Afstand tussen tekst en lezer – Dr. Ad Prosman komt met haarscherpe analyse van hermeneutische keuzes

In zijn boek Theologie en hermeneutiek wil dr. Ad Prosman een discussie losmaken over de vraag of de seculiere, filosofische hermeneutiek niet te veel de agenda heeft bepaald en nog steeds bepaalt van de theologische hermeneutiek. Dat is zijn agenda.

Over hermeneutiek is veel te doen. Bijna tegelijkertijd verscheen Geestspraak van dr. Henk van den Belt en het boek van dr. Ad Prosman. De auteurs zijn eensgeestes, toch laten deze publicaties zich moeilijk vergelijken.

Ingewikkelde dans

Prosman beweegt zich nadrukkelijk op het grensvlak van theologie en filosofie, met als kernvraag of de invloed van de seculiere, filosofische hermeneutiek op de theologische hermeneutiek niet te groot is. In zijn inleiding stelt hij dat vanaf de jaren tachtig gereformeerde theologen zich te argeloos hebben opgesteld tegenover het historisch-kritisch bijbelonderzoek. Hij refereert aan het befaamde eerste nummer van Kontekstueel. Er moet meer duidelijkheid komen. In de Bijbel spreekt God tot ons. Maar precies dat kan niet worden gehonoreerd door de filosofische hermeneutische methode. Zonder dat zouden we terechtkomen in willekeur, mogelijk zelfs met een beroep op de Heilige Geest. Dat brengt ons dus tot een ingewikkelde dans. Niemand ontkomt aan hermeneutische beslissingen.

Geen openbaring

Hermeneutiek is communicatie. In alle eeuwen is daarover nagedacht. (Daarom is de term ‘nieuwe hermeneutiek’ verwarrend, beter is het te spreken over ‘postmoderne hermeneutiek’.) De delen krijgen hun betekenis in een geheel, en een geheel bestaat uit onderdelen. (Bijbel)wooorden krijgen betekenis in het geheel van de canon.

Wetenschap erkent echter geen canon. Gebeurtenissen krijgen hun betekenis in de geschiedenis. Alleen: wie zegt dat de geschiedenis een doel heeft? Giambatista Vico kon daarvoor Gods voorzienigheid inroepen. Maar zijn tijdgenoot René Descartes won uiteindelijk aan invloed. De Verlichting zette een wissel om. Filosofen moesten nu op zoek naar een ankerpunt van de geschiedenis dat opkomt uit de geschiedenis zelf (immanent).

Prosman geeft een uiteenzetting van de filosofie van de geschiedschrijving, die bijzonder interessant is, ook voor historici. Hegel zocht de zin van de geschiedenis in de voorstuwing van een evolutionistische geest. Gadamer dacht aan patronen van overlevering, traditie. In de geschiedenis lichten patronen op, waarin wij zin kunnen ontdekken. Tegenwoordig zoeken filosofen het oriëntatiepunt in de taal, maar in alle gevallen wordt uitgesloten dat er openbaring is. Het vooropgezette idee is dat immanentie (binnenwereldlijkheid) de norm is. In die zin is het postmodernisme even dogmatisch als het modernisme.

Ik

Prosman geeft een gedegen en kundig overzicht van de geschiedenis van de filosofie, steeds toegespitst op de vraag van de hermeneutiek. Ik kan in deze bespreking geen recht doen aan de rijke en rijpe inhoud van zijn studie. Prosman voert ons door de geschiedenis heen, vanaf de Vroege Kerk, via de Reformatie en de Verlichting naar de huidige tijd. Hij schetst helder en beknopt welke worstelingen de filosofen zich hebben getroost rondom de vragen van zingeving en hermeneutiek. Hij bespreekt onder andere Illyricus, Schleiermacher, Dilthey, Gadamer, Heidegger, Ricoeur, Pannenberg en Witzier.

