Overlijdensakte van Maria de Bruijn (1881-1951)

Overlijdensakte van Maria de Bruijn (1881-1951) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Bussum.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Maria de Bruijn (1881-1951) weergegeven.1 Op 12 september 1951 verscheen Johannes van Dijk (1898-?) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Bussum. Johannes was drie en vijftig jaar oud, aanspreker van beroep en woonachtig te Hilversum. Hij verklaarde dat Maria op 10 september 1951 om kwart voor tien in de avond is overleden in de leeftijd van zeventig jaar. Zij was zonder beroep, geboren te Valburg en woonachtig te Bussum.2 Maria was weduwe van Pieter van Zoomeren (1880-1945) en een dochter van wijlen de echtelieden Theodorus de Bruijn (1852-1919) en Hendrina Gerritsen (1854-1925).

Voetnoten

Geboorteakte van Maria de Bruijn (1881-1951)

Geboorteakte van Maria de Bruijn (1881-1951) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Valburg.

Hierboven wordt de geboorteakte van Maria de Bruijn (1881-1951) weergegeven.1 Op 24 februari 1881 verscheen Theodorus de Bruijn (1852-1919) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Valburg om aangifte te doen van de geboorte van zijn dochter. Theodorus was acht en twintig jaar oud en arbeider van beroep. Hij verklaarde dat Maria op donderdag 24 februari 1881 om drie uur in de ochtend is geboren. Haar moeder was Hendrina Gerritsen (1854-1925), zonder beroep. Het echtpaar woonde te Slijk Ewijk huis G no. 14. Theodorus had twee getuigen meegebracht: (1) Wilhelmus Breunisse (1840-1898), negen en dertig jaar oud en koopman van beroep, en (2) Jan Willem Ederveen (1835-1926), vijf en veertig jaar oud en veldwachter van beroep.

Voetnoten

Geboorteakte van Pieter van Zoomeren (1880-1945)

Geboorteakte van Pieter van Zoomeren (1880-1945) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Lienden.

Hierboven wordt de geboorteakte van Pieter van Zoomeren (1880-1945) weergegeven.1 Op 26 november 1880 verscheen Teuntje van Zoelen (1823-1906), weduwe van Jan van Meerten (1821-1866), voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand om aangifte te doen van de geboorte van haar kleinzoon. Teuntje was zes en vijftig jaar oud en werkvrouw van beroep. Zij verklaarde dat Pieter op 26 november 1880 om twee uur in de nacht is geboren. De aangeefster is bij de bevalling aanwezig geweest en de moeder van de boreling was haar ongehuwde dochter Teuntje van Meerten (1854-1937), zonder beroep. Teuntje had twee getuigen meegebracht: (1) Wouter Jan Timmer (1855-1931), vijf en twintig jaar oud en arbeider van beroep, en (2) Jan Mulder (1844-1887)2, zes en dertig jaar oud en arbeider van beroep. De aangeefster heeft de akte niet ondertekend, omdat zij niet kon schrijven.

In de kantlijn staat dat Pieter als kind erkend is tijdens het huwelijk van Teuntje van Meerten en Leendert van Zoomeren (1854-1946) op 5 november 1885.3 Dit werd bijgeschreven door de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Lienden op 12 november 1885.

Voetnoten

Parenteel van Teuntje van Meerten (1854-1937) en Leendert van Zoomeren (1855-1946)

Teuntje van Meerten werd op 10 november 1854 geboren te Lienden1 als dochter van Jan van Meerten (1821-1866) en Teuntje van Zoelen (1823-1906). Het parenteel van haar ouders is hier te vinden. Zij is overleden op 4 december 1937 te Nijmegen.2 Zij trouwde op 5 november 1885 te Nijmegen3 met Leendert van Zoomeren. Leendert van Zoomeren werd op 20 februari 1855 te Herwijnen4 geboren als zoon van Gerrit Jan van Zoomeren (1823-1866) en Willemke van Hardeveld (1823-1866). Hij is overleden op 15 april 1946 te Nijmegen.5

Kinderen

Uit dit huwelijk werden één kind geboren:

  1. Pieter van Zoomeren. Hij is geboren op 26 november 1880 te Lienden6 en is overleden op 25 april 1945 te Bandoeng (Nederlands-Indië). Hij trouwde op 22 september 1905 te Nijmegen7 met Maria de Bruijn, geboren op 24 februari 1881 te Slijk Ewijk8 en overleden op 10 september 1951 te Bussum.9 Zij was een dochter van Theodorus de Bruijn (1852-1919) en Hendrina Gerritsen (1854-1925).

