Home » Onderzoek

Categorie archieven: Onderzoek

Studenten creationistisch onderwijzen op universiteitsniveau in Amerika – Lezing dr. Matt McLain op de ICC

In de zomer van 2023 vond de negende International Conference on Creationism plaats. Op deze website is daarover veelvuldig bericht. Naast presentaties van papers, posters en abstracts waren er ook zogenoemde ‘evening sessions’. In deze ‘evening sessions’ werd de huidige stand van zaken binnen een vakgebied (vanuit het perspectief van het klassieke scheppingsgeloof) besproken. Hoewel vooral gericht op (en soms niet breder kijkend) dan het Amerikaanse continent, zijn deze lezingen ook zinvol voor Europees-creationaire wetenschappers. Is Genesis History, bekend van de twee documentaires, heeft deze lezingen opgenomen en zijn voornemens om deze dit jaar ook online te publiceren. Op dinsdagavond 18 juli 2023 hield chemicus dr. Matt McLain een lezing over scheppingsonderwijs aan de universiteit. Interessant en leerzaam verhaal, maar ook hier (helaas) een volledige focus om de Verenigde Staten van Amerika. Hieronder is deze lezing terug te kijken, met dank aan Is Genesis History.

Cambridge House Project – Studiecentrum vanuit scheppingsperspectief met toerusting van studenten en bemoediging van academici

Studerende jongeren en academici gaan ons aan het hart. We zien, ook in Nederland, dat van oorsprong orthodox-christelijke studenten of academici (soms langzaam) zwichten voor de evolutionaire tijdgeest. In die zin dat ze eerst geloofden in een zesdaagse schepping, maar later grote waarde hechten aan universele gemeenschappelijke afstamming ingebed binnen deep time, een vorm van theïstische evolutie aanhangen of nog verder afdwalend richting materialistisch/naturalistische ontstaanstheorieën. Gelukkig zijn er ook studenten die voor deze afdwalingen bewaard worden. Wat zou het mooi zijn als er, ook in Nederland, een interdisciplinair studiecentrum in een universiteitsstad zou ontstaan waar studenten toegerust en academici bemoedigd worden om hun werk op de universiteit voort te zetten vanuit scheppingsperspectief. De universiteitssteden Utrecht of Amsterdam zouden, wat de disciplines theologie en de verschillende natuurwetenschappen aangaat, hiervoor zeer geschikt zijn. Utrecht is bovendien ook nog eens centraal gelegen. Eeuwen geleden hield de bekende hoogleraar Gisbertus Voetius in Utrecht zijn studenten voor om geleerdheid en vroomheid niet van elkaar los te koppelen.1 Maar helaas, tijden veranderen. Wellicht geeft de Heere het nog dat we de bovenstaande gedachten verder kunnen ontvouwen, uitwerken en uitvoeren.

Vandaag aandacht voor een project vanuit ons buurland aan de overkant van de Noordzee. Biblical Creation Trust (BCT) wil in de bekende universiteitsstad Cambridge een creationistisch studiecentrum opzetten, waarbij er oog is voor bovenstaande zaken.2 Hieronder is een promotiefilmpje te zien waarin het project kort wordt uitgelegd. Het studiecentrum zal de uitnodigende naam Cambridge House krijgen. Meer informatie over het project is te vinden op de website van BCT (zie voetnoot).3

Voetnoten

De ark van Noach – Het beroemde Bijbelverhaal voor jonge kinderen op rijm

Toen sloot God de deur – het was tijd voor de reis
De strakblauwe lucht kleurde langzaamaan grijs.
En de donkere wolken die bleven maar komen,
De regen viel neer en bleef stromen en stromen.

Een stroom werd een slootje, een sloot werd een beek,
Overal water – waar je maar keek
Een plas werd een meertje, een meertje een zee
En toen nam het water de ark met zich mee.