Prosman ziet in de filosoof Günter Figal (onlangs overleden) een belangrijke gesprekspartner. Figal bestrijdt dat tekst en lezer in het verstaansproces zouden moeten versmelten (tegen Gadamer). Er is juist afstand nodig tussen tekst en lezer. Alleen zo kan een tekst voor zichzelf blijven spreken. Ook orthodoxe theologen moeten gevoelig blijven voor de vreemdheid van de tekst. In het postmoderne klimaat lopen we het risico dat de interpreet zijn autonome ik inbrengt in de tekst.

Nieuw is beter

Het modernisme gaat uit van wat concreet zichtbaar en meetbaar is. Alles wordt tot object gemaakt, ook het ik. Voor de exacte wetenschappen heeft dat grootse resultaten opgeleverd. In de geesteswetenschappen wordt alles juist tot subject gemaakt. Dat geeft een andere dynamiek. In de theologie is lang gezocht naar de ‘historische Jezus’ en naar het ontstaan van de bijbeltekst. Maar wat is ‘historisch’? Het lijkt alsof de historische wetenschap feiten vaststelt, maar in feite bepaalt de gekozen methode wat wel of niet voor historisch door mag gaan. Er vindt een filtering plaats.

Bovendien wordt het heden allesbeheersend, omdat de Verlichting ervan uitgaat dat het verloop van de geschiedenis een opgaande lijn laat zien. Het oude is oud, het nieuwe is beter. Met het absurde, het kwaad, de chaos weet de Verlichting geen raad. In het modernisme krijgt het geheel een zó grote ideologische lading dat de concrete gebeurtenissen verdwijnen.

Bevrijding

De opkomst van de postmoderniteit is in zekere zin een bevrijding uit de knellende banden van de ‘grote verhalen’. Het historisch-kritisch onderzoek heeft z’n tijd gehad. Het gaat voortaan niet meer om het ontstaan van de tekst, maar om het verstaan, niet om wat áchter de tekst ligt, maar om wat ervóór ligt: de lezer.

Dat is enigszins voorbereid door het existentialisme (Bultmann). Toch gaat postmoderniteit een stap verder: er is niets buiten of boven deze wereld wat zin geeft aan de geschiedenis, ook ons eigen ik niet. In feite bestaat er geen geheel meer, er zijn alleen nog versnipperde delen. De hermeneutische cirkel is failliet. Het subject blijft over. Ten slotte blijft alleen de tijd over, dat wil zeggen: de dood (Heidegger).

Derde weg

Prosman betoogt dat zowel de moderne als de postmoderne filosofische hermeneutiek ons allerlei inzichten geeft. Ze maken ons gevoelig voor tendensen. Tegelijk kunnen ze beide ons niet verder helpen. Er is een derde weg nodig: de erkenning dat God de Schepper is. Hij leidt de geschiedenis. Christus is het centrum van de geschiedenis.

Er is een zekere fundering nodig, een zingevend raamwerk. De geschiedenis zelf brengt die niet voort. In het postmoderne klimaat blijven bijbelteksten losse, dwarrelende verhalen. Dat kun je terughoren in preken. Er worden wel mooie dingen gezegd over de gekozen bijbelpassage, maar er is geen verband, geen vaststaande boodschap, geen verkondiging van de daden van God. Wat nodig is: beklemtonen dat de Bijbel een geheel is. Wij begrijpen een deel alleen wanneer er een geheel is. Bij de prediking over een bijbeltekst is een stemvork nodig, de ‘regel van het geloof’.

De moderniteit lijkt houvast te geven, veel orthodoxen zoeken er veiligheid. Het postmodernisme maakt alles relatief en daardoor zinloos. ‘Het evangelie van kruis en opstanding staat zowel tegenover moderniteit als tegenover postmoderniteit. Kruis en opstanding vertellen hu eigen verhaal. Het zijn gebeurtenissen in onze wereld en tegelijk zijn ze niet te herleiden tot deze wereld. De heilsfeiten doorbreken de mogelijkheid van deze wereld en scheppen een nieuwe realiteit’ (p. 257). Wie dat buiten beschouwing laat, verstaat de Bijbel niet.