Meer informatie over dit echtpaar

Dit parenteel wordt nog verder compleet gemaakt. Hieronder volgen tijdelijk de linkjes naar artikelen op deze website die onder meer dit echtpaar vermelden. Later, als de Heere leven geeft, willen we dit omwerken tot een overzichtelijk en leesbaar geheel.

Voetnoten

Huwelijksakte van Teuntje van Meerten (1854-1937) en Leendert van Zoomeren (1855-1946)

Eerste blad van de huwelijksakte van Teuntje van Meerten (1854-1937) en Leendert van Zoomeren (1855-1946) zoals weergegeven in de Burgerlijke Stand van de Gemeente Nijmegen.
Tweede blad van de huwelijksakte van Teuntje van Meerten (1854-1937) en Leendert van Zoomeren (1855-1946) zoals weergegeven in de Burgerlijke Stand van de Gemeente Nijmegen.

Hierboven wordt de huwelijksakte van Teuntje van Meerten (1854-1937) en Leendert van Zoomeren (1855-1946) weergegeven.1 Op 5 november 1885 verscheen dit aanstaande echtpaar voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Nijmegen om een huwelijk aan te gaan.

Leendert van Zoomeren was dertig jaar oud en pakhuisknecht van beroep. Hij was geboren op 20 februari 1855 te Herwijnen en woonachtig te Nijmegen.2 Leendert was de meerderjarige zoon van wijlen de echtelieden Gerrit Jan van Zoomeren (1823-1866) en Willemke van Hardeveld (1823-1866).

Teuntje van Meerten was dertig jaar oud en dienstbode van beroep. Zij was geboren op 10 november 1854 te Lienden en woonachtig te Nijmegen.3 Teuntje was de meederjarige dochter van wijlen Jan van Meerten (1821-1866) en Teuntje van Zoelen (1823-1906). Moeder Teuntje was zonder beroep en woonachtig te Lienden.

De huwelijksafkondigingen hebben onverhinderd plaats gehad op 25 oktober 1885 en op 1 november 1885 te Nijmegen. Het echtpaar overhandigde hun geboorteakten en het bewijs van voldoening aan de Wet op de Nationale Militie. Ze gaven de ambtenaar te kennen dat beiden een kind wilden erkennen. Het betreft een kind van het mannelijk geslacht, die blijkens de overhandigde geboorteakte, geboren is te Lienden op 26 november 1880 en de naam Pieter heeft gekregen. Hij is een zoon van Teuntje. Na de vragen van de ambtenaar hebben zij elkaar het ‘Ja’-woord gegeven.

Het echtpaar had de volgende vier getuigen meegebracht:

  1. Willem Frederik van Helmond (±1826-?), negen en vijftig jaar oud, kantoorknecht van beroep en woonachtig te Nijmegen.
  2. Willem Hidding (±1820-?), vijf en zestig jaar oud, pakhuisknecht van beroep en woonachtig te Nijmegen.
  3. Hendrikus Theodorus ten Haag (±1860-?), vijf en twintig jaar oud, timmerman van beroep en woonachtig te Nijmegen.
  4. Antonius Oosterdijk (1844-1924), een en veertig jaar oud, gemeentebode van beroep en woonachtig te Nijmegen.

