Home » Onderzoek
Categoriearchief: Onderzoek
Geneeskunde of Klassieke Talen? – Een gesprek tussen een VWO-6 leerling en Alex Thomson (MA)
Onlangs verscheen er een nieuw jongerenblad onder de titel Nabij Jou.1 Het is een initiatief van het Deputaatschap Opvoeding, Onderwijs en Catechese (DOOC), uitgaande van de Gereformeerde Gemeente in Nederland, en de Vereniging tot Bevordering van SchoolOnderwijs op Gereformeerde Grondslag (VBSO). Het blad verschijnt acht keer per jaar. In de derde uitgave een interessant gesprek tussen een leerling van VWO-6 en classicus Alex Thomson (MA) over een eventuele vervolgstudie en een verwijzing naar Weet Magazine.

Weet Magazine
Deze week is het de zogenoemde Week van de Schepping.2 In deze derde uitgave van Nabij Jou wordt daarom aandacht gegeven aan geloof en (natuur)wetenschap. In de maand maart komt de natuur weer ‘tot leven’. Hierin is de hand van God te zien (Genesis 8:22). “De meeste mensen in ons land geloven niet in een God Die alles laat groeien en bloeien. Zij geloven niet in Jeremia’s worden: Gij hebt de hemelen en de aarde gemaakt, door Uw grote kracht en door Uw uitgestrekte arm.” Ongetwijfeld zullen reformatorische jongeren met dergelijke denkbeelden in aanraking komen. Daarom is het goed om argumenten te verzamelen vóór de schepping en contra evolutionaire denkbeelden. “Want ondanks dat we een geloofsleer hebben, sluiten Bijbel en Wetenschap elkaar niet uit.” Redacteur Marco Visser verwijst voor meer informatie hierover naar Weet Magazine. “Hierin lees je dat het Bijbelse scheppingsverhaal en wetenschap elkaar niet uitsluiten.”3 Het is goed dat dergelijke creationistische populair-wetenschappelijke tijdschriften onder aandacht komen in reformatorische jongerenbladeren.4
Vervolgstudie
Jongeren die binnenkort examen hopen te doen, denken flink na over een vervolgstudie. Dat kan leiden tot keuzestress. Welke studie moet ik kiezen? Welke studie past het best bij mijn talenten en karakter? Kan ik mijn talenten ook in Zijn dienst besteden? Niet eenvoudig om op dergelijke vragen een antwoord te vinden. Gelukkig kennen de meeste scholen voor Voortgezet Onderwijs een decaan die de leerlingen daarbij kan helpen. Al eerder adviseerde ik een studie op te pakken ‘in deze vakgebieden en wie weet kun je later als expert bijdragen aan het debat ten voordele van het scheppingsreferentiekader’.5 In Nabij Jou lezen we een verslag van een gesprek tussen een VWO-6 leerling en classicus Alex Thomson (MA)6
Roeping
Lisa de Jong (17) ontdekt na het gesprek met Thomson hoe belangrijk klassieke talen zijn. “Ze praat met hem over studeren in onze tijd, maar ook over het herkennen van een goddelijke roeping.” Voordat het gesprek start vertelt Thomson eerst iets over zichzelf. Hij is geboren in Engeland. Naast talloze activiteiten geeft hij les in Grieks en Hebreeuws aan studenten van de theologische school van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Lisa twijfelt of ze moet gaan voor een studie Geneeskunde of Klassieke Talen. Hoe maakt zij de goede afweging? Thomson adviseert om datgene te ‘gaan studeren waarvoor je aanleg hebt’. Hij ziet dat als Bijbels en verwijst naar Spreuken 22:6, waarin wordt opgeroepen het onderwijs te laten aansluiten bij hoe het kind is. “De denkkracht is door God ingegeven. Als je merkt waar je denkkracht ligt, waar je zogezegd goed in bent, ben je al op weg om je Goddelijke roeping te onderkennen.” Verder wijst Thomson op verlangen. “Blijft dat verlangen, laat ik zeggen meer dan een half jaar, dan heb je een sterke indicatie dat dat je beroep kan worden. Als het uiteraard een eerlijk beroep is.”