Ontmaskerend

Prosman schonk ons een diepgravende en bevlogen studie, die van groot belang is na en naast de stemmen van H.W. de Knijff en A.W. Zwiep. Prosman schrijft gedrongen, elke zin doet ertoe en vraagt om overweging. Hij geeft een haarscherpe en ontmaskerende analyse van de onderliggende vragen in onze cultuur, onze kijk op de geschiedenis, ons zelfverstaan – en hoe al deze dingen (vaak onbewust) zich vermengen met onze hermeneutische keuzes. Dit boek mag in geen enkele pastorie ongelezen blijven.

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit De Waarheidsvriend. De volledige bronvermelding luidt: Verhoeven, J.A.W., 2024, Afstand tussen tekst en lezer. Dr. Ad Prosman komt met haarscherpe analyse van hermeneutische keuzes, De Waarheidsvriend 112 (35): 14-15.

Zeldzaam zegel uit Eerste Tempelperiode ontdekt in Jeruzalem

Bij archeologische opgravingen in Jeruzalem is een uniek zegel uit de Eerste Tempelperiode ontdekt. Dat meldt All Israel News. Het zegel, voorzien van een gevleugeld figuur en een inscriptie in paleo-Hebreeuws, werd gevonden bij de zuidelijke muur van de Tempelberg. Dit maakt het tot een bijzondere vondst die nieuwe inzichten biedt in de cultuur en administratie van het oude koninkrijk Juda.1

Het zegel, dat ongeveer 2.700 jaar oud moet zijn, wordt door archeologen als een van de mooiste vondsten ooit gezien. Het zegel werd waarschijnlijk gebruikt door een hoge functionaris van het koninkrijk Juda om documenten te ondertekenen.

De opgravingen werden uitgevoerd door de Israel Antiquities Authority (IAA) in samenwerking met de City of David Foundation. Dr. Filip Vukosavović, een archeoloog en assyrioloog van de IAA, analyseerde het zegel en noemde de vondst “uitzonderlijk zeldzaam en ongewoon.”

Het zegel is gemaakt van zwart steen en gegraveerd met een spiegelbeeld. Het diende zowel als beschermend amulet als instrument voor het officieel markeren van documenten. Het toont een centraal gevleugeld figuur, mogelijk een monarch, die gekleed is in een gestreepte mantel. Naast het figuur staat in paleo-Hebreeuws: “LeYehoʼezer ben Hoshʼayahu”, wat betekent: “Behoort toe aan Yehoʼezer, zoon van Hoshʼayahu.”

Volgens de onderzoekers werd het zegel aanvankelijk gedragen als een beschermend amulet door Hoshʼayahu, een belangrijk figuur binnen de regering van Juda. Na zijn dood zou zijn zoon Yehoʼezer het zegel hebben geërfd en de namen van zichzelf en zijn vader erop hebben geschreven.

Dr. Yuval Baruch, directeur van de opgraving en adjunct-directeur Archeologie van de IAA, benadrukte dat de vondst getuigt van geletterdheid in die tijd. “Dit is een bewijs van het vermogen tot lezen en schrijven dat in deze periode bestond. We weten van veel geschreven zegelafdrukken in paleo-Hebreeuwse schrift uit de omgeving van de Stad van David (een archeologische gebied in Jeruzalem, red.) en het koninkrijk Juda.”

Het zegel toont ook de invloed van de Assyrische cultuur in Jeruzalem. Volgens Baruch is de stijl van het gevleugelde figuur duidelijk Neo-Assyrisch, wat uniek is voor de kunst van de late Eerste Tempelperiode. “De invloed van het Assyrische rijk, dat de hele regio veroverde, is duidelijk zichtbaar.”

Israëlisch minister van Erfgoed, rabbi Amichai Eliyahu, sprak zijn enthousiasme uit over de vondst: “Deze spectaculaire en unieke ontdekking opent voor ons een nieuw venster op de dagen van het koninkrijk Juda tijdens de Eerste Tempelperiode en getuigt van de internationale connecties van die tijd.”

De vondst zal verder worden toegelicht tijdens de 25e jaarlijkse archeologische ‘City of David Research Conference’ die op woensdag 4 september plaatsvindt.

Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website CVandaag. Het originele artikel is hier te vinden.

