om een proefschrift waarin de receptiegeschiedenis van het tweede artikel van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB) is onderzocht. Nog geen abonnee van Weet Magazine? Dat kan natuurlijk niet! Ga snel naar de website van Weet Magazine en sluit vandaag nog een abonnement af!

The First Nordic Creation Research Conference (7) Dr. Andy McIntosh – Some Observations Regarding the Thermodynamic Implications of the Endergonic Bonds in Living Systems

Op 17 en 18 oktober 2024 vond de eerste Nordic Creation Research Conference plaats. Het thema was genetica en soortvorming. Op dit congres gaf dr. Andy McIntosh een lezing over hoe thermodynamica werkt in de levende systemen. Zijn lezing had als titel ‘Some Observations Regarding the Thermodynamic Implications of the Endergonic Bonds in Living Systems’. Met dank aan de organisatie is deze lezing opgenomen en hieronder te bekijken. Voordat u deze lezing bekijkt, is het goed om eerst de samenvatting te lezen.

Biedt Deuteronomium 22:5 richtlijn voor genderdysforie?

Waarschijnlijk wijst Deuteronomium 22:5 (over mannenkleding en vrouwenkleding) in eerste instantie op heidense praktijken van prostitutie en seksuele verwildering. Het is zeer de vraag of er toentertijd al zoiets als transgenderisme bestond.

Het RD besteedde aandacht aan de publicatie ”Wissel van geslachtskleding en van geslacht” van dr. Hendrik J. Koorevaar (RD 20-2). Het is interessant dat deze oudtestamenticus zich vanuit zijn gedegen vakkennis mengt in de actuele discussie rond transgenderisme. Hieronder verstaan we een ideologie die het door God in de schepping gelegde onderscheid tussen man en vrouw, zoveel mogelijk wil vervagen en uitwissen. Terecht stelt Koorevaar zich hiertegen teweer en voert hij een pleidooi voor de erkenning van de kracht en actuele relevantie van Deuteronomium 22:5 in dit verband. Deze tekst wijst scherp praktijken af waarbij mannen zich voordoen als vrouwen en omgekeerd.

De diepere achtergrond hiervan heeft ongetwijfeld te maken met Gods scheppingsbedoeling. De mens is geschapen als mannelijk of vrouwelijk. Het is een gruwel in Gods oog wanneer dit antropologische kerngegeven stelselmatig wordt ontkend. In de bezinning hierover binnen de kerken moet de stem van Deuteronomium worden gehoord.

Goed onderscheiden

In het kader van mijn instemming met de bedoelingen van Koorevaar maak ik een tweetal kanttekeningen. De auteur heeft mij er in zijn boek niet van kunnen overtuigen dat er in de tijd dat het boek Deuteronomium werd geschreven, al zoiets als transgenderisme bestond. Ik acht de uitleg die ik zelf, in navolging van vele anderen, hieraan heb gegeven in de brochure ”Genderdysforie” van de Gereformeerde Bond waarschijnlijker. Het gaat mijns inziens in Deuteronomium 22:5 in eerste instantie om heidense praktijken van prostitutie en seksuele verwildering. Ook wanneer we deze uitleg volgen, blijft het grondmotief achter de tekst voluit staan.

In de tweede plaats is het van belang goed te blijven onderscheiden tussen enerzijds transgenderisme en anderzijds genderdysforie. Een definitie van dat laatste is: „een persisterende (dus blijvende) onvrede met het bij de geboorte vastgestelde geslacht en onbehagen over de bijbehorende genderrol”. Het zou best kunnen zijn dat er ook in Bijbelse tijden al mannen waren die diep van binnen het gevoel hadden dat ze vrouw wilden zijn en omgekeerd. Zeker weten doen we dat niet.