Marianne Busser en Ron Schröder zijn bekende schrijvers in kinderboekenland. Van hen verscheen in 2016 het boek De ark van Noach. Het beroemde Bijbelverhaal voor jonge kinderen op rijm. Het rijk geïllustreerde boek is uitgegeven bij Uitgeverij Moon in Amsterdam en is geschikt voor kinderen vanaf 4 jaar. De tekst is op rijm geschreven en dat zal de jonge kinderen aanspreken. Hieronder een korte bespreking van het boek.

Geschiedenis

Het boek neemt de kinderen mee in de geschiedenis van Noach en de ark. Helaas noemen de auteurs dit een verhaal en het lijkt erop dat ze dit ‘verhaal’ gelijkstellen met andere mythen, legenden en sprookjes. Dat is schadelijk voor het jonge kinderhart. Dit is niet zomaar een verhaal, zoals er talloze verhalen zijn. Dit is waargebeurd én heeft ons (daarom) wat te zeggen. De auteurs geven aan dat het land tijdens de zondvloed onder water stond, waarmee ze de zondvloed een wereldwijd karakter toekennen. Ze beginnen bij het begin: God zag dat de aarde vol geweld, zonde en pijn was. Hij besloot om opnieuw te beginnen. “Het slechte op aarde mag nooit overwinnen, ik [sic] moet met mijn [sic] schepping opnieuw beginnen.” Een man vond genade in Gods ogen, namelijk Noach. Hij moet een ark gaan bouwen. Noach gaat aan het werk terwijl andere mensen met hem spotten. Als de ark klaar is wordt deze vanbinnen in gericht. “Noach moest ook voor de dieren gaan zorgen en dus werd er stro in de ruimen geborgen. Manden vol knollen en zakken vol graan, het voorraadhok kwam vol met eten te staan.” Nadat dit voedsel ingeladen is komen de dieren, twee aan twee. Dat geldt ook voor de vogels. Ook de insecten kwamen aan boord.4 Toen alle dieren binnen waren sloot God de ark. Het water bleef stijgen. Noach en zijn gezin hadden het druk met het verzorgen van de dieren. Na verloop van tijd strandt de ark op een berg en na nog een tijd wachten zendt Noach vogels uit om te kijken of het water al gezakt is. “Gelukkig, dacht Noach, de aarde wordt droog, hij keek met een dankbare bik naar omhoog. Nog even, zei Noach, dan is het voorbij dan laat ik de dieren weer allemaal vrij.” De dieren werden uit de ark gelaten en zochten hun eigen leefgebied weer op. De Heere maakte met Noach weer een verbond. “Toen dankten ze God die hen samen bewaard had en tijdens de zondvloed voor ’t water gespaard had.” God belooft Noach dat dit nooit meer zal gebeuren en het gezin van Noach ziet de regenboog in de wolken als teken van deze belofte.

Beeld

Het kinderboek volgt de Bijbelse geschiedenis van de zondvloed. De tekeningen zijn aansprekend en de vormgeving en het uiterlijk zijn prachtig. Helaas zien we ook hier weer een ark waar dieren tijdens het meest heftige natuurgeweld op het dek staan of vrolijk hun kop door de patrijspoorten steken. Dat zorgt bij kinderen voor een verkeerd beeld van de zondvloed en neemt de ernst van het oordeel weg. Wanneer het zou gaan om slechts een verhaal dan is dat minder erg dan wanneer werkelijke geschiedenis verkeerd wordt voorgesteld. De zondvloed heeft werkelijk plaatsgevonden zoals dat opgeschreven is in de Bijbel en God wil ons hiermee wat zeggen. Wanneer de zondvloedgeschiedenis voorgesteld wordt als mythe of sprookje, hoe serieus moeten we Gods boodschap met deze geschiedenis dan nemen? Laat de zondvloed voor kinderen een waarschuwing zijn en dat kan alleen wanneer er een realistische en sobere ark weergegeven wordt zonder dat er vrolijke dieren met hun kop uit de patrijspoort steken. Dit lijkt misschien muggenzifterij, maar we menen dat hoe over de Bijbelse geschiedenis gesproken en getekend wordt van levensbelang is voor onze kinderen.