Archeologische doorbraak: stenen van Jezus’ weg ontdekt in Jeruzalem

In Jeruzalem hebben archeologen een opmerkelijke vondst gedaan: een grote kalksteengroeve waarvan de stenen mogelijk gebruikt zijn voor de bouw van een weg die tweeduizend jaar geleden door Jezus en Zijn discipelen werd bewandeld. De Israëlische Oudheidkundige Dienst (IAA) heeft dit bevestigd in een recent persbericht. Het is mogelijk een van de grootste archeologische ontdekkingen uit die periode, zo meldt Christian Daily International.

Volgens de IAA zijn enkele van de stenen, die elk 2,5 ton wegen, gebruikt als bestrating voor de eeuwenoude pelgrimsweg uit de tijd van Jezus. Die weg is te vinden in de stad van David in Jeruzalem. Het was vroeger de verbinding tussen het badwater van Siloam, waar Jezus een blinde genas, en de tempel. De afmetingen en de “geologische handtekening” van de stenen bevestigde het gebruik ervan, aldus de IAA.

De indrukwekkende omvang van de stenen die deze steengroeve produceerde, wijst waarschijnlijk op hun gebruik in een van de vele koninklijke bouwprojecten in Jeruzalem tijdens de late Tweede Tempelperiode, die begon onder het bewind van koning Herodes de Grote“, verklaarde archeologe Lara Shilov als eindverantwoordelijke van de opgraving tegenover de Times of Israel. Herodes de Grote stond bekend om zijn grootschalige bouwprojecten die de regio Judea welvarend maakten. Archeologen vermoeden dat de stenen uit de groeve gebruikt werden voor de uitbreiding van de Tempel van Jeruzalem, het Herodium – het grafmonument van Herodes – en de bouw van de havenstad Caesarea.

De opgravingen van de IAA kunnen mogelijk antwoord geven op de vraag waar de Herodiaanse familie hun bouwmaterialen vandaan haalde voor hun projecten in Jeruzalem“, aldus een nieuwsupdate van de Biblical Archaeology Society.

Tot op heden is ongeveer een hectare van de groeve blootgelegd, maar er zijn nog meer geheimen te ontdekken. Het terrein is bestemd voor de industriële en commerciële ontwikkeling door het bedrijf Vitania, dat de archeologische opgravingen van de IAA financiert nadat men het terrein ontdekte tijdens bouwwerkzaamheden. Naast de tempel, gebouwd door Herodes de Grote, zouden de grote stenen ook gebruikt zijn op de Tempelberg in Jeruzalem. Herodes Agrippa I, zijn kleinzoon, gebruikte het materiaal bovendien voor de “Derde Muur” van Jeruzalem en andere paleizen en gebouwen uit de eerste eeuw.

Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website CVandaag. Het originele artikel is hier te vinden.

PERSBERICHT: Symposium over mannen, onbedoelde zwangerschap en abortus

De vrouw beslist bij een onbedoelde zwangerschap over haar eigen lichaam en het leven van het ongeboren kind dat erin groeit. Maar hoe zit het dan met de mannen die betrokken zijn bij onbedoelde zwangerschap en abortus? Welke rol hebben zij en hoe gaan we hier als kerk, hulpverleners en maatschappij mee om? Tijdens het symposium, dat op woensdagavond 18 september in de Schakel te Nijkerk plaatsvindt, zal op deze vragen worden ingegaan.

Is abortus een vrouwenonderwerp?

Abortus wordt vaak beschouwd als een onderwerp dat uitsluitend vrouwen aangaat, omdat zij de uiteindelijke beslissing nemen bij een onbedoelde zwangerschap. Maar bij elke onbedoelde zwangerschap is ook een man betrokken, die daarmee automatisch een vader wordt. Volgens de huidige wetgeving heeft de man geen rol in het besluitvormingsproces rond abortus, maar dat betekent niet dat hij geen impact voelt.