Behulpzaam

In onze tijd kunnen mensen die lijden aan genderdysforie, aan Deuteronomium 22:5 in elk geval de richtlijn ontlenen dat ze zich niet zo moeten kleden dat ze niet langer als man of vrouw herkenbaar zijn. Het kan echter voor deze mensen behulpzaam zijn om zich te kleden op een manier die hun biologische geslacht niet benadrukt. In zo’n geval heeft dat niets te maken met de „gruwel” waartegen de genoemde tekst zich keert. Lettend op de nood van gemeenteleden die worstelen met genderdysforie dienen we ons te onthouden van grote woorden en in pastorale gevoeligheid naast hen te staan.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Hoek, J., 2025, Biedt Deuteronomium 22:5 richtlijn voor genderdysforie?, Reformatorisch Dagblad 54 (278): 22-23 (Artikel).

Verplicht naar hartslag luisteren vóór abortus goed idee

Waarom zouden we geen oog hebben voor de mogelijkheid dat een aanvankelijke abortuskeuze verandert in een kinderwens, nadat de zwangere vrouw heeft geluisterd naar de hartslag van haar ongeboren kind?

Terwijl in Nederland abortus steeds toegankelijker wordt gemaakt, beweegt men in Hongarije de andere kant op. De centrumrechtse regeringspartij Fidesz heeft de abortuswet onlangs aangescherpt. Zwangere vrouwen moeten voortaan eerst naar de hartslag (of een ander levensteken) van het ongeboren kind luisteren voordat ze een abortus mogen ondergaan. Is dit emotionele manipulatie of juist een bijdrage aan de informatievoorziening voor de zwangere vrouw?

In Hongarije is abortus tot 12 weken en bij uitzondering tot 24 weken toegestaan. De huidige regering maakt er geen geheim van dat zij meer wil doen om ongeboren leven vanaf de bevruchting te beschermen. De aangescherpte wet geldt als een stap in dat proces. Maar wat wil de Hongaarse regering hiermee bereiken? Het eerste moment waarop een hartslag via de buikwand hoorbaar is, ligt ronde de tiende week van de zwangerschap, dus niet ver voor de Hongaarse abortusgrens. Onduidelijk is of de regering ook een inwendige meting verlangt, waarbij de hartslag al bij zes weken waarneembaar is. In de wet staat niet expliciet dat het moet gaan om het „horen van de hartslag”, maar om het „detecteren van de vitale functie(s)”.

Kan ”luisteren naar de hartslag” ook in Nederland een manier zijn om vrouwen meer inzicht te geven in hun ongeboren kind? De Tweede Kamer maakt immers veel gewag van goede informatie tijdens de zwangerschap. Onder andere de 13 wekenecho, die sinds 2021 standaard wordt aangeboden, staat in het teken van een zo goed mogelijk beeld van de zwangerschap in een fase waarin ouders nog kunnen kiezen voor abortus. Waarom zouden we geen oog hebben voor de mogelijkheid dat een aanvankelijke abortuskeuze verandert in een kinderwens?

Deze mogelijkheid valt niet zomaar weg te wuiven. Het gaat om een teken van leven dat als het ware getuigt van een menselijk bestaan. Zie het als een laatste pleidooi om te voorkomen dat dit individuele bestaan onomkeerbaar wordt beëindigd. Het beluisteren van een hartslag kan invloed hebben op de keuze van een vrouw.

Financiële steun of adoptie

Tegenstanders van de nieuwe Hongaarse maatregel beweren dat het verplicht luisteren naar een hartslag veel te ver gaat. Of hebben zulke critici moeite met een scenario waarin ”ongewenst” verandert in ”gewenst”? Een ander kan menen dat juist het niet laten horen van de hartslag te sturend is, omdat dit een heel wezenlijke mogelijkheid voor binding tussen moeder en kind blokkeert.

Maar als het luisteren naar de hartslag al ”onredelijk” veel indruk maakt op de zwangere vrouw, wat kan er dan nog wél worden besproken voordat een abortus plaatsvindt? Vrouwen met abortustwijfel of een uitgesproken abortuswens moeten volgens de wet weet hebben van alternatieven. Daarbij valt te denken aan financiële steun of adoptie. Het afwegen van zulke opties kan toch evengoed veel druk leggen op het toekomstbeeld van een zwangere vrouw?

Trauma?