Dit artikel werd in 2020 geschreven.

Voetnoten

The First Nordic Creation Research Conference (4) Dr. Nigel Crompton – Mendelian Speciation and the Origin of Species

Op 17 en 18 oktober 2024 vond de eerste Nordic Creation Research Conference plaats. Het thema was genetica en soortvorming. Op dit congres gaf dr. Nigel Crompton een lezing over de Mendeliaanse genetica. Zijn lezing had als titel ‘Mendelian Speciation and the Origin of Species’. Met dank aan de organisatie is deze lezing opgenomen en hieronder te bekijken. Voordat u deze lezing bekijkt, is het goed om eerst de samenvatting te lezen.

Spreken over Boven – Theologie geldt in academische kringen niet langer als echte wetenschap

De afgelopen maanden was er veel nieuws over het verdwijnen van universitaire studies. Het betreft niet alleen studierichtingen als Duits, Frans, Arabisch en Keltisch maar ook wat ooit gold als ‘de koningin der wetenschappen’.

Soms buitelen berichten over een bepaald onderwerp over elkaar heen. Zo berichtten verschillende media eind oktober dat de Universiteit Utrecht (UU) maar liefst zes studierichtingen gaat schrappen. Het betreft studies als Duits en Frans maar ook Religiewetenschappen. Begin november kwam het bericht dat de Vrije Universiteit in Amsterdam (VU) drie faculteiten – waaronder Religie & Theologie – gaat samenvoegen tot één nieuwe. In de naam van deze nieuwe faculteit komt het woord ’theologie’ niet meer voor.

Talenstudies onder druk

De reden die wordt aangevoerd om de vakgroepen Duits en Frans op te heffen, is dat die niet meer rendabel zouden zijn. Nog maar enkele tientallen studenten kiezen er de laatste jaren voor een van deze talen te gaan studeren. Om een indruk te geven: van de bachelorstudenten Frans studeert slechts 11 procent binnen vier jaar af. 52 procent stapt over naar een andere opleiding, 37 procent haalt helemaal geen diploma. Tweedegraads lerarenopleidingen doen het niet veel beter. In 2023 begonnen 59 studenten aan hun opleiding tot leraar Frans. Statistieken wijzen uit dat de laatste jaren 40 procent al in het eerste jaar uitvalt en dat slechts zo’n 30 procent binnen vijf jaar de eindstreep haalt. Voor Duits zijn de cijfers vergelijkbaar.

Met deze cijfers in het achterhoofd is het niet verwonderlijk dat er nauwelijks docenten Frans en Duits te vinden zijn. Mijn eigen zoon zit in de derde klas van de middelbare school, maar krijgt dit jaar geen Frans. De mogelijkheid om in de bovenbouw Frans te kiezen, is voor hem passé. Op het Lorentz Lyceum in Arnhem – Arnhem! – wordt in de bovenbouw überhaupt geen Duits meer gegeven. En het gaat alleen maar erger worden. Volgens de laatste trendrapportage Arbeidsmarkt Leraren van het ministerie van Onderwijs zal het lerarentekort voor Frans en Duits in 2032 verdubbeld zijn.

Gevolgen voor de theologie

De teloorgang van Frans en Duits in het Nederlandse onderwijs heeft niet alleen economische en culturele gevolgen, maar raakt ook de theologiebeoefening in Nederland. Voor theologen die het Duits of Frans niet of nauwelijks beheersen, is een scala van belangrijke theologische werken niet toegankelijk. Een hoogleraar vertrouwde me kortgeleden toe dat als hij Duitse of Franse teksten met zijn studenten wil behandelen, hij gedwongen is deze in Engelse vertaling aan te bieden. Wie serieus werk wil maken van het bestuderen van het bijbelboek Genesis, kan in alle redelijkheid niet heen om het driedelige commentaar van de Duitse oudtestamenticus Claus Westermann. Wie meer wil weten over middeleeuwse exegese van de Bijbel is nog steeds aangewezen op Exégèse médiévale: les quatre sens de l’Écriture van de Franse theoloog Henri de Lubac. Noch het werk van Westermann, noch dat van Lubac is in het Nederlands vertaald. Nog een voorbeeld: dit jaar bezorgde prof. dr. W.H.Th. Moehn het eerste deel van de wetenschappelijke editie van de complete werken van Guido de Brès (Le Baston de la Foy chrestienne). Zal er over dertig jaar nog een Nederlandse theoloog zijn die een project als Guy de Brès Euvres Complètes op poten kan zetten?