Arthur Alderliesten, directeur Schreeuw om leven: ‘mannen kunnen geconfronteerd worden met een scala aan emoties zoals angst, schuld, hulpeloosheid en machteloosheid. Deze gevoelens ontstaan vaak in situaties van onbedoelde zwangerschap en abortus. Het symposium zal bespreken hoe belangrijk het is dat mannen goede hulpverlening krijgen in deze situaties, en hoe de rol van de man bij onbedoelde zwangerschap en abortus momenteel onderbelicht blijft.’ Daarnaast geeft Schreeuw om leven in november een boek uit, waarin verschillende schrijvers vanuit hun professie een bijdrage hebben geschreven over dit thema. Het boek zal worden gepresenteerd tijdens de Mars voor het leven op 16 november.

Workshops

Het symposium wordt geopend met een korte introductie op het thema door Arthur Alderliesten. Deze wordt gevolgd door twee rondes waarin verschillende workshops worden aangeboden. Deze workshops worden gegeven door professionals en die vanuit hun expertise praktisch inzicht voor de praktijk bieden.

  • Nico van der Voet: Kerken – Hoe ga je als kerk en om met mannen die te maken hebben met onbedoelde zwangerschap en abortus?
  • Sijke Kok: Rouwverwerking – Hoe gaan mannen om met rouwverwerking na een abortus?
  • Adrianne Vroegindeweij: Hulpverlening- Wat hebben mannen nodig bij een onbedoelde zwangerschap en na een abortus?
  • Workshop 4: Arthur Alderliesten & Mathilde Brandemann: Maatschappelijk debat– Hoe komt het dat abortus een vrouwenonderwerp is – oorzaak & gevolg?

Schreeuw om leven nodigt kerkelijk werkers/ambtsdragers, hulpverleners en iedereen die geïnteresseerd is in dit onderwerp uit om deel te nemen aan het symposium. Samen willen we een open dialoog voeren en kennis delen om zo betere ondersteuning te kunnen bieden aan mannen die met deze situaties te maken krijgen.

Het symposium vindt plaats in De Schakel te Nijkerk op 18 september. De inloop is vanaf 19:00 uur en om 19:30 wordt het symposium geopend.

Aanmelden voor het symposium kan via: www.schreeuwomleven.nl/symposium.

Online

Hieronder ziet u welke (online) media en of andere kanalen aandacht hebben besteed aan dit bericht:

Schreeuw om Leven: https://www.schreeuwomleven.nl/nieuws/symposium-over-mannen-onbedoelde-zwangerschap-en-abortus/.
Fundamentum: https://www.oorsprong.info/persbericht-symposium-over-mannen-onbedoelde-zwangerschap-en-abortus/.

Proefschrift ds. C.J. Meeuse (1) De heerszucht van ons verstand

Noot van de De Saambinder: Op 28 juni 2024 promoveerde ds. C.J. Meeuse op het proefschrift ‘De bestrijding van het cartesianisme door Jacobus Koelman’. De redactie vroeg hem om de inhoud van zijn proefschrift toe te lichten voor onze lezers. Dit is het eerste van vier artikelen.

Wij zijn na de zondeval geneigd met ons verstand over God te willen heersen. Dan willen we God in Zijn daden ter verantwoording roepen, terwijl wij moeten leren dat wij ons voor Hem zullen moeten verantwoorden voor heel ons leven.

De aanvechtingen die ik in mijn studietijd als twintigjarige had, brachten me op de zeef van de duivel. De Heere heeft dat echter gebruikt om me te leren hoe hoogmoedig wij mensen door de zondeval geworden zijn. Het steunen op ons verstand is een satanische strik, die ons doet vertrouwen op onszelf en leert om God en Zijn waarheid te wantrouwen. In die tijd las ik werken van de existentiefilosoof Sartre en van moderne theologen zoals Bultmann, Gogarten en anderen. Ik werd erdoor aan het twijfelen gebracht ten aanzien van Bijbelse waarheden. Dat ging zelfs zover dat ik ben gaat twijfelen aan het Godsbestaan. Tegelijkertijd kon ik in die tijd niet zonder God leven, waardoor de wanhoop zich van me meester dreigde te maken. Het heeft God behaagd mij te tonen hoe de duivel me ertoe aanzette om van mijn verstand een afgod te maken. Daardoor daagde ik God als het ware voor de rechterstoel van mijn rede. Wat een gruwelijke hoogmoed! De strik is echter gebroken. Opnieuw mocht ik zien hoe groot en goed God is en hoe dwaas wij door onze val in de hoogmoed geworden zijn.