Economisch nut
Waarom zou je Klassieke Talen studeren? Veel mensen denken tegenwoordig veelal aan het economische nut van een studie. Wat heb ik eraan, wat verdien ik ermee? Bij het bestuderen van Klassieke Talen leer je echter meer dan alleen de taal zelf. Thomson verwijst naar de Gouden Eeuw, waar studenten standaard Grieks en Latijn kregen: “Het doel was om hun éigen taal daardoor beter te kennen en om beter leiding te kunnen geven, bijvoorbeeld in een stadsbestuur. Een tekst is niet zomaar een verhaal, maar het is een argument met hoofdzaken en bijzaken. Die verschillende onderdelen leerden studenten het beste herkennen door de klassieke talen te bestuderen. Ze konden zo heel makkelijk laten zien of een argument klopte.”
Universitaire wereld
De universitaire wereld kan voor een leerling van VWO-6 bedreigend aanvoelen. Zeker als deze leerling op een vertrouwde reformatorische school gezeten heeft. Thomson geeft aan dat het studieklimaat de laatste jaren steeds meer antichristelijk is geworden. “Het is doordrenkt van de gedachte dat alles voor iedereen mogelijk moet zijn. Rectoren van universiteiten kennen de Bijbel niet meer.” Daartegenover staat, waar Thomson al eerder op wees, dat de denkkracht door God ingegeven is. “Christenen moeten daarom de laatsten zijn die bezwaar hebben tegen het bestuderen van de klassieke talen.” Immers, als jongeren geen Klassieke Talen ‘studeren, hebben we vanaf de volgende generatie geen Bijbelvertalers meer!’ 7
Voetnoten
Bouwen aan een creationistisch wereldbeeld – (Literatuur)onderzoek ter onderbouwing van een bijbelgetrouw standpunt
Creationistisch onderzoek is belangrijk voor de opbouw van een creationistisch wereldbeeld. Ik, Jan van Meerten, wil met deze website bouwen aan dit creationistische wereldbeeld. Daarvoor doe ik onder andere (literatuur)onderzoek. Hieronder de grote thema’s waarmee ik mij de afgelopen jaren heb bezig gehouden en waarvoor ik mij de komende jaren, als de Heere de gezondheid en het leven geeft, wil inzetten. Achter het dikgedrukte thema een korte omschrijving. Na de overkoepelende thema’s ook enkele thema’s die kleiner en meer doelgericht zijn opgezet. Als laatste enkele thema’s die ik al jaren als hobbythema heb en graag ook verder uitbouw.
Overkoepelde thema’s
Geschiedenis van scheppingsleer en scheppingsmodel in de periode 1800-1925. Veel sceptici geven aan dat het door hen zo genoemde creationisme ontstaan is met de activiteiten van George McCready Price en de bekende Scopes Trial (1925). De literair-historische lezing van Genesis zou een moderne uitvinding zijn van de laatste honderd jaar. Als het gaat om de scheppingsleer dan lijkt het er echter op dat de eerste 1800 jaar het grootste gedeelte van de kerk de verhalen in Genesis (in ieder geval voor het grootste gedeelte) opvatte als historische gebeurtenissen. In de 18e eeuw waren er zondvloedgeologen en theologen die uitgingen van een historische zondvloed. Sommigen zien de rede van geoloog en natuurtheoloog Adam Sedgewick in 1831 als de grafrede van de zondvloed. Is het daarna stil geworden? Met dit onderzoek naar boeken en artikelen van Nederlandse predikanten, onderwijzers, theologen en natuurwetenschappers van 1800-1925 wil ik aantonen dat het tegendeel waar is. Ik begin daarbij bij de afgescheiden en dolerende kerken (1834-einde van het onderzoeksgebied) en de kring rond het zogenoemde Reveil (1817-ca 1865), maar hoop dat later breder te kunnen trekken.