Het laten horen van een hartslag valt, net als echobeelden, onder medische informatie rond een abortusbehandeling. Luisteren naar de hartslag van het kind is niet voor niets een vast controlepunt van iedere verloskundige. Als de abortus vervolgens niet doorgaat, blijft dit de keuze van de vrouw. Daar kunnen voorstanders van abortus zich ongetwijfeld in vinden. Zij zijn er bovendien van overtuigd dat vrouwen weloverwogen voor abortus kiezen. Dan zou het luisteren naar een hartslag daar geen noemenswaardige verandering in kunnen brengen. Mocht er toch nog ruimte zijn voor de aanvaarding van het moederschap, dan kan de hartslag dit openbaren en spijt achteraf voorkomen.

Wat zouden tegenstanders van zo’n maatregel wél legitiem naar voren kunnen brengen? Via sociale media is dikwijls geopperd dat het traumatische gevolgen kan hebben wanneer een vrouw verplicht moet luisteren naar het hartje van een kind, terwijl ze al tot een abortus besloten heeft. Hier wringt de schoen inderdaad het meest. Of vrouwen hierdoor inderdaad een trauma oplopen, moet niet zomaar worden aangenomen, maar dat het horen van de hartslag confronterend is, begrijpt natuurlijk iedereen. Dan rijst wel de vraag of de zwangere vrouw beschermd moet worden tegen ieder gevoel dat mogelijk als ongemakkelijk wordt ervaren.

Ik vind het moeilijk om daarin mee te gaan. Als het ongeborene dan geen recht heeft om te blijven leven, dan mag het toch wel het recht krijgen om eenmaal te worden gehoord? De verplichte bedenktijd voor een abortus, die onlangs in Nederland werd afgeschaft, had een soortgelijke functie. Hiermee wilde de wetgever ooit een drempel opwerpen vanuit de overtuiging dat een abortusbesluit gaat over leven en niet leven. Maar speelt deze afweging nog wel een rol?

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Develing, C., 2022, Verplicht hartslag beluisteren vóór abortus goed idee, Reformatorisch Dagblad 52 (156): 22-23 (artikel).

Dr. Eric Boersma over de verhouding tussen geloof en wetenschap – Uitgelicht! 10 mei 2021

Dr. Eric Boersma was te gast in het programma Uitgelicht! van Family7 om daar te spreken over de verhouding tussen geloof en wetenschap. Zijn deze ‘grootheden’ met elkaar in tegenspraak of vullen zij elkaar aan? Met dank aan het programma kunnen wij de opname hieronder ook delen.

Een boek dat eigenlijk niemand ongelezen mag laten – Bespreking van ‘Gods goede orde’

In onze tijd wordt de inhoud van het bijbelse getuigenis van de eerste drie hoofdstukken van Genesis zwaar aangevochten. Heel verdrietig is dat dit niet alleen buiten de kerk maar ook binnen de kerk gebeurd. Als het gaat om de verhouding man en vrouw en het huwelijk, spreken we terecht van scheppingsordeningen. Eeuwenlang stonden in het door het christelijke geloof gestempelde Europa de scheppingsordeningen niet ter discussie. Dat betekende niet dat deze ordeningen niet werden overtreden maar dat werd dan ook als zonde gezien.

Toen in Europa de secularisatie begon toe te slaan deelden degenen die niet of nauwelijks een band met de kerk hadden normen en waarden met christenen. Al achtte men de geboden van de eerste wetstafel niet relevant (waarbij het voor het vierde gebod nog lange tijd wel gold) anders lag het voor de tweede wetstafel. Dat is inmiddels verleden tijd. De grote omslag vond plaats in de jaren zestig van de vorige eeuw. Huwelijk en seksualiteit zijn van elkaar losgemaakt. Het huwelijk wordt niet langer als de hoeksteen van de samenleving gezien. Men kan een huwelijk aangaan zonder de bereidheid te hebben van meet af aan kinderen te ontvangen. Nieuwe generaties ademen de lucht van onze geseculariseerde samenleving in. Als de Heere het niet verhoedt, wordt zo ons denken vergiftigd, en wij moeten helaas zeggen dat dit bij velen binnen de kerken al het geval is. Nodig is, dat in kerken, gezinnen en op scholen een bijbels geluid klinkt. Want ook met betrekking tot deze zaken geldt, dat het niet met horen moet eindigen maar dat het er wel mee moet beginnen.