Voetnoten

Overlijdensakte van Leendert van Zoomeren (1855-1946)

Overlijdensakte van Leendert van Zoomeren (1855-1946) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Nijmegen

Hierboven wordt de overlijdensakte van Leendert van Zoomeren (1855-1946) weergegeven.1 Op 16 april 1946 verscheen Hendrikus Johannes de Jager (1888-1948) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Nijmegen om aangifte te doen van het overlijden van Leendert. Hij was zeven en vijftig jaar oud en begrafenisondernemer van beroep. Hij verklaarde dat Leendert op 15 april 1946 om zes uur in de ochtend is overleden in de leeftijd van een en negentig jaar. Hij was zonder beroep, geboren te Herwijnen en woonachtig te Nijmegen.2 Leendert was weduwnaar van Teuntje van Meerten (1854-1937) en een zoon van wijlen de echtelieden Gerrit Jan van Zoomeren (1823-1866) en Willemke van Hardeveld (1823-1866).

Voetnoten

Geboorteakte van Leendert van Zoomeren (1855-1946)

Geboorteakte van Leendert van Zoomeren (1855-1946) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Herwijnen.

Hierboven wordt de geboorteakte van Leendert van Zoomeren (1855-1946) weergegeven.1 Op 22 februari 1855 verscheen Gerrit Jan van Zoomeren (1823-1866) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Herwijnen om aangifte te doen van de geboorte van een zoon. De ambtenaar in functie was Dirk Boellaard (1797-1856). Gerrit Jan was een en dertig jaar oud en arbeider van beroep. Hij verklaarde dat Leendert op 20 februari 1855 om negen uur in de avond is geboren. Zijn moeder was Willemke van Hardeveld (1823-1866), zonder beroep. Gerrit Jan had twee getuigen meegebracht: Jan van Rossem (±1795-?), zestig jaar oud en arbeider van beroep, en Jozephus Lodovicus Simons (1807-?), acht en veertig jaar oud en veldwachter van beroep. De getuigen waren woonachtig te Herwijnen.

Voetnoten

Overlijdensakte van Teuntje van Meerten (1854-1937)

Overlijdensakte van Teuntje van Meerten (1854-1937) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Nijmegen.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Teuntje van Meerten (1854-1937) weergegeven.1 Op 6 december 1937 verscheen Karel Willem van Gils (1909-?) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Nijmegen om aangifte te doen van het overlijden van Teuntje. Karel Willem was acht en twintig jaar oud en begrafenisondernemer van beroep. Hij verklaarde dat Teuntje op 4 december 1937 om kwart voor twaalf in de avond is overleden in de leeftijd van drie en tachtig jaar. Zij was zonder beroep, geboren te Lienden en woonachtig te Nijmegen.2 Teuntje was de echtgenote van Leendert van Zoomeren (1855-1946) en een dochter van wijlen de echtelieden Jan van Meerten (1821-1866) en Teuntje van Zoelen (1823-1906).

Voetnoten

Geboorteakte van Teuntje van Meerten (1854-1937)

Geboorteakte van Teuntje van Meerten (1854-1937) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Lienden.

Hierboven wordt de geboorteakte van Teuntje van Meerten (1854-1937) weergegeven.1 Op 11 november 1854 verscheen Jan van Meerten (1821-1866) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Lienden om aangifte te doen van de geboorte van zijn dochter. De ambtenaar in functie was burgemeester Johan Frederik Veeren (1820-1874). Jan was drie en dertig jaar oud en arbeider van beroep. Hij verklaarde dat Teuntje op 10 november 1854 om één uur in de middag is geboren. Haar moeder was Teuntje van Zoelen (1823-1906), zonder beroep. Het echtpaar woonde te Lienden in wijk M nummer 14. Jan had twee getuigen mee gebracht: (1) Johan Joost Paltzer (1792-1859), een en zestig jaar oud en planter van beroep, en (2) Johannes Albertus van Schoneveld (1825-1901), negen en twintig jaar oud en bakker ven beroep. Jan kon de akte zelf niet ondertekenen omdat hij geen schrijven geleerd had.