Bemoedigingen

God leert ons door Salomo de les: ‘Vertrouw op den HEERE met uw ganse hart, en steun op uw verstand niet’. Het steunen op mijn verstand had mij wel in de wanhoop gebracht, maar de openbaring van God in Zijn Woord en in de Zoon van Zijn liefde, Die Zichzelf de Weg, de Waarheid en het Leven noemt, heeft me daaruit gehaald. Daarna kreeg ik een bijzondere liefde tot Gods werken in de schepping en in de herschepping en mocht ik leren zien hoe de wereld vervuld is met wonderen. In de natuur zag ik Gods deugden schitteren en in het genadewerk ervoer ik Zijn opzoekende zondaarsliefde. Door Zijn zondaarsliefde wilde Hij zo’n grote dwaas een Leidsman zijn.

Psalm 94 heeft mijn toestand verklaard: ‘Wanneer ik zei: ‘Mijn voeten glijden’, toen het Gij mij gesterkt in ’t lijden. Wanneer mij ’t afgepeinsde hart, door al mijn denken werd verward, en ik in druk schier was gestikt, toen heeft Uw troost mijn ziel verkwikt’. Maar ook de berijmde regels uit Psalm 119 vers 36 verwoorden de les die ik leren mocht: ’t Is goed voor mij verdrukt te zijn geweest, opdat ik dus Uw Godd’lijk recht zou leren; sinds heeft mijn hart voor hovaardij gevreesd’. Mocht die vrees voor hovaardij ons maar bijblijven. Hovaardij is een wortelzonde, die we zo gemakkelijk niet uitroeien maar die, als we de Heere liefhebben, wel veel pijn moet doen.

Een plaats voor filosofie

In de tijd dat ik studeerde aan de Rijksuniversiteit in Utrecht, was filosofie een van de verplichte vakken bij de propedeuse. Voor bepaalde aspecten van de theologische studie was dit wel nuttig. Zo kregen we onder meer ook taalfilosofie. Daarbij werd het betekenisveld van bepaalde woorden nagegaan. Dat is ongetwijfeld nuttig voor een goed gebruik van de taal, ook bij vertaling. Vóór die tijd, al bij mijn opleiding voor de hoofdakte aan de Driestar, kreeg ik filosofieles als keuzevak. Mr. L.J.M. Hage vestigde mijn aandacht op Koelman en op de wezenlijke strijd die deze had gevoerd tegen de cartesiaanse filosofie.

Onze vaderen gebruikten op de universiteiten bij hun studie een filosofische denkwijze. Vanuit de Middeleeuwen was de heersende filosofie in de tijd van Koelman de scholastiek in een gereformeerde vorm. Het was een denksysteem dat gebruikmaakte van de Bijbel, de Griekse filosofie en de kerkvaders. De gereformeerden wilden die filosofie met name in hun apologetische werk wel gebruiken, maar dan vrij van de heidense smetten. Ze wilden de rede niet laten heersen over de openbaring van de Bijbel. En dat laatste is van groot belang!

Moderne filosofie

Koelman bleef tijdens zijn zwerversbestaan als Zeeuwse balling actief in het opstellen van reformatieprogramma’s. Hij bestreed overheidsbemoeiing in kerkelijke zaken en bevorderde de heiligmaking op alle terreinen van het leven, zoals de handhaving van kerkelijke tucht, de viering van de sabbat, het houden van godsdienstige gezelschappen, de bestrijding van labadisme en het benadrukken van het werk van de Heilige Geest in wedergeboorte en bekering.

Ook bestreed Koelman de moderne filosofie. Toen Descartes daarvoor een nieuwe methode wilde invoeren, en niet meer wilde weten van de autoriteit van de Schrift, de kerkvaders en de Griekse filosofie, dreigde er een breuk met bestaande zekerheden. Descartes wilde door middel van de twijfel tot nieuwe waarheidsvinding komen en nam daarvoor zijn toevlucht tot de rede, tot het logische denkvermogen. Hij meende dat de ratio het fundament bood voor wat waar is.