Een studie die voor een breed publiek toegankelijk is en als handboek kan worden gebruikt

Dr. M. Klaassen die inmiddels weer gemeentepredikant is, was een aantal jaren voltijds werkzaam bij Bijbels Beraad m/v. Een wel heel belangrijke vrucht van het laatste, is zijn publicatie Gods goede orde die dit jaar bij uitgeverij De Banier in samenwerking met Bijbels Beraad m/v uitkwam, en waarvan al weer een tweede druk is verschenen. De scheppingsorde en de zaken die daarmee te maken hebben worden breed belicht. Het is een studie van formaat die van grote belezenheid getuigt. Echter, welbewust schreef de auteur geen publicatie met een academisch karakter. Daarom kan een breed publiek er zijn of haar voordeel meedoen. Predikanten, catecheten en leraren mogen dit boek hoe dan ook niet ongelezen laten, maar ook ouders en jongelui kunnen er hun voordeel meedoen.

De kracht van het boek is niet in de laatste plaats dat het feitelijk een handboek is. Men kan de hoofdstukken afzonderlijk raadplegen en lezen als het gaat om de verhouding man en vrouw, de betekenis van het huwelijk, hoe we seksualiteit moeten zien en het belang van het gezin. De voetnoten wijzen daarbij de weg naar andere publicaties voor hen die zich nog verder willen verdiepen in een onderwerp. De eerste twee hoofdstukken over de betekenis van de scheppingsorde vandaag en de kleine theologie van het lichaam hebben een inleidend karakter maar zijn daarom niet minder belangrijk. Zij vormen het kader voor de inhoud van de volgende hoofdstukken. In meer dan één opzicht heeft de theologie van Karl Barth en zijn geestverwanten ertoe bijgedragen dat de betekenis van de wet is verwaarloosd. Dat geldt voor de wet als kenbron van zonde maar ook voor de wet in relatie tot Gods scheppingsordeningen. Over de schepping zou men alleen in het licht van de verlossing mogen spreken.

In de Rooms-katholieke Kerk hield men in de kerkleer vast aan de scheppingsordeningen. Men spreekt dan over de natuur. Het protestantisme legt sterker dan Rome de nadruk op het feit dat de natuur is geschonden en dat wij de Schrift nodig hebben om het volledige zicht op de schepping en scheppingsordeningen te ontvangen. Dit doet echter niets af van het feit dat, als het gaat om de scheppingsorderingen, Rome en het klassieke protestantisme dezelfde lijnen trekken. Klaassen stelt terecht dat Christus de scheppingsordeningen verlost van de zonde, maar ze niet opheft. Door het geloof in Christus en Zijn werk gaan we leven naar Gods scheppingsordeningen zoals God die heeft bedoeld. Dan is gehoorzaamheid geen slaafse onderworpen of een gehoorzamen met tegenzin en dan wordt besef dat het feit dat God macht geeft, niet betekent dat die misbruikt mag worden. Het huwelijk wordt dan een weerspiegeling van de verhouding tussen Christus en Zijn gemeente.

Huwelijk en seksualiteit

Klaassen maakt duidelijk dat de schepping van de mens als man en vrouw bepalend moet zijn op onze visie zowel als het gaat om de betekenis van het lichaam, als om de relatie tussen het lichaam en seksualiteit. De lichamen van man en vrouw zijn op elkaar aangelegd voor seksualiteit. Dat moet bepalend zijn als het erom gaat dat men zich in zijn eigen lichaam niet thuis voelt. Dan moet het lichaam niet aangepast worden aan de gevoelens van de geest maar moet aan God worden gesmeekt of de geest zich voegt naar het lichaam.