Theologie en universiteit

Het verdwijnen van de studie theologie aan Nederlandse universiteiten is een verhaal van nog ernstiger aard. Hier is niet alleen sprake van een bezuinigingsronde maar zijn aard en wezen van de theologie als zodanig in het geding. Als reden voor de faculteitenfusie aan de VU noemde rector Jeroen Geurts in het dagblad Trouw (5 november) dat er sprake is van ‘religiestress’. Wat blijkt? De twee andere fusiepartners – Sociale Wetenschappen en Geesteswetenschappen – willen niet dat er nog iets is dat herinnert aan theologie. Theologie geldt in academische kringen niet langer als echte wetenschap. Theologie, zo is de redenering, houdt zich slechts bezig met wat mensen door de eeuwen heen bedacht hebben over God. Over God Zelf kan de theologie geen enkele uitspraak doen omdat enige vorm van bewijs dat God bestaat, ontbreekt. Het doet sterk denken aan de beruchte uitspraak van Harry Kuitert: ‘Alle spreken over Boven komt van beneden, ook de uitspraak dat iets van Boven komt’.

Verlichtingsdenken

Sinds de Verlichting is meer en meer de gedachte ontstaan dat de wetenschap slechts uitspraken kan doen over zaken die voor onze menselijke zintuigen toegankelijk zijn. Zo onderzoeken neurowetenschappers met behulp van EEG-, fMRI-scans en andere technieken hoe 86 miljard neuronen van de menselijke hersenen in verbinding staan met elkaar, met andere delen van het zenuwstelsel en de rest van ons lichaam. Archeologen doen onderzoek naar scherven aardewerk, resten van menselijke skeletten en overblijfselen van bijvoorbeeld Romeinse badhuizen die ze tijdens opgravingen in verschillende aardlagen aantreffen. Op basis van deze vondsten proberen ze zich een beeld te vormen va hoe het leven eruitzag in verschillende periodes van de geschiedenis.

Zowel neurologen als archeologen hebben dus iets in handen wat tastbaar en zichtbaar is: (scans van) menselijke hersenen en scherven aardewerk. Maar waarover beschikken theologen eigenlijk? Een oud boek, geschreven in inmiddels dode talen, waarin mensen hun ervaringen met God optekenden door middel van verhalen, wetteksten, liefdespoëzie, lofzangen, profetieën, evangeliën en brieven.

Op grond daarvan kunnen theologen wel uitspraken doen over hoe mensen in vroeger tijden over God dachten en welke voorstellingen ze van Hem maakten. Maar dat betekent niet dat ze gezaghebbende uitspraken kunnen doen over God Zelf, laat staan dat ze Zijn bestaan zouden kunnen bewijzen. Vanuit deze redenering heeft de Bijbel niet meer gezag dan de Ilias van Homerus of een toneelstuk van Shakespeare.

Deze houding verklaart waarom de Universiteit Leiden een aantal jaren geleden al de studie theologie inruilde voor religiewetenschappen. Bachelorstudenten Religiewetenschappen verdiepen zich daar nu ‘in mensen en hun opvattingen, in de rol die religies spelen in de wereld, mondiaal en regionaal, in heden en verleden’, zo valt te lezen op haar website. Interessante materie, ongetwijfeld, maar van een gezaghebbende waarheidsclaim kan natuurlijk geen sprake meer zijn.