In de Griekse oudheid had Archimedes, een groot wiskundige, eens de wet van de hefboom ontdekt. Hij riep toen uit: ‘Geef mij een vast punt en ik kan wel de aarde uit haar voegen lichten’. Hiernaar verwijst Descartes met betrekking tot het vinden van zekerheid. Hij stelde dit punt in de ratio. Zo kunnen we spreken van een archimedische omwenteling in het zoeken naar vastheid voor de waarheid. Hiertegen hebben veel gereformeerde theologen zich verzet. Koelman behoorde bij de bestrijders van deze nieuwe filosofie.

Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit De Saambinder. De originele bronvermelding luidt: Meeuse, C.J., 2024, Proefschrift ds. C.J. Meeuse (1) De heerszucht van ons verstand, De Saambinder 102 (28): 8-9.

Statistieken van de website oorsprong.info – Augustus 2024

De maand augustus van dit jaar is alweer ten einde. Deze maand was qua websitebezoek een gemiddelde maand. Hieronder vindt u een top-10 van de drukst bezochte dagen (in het aantal weergaven). Daaronder vindt u een top-10 van meest gelezen artikelen in de maand augustus 2024. U kunt deze artikelen (nog een keer) lezen of bekijken door op de titel te klikken. (Opbouwende) kritiek op deze artikelen kan geleverd worden via de pagina ‘Hier mag u uw hart luchten’ (hier). De statistieken van de maand juli zijn hier gepubliceerd.

Top-10 drukste dagen

Hieronder de top-10 van de drukste dagen deze maand voor de website oorsprong.info. We zien dat het bezoek vaak komt door een nieuw gepubliceerd artikel. Of dat een ouder artikel opnieuw in de picture komt, doordat wijzelf, een vriend of kennis deze deelt via social media of e-mail.

  1. 31 augustus 2024 met 410 weergaven.
  2. 13 augustus 2024 met 352 weergaven.
  3. 22 augustus 2024 met 337 weergaven.
  4. 3 augustus 2024 met 331 weergaven.
  5. 14 augustus 2024 met 320 weergaven.
  6. 30 augustus 2024 met 313 weergaven.
  7. 17 augustus 2024 met 308 weergaven.
  8. 16 augustus 2024 met 304 weergaven.
  9. 2 augustus 2024 met 281 weergaven.
  10. 15 augustus 2024 met 279 weergaven.

Top-10 meest bezochte artikelen

Hieronder de top-10 van de meest bezochte artikelen van de maand augustus 2024. Er werden 196 artikelen gepubliceerd waarvan de meesten raakvlakken hadden met genealogie. Het aantal weergaven geldt alleen deze maand en het totaal aantal weergaven ‘aller tijden’ kan per artikel hoger liggen.

  1. Rouwdienst en begrafenis Jerphaas Karel (Jarco) van Meerten (2015-2022) met 926 weergaven.
  2. Grafsteen van Jerphaas Karel (Jarco) van Meerten (2015-2022) met 215 weergaven.
  3. Aarde is niet plat in de Bijbel met 159 weergaven.
  4. Sommige christenen wijzen op vondst ark des verbonds: terecht? en Onderzoek wijst op recente oorsprong mens en dier met 114 weergaven.
  5. Verschuivend Godsbeeld met 113 weergaven.
  6. ‘Tectonics of Western North America during the late stages of the Biblical Flood’ – Dr. Sarah Petersen sprak voor de livestream van Logos Research Associates met 103 weergaven.
  7. Serie Gerichtelijke Transcripties Nederbetuwe – Een overzicht met 86 weergaven.
  8. ‘De Bijbel leert klip en klaar dat God alles in zes dagen heeft geschapen’ – Wetenschapsjournalist schrijft zijn eerste brief aan bioloog én wetenschapsjournalist met 84 weergaven.
  9. ‘Bijbel en homoseksualiteit’ – Dr. Maarten Klaassen hield op 25 mei 2024 referaat voor ‘Kerngroep Bezinning GKV’ met 83 weergaven.
  10. VU verloochent christelijke achtergrond door aanpassing votum met 81 weergaven.