De auteur onderstreept dat zowel in het Oude als Nieuwe Testament naar voren komt dat seksualiteit een gave van God is maar dan wel een gave die alleen binnen het huwelijk (en dan moeten we inmiddels zeggen tussen één man en één vrouw) mag worden genoten. De Schrift laat dan ook zien dat een huwelijk en de bereidheid kinderen te ontvangen bij elkaar behoren. Als het gaat om seksualiteit wijst de auteur erop dat bij de opsomming van overspel, incest, homoseksueel gedrag, polygamie en bestialiteit in Lev. 20:9-16 er sprake is van een toenemende afwijking van de scheppingsorde. Ik merk wel op dat het bij polygamie niet om polygamie in algemene zin gaat. Dat wordt onder de oude bedeling bepaald niet toegejuicht maar wel getolereerd (vgl. Ex. 21:10-11; Deut. 21:15-17). In de opsomming gaat het om polygamie met een incestueus karakter: een man zowel een moeder als haar dochter tot zijn vrouw. Dit kan in de volgende druk, die er naar ik hoop spoedig komt, verduidelijkt worden.

De grote veranderingen ten aanzien van de huwelijksmoraal worden belicht. Vooral de introductie van de pil heeft daarbij als katalysator gewerkt. Geslachtsgemeenschap kan worden beoefend zonder dat dit tot een zwangerschap leidt. Binnen het protestantisme was de Anglicaanse Kerk de eerste die naast (periodieke) onthouding ruimte zag voor middelen om conceptie te voorkomen. Dat was nog vóór de introductie van de pil. Inmiddels is dit standpunt breed aanvaard. Met Klaassen ben ik ervan overtuigd dat anticonceptie alleen geoorloofd is als er heel dwingende lichamelijke of psychische redenen zijn anders moet de weg van periodieke onthouding worden gekozen. Klaassen wijst erop dat dit ook de lijn was van de gezaghebbende hervormd-gereformeerde theoloog G. Boer. We moeten geslachtsgemeenschap en de bereidheid om kinderen te ontvangen niet van elkaar losmaken. Het omgekeerde geldt ook. Nog afgezien van de vraag of het vernietigen van bevruchte eicellen wordt voorkomen, pleit Klaassen er, in de lijn van de inmiddels al enkele jaren geleden overleden christelijke gereformeerde ethicus W.H. Velema, voor niet voor ivf te kiezen.

Sinds de zondeval wordt in daden, woorden en gedachten Gods gebod als het gaat om huwelijk en seksualiteit overtreden. Vrijwel iedereen heeft op seksueel gebied een strijd te voeren. Met name bij jongelui denk je dan aan de strijd niet vooruit te grijpen op het huwelijk. Getrouwden moeten geen plaats geven aan seksuele gedachten over andere personen. Hoe moeten homoseksuele gevoelens worden gezien? Klaassen wijst de zienswijze af dat alleen homoseksueel gedrag in het licht van de Bijbel afkeuring verdient, maar dat homoseksuele gevoelens neutraal zijn. Nooit wijst de Bijbel gedrag af zonder de gevoelens daar achter erbij te betrekken. Hij verwijst in dit verband onder andere naar het rapport van de Presbyterian Church of America. Ik wijs er zelf op dat onder andere Tim Keller en Kevin DeYoung eraan hebben meegewerkt. In de lijn van dit rapport noemt Klaassen dat wij bijbels gezien er bezwaar tegen moeten hebben om dat wij onze identiteit met zijn seksuele gevoelens te omschrijven. Dus: ‘Ik ben homo’, maar ook ‘Ik ben hetero’. De gedachte dat onze seksuele gevoelens tot onze diepste identiteit behoren komt pas met de romantiek op. Ed Shaw een predikant die zelf moet worstelen met homoseksuele gevoelens omschrijft zichzelf daarom welbewust niet als homo.

De positie van man en vrouw en de betekenis van het gezin

Verhelderend maar wel tegen de tijdgeest in, is wat Klaassen schrijft over de positie van man en vrouw en de betekenis van het gezin. Het gezin is de hoeksteen van de samenleving en behoort een kleine kerk te zijn waarin huisgodsdienst een vaste plaats heeft. Dat laatste wordt duidelijk gemaakt, niet alleen vanuit de Schrift, maar ook met verwijzingen naar reformatoren, puriteinen, de mannen van de Nadere Reformatie en niet te vergeten Herman Bavinck met zijn prachtige boek Het christelijk huisgezin.