Nu zullen alle wetenschappers erkennen dat hun uitspraken voorlopig van aard zijn. Ze kunnen immers altijd worden ingehaald door nieuwe inzichten. Maar een wetenschap die pretendeert iets zinnigs te kunnen zeggen over de God van Israël, Die in Jezus Christus vanuit de hemel is neergedaald om ons mensen en om onze redding, heeft naar seculiere inzichten geen poot om op te staan. Het bestaan van de mens Jezus Christus is historisch al niet te bewijzen, laat staan dat we een uitspraak zouden kunnen doen over twee naturen – een goddelijke en een menselijke – verenigd in één persoon.

Onverwacht geluid

Vanuit seculier perspectief is de verschuiving van theologie naar religiewetenschappen begrijpelijk. Maar dat ook gelovige wetenschappers deze wisseling van de wacht toejuichen, is een ander verhaal. In het reeds genoemde artikel in Trouw zegt prof. dr. Fred van Lieburg, hoogleraar Religiegeschiedenis aan de VU met een grote staat van dienst, dat in strikte zin theologie niet thuishoort aan een universiteit. Het moge zo zijn dat de VU sinds haar oprichting de studie theologie aanbiedt, maar dat is volgens hem ‘een armoedig argument om theologie te handhaven’. Tegelijkertijd beweert hij dat theologie ‘beter kan functioneren als ze uit haar isolement komt en haar plek inneemt binnen de geesteswetenschappen’. Daarmee lijkt hij te suggereren dat theologie in zoverre een plek verdient aan de universiteit dat ze thuishoort binnen het domein van de religiewetenschappen – als een van de geesteswetenschappen – maar niet als zelfstandige vakgroep of faculteit. Dat zou logischerwijze betekenen dat Van Lieburg – in elk geval in praktische zin – zich voegt in de gedachtegang dat theologie een spreken is over boven dat komt van beneden. Hoe dit ook zij, duidelijk is dat Van Lieburg de vraag of theologie als zelfstandige studie thuishoort aan een niet-kerkelijk gebonden universiteit, beantwoordt met een expliciet ‘nee’.

Rede en openbaring

Gold te theologie in de Middeleeuwen nog als ‘koningin der wetenschappen’, sinds de intrede van de moderniteit in de zeventiende eeuw is alle vanzelfsprekendheid daaromtrent verdwenen. Wie echter z’n oor te luisteren legt bij wat de middeleeuwse theoloog Thomas van Aquino en de negentiende-eeuwse kardinaal John Henry Newman hierover hebben gezegd, merkt dat het seculiere denken over theologie cruciale nuances overboord heeft gegooid.

Het overdragen van universele kennis is een basisopdracht van elke universiteit en bij het uitbreiden van kennis kunnen we niet anders dan in eerste instantie aansluiten bij overtuigingen die we vanzelfsprekend achten. Voor Thomas van Aquino is de leer van de drie-eenheid net zo vanzelfsprekend als dat voor wiskundigen een rechte lijn de kortste verbinding is tussen twee punten. Daar wringt natuurlijk de schoen. Van Aquino erkent dat de leer van de drie-eenheid voor de rede onbewijsbaar is maar de openbaring weliswaar boven de rede uitstijgt maar niet tegen de rede indruist. Christenen geloven dan ook niet zonder reden wat ze geloven. Zoals we een volgende keer zullen zien, doet Newman hier nog een schepje bovenop.

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit De Waarheidsvriend. De volledige bronvermelding luidt: Dijkgraaf, H., 2024, Spreken over Boven. Theologie geldt in academische kringen niet langer als echte wetenschap, De Waarheidsvriend 112 (50): 4-6 (artikel).

The First Nordic Creation Research Conference (3) Dr. Boris Schmidtgall – Review: Created diversity in life’s light harvesting systems

Op 17 en 18 oktober 2024 vond de eerste Nordic Creation Research Conference plaats. Het thema was genetica en soortvorming. Op dit congres gaf dr. Boris Schmidtgall een lezing over de zogenoemde ‘Light Harvesting Systems’ (zoals fotosynthese). Zijn lezing had als titel ‘Created diversity in life’s light harvesting systems’. Met dank aan de organisatie is deze lezing opgenomen en hieronder te bekijken. Voordat u deze lezing bekijkt, is het goed om eerst de samenvatting te lezen.