Visie Gereformeerde Gezindte op schepping of evolutie vanaf 1925. Zelf aangesloten bij de Gereformeerde Gemeente doe ik graag onderzoek naar de visie van de Gereformeerde Gezindte in de breedste zin van het woord op schepping en evolutie. Deze periode start in 1925, omdat in het vorige onderzoek genoemde periode dan eindigt. Onder de Gereformeerde Gezindte versta ik de volgende kerken en groeperingen: Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland, Hersteld Hervormde Kerk, Voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland, Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, Nederlands Gereformeerde Kerken, Gereformeerde Kerken Nederland, de Gereformeerde Kerken (hersteld), Christelijke Gereformeerde Kerken, Gereformeerde Gemeente, Gereformeerde Gemeente in Nederland, Gereformeerde Gemeente in Nederland buiten verband, Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland en diverse vrije gereformeerde kerken en evangelisaties.
Geologie van de Benelux. Creationisten uit Nederland, België en Luxemburg (Benelux) hebben de afgelopen jaren relatief weinig aandacht besteed aan de geologie van de Benelux. Rond de millenniumwisseling was er een expositie over ijstijden op Urk, drs. Tom Zoutewelle van Creaton organiseert jaarlijks excursies naar de Ardennen, drs. Hans Hoogerduijn heeft als het gaat om de Ardennen in privésfeer artikelen geschreven, ing. Stef Heerema schreef en sprak over de zoutlagen in Noord-Nederland en ijstijdverschijnselen en ing. Cok van der Louw schreef in het verleden een brochure over de zondvloed in Nederland en deed wat veldwerk. Het is hard nodig dat er meer veldwerk en literatuurstudie wordt gedaan door creationisten naar de ondergrond van de Benelux. Graag zou ik samen met een groep studenten en academici werken aan veldwerk, literatuurstudie en publicaties over de ondergrond van de Benelux in creationistisch perspectief.
Geologie van Hongarije. Creationisten hebben erbarmelijk weinig nagedacht over de geologie van Hongarije. Samen met Lorens Knap van Hongarije Holidays heb ik een vijfdaagse geologie-excursie naar Hongarije georganiseerd. We hebben daar vulkanische afzettingen, zand- en kalksteenformaties en grotten bekeken. Ik hoop de geologische locaties verder in kaart te brengen, (literatuur)onderzoek te doen en de geologische en paleontologische zaken te beschouwen binnen een creationistisch wereldbeeld.
Onderbouwing zondvloed/post-zondvloed-grens. De zondvloed/post-zondvloedgrens is een discussiepunt onder creationisten. Sommige creationisten beweren dat de geologische kolom van ná het Precambrium ná de zondvloed is afgezet. Andere creationisten denken dat de zondvloedgrens om en nabij het Perm ligt of iets lager, in het Devoon. Weer andere creationisten geven aan dat de grens om en nabij Krijt/Paleogeen ligt. Nog weer andere creationisten denken dat de grens in de buurt van de Mioceen/Plioceen-grens ligt. En als laatste zijn er creationisten die aangeven dat de zondvloedgrens boven de zogenoemde ‘ijstijdafzettingen’ ligt. Ik ben mijn hele creationistische leven hier al over na aan het denken en mijn voorkeur gaat momenteel uit naar de Krijt/Paleogeen-grens als interessante werkhypothese. Hiervoor wordt door verschillende academische creationisten onderbouwing gegeven. Maar zijn die argumenten overtuigend genoeg? De tijd zal het leren.
Scheppings-, paradijs- en zondvloedverhalen. Bij aloude volkeren zijn talloze schepping-, paradijs- en zondvloedverhalen te vinden. Het is goed om deze verhalen in kaart te brengen en te kijken hoe ze aan elkaar verwant zijn. Veel oudtestamentici kijken daarbij slechts naar het Midden-Oosten, maar mijn doel is om dit gegeven wereldwijd te bezien!