De Schrift laat zien dat de vrouw in het bijzonder tot moeder is geroepen. Wel kent het Nieuwe Testament in onderscheid met het Oude Testament positieve betekenis toe aan de ongehuwde staat. De roeping die man en vrouw hebben, bepaald ook hun positie. Met Klaassen betuig ik dat het hoofd zijn van de man niet tot het huwelijk en de kerk moet worden beperkt, al geldt het daar in het bijzonder. Al heeft een man een eerste verantwoordelijkheid als het gaat om het onderhouden van het gezin, hij moet ook binnenshuis priester zijn. Dat laatste moet niet vergeten worden als terecht wordt gesteld dat de eerste (dat is nog niet de enige) taak van een getrouwde vrouw in haar gezin ligt. De auteur wijst erop dat het heel verdrietig is dat de belastingpolitiek in Nederland niet op versterking van het gezin is gericht. Ze draagt zo bij aan de ontwrichting van de samenleving.

Ik zou bij de bespreking van Gods goede orde nog veel meer willen en kunnen noemen., maar dat laat de lengte van deze bijdrage niet toe. Lang niet alles is genoemd. Daarom nogmaals: Neem en lees. Bij de presentatie van dit boek was één van de geluiden die klonk dat het geen publicatie met een pastoraal karakter is. Dat is op zich waar, maar dit moet een constatering zijn en geen kritiek. Een studie als deze kan niet twee focussen tegelijk hebben: de inhoud van het Schriftgetuigenis en de pastorale verwoording ervan. Gezien het feit dat er meerdere onderwerpen ter sprake komen zouden we dan ook een publicatie krijgen die al gauw wel driemaal de omvang van de huidige zou hebben.

Ik hoop wel dat er in de toekomst nog meerdere publicaties met een pastoraal karakter zullen verschijnen en dan onder andere van ervaringsdeskundigen. De auteurs ervan kunnen wel hun winst doen met Gods goede orde. Deze publicatie biedt namelijk de kaders waarbinnen pastorale noden en vragen kunnen en moeten beantwoord worden die het terrein van Gods goede orde raken. Met name in rooms-katholieke kring maar niet alleen daar, zien we dat nogal eens dat wat in de kerkleer wordt gesteld in het pastoraat wordt ontkracht. Dat kan en mag nooit. Zaak is wel dat het bijbels getuigenis bewogen en liefdevol wordt doorgegeven. Dat geldt niet alleen voor vragen op het terrein van Gods goede orde, maar ook op andere terreinen van ons leven. Ik denk aan het bijbels getuigenis over omgang met geld en goed en over het gebruik van wijn en drank.

Er wordt wel eens over een zacht nee gesproken als het gaat om het afwijzen van zaken die in het licht van de Schrift niet kunnen bestaan. Zelf gebruik ik dat woord niet. Als mijn ouders vroeger ergens een zacht nee over uitspraken, kreeg ik de indruk: dat wordt in verloop van tijd wel ja. Daarom spreek ik liever over een bewogen en liefdevol nee. Het nee dat we in het licht van de Schrift uitspreken moet dan altijd overstemd worden door het ja van wat wel Gods bedoeling is. Echt leven naar Gods geboden, inzettingen en ordeningen kan alleen van uit een levend geloof in de Heere Jezus Christus. Dan weten we dat wij niet meer zijn die wij waren, maar ook dat wij nog niet zijn die wij behoren te zijn. Al hebben we gebroken met zondige levenspatronen en smeken we er niet in terug te vallen, we houden tot onze dood gevoelens die niet bij het goede beeld van God behoren. Ons hele leven lang moeten wij strijden tegen ons zondige bestaan. Dan is het groot dat Gods vergevende liefde ook daarvoor geldt en dat dringt ons er weer des temeer toe God lief te hebben en in Zijn wegen te wandelen.

N.a.v.: Dr. M. Klaassen, 2024, Gods goede orde (Apeldoorn: De Banier).

Deze gastbijdrage is met toestemming overgenomen van de website van dr. P. de Vries. Het originele artikel is hier te vinden.

