Firmissime credam: de exegetische basis van de prediking in de Vroege Kerk – Dr. Benno Zuiddam geeft avondcollege over Schriftvisie Vroege Kerk

De thema’s Schriftgezag en Schriftbeschouwing zijn tot op de dag van vandaag belangrijke thema’s binnen de christelijke kerk. Dit was ook zo bij de Vroege Kerk. De visie op de Schrift is ook bepalend voor de wijze waarop een predikant preekt. Dr. Benno Zuiddam heeft hierover een avondcollege gegeven voor het Hersteld Hervormd Seminarie. De nieuwtestamenticus en classicus staat achtereenvolgens stil bij: (1) De Heere Jezus als voorbeeld, (2) De prediking van de Apostelen en het zelfgetuigenis van de Schrift, (3) Hoe de Vroege Kerk in de tijd na de Apostelen omgingen met de Bijbel, en (4) Dat de gevestigde Kerk in de tijd van Augustinus en Chrysostomos laat zien dat de Schriftvisie bepalend was voor de inhoud en de wijze van prediking.

Het college is hieronder te volgen. Dr. Zuiddam heeft op zijn website ook een begeleidende PowerPoint gemaakt. Deze PowerPoint is slechts voor persoonlijk gebruik.1

Voetnoten

Limesverleden, verrassend heden

Op 7 juni was ik bij de Spees om de wachttoren te fotograferen. De Romeinen bouwden houten wachttorens (castella) langs de Romeinse limes (Latijn voor ‘grens’) om zowel de grenzen als de vaarroute over de Rijn onder controle te houden.

Bij het zien van de forten langs de Limes viel mij op dat er een Limeslijn door mijn leven loopt. De monnik Willibrord, komend uit Ierland, heeft in 690 bij Lugdunum Batavorum (Katwijk) voet aan land gezet om het Evangelie te verkondigen en, wat een ontzaglijk voorrecht, ik ben door mijn ouders met de Bijbel opgevoed! In Laurium (Woerden) en Albaniana (Alphen a.d. Rijn) op de middelbare school gezeten. In Traiectum (Utrecht) een jaar gewoond. Nu al jaren woonachtig in Carvo (Kesteren).

Ik ben teruggefietst over het dijkfietspad richting boerderij Den Ambtse. Het water in de Rijn stond hoog, bleek bij Den Ambtse de uiterwaard in te lopen. Gelukkig was het gras tijdig gemaaid. Op de plek waar het Rijnwater naar binnenstroomde, zag ik twee Kleine Zilverreigers! Deze soort broedt niet in de Betuwe en ik heb ze in de zomer hier nog nooit gezien. Daarom zo opmerkelijk om deze soort bij deze plek aan te treffen. Stroomden er prooidieren mee? Een volwassen Blauwe Reiger was ook van de partij (een Kleine Zilverreiger is duidelijk kleiner) en een volwassen Lepelaar. Het was boeiend om te zien hoe elke soort op eigen wijze zijn voedsel zocht! Zo verliep deze voor mij niet alledaagse fietstrip historisch en verrassend.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2024, Limesverleden, verrassend heden, Het GemeenteNieuws 23 (25): 5.

De ‘Proef van Miller’ is volksverlakkerij

De promovendus Stanley Miller wilde in 1953 aantonen dat toevalsprocessen organische basisstoffen kunnen omzetten in een steeds geconcentreerdere oersoep van bouwstenen voor het leven. Hij nam daartoe een glazen bol met twee naar binnen stekende electroden en vulde die met water, methaan, ammoniak en koolzuurgas. Vervolgens liet hij tussen de twee electroden vonken overspringen. Hij constateerde dat de vonken zorgden voor de vorming van bouwstenen voor het leven. Maar ook, dat nieuwe vonken deze bouwstenen weer vernietigden, hoe groter de bouwstenen waren des te sneller. De vloeistof in de bol werd daarom niet steeds geconcentreerder, hoe lang hij het ook liet bliksemen.

In plaats van te rapporteren dat toevalsprocessen een samenklontering van moleculen niet in stand kunnen houden en niet steeds verder kunnen uitbreiden, stelde hij zijn proefopstelling bij door aan zijn bliksembol een transportmechanisme te bevestigen waarlangs nieuw gevormde bouwstenen werden afgevoerd naar een kolf waar ze veilig waren voor vernietiging door nieuwe bliksemflitsen. Door het aanbrengen van dit transportmechanisme bouwde Miller feitelijk een primitieve bouwstenen-voor-het-leven-fabriek. En inderdaad vormde zich nu in de veilige kolf een steeds geconcentreerdere oersoep.

In plaats van te rapporteren dat de steeds geconcentreerdere oersoep geproduceerd werd dankzij zijn gerichte ingrijpen, claimde Miller dat zijn bijgestelde proef aantoonde dat toevalsprocessen organische basisstoffen kunnen omzetten in een steeds geconcentreerdere oersoep.

De wetenschapsgeschiedenis kent vele voorbeelden van misleiding en bedrog. Maar de volksverlakkerij van Miller reikt ver. Miller’s bijgestelde proef vormt namelijk de biochemische onderbouwing van de macro-evolutietheorie die in elk boek over evolutie wordt aangetroffen, en – kort
weergegeven – stelt dat in de loop van honderden miljoenen jaren doorbliksemflitsen miljarden tonnen bouwstenen voor het leven zouden zijn ontstaan in de oer-oceanen; deze bouwstenen zouden vervolgens zijn gaan samenklonteren tot steeds grotere moleculen; deze zouden zich op een gegeven moment zijn gaan reproduceren; daarna zouden ze zich zijn gaan omzetten tot RNA en DNA; en op een gegeven moment zouden ze zich zijn gaan omvormen tot cellen, en tenslotte zouden de cellen zijn gaan samenklonteren tot organismen. Maar al deze processen hebben in werkelijkheid nooit kunnen plaatsvinden omdat de twee proeven van Miller aantonen dat een steeds geconcentreerdere oersoep niet kan ontstaan door toevalsprocessen, maar dat daarvoor niet-toevalsprocessen noodzakelijk zijn. Op biochemisch niveau falsificeren de beide proeven van Miller de macro-evolutietheorie.

De uitkomsten van de beide proeven van Miller sporen met de ervaring van alledag in huizen, kantoren, fabrieken en laboratoria: verschillen (bijvoorbeeld in concentratie, energie, temperatuur, of complexiteit) nemen nooit voortdurend toe door toevalsprocessen. De natuurlijke gang der dingen is precies tegenovergesteld: elk verschil (bijvoorbeeld in concentratie, energie, temperatuur, of complexiteit) wordt door toevalsprocessen uiteindelijk geëgaliseerd. De natuurwetenschappen bevestigen deze hoofdeigenschap van de werkelijkheid waarin we leven: Toevalsprocessen (=
doelloze processen) kunnen verschillen niet in stand houden en steeds verder laten toenemen.

Maar waar komt dan de enorme complexiteit van bijvoorbeeld het DNA en de reparatie mechanismen die mutaties van het DNA voortdurend herstellen, en daarmee de complexiteit in stand houden, vandaan? Het antwoord is simpel: “We weten het niet”. Het standpunt “We weten het niet” is volstrekt gangbaar en respectabel in elke tak van wetenschap. Het biedt bovendien ruimte om niet valide, gefalsificeerde theorieën waar nog een wetenschappelijk alternatief voor beschikbaar is (bijvoorbeeld: de macro-evolutietheorie) te verwerpen, en bevordert daarom de voortgang van de
wetenschap.

Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website van EvoSkepsis. Het originele artikel is hier te vinden.

De ‘Bijbel met Uitleg’ over het zuchten van Gods schepping in Romeinen 8

Romeinen 8:19-22 vormen één van de kernteksten binnen het debat over dierlijk lijden ten gevolge van de zondeval. Op deze website is al gekeken naar wat de ‘Kanttekeningen bij de Statenvertaling’ hierover te zeggen heeft. Hieronder wordt nagegaan wat de ‘Bijbel met Uitleg’ hierover schrijft op bladzijde 1736.1 De ‘Bijbel met Uitleg’ is ondertussen een begrip geworden in de rechterflank van de Gereformeerde Gezindte. Diverse predikanten en theologen uit verschillende kerkgenootschappen hebben hieraan meegewerkt.2

Bijbel met Uitleg’ geeft de Bijbeltekst weer in de Statenvertaling. Onder de Bijbeltekst wordt dan een korte verklaring gegeven. De verzen 19 tot en met 22 van Romeinen 8 worden samen genomen in de uitleg. De scribent meldt dat de schepping ‘ook verlangend’ uitziet ‘naar het moment dat Gods kinderen de heerlijkheid ontvangen’. Nu is de schepping onderworpen aan de vergankelijkheid en de dood. Dit is volgens de scribent vanwege ‘de zonden van de mens’. Maar op de oordeelsdag ‘zal ook de schepping bevrijd worden van de gevolgen van de zonde’. De schepping zal dan ‘weer heerlijk schitteren’ en delen ‘in de heerlijkheid van Gods kinderen’. Hoewel hier niet impliciet naar de zondeval wordt verwezen, kunnen we dat wel expliciet zo lezen. De uitleg bij deze teksten is helaas maar kort. Het via het Reformatorisch Dagblad begrepen dat de ‘Bijbel met Uitleg’ een revisie ondergaat.3 Het zou goed zijn om hier te wijzen op de zondeval en zó nog duidelijker te verklaren dat de schepping zucht ‘om diens wil die het der ijdelheid onderworpen heeft’ (vs. 20).

Voetnoten

‘De visie op de oorspronkelijke wereld heeft grote gevolgen voor de opvattingen over het kwaad en het lijden van deze wereld’ – Bespreking ‘Oorspronkelijk’

In 2017 kwam het boek “Oorspronkelijk” uit van Prof. dr. M.J. Paul. Professor Paul studeerde theologie aan de Universiteit Leiden, waar hij in 1988 promoveerde. Hij is onder andere hoogleraar Oude Testament aan de Evangelische Faculteit in Leuven en docent Oude Testament aan de Christelijke Hogeschool Ede. Professor Paul is verbonden aan de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland.

De titel “Oorspronkelijk” verklaard

De titel van het boek betekent in dit geval “het begin”. In het woord vooraf schrijft professor Paul hierover: “Dit woord duidt op oorsprong, op de periode die voorafgaat aan latere ontwikkelingen. Het betreft de situatie zoals die aanvankelijk was, onderscheiden van de geschiedenis daarna.” Het woord “oorspronkelijk” heeft ook de betekenis van “uniek”: “toegepast op Gods schepping kunnen we ook spreken over iets oorspronkelijks en unieks”. De ondertitel van het boek is: “Overwegingen bij schepping en evolutie”.

Opbouw van het boek

Het boek start met de beschrijving van ideeën over de evolutie vanaf de oudheid tot de tijd van Darwin. Daarna beschrijft de auteur de visie van de kerkvaders op de schepping om vervolgens in te gaan op “discussies over het wereldbeeld” (uitgaande van de Joodse en van christelijke tradities). Hierin ontkracht of nuanceert hij opvattingen over deze percepties: nee, de Bijbel schetst geen platte aarde en nee, de strijd tussen de paus en Galilei is niet simpelweg terug te voeren op een strijd tussen geloof en wetenschap. Vervolgens verklaart prof. Paul hoe wij teksten uit het oude en nieuwe testament over de schepping moeten lezen. Hij gebruikt hiervoor over het algemeen de Herziene Statenvertaling of in enkele gevallen, na expliciet aangeven, een eigen vertaling. Tussendoor beschrijft hij twee pogingen om het geloof met de hedendaagse visie van de niet christelijke wetenschap te verenigen. Daarna werkt de auteur via de beschrijving van een aantal thema’s (Darwinisme, het Neodarwinisme, de bevindingen van de geologie voorafgaand aan Darwin, relevante wetenschapsgebieden en opvattingen over schepping en evolutie van belangrijke theologen c.q. van kerkgenootschappen) toe naar de belangrijkste conclusie. “De Bijbel is het Woord van God dat gezaghebbend spreekt over onze boodschap”, theïstisch evolutionisme is daarmee niet in overeenstemming te brengen.

Waarom dit boek?

In juni 2017 kwam het boek uit van prof. Gijsbert van den Brink “En de aarde bracht voort”. Dit boek probeert theïstische evolutie te verenigen met het geloof. Vanwege de tegengestelde insteek dachten velen dat “Oorspronkelijk” was geschreven als antwoord op “En de aarde bracht voort”. Dit is volgens Prof. Paul niet het geval. Hij legt in zijn voorwoord uit dat de uitleg van Genesis hem altijd heeft geboeid en dat hij het als fundamenteel beschouwt voor ons geloof. Hij beschrijft hoe velen niet beseffen “dat de visie op de oorspronkelijke wereld, (…) grote gevolgen heeft voor de opvattingen over het kwaad en het lijden van deze wereld, voor de opvatting over de verlossing van de mensheid en voor de toekomstvisie.” In paragraaf 15.9 haalt prof. Paul een onderzoek aan onder 3.700 agnosten en atheïsten die hun geloof zijn verloren. Het onderzoek toonde aan dat de ongeleide chemische evolutie en Darwins mutatie- en selectiemechanismen de belangrijkste wetenschappelijke factoren zijn waardoor het geloof in God is afgenomen. De auteur benadrukt het belang van de steun van christenen voor christelijke wetenschappers en studenten die werken in een wereld waar het Darwinisme heerst. Professor Paul spreekt dan ook de hoop uit dat het boek leidinggevenden op scholen en in kerken ertoe aanspoort om studerenden serieus te nemen in hun zoektocht en dat het boek daarbij mag helpen. Ook in het najaar van 2024 is professor Paul betrokken bij dit onderwerp via de cursus “Schepping en Evolutie” via het Logos Instituut.

Conclusie

“Oorspronkelijk” is een boek dat recht doet aan de academische achtergrond van de auteur. Het boek kent een duidelijke opbouw, de feitelijke onderbouwing is sterk en het is prettig leesbaar. Tegelijkertijd is het door het onderwerp en zijn grondigheid geen boek wat je “even” doorleest. Zelf heb ik het daardoor eerst gebruikt als naslagwerk, maar dat is in zoverre jammer dat dan het effect van de zorgvuldige opbouw verloren gaat. Een must voor iedereen die studerende kinderen heeft op universiteiten of die familie of vrienden heeft die werkzaam zijn in de wetenschap, en die het niet erg vindt om zich goed te verdiepen in dit essentiële onderwerp voor ons geloof. En natuurlijk voor iedereen die zelf studeert of in de wetenschap werkzaam is.

Bij de recensie heb ik gebruik gemaakt van de eerste druk (zonder de latere toevoegingen). Boekgegevens: Dr. Mart-Jan Paul, ‘Oorspronkelijk, Overwegingen bij schepping en evolutie’, Uitgeverij Labarum Academic, Apeldoorn 2017. Het boek is alleen nog als e-book verkrijgbaar via de website van ‘De Banier’. Noot van de redactie: Wij kregen te horen dat Logos Instituut het boek nog wel verkoopt nadat zij een herdruk hebben gedaan. Zie daarvoor hun webshop.

Dit artikel is met toestemming van de auteur en de redactie overgenomen uit Weerklank. De volledige bronvermelding luidt: Wattel, A., 2024, Recensie “Oorspronkelijk”, Weerklank 12 (3): 12-13.

Abortus is en blijft het doden van ongeboren leven

Abortus verheffen tot een EU-grondrecht? Europese liberalen proberen dit op te dringen aan landen die deze gruwelijke praktijk terecht feitelijk verbieden. De SGP in het Europees Parlement verzet zich: abortus is en blijft het doden van ongeboren leven in de moederschoot. De handeling blijkt bovendien te vermijden, als er meer zorg en steun zou zijn voor de moeder. In een beschaafd Europa past geen abortus.

De Franse president Macron beschouwde het dit voorjaar als een grote overwinning: op zijn aandringen nam Frankrijk het recht op abortus op in de grondwet. Zo maakte hij het moeilijker om de gruwelijke praktijk ooit nog verregaand te beperken of te verbieden. Na Frankrijk wil hij dit recht uitrollen over de hele Europese Unie.

In het Europese Parlement zagen we ze onlangs dus aankomen: liberale Europarlementsleden, geleid door een partijgenote van Macron. Zij pleitten voor abortus als een Europees grondrecht. Als de EU ermee akkoord zou gaan, zou dat nogal gevolgen hebben. Landen als Polen en Malta zijn dan gedwongen hun feitelijke verbod op abortus op te geven. Liberalen zijn in theorie voor vrijheid, maar in praktijk dus niet voor de vrijheid van andersdenkenden.

De SGP in het Europees Parlement verzet zich sterk tegen de oproep om abortus te bestempelen als een Europees grondrecht. Voor ons staat overeind: abortus is en blijft het doden van leven dat nog niet eens ter wereld is gekomen. Elk leven is een geschenk van God en verdient bescherming. Aan de liberale collega-Europarlementsleden die Macron steunen en prat gaan op zogenaamde westerse beschaving vroeg ik: wat is één van de belangrijkste kenmerken van een beschaving? Is dat niet het beschermen van het kwetsbare en het weerloze? En wat is er nu weerlozer en kwetsbaarder dan een ongeboren kindje in de moederschoot?

Zorg

In de beschaafde wereld past geen abortus, maar juist zorg voor moeder en kind. Veel abortussen lijken ook te vermijden. De ongewenst zwangere vrouwen noemen namelijk redenen als “te weinig geld” of “geen geschikte huisvesting” of “te jong”, zo blijkt uit onderzoek.

Als deze zwangere vrouwen meer hulp zouden krijgen (geld, woning of begeleiding), zouden ze vast positiever denken over hun zwangerschap. Maar helaas krijgen de vrouwen nu amper of geen steun aangeboden. Wel kunnen ze zonder bedenktijd hun zwangerschap laten afbreken. Wie deze vrouwen een folder wil aanbieden met alternatieven, wordt in Nederland zelfs door politie gearresteerd. In wat voor wereld leven we!

Vrouwenrecht?

Het Vlaamse liberale Europarlementslid Hilde Vautmans maakte het helemaal bont. In het parlement riep ze dit voorjaar alle vrouwen op tot steun voor abortus als een Europees recht: “Er is een speciaal plekje in de hel voor vrouwen die niet vechten voor vrouwenrechten”, zo sneerde ze naar vrouwen die wel pro-life zijn. “President Marcron heeft tenminste de ballen gehad om vrouwenrechten in de grondwet in te schrijven. Het is geen verkiezingsstunt, maar het is noodzakelijk voor alle vrouwen.“

Haar opvatting dat alleen de vrouw gaat over het ongeboren leven dat ze mag dragen, klopt gewoon niet. Alsof alleen de moeder betrokken is bij een zwangerschap! Dat is uiteraard niet zo. Want er is ook het belang van het kind. Die heeft recht op leven. Ook een nog-niet-geboren kind heeft rechten volgens het VN-verdrag voor de rechten van het kind.

Bovendien: wie abortus ziet als vrouwenrecht, moet toch beseffen dat de helft van de omgebrachte kinderen van het vrouwelijk geslacht zijn. Wie wil opkomen voor deze vrouwen, moet zich dus tegen abortus keren!

Toename

De gevolgen van abortus als een “verworven vrouwenrecht” (of zelfs als “moderne gezondheidszorg”!) zien we helaas in de cijfers van de abortusklinieken. In Nederland (net als in andere West-Europese landen) wordt een groeiend aantal zwangerschappen afgebroken. In 2022 ging het om bijna 15 procent meer gevallen dan het jaar ervoor. Een reden voor de toename is niet bekendgemaakt. Daar zou ik zeker wel nader onderzoek naar willen zien.

Beschaafd

In een beschaafd Europa past geen abortus. Maar een meerderheid van het Europees Parlement heeft daar eerder dit jaar toch toe opgeroepen. Ik mag hopen dat de EU het niet zover laat komen.

Bij de Europese verkiezingen op 6 juni heeft de kiezer de keuze. Peilingen duiden erop dat de links-liberale partijen hun meerderheid verliezen. Dat zou hun abortusplannen voor minstens 5 jaar in de ijskast zetten. Bovendien hebben EU-landen nog een vetorecht op dit gebied: hopelijk spreken enkele landen (misschien wel de nieuwe Nederlandse coalitie!) een veto hiertegen. Dat zou terecht zijn. De Europese Unie heeft niets te zeggen over abortus, dit is aan de lidstaten. Het recht op leven is inherent aan de menselijke waardigheid. Abortus kan daarom nooit een grondrecht zijn. Het is stuitend dat de rechten van kinderen zouden worden weggewuifd.

De SGP bepleit juist dat ongewenst zwangere vrouwen en hun kinderen meer hulp krijgen op financieel, sociaal en psychisch vlak. Als meer partijen dat zouden beschouwen als een vrouwenrecht en een teken van Europese beschaving: wat een zegen zou dat zijn!

Zie hier ook de inbreng van ir. Bert-Jan Ruissen tijdens een debat over dit onderwerp.

Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website CVandaag. Het originele artikel is hier te vinden.

Feedback & Vragen 2024: Presenteerde drs. F.W. (Florimco) van der Rhee een onhoudbare stelling op het CGK-convent?

Onlangs was de eerste zittingsdag van de CGK-synode in Rijnsburg. Op deze dag publiceerde ondergetekende een uitgebreid artikel over het panel ‘Schriftgezag en Schriftbeschouwing’ van het CGK-convent op 20 april 2024. Op een uitspraak van drs. F.W. (Florimco) van der Rhee reageerde een medecreationist. Hij noemde de stelling van de Veenendaalse predikant onhoudbaar. Maar is dat ook zo?1

De reactie:

”Ik ken nogal wat gemeenten waar wel “eerbied” etc. is en toch zaken wezenlijk mis gaan. Kortom, een onhoudbare stelling.”

Drs. Van der Rhee gaf op het convent aan dat daar waar de eerbied voor het Woord en de God van het Woord ontbreekt het wezenlijk misgaat. De medecreationist reageert met een vorm van een zogenoemde non sequitur, de reactie volgt niet uit de stelling van drs. Van der Rhee. Van der Rhee noemt eerbied voor God en Zijn Woord terecht als wezenlijk, en het ontbreken van die eerbied als wezenlijk mis. Dit sluit aan bij wat Paulus schrijft in Hebreeën 12:28. Daaruit volgt echter niet, zoals de medecreationist hierboven wil beweren, dat er dan niets meer wezenlijk mis kan gaan. Er zijn helaas gemeenten waarbij er inderdaad eerbied is (of: was) voor God en Zijn Woord en waarbij er desondanks zaken wezenlijk mis gaan. Het blijven gemeenten van ná de zondeval. De eerste gemeente met zondeloze mensen zal op deze door de zonde vervloekte aarde nooit gesticht worden. Dat zal Veenendaalse predikant ongetwijfeld ook beamen.

Voetnoten

Bewijsmiddelen waargemaakt – Over bewijs, weten en geloven; de ark van Noach en de Ark des Verbonds

De huidige berg Ararat. Sommige creationisten menen dat de ark van Noach op déze berg geland is. Ararat wordt hier gezien vanuit Artaxata, kijkend naar het zuidwesten. Bron: Wikipedia.

Noot van de redactie: Onlangs plaatsten we op deze website een artikel van dr. Mart-Jan Paul over de vermeende vondst van de ‘Ark des Verbonds’. Daarop volgend kwam deze reactie binnen van mr. Peter Kerstholt, met het verzoek dit als artikel te plaatsen. Om het gesprek in stand te houden geven wij hier graag gehoor aan.

De mens is een oogwezen, dat wil zeggen het oog is bij uitstek het zintuig dat hem van informatie voorziet. Op het terrein van de Bijbelwetenschap ligt het dan ook voor de hand te zoeken naar voorwerpen die bewijzen dat de Bijbel waar en betrouwbaar is. Want fysische verschijnselen of zichtbare bewijzen die de betrouwbaarheid van de Bijbel verifiëren en onomstotelijk doen vaststaan verlenen zekerheid omtrent het bewijs van de zaken die men niet ziet maar gelooft en ten dele kent.

Bij het lezen van de Bijbel rijzen vragen als: is de ark van Noach gevonden? Zijn de tempelschatten zoals de Ark des Verbonds teruggevonden? Een processie van wetenschappers heeft zich bezig gehouden en ingespannen om dergelijke tastbare voorwerpen als bewijsmiddel boven water te krijgen. Om tenslotte te zeggen: Kijk, de Bijbel is waar. God bestaat. Jezus is Heere en God. Wees niet langer ongelovig, maar gelovig. We zullen nu kort ingaan op een tweetal bewijsmiddelen.

De ark van Noach spreekt boekdelen. De locatie is gegeven is het boek Genesis 8:4: Het gebergte van Ararat, dat ligt in het uiterste oosten van het huidige Turkije. Wie er serieus meer van wil weten kan bij het boek van dr. W.J. Ouweneel, hoofdstuk 1 de actualiteit van de ark terecht.1 Een aantal verklaringen, met name van horen zeggen, van getuigen door de geschiedenis heen passeert de revue. Maar er zijn tenminste twee verklaringen van ooggetuigen bij. Zo’n verklaring bevat feiten en omstandigheden die de getuige zelf heeft waargenomen en ondervonden. Weet wel dat de mate waarin iemand feiten en omstandigheden zelf kan waarnemen en ondervinden afhankelijk is van de omvang van zijn ervaring en van zijn op aanleg of ervaring berustend onderscheidings- en combinatievermogen.2 Soms geeft de getuige bij zijn getuigenverklaring zijn reden(en) van wetenschap op. Vanouds geldt dat een zaak vaststaat door twee of meer getuigen; de zaak wordt dan wettig en overtuigend bewezen geacht, mits de getuigen betrouwbaar zijn. De getuigenverklaringen stemmen dan overeen met de feitelijke werkelijkheid. De waarheid staat dan vast. In het geval van de ark van Noach is er overtuigend bewijs geleverd dat de ark op het Araratgebergte was gevonden.

Het tweede bewijsmiddel is de Ark des Verbonds. Volgens oude geschriften volgens het boek 2 Makkabeeën 2 moet de plek onbekend blijven waar deze ark verborgen is vlak voor de Babylonische ballingschap. En volgens Jeremia 3:16 zal de ark niet opnieuw gemaakt worden. Of dat betekent dat de originele ark is vergaan is niet gezegd; dat kan ook blijken
uit 2 Kon. 24:13; 25: 13-18 en Jer. 52: 17-23 waar de Ark des Verbonds niet is vermeld. Eind vorige eeuw ging de amateur archeoloog R. Wyatt op zoek naar de Ark des Verbonds. Maar zijn ooggetuige verslag, dat in sommige christelijke kringen nogal wat stof heeft doen opwaaien, voorziet niet in een beslissend of overtuigend bewijs dat de Ark van het Verbond is ontdekt. En dat wordt bevestigd op de website Wyattmuseum. Daarbij komt dat de regel: één getuige, namelijk R. Wyatt zelf, is geen getuige, zijn opgang doet.

Voetnoten

Scheppingskarikatuur – Een kort briefje in het Reformatorisch Dagblad

Ir. Ries van Maldegem heeft gelijk als hij in zijn column stelt dat de natuurwetenschapper een goddelijk beroep heeft (RD 14-6). Gods schepping zit ongelofelijk ingenieus in elkaar. De wetmatigheden mogen wij, tot meerdere glorie van Hem en ten dienste van onze naaste, onderzoeken (NGB art. 2).

De auteur betreedt een glibberig pad als hij pleit voor methodisch atheïsme, terwijl hij creationisme en intelligent design op onjuiste gronden afschrijft als blasfemisch. Waarom? De Schrift als uitgangspunt nemen verschilt principieel met wat Van Maldegem „God in een eigen model insluiten” noemt. Hoe ver gaat zijn pleidooi voor methodisch atheïsme? Is religieus besef dan een evolutionair bijproduct? Moeten we aan neuroreductionisme (”wij zijn ons brein”) doen? Is het leven via abiogenese (dus uit niet-leven) ontstaan? Is dit niet tot oneer van de Schepper en maken we van Hem zó niet een deïstische god, die alleen de natuurwetten in gang heeft gezet? Proberen we Hem juist met methodisch atheïsme niet ”buitenspel” te zetten?

Een filosoof zei: De natuurwetten zijn Gods gewone weg (voorzienigheid), wonderen zijn Gods ongewone weg (direct ingrijpen, in dit geval via scheppend handelen). Binnen de gereformeerde theologie wordt ook duidelijk onderscheid gemaakt tussen schepping en voorzienigheid. De zesdaagse schepping blijft een wonder ofwel: Gods ongewone weg. Evolutiemechanismen zijn feitelijke wetmatigheden van ná de zondeval ofwel: Gods gewone weg. Theïstisch evolutionisten willen het scheppingswonder reduceren tot (menselijke) evolutionaire wetmatigheden. God kun je dan in feite géén Schepper meer noemen, hooguit Onderhouder van evolutionaire processen. Ook dat laatste zal echter door methodisch atheïsme principieel niet beleden kunnen (en mogen) worden. Afsluitend: de kritiek van de auteur op creationisme en intelligent design is al vaak (in boeken en artikelen) weersproken.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2024, Scheppingskarikatuur, Reformatorisch Dagblad 54 (69): 20.

Toen dit korte artikel op vrijdag 14 juni 2024 werd ingediend was er nog geen repliek op de column van ir. Van Maldegem. Van dr. ir. Erik van Engelen verscheen ondertussen een mooie en uitgebreidere reactie met als thema deïsme. Zijn artikel is hier te vinden.

Geleden schade door Arien van Meerten tijdens het ‘Rampjaar 1672’

Het rampjaar 1672 staat in het geheugen van de Nederlanders gegrift. Een Nederlands gezegde luidt: ‘de regering radeloos, het volk redeloos en het land reddeloos’. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd van alle kanten aangevallen.1 De Betuwse inwoners leden een hoop schade ten gevolge van de Franse bezetting. Komen er ook nog ‘Van Meertens’ voor onder deze inwoners?

De Fransen trekken, samen met koning Lodewijk XIV, bij Lobith de Rijn over. Geschilderd door Adam Frans van der Meulen (1632-1690). Bron: Wikipedia.

Rampjaar 1672

Op 8 mei 2023 gaf Jan Hogendoorn een lezing voor de Historische Kring Kesteren en Omstreken over het Rampjaar 1672. Ben daar zelf niet geweest, dus kan over zijn lezing niets vertellen. In de aankondiging van zijn lezing in De Baron vallen twee zaken op. Allereerst de ernst van de geleden schade. Hogendoorn schrijft: “De ellende die de Fransen in 1672-1673 over het bezette gebied brachten, stelt de Duitse bezetting in de Tweede Wereld in de schaduw.”. Ten tweede de bewaard gebleven inwonerslijst met de schade per individu of gezin. Hogendoorn schrijft: “Gelukkig zijn van verschillende dorpspolders, zoals Ingen, Maurik, Meerten en Aalst lijsten bewaard gebleven met de schade die de inwoners geleden hadden ten gevolge van de Franse bezetting.2 Laatst kwam ik deze inwonerslijsten op het spoor. In die lijsten ben ik op zoek gegaan naar ‘Van Meertens’. Hieronder wordt dat uitgewerkt.

De schade van Arien van Meerten

In het document ‘Inwonerslijsten van 20 plaatsen in de Nederbetuwe 1634-1723’ getranscribeerd door de ‘Historische en genealogische werkgroep voor de Betuwe en Bommelerwaard’ vinden we vanaf pagina 50 de lijst met inwoners en hun geleden schade vanwege het Rampjaar 1672. Het document is te raadplegen via de website ‘Ons Voorgeslacht’.3 In de ‘Lijste waar naar de naarbestaande inwoonderen ende geerfdens van Ingen hebben aangebragt haare geleden schade ende interesse als volght’ wordt Arien van Meerten genoemd. Deze Arien is een tijdje ouderling geweest in de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente te Ingen.4 Hij werd door de Fransen gevangen gezet. Zijn rantsoen bedroeg 133 gulden, 0 stuivers en 0 penningen. Arien heeft ook veel schade geleden vanwege ‘plonderinge van peerde, beesten, schapen, varkens, verdervinge van koorn, gewasschen ende berovinge van meubels, etc.’. Van hem hebben zij aan geld meegenomen 100 gulden, 0 stuivers en 0 penningen. De Fransen hebben van Arien ‘alles genomen wat hij hadde’, een schadepost van 525 guldens, 0 stuivers en 0 penningen. Daarnaast hebben de plunderaars veel koren ‘afgemayt’, bij elkaar een bedrag van 150 guldens, 0 stuivers en 0 penningen. Bij elkaar dus 775 guldens, 0 stuivers en 0 penningen. Testor Van Westrhenen heeft deze geleden schade in kaart gebracht en de lijst op 11 juli 1672 ondertekend.

Arbeider Jan van Meerten

De genoemde bron bevat nog één Van Meerten. Deze inwonerslijst heeft niets met de Franse bezetting van de Betuwe te maken. Voor de volledigheid wordt hij toch weergegeven. In de inwonerslijst van de ‘Heerlickheijt Lienden en Buerschappen Meerthen ende Aelst’ van 30 maart 1693 komt arbeider Jan van Meerten voor. Vermoedelijk was dit dezelfde als degene die getrouwd was met Marritje van ’t Hoof. Samen hadden ze ten minste vier kinderen: Klaas, Jan, Anneke en Engel. Mogelijk komen er meer ‘Van Meertens’ voor, maar omdat veel namen weergegeven zijn als ‘Claes Jansz.’ o.i.d. is dat nog niet duidelijk.

Voetnoten