Menselijke evolutie. In de afgelopen honderdvijftig jaar zijn er verschillende mensachtigen gevonden. De vraag rijst op groot de menselijke variatie is onder de mensachtigen. Creationisten schrijven al net zo lang als de vondsten over deze vondsten. Sommige creationisten zijn zeer stellig, anderen meer voorzichtig. Hoeveel evolutie kan de menselijke ‘soort’ aan en hoe groot was de variatie in het verleden?
Versmalde thema’s
Mount St. Helens. In 1980 blies de vulkaan Mount St. Helens zijn top eraf. Dat leidde tot allerlei geologisch interessante verschijnselen. Creationisten hebben deze verschijnselen in kaart gebracht en daar over gepubliceerd. Ik ben deze publicaties aan het verzamelen en wil dat samenvatten in een groot verhaal zodat we in Nederland ook mee kunnen genieten van dit creationistische onderzoek. Replieken op dat onderzoek moeten worden weersproken en zo nodig weerlegd zodat dit een icoon kan blijven van het catastrofisme.
St. Joris en de draak. Dankzij een sponsor ben ik in 2018 op bezoek geweest bij het Creation Museum van Answers in Genesis. De video’s die in het Creation Museum getoond worden zijn in een collectie dvd’s uitgegeven: The Creation Museum Collection. Eén dvd in deze collectie gaat over draken en beeldt aan het begin de legende van St. Joris en de draak uit. Er is kritiek gekomen op het gebruik van deze legende door creationisten. De draak in het verhaal zou in de oorspronkelijke verhalen niet voorkomen. Joris zou in dat geval nooit met een draak gestreden hebben. De draak is later toegevoegd. Indien dat het geval is, kunnen wij het verhaal niet gebruiken ten gunste van de vanuit ons wereldbeeld opkomende gedachte dat mensen en dinosauriërs samen geleefd hebben. Daarom wil ik onderzoek doen naar de herkomst en de receptiegeschiedenis van deze legende door de eeuwen heen.
De planetologie van ons zonnestelsel. Ons zonnestelsel heeft mij al vanaf mijn vroegste jaren gefascineerd. Hoe kan het zo zijn dat slechts op aarde leven voorkomt? Is dit zonnestelsel werkelijk zo oud als naturalistische wetenschappers beweren? Hoe zijn de geologische verschijnselen op manen en planeten in ons zonnestelsel ontstaan? Met dit afgebakende, maar uitgebreide onderzoek, wil ik mij daarmee bezig houden.
RATE-project. Binnen dit versmalde thema wil ik op zoek naar materialen rondom het zogenoemde RATE-project. Er is door de jaren heen veel materiaal over geschreven, vervolgonderzoek gedaan etc. Ik zou dat vervolgonderzoek graag willen samenvatten in een artikel, een ander artikel wijden aan het (voor)traject en in een laatste artikel alle kritieken bundelen.
Walvissen van de Pisco-formatie. Een van de paradepaardjes van creationistisch onderzoek vind ik de walvissen van de Pisco-formatie. Binnen dit versmalde thema wil ik het onderzoek samenvatten, werken aan een of meerdere artikelen over dit onderzoek en zo het in Nederland bekendmaken.
Hobbythema’s
Genealogie van het geslacht Van Meerten. Ik ben al jaren bezig met de genealogie van het geslacht Van Meerten. Veel materiaal heb ik in uitgeprinte of (digitaal) offline vorm. Ik zou deze genealogie graag voor een breed publiek bekendmaken zodat mijn familieleden of ‘geslachts’genoten mee kunnen denken en mee kunnen genieten.
Betuwse streekgeschiedenis. De eerste Van Meerten die in de bronnen voorkomt (zo rond 1100) is gevestigd in de Betuwe. Ik zou graag meewerken aan de Betuwse streekgeschiedenis tot aan 1900 om zo een beeld te krijgen van het leefgebied waarin mijn voorgeslacht woonde.