Parenteel van Trijneke van Meerten (1747-1837) en Gijsbert van Brenk (1745-1804)

Trijneke van Meerten werd in maart 1747 te Lienden1 geboren als dochter van Cornelis van Meerten (1721-1795) en Grietje Vonck van Lienden (?-1780). Het parenteel van haar ouders is hier te vinden. Zij is overleden op 11 december 1837 te Lienden.2 Zij trouwde op 2 september 1772 te Lienden3 met Gijsbert van Brenk. Gijsbert van Brenk werd in maart 1745 te Muiden4 geboren als zoon van Cornelis van Brenk (1711-?) en Gerritje Soet (?-?). Hij is overleden op 8 maart 1804 te Lienden.

Kinderen

Uit dit huwelijk werden de volgende zes kinderen geboren:

  1. Cornelis van Brenk (1773-1830).
  2. Gerritje van Brenk (1776-?).
  3. Gijsbert van Brenk (1779-1847).
  4. Willem van Brenk (1783-1830).
  5. Gerrit van Brenk (1787-1868).
  6. Johannis van Brenk (1792-?).

Meer informatie over dit echtpaar

Dit parenteel wordt nog verder compleet gemaakt. Hieronder volgen tijdelijk de linkjes naar artikelen op deze website die onder meer dit echtpaar vermelden. Later, als de Heere leven geeft, willen we dit omwerken tot een overzichtelijk en leesbaar geheel.

Voetnoten

Overlijdensakte van Trijneke van Meerten (1747-1837)

Overlijdensakte van Trijneke van Meerten (1747-1837) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Lienden.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Trijneke van Meerten (1747-1837) weergegeven.1 Op 12 december 1837 om tien uur in de ochtend verscheen Cornelis van Lienden (1790-1878) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Lienden om aangifte te doen van het overlijden van Trijneke. De ambtenaar in functie was burgemeester Aart Verbrugh (1772-1846). Cornelis was zes en veertig jaar oud en metselaar van beroep. Hij deed de aangifte samen met Jan van Ommeren (1807-1885), een en dertig jaar oud en herbergier van beroep. Zij verklaarden dat Trijneke op 11 december 1837 om drie uur in de middag is overleden in de leeftijd van twee en negentig jaar.2 Trijneke was weduwe van Gijsbert van Brenk (1745-1804) en volgens de akte geboren te Kesteren in 1748. Dit is niet juist, zij is geboren in de Marspolder in 1747.3 Zij was een dochter van Cornelis van Meerten (1721-1795) en de moeder is de aangevers onbekend. Dit was Grietje Vonck van Lienden (?-1780).4

Voetnoten

Tweede huwelijksinschrijving van Trijneke van Meerten (1747-1837) en Gijsbert van Brenk (1745-1804)

Hierboven wordt de tweede huwelijksinschrijving1 weergegeven.2 Op 4 augustus 1772 ging dit aanstaande echtpaar in ondertrouw voor de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente te Lienden. Zij werden ingeschreven door ‘broeder’ Stroes van Grootveld (?-?), omdat de predikant van huis was. Gijsbert van Brenk was een jongeman geboren te Muijen3 en laatst gewoond hebbende te Rhenen. Trijneke was een jongedochter geboren in De Marsch.4 Na de gewone proclamaties zowel te Rhenen als te Lienden zijn zij op 2 september 1772. Dit was op woensdag. Omdat de predikant nog van huis was werd het huwelijk ingezegend door ds. G. (Gerardus) Marsman (?-?), predikant te Ommeren.

Voetnoten

Doopinschrijving van Gijsbert van Brenk (1745-1804)

Hierboven wordt de doopinschrijving van Gijsbert van Brenk (1745-1804) weergegeven.1 Op 24 maart 1745 werd Gijsbert gedoopt in de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente te Muiden. Hij was een zoon van Cornelis van Brenk (1711-?) en Gerritje Soet (?-?)2 Als peet was Teuntje Soet (?-?)3 De vader was afwezig tijdens de doop. Gijsbert werd gedoopt door ds. A. (Abraham) Preijger (?-1748).

Voetnoten