Dr. Tjaart Krüger heeft voor de bundel ‘Inzicht: Wetenschap voor Gods aangezicht’ ook een bijdrage over fotosynthese geschreven. Deze bundel is hier te bestellen.

Voetnoten

The First Nordic Creation Research Conference (2) Dr. Peter Borger – Variation Inducing Genetic Elements: A new “old” look at Transposable/sed Elements

Op 17 en 18 oktober 2024 vond de eerste Nordic Creation Research Conference plaats. Het thema was genetica en soortvorming. Op dit congres gaf dr. Peter Borger een lezing over de zogenoemde ‘Variation Inducing Genetic Elements’. Zijn lezing had als titel ‘Variation Inducing Genetic Elements: A new “old” look at Transposable/sed Elements’. Met dank aan de organisatie is deze lezing opgenomen en hieronder te bekijken. Voordat u deze lezing bekijkt, is het goed om eerst de samenvatting te lezen.

The First Nordic Creation Research Conference (1) Dr. Ola Hössjer – Review of created kinds and baraminology

Op 17 en 18 oktober 2024 vond de eerste Nordic Creation Research Conference plaats. Het thema was genetica en soortvorming. Op dit congres gaf dr. Ola Hössjer een lezing over de zogenoemde ‘Created Kinds’. Zijn lezing had als titel ‘Review of created kinds and baraminology’. Met dank aan de organisatie is deze lezing opgenomen en hieronder te bekijken. Voordat u deze lezing bekijkt, is het goed om eerst de samenvatting te lezen.

Dr. G.W.S. Mulder heeft, met zijn proefschrift, de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit niet geschonden

Hoofdgebouw van de Vrije Universiteit aan de Boelelaan te Amsterdam. Bron: Google Maps. Screenshot genomen op d.d. 28-11-2024.

Vandaag is het precies een jaar geleden dat dr. G.W.S. Mulder promoveerde op het proefschrift ‘Tussen tekst en toepassing: Onderzoek naar het tijdbetrokken element in de Homiletiek van Gereformeerde Piëtisten in de Nederlanden 1600-1800’. Begin dit jaar was er commotie ontstaan over dit proefschrift. Dr. G.A. van den Brink gaf aan dat hij het proefschrift ‘ondeugdelijk en onwetenschappelijk’ vond, mede vanwege het, in zijn ogen, sterk ondermaatse gebruik van het Latijn. Daarop nam de onderzoekscommissie van de Vrije Universiteit (VU) het proefschrift onder de loep. Uit een persverklaring gegeven door één van de promotoren, prof. dr. W. van Vlastuin, blijkt dat deze beschuldiging van dr. Van den Brink ongegrond is verklaard. De Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening is door het werk van dr. Mulder niet geschonden.5

Volgens de Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI) van de VU heeft dr. Mulder zich ‘niet schuldig (…) gemaakt aan een schending van de wetenschappelijke integriteit’. In de persverklaring laat de promotor weten dat de klachten nauwkeurig gewogen en minutieus getoetst zijn, maar dat de bezwaren van dr. Van den Brink ongegrond zijn verklaard. Er is eveneens geen sprake van plagiaat. De studie voldoet aan de basisvoorwaarden voor Wetenschappelijke Integriteit. In de persverklaring wordt aangegeven dat het ‘goed [is] dat er duidelijkheid is gekomen over de geuite klachten en vooral dat zijn blazoen is gezuiverd’. In de persverklaring geeft dr. Mulder aan ‘blij’ te zijn ‘met de gemotiveerde beslissing van de VU’. Dr. Van den Brink geeft in de persverklaring aan dat het voor hem ‘een geruststelling’ is, nu blijkt dat de wetenschappelijke integriteit niet in het geding is. Prof. Van Vlastuin geeft aan dat dr. Van den Brink ‘achteraf spijt’ heeft dat hij de kritiek via Refoweb heeft gegeven. Procedureel en inhoudelijk had hij dat niet op deze manier moeten doen. Van den Brink was niet de enige die een klacht tegen het proefschrift had ingediend, ook een theologiestudente (die anoniem wil blijven) was het oneens met het proefschrift. Zij noemt het tegenover het Nederlands Dagbladzuur’ dat ze ‘in het ongelijk’ is ‘gesteld’. Ze geeft aan dat ze op dit moment de uitslag zal moeten respecteren, maar bezint zich erop of ze in hoger beroep zal gaan. Dan moet zij zich binnen zes weken wenden tot het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) voor een nader advies. Prof. Van Vlastuin verwacht niet dat er in hoger beroep wordt gegaan door de klager of de beklaagde. De uitslag is goed nieuws voor de promovendus en de promotoren.