Dit artikel verscheen in 2019 op de oude website van ‘Oorsprong’ en is hier licht aangepast overgenomen. Omdat mijn gezondheid door hartfalen dagelijks broos is en ik veel bedlegerig ben lukt het niet om daadwerkelijk veldwerk te doen en zal het voorlopig bij literatuuronderzoek blijven. Gebed gevraagd of de Heere de middelen wil zegenen! Dit is een werkdocument en kan aangepast worden!
Gemeente Staphorst onder vuur vanwege vermelding van ‘jonge aarde’-visie in archeologisch rapport – Deel 1: Raadstukken en Nieuwsberichten
Noot van de auteur: Finetuning. Dit overzicht wordt de komende maand, als de Heere leven en gezondheid geeft, nog verder aangevuld met nieuwsitems over de kwestie. Mochten er Staphorster ex-raadsleden zijn die meer informatie hebben dan verzoek ik hen deze informatie te versturen naar info@oorsprong.info of via ons contactformulier zodat er een eerlijk en evenwichtig beeld ontstaat van deze kwestie, die tot voorbeeld dient van andere christelijke gemeenten in de Biblebelt.
Dat verzoeken in raadsvergaderingen soms meer ophef veroorzaken dan van te voren gedacht is inmiddels bekend. Ook raadsleden de SGP en de ChristenUnie (CU) van de Gemeente Staphorst hebben dat ervaren toen zij een verzoek deden om de ‘jonge aarde’-visie in een archeologisch rapport op te nemen. ANP maakte er een nieuwsbericht van en direct daarna ging het viral en wist heel Nederland ervan. Wat gebeurde er meer dan tien jaar geleden in Staphorst? Vandaag het eerste deel: raadstukken en nieuwsberichten. In het tweede deel hopen we als de Heere het geeft te reageren op het commentaar van Geenstijl, Freethinker, Maroc en Sterrenstof. In het derde deel hopen we het rapport zelf vanuit een kritische jonge-aarde blik te beschouwen.1
Archeologische verwachtingskaart
Gemeenten zijn verplicht een archeologische verwachtingskaart op te stellen. Deze kaart maakt melding van welke mogelijke archeologische vondsten er te vinden zijn op diverse locaties. Op basis van deze verwachtings- en beleidskaart kan men dan besluiten nemen en de archeologische waarden al in een vroeg stadium bij de planvorming te betrekken. Dit besluit is landelijk vastgesteld op 1 september 2007 in de ‘Wet op de Archeologische Monumentenzorg’ van. Het onderzoeks- en adviesbureau BAAC werd ingevlogen en deze maakte uiteindelijk in februari 2011 het definitieve rapport op onder de titel: ‘Gemeente Staphorst: Een archeologische inventarisatie, verwachtings- en beleidsadvieskaart’.2
Voorwoord
In het hierboven genoemde rapport gaat men uit van de naturalistische chronologie met een miljarden jaren oude aarde. Al komt dat overigens niet tot uitdrukking in het rapport zelf.3 Daar spreekt men maximaal van de voorlaatste ijstijd, het Saalien, zo’n 370.000 tot 130.000 voor Christus. Een groot deel van de Staphorster bevolking zal hier moeite mee hebben. Een groot deel gaat namelijk uit van een véél jongere aarde. Daarom hebben de fracties van ChristenUnie en SGP verzocht om het rapport aan te passen. Klaas Harke (CU): “Wij gaan samen met een groot deel van de bevolking in deze gemeente uit van een jongere aarde. Waarom zou dat niet in een gemeentelijk rapport verwoord worden?” In het voorwoord werd uiteindelijk met een paar ‘mooie volzinnen’ hier naar verwezen.
Niet aan de grote klok gehangen
De fracties hebben dit verzoek overigens niet de grote klok willen hangen, maar hun verzoek netjes (?) uitgesproken op de gemeenteraadsvergadering. Omdat de documenten waaruit het verzoek blijkt mij op dit moment ontbreken, zal ik een reconstructie moeten maken op basis van de overgeleverde informatie.4
Tijdens de gemeenteraadsvergadering van 26 januari 2010 kwam het, volgens de Meppeler Courant, in de Gemeenteraad van Staphorst tot een botsing