“De mens is geen toevalsproduct” – Dr. Peter Borger te gast in het programma De Nieuwe Wereld

Op 18 april 2025 was dr. Peter Borger te gast in het YouTube-programma ‘De Nieuwe Wereld‘. Hij sprak daar over de onhoudbaarheid van de moderne evolutietheorie, met universele gemeenschappelijke afstamming. Het programma is hieronder terug te kijken. Mogelijk kunt u niet met alles van deze gastbijdrage eens zijn, maar laat daarover het debat gevoerd worden.

Feedback & Vragen 2025: Hoe was Johan Louis van Abcoude van Meerten familie van Frederik Borre van Amerongen?

In het genealogische boek van Johan Louis van Abcoude van Meerten (Het Utrechts Archief) komen we het volgende tegen. Johan Louis vermeldt daar dat hij anno 1666 mocht dienen in het leger van Graaf Hendrik van Solms-Braunfels.1 Johan Louis zou dit hebben gedaan in plaats van zijn neef Frederik Borre van Amerongen. Lange tijd was het (ondergetekende) niet duidelijk hoe de familiebanden liepen. Voordat we het geslacht Van der Vecht uitwerken eerst deze vraag beantwoorden.2

Het ligt wat ingewikkeld, maar uiteindelijk wordt het duidelijk. Johan Louis was een zoon van Ernst van Abcoude van Meerten en Sophia van der Vecht. Moeder Sophia was een dochter van Balthasar van der Vecht en Theodora van Wees. Opa Balthasar was een zoon van Herman van der Vecht en Sophia de Wael van Vianen. Hier bij overgrootmoeder Sophia ligt het scharnierpunt. Sophia was namelijk, voordat zij met overgrootvader Herman hertrouwde, getrouwd met Floris Pallaes. Deze Floris was medio 1546 overleden. Floris en Sophia hadden tenminste één dochter: Elisabeth (in sommige bronnen Isabella) Pallaes. Elisabeth was hiermee dus een halfzus van opa Balthasar. Elisabeth was getrouwd met Dirk Borre van Amerongen. Samen kregen zij, naast andere kinderen een zoon: Willem Borre van Amerongen. Willem is daarmee een neef van moeder Sophia. Willem trouwde met Anna van Daerl. Samen kregen zij, naast andere kinderen een zoon: Coenraad Borre van Amerongen. Coenraad is daarmee de achterneef van Johan Louis. Coenraad trouwde met Nicolaa van Baexen. Samen kregen zij, naast andere kinderen een zoon: Frederik. Frederik is dus een achterachterneef van Johan Louis. Kennelijk heeft Johan Louis het woord ‘neef’ erg ruim opgevat. Het moet wel om deze Frederik gaan, de geschetste familielijn kent geen andere leden met de naam Frederik. Het spoor bijster? Hierboven heb ik de gegevens in een stamboom gezet. In 1666 was deze Frederik inderdaad oud genoeg om in het leger te dienen. Een indrukwekkende kwartierstaat van Frederik is te raadplegen via het Gelders Archief.3

Voetnoten

Nieuwe vondst ondersteunt Bijbelse beschrijving van Slag om Megiddo

Archeologen hebben nieuwe aanwijzingen gevonden die de Bijbelse beschrijving van de Slag bij Megiddo ondersteunen. Dat meldt Christian Today.4 Deze slag tegen de Egyptenaren leidde tot de dood van koning Josia, een godvrezende koning die zowel in het Oude als het Nieuwe Testament genoemd wordt.

Volgens de Bijbel trok koning Josia ten strijde tegen farao Necho van Egypte. In 2 Koningen 23 staat dat Josia ‘met heel zijn hart, heel zijn ziel en al zijn kracht’ de Heer diende, en dat er geen koning was zoals hij. Ook staat er geschreven dat Josia het volk opriep om het Pascha te vieren zoals dat in geen generaties meer was gebeurd. ‘Zeker, een dergelijk Pascha is niet gehouden vanaf de dagen van de rechters’, staat er in 2 Koningen 23 vers 22.

Opgravingen bevestigen dat Egyptenaren rond het jaar 609 voor Christus daadwerkelijk in het gebied aanwezig waren. Onderzoekers vonden aardewerk dat typerend is voor Egypte. Prof. Israel Finkelstein, archeoloog aan de Universiteit van Haifa en de Universiteit van Tel Aviv, legt uit: “Naast Egyptisch aardewerk vonden we ook Grieks aardewerk. Dat past bij het feit dat Egypte in die tijd Griekse huursoldaten inhuurde.”

Het is niet de eerste keer dat archeologie en Bijbelverhalen elkaar raken, maar deze vondst geeft extra gewicht aan het historische karakter van een van de bekendste veldslagen uit het Oude Testament.

Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website CVandaag. Het originele artikel is hier te vinden.

Voetnoten

Bewijsvoering voor een Toengoeska-achtige explosie bij Sodom veel te mager, wetenschappelijke paper ongeldig verklaard

In 2021 werd er een paper gepubliceerd in Scientific Reports van het toonaangevende tijdschrift Nature. De onderzoekers meenden dat de explosie van een hemellichaam vlak boven de aarde (zoals bij Toengoeska in Siberië gebeurde) de steden Sodom en Gomorra heeft vernietigd. De explosie bij Toengoeska legde in 1908 zo’n 2.000 vierkante kilometer bos plat en de schok was op meer dan 200 kilometer afstand te voelen. Zo zouden de steden Sodom, Gomorra, Adama en Zeboïm ook zijn verwoest. Tenminste, volgens de onderzoekers. Na publicatie van het wetenschappelijke artikel ondervonden zij veel weerstand tegen dit idee en meer nog tegen de paper. Tot teleurstelling van de onderzoekers is de paper deze week officieel ‘retracted’ (teruggetrokken en door Scientific Reports ongeldig verklaard).5

De gedachte dat Tall el-Hammam Sodom zou zijn is al veel ouder dan de paper. Dr. Steven Collins schreef hier bijvoorbeeld over in zijn boek ‘Discovering the City of Sodom’ (2016). Sindsdien komen we deze gedachte vaker tegen. Bijbelgetrouwe oudtestamentici, historici en archeologen, zoals dr. Mart-Jan Paul, dr. Jan Pieter van der Giessen en dr. Peter van der Veen, zijn kritisch op deze gedachte. De steden zouden, volgens hen, veel zuidelijker hebben gelegen en, bovendien, wordt de verwoesting van de genoemde steden in een andere tijd dan Collins geplaatst.6 Nu dus ook tegengestelde gedachten uit onverwachte, naturalistische, hoek.

Het is bijzonder dat een naturalistische paper verwijst naar een Bijbelse gebeurtenis. In die zin is het mooi dat de onderzoekers dit oorspronkelijk gepubliceerd hebben gekregen in Scientific Reports.7 Verstandig is dan om voorzichtig en gedegen te werk te gaan. Wilde speculatie gooit, als het goed is, geen hoge ogen in een dergelijk tijdschrift. Het wetenschappelijke artikel ondervond daarom ook veel kritiek. Twee herschrijvingen door de onderzoekers mochten niet baten. Gisteren (24 april 2025) werd de paper officieel ongeldig verklaard. De verdediging dat het hier zou gaan om explosie van een object uit de ruimte (zoals bij Toengoeska) is volgens de editors niet goed onderbouwd. Bovendien zijn door andere geleerden fouten vermeld in de methodologie, de analyse en interpretatie van mineralogische en geochemische gegevens en hebben de oorspronkelijke onderzoekers de impact van een dergelijke ontploffing overschat. Er zou zelfs sprake zijn geweest van beeldmanipulatie. De editors hebben daarom geen vertrouwen in de betrouwbaarheid van de door de onderzoekers gepresenteerde conclusies. Een deel van de auteurs is het oneens met de intrekking, een deel van de auteurs heeft niet gereageerd op het verzoek om commentaar. Het artikel is nog wel te raadplegen via de website van Scientific Reports, maar in dikgedrukte letters staat nu op elke bladzijde diagonaal ‘Retracted Article’, hierdoor is niet alles meer te lezen.8 Dat wil overigens nog niet direct zeggen dat een explosie zoals bij Toengoeska hier niet kan hebben plaatsgehad, maar wel dat de huidige bewijsvoering daarvoor erg pover zo niet onjuist is.9

Voetnoten