Is het niet vreemd is dat de promotor zelf met een persverklaring naar buiten komt?’, zo vraagt een journalist van het Nederlands Dagblad. Nee, zegt Cassandra Appelman de persvoorlichter van de VU. Onderzoeken naar wetenschappelijke integriteit zijn altijd besloten. Betrokken kunnen en mogen wel kiezen voor ruchtbaarheid. Van Vlastuin, meende, desgevraagd dat het goed was om de beeldvorming te corrigeren. Hoe zit het met de kritiek op de kennis van het Latijn van dr. Mulder? Mulder heeft een gymnasiumopleiding Latijn. Van Vlastuin: ‘Als hij een samenvatting geeft van een boek in die taal, is hij niet verplicht die te voorzien van voetnoten’. Overigens had ds. A.J.T. Ruis, via Linkedin al eerder aangegeven dat het slecht gebruik van Latijn erg meevalt.6 Dat blijkt nu inderdaad zo te zijn.7

Voetnoten

Api vindt een dino – Bespreking van het gelijknamige boek

Api heeft een boek gekregen over dinosaurussen. Das heeft het al drie keer voorgelezen, maar Api kan er geen genoeg van krijgen. ‘Geloof jij dat er zulke grote dieren hebben bestaan?’ vraagt hij. Das knikt. Hij wijst naar een plaat. ‘Kijk maar. Soms worden hun botten opgegraven en als een puzzel weer in elkaar gezet.

Wellicht herkent u dit wel: uw peuter of kleuter die met een dinoboek voor u staat en u smekend vraagt: “Wilt u alstublieft voorlezen?” Voor creationistische ouders valt het vaak niet mee om een geschikt boek te vinden voor deze leeftijd. De meeste prentenboeken over dinosaurussen, die in een openbare bibliotheek te vinden zijn, gaan uit van een naturalistisch wereldbeeld met miljoenen jaren. Het boekje van Tineke van der Stelt, Api vindt een dino, zou u wellicht kunnen helpen. Hoewel het boek niet vanuit een Bijbels wereldbeeld is geschreven, wordt er ook geen melding gemaakt van miljoenen jaren.

Api en Das zijn de hoofdpersonen. Na het voorlezen van het boek gaan zij in de tuin aan het werk. Onder het werken fantaseert Api er lustig op los. Over dino’s die van de aardbeien in de tuin snoepen, over dino’s die eieren stelen en over takken als dinokoppen. Als hij ook nog eens de hark van Das vindt, die lijkt op een klauw, slaat de fantasie helemaal op hol: een graafdino. Maar die staat niet in het dinoboek van Api.

Van der Stelt heeft een leuk boek geschreven voor onze peuters en kleuters. De kinderen leren door het voorlezen van dit boek meer over (het gedrag van) dino’s, bijvoorbeeld dat ze eieren legden en dat er ook vliegende reptielen bestaan hebben. Doordat het boek ‘neutraal’ is geschreven is het ook aan te raden voor creationistische ouders. Het is goed om uw kind te begeleiden bij dit interessante thema en gesprekken te voeren over deze fascinerende beesten.

Dit artikel werd in 2018 geschreven.