Voetnoten

Wat kerken van puritein John Owen kunnen leren

John Owen wilde uitsluitend een Bijbels theoloog, een dienaar van het Woord zijn. Als er problemen waren, vroeg hij altijd hoe die in het licht van de Schrift moesten worden geduid. Daardoor is hij actueel voor de kerken van Nederland.

Wanneer de Engelse puriteinse theoloog en predikant John Owen (1616-1683) zijn geschriften publiceert, begint de Kerk van Engeland uiteen te vallen en keren velen haar de rug toe. Vertwijfeld vragen mensen zich af hoe dat toch mogelijk is. Owen wordt geregeld fel aangevallen omdat ook hij zich niet langer voegt naar de regels van de Engelse staatskerk. Is hij daardoor niet mede de oorzaak van het verval van die kerk en een scheurmaker?

Scheuring

John Owen (±1616-1683), geschilderd door John Greenwill. Bron: Wikipedia.

Als antwoord op het verwijt dat hij een scheurmaker zou zijn, onderzoekt Owen Gods Woord op het woord ”scheuring” (schisma). Hij ontdekt iets verrassends. Nergens in de Bijbel worden mensen die zich afzonderen omdat ze om hun geweten niet kunnen meegaan in dwalingen scheurmakers genoemd. Het woord scheuring wordt uitsluitend gebruikt als mensen (vaak heimelijk) dingen de kerk indragen die niet in overeenstemming met de Schrift zijn. Daarin, zegt Owen, moet de oorzaak van het zichtbaar uiteenvallen van de kerk gezocht worden.

Owen ontkent steeds dat hij afstand wil nemen van de Kerk van Engeland. Hij heeft die kerk lief en wil er ten volle deel van uitmaken. Maar hij gaat niet mee in door de synode opgelegde zaken die niet stroken met Gods Woord, zijn geweten en zijn tedere band met de Heere. Dan kiest hij ervoor gehoorzaam te zijn aan het bevel zich daarvan af te zonderen en er geen gemeenschap mee te hebben, hoeveel smaad dat ook oplevert. De band met de Heere is hem daarvoor te lief.

Wereldse filosofie

In zijn omvangrijke Bijbels-theologische werk gaat Owen in op perioden van diep verval in de Bijbelse geschiedenis en in de kerkgeschiedenis. Hij beschrijft ook hoe de Heere telkens een reformatie gaf. Verval blijkt volgens hem steeds dezelfde oorzaak te hebben: het geloof dat de mens met zijn verstand en innerlijk licht God en Zijn wil kan kennen. Steeds opnieuw dringt een wereldse filosofie de kerk binnen. (Owen is overigens goed op de hoogte van de filosofie en gebruikt die als hulpmiddel.) Het gevolg is dat men de Geest niet meer nodig denkt te hebben en de Schrift niet meer onderzoekt.

Kerkmensen beginnen te denken dat de Bijbel voor de meesten een te moeilijk boek is. Geleerden die uit zijn op bewondering nemen de plaats van de Heilige Geest in.

John Owen is zeer bang voor zulke ontwikkelingen. Een natuurlijk mens verstaat de Schrift niet, benadrukt hij. Maar waar diep gebogen wordt voor de Heere en Zijn Woord en gevraagd wordt naar de leiding van de Heilige Geest, daar wordt de weg van de Heere duidelijk gemaakt. Dat is trouwens een weg die steeds tegen het vlees ingaat.

Woord van God

Hoogst verrassend is Owens verdediging tegenover mensen die zeggen dat niet de Bijbel maar Christus het Woord van God is. Diepgaand toont hij aan hoe Schriftuurlijk het is om de Bijbel eveneens Woord van God te noemen. Elke reformatie begon en begint met een herontdekking van de Schrift als het Woord van God, het boek waardoor de Heilige Geest tot ons spreekt. Ieder verval begon en begint waar het spreken van de Schrift door mensen wordt genegeerd.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Slager, J., 2024, Wat kerken van puritein John Owen kunnen leren, Reformatorisch Dagblad 54 (67): 31 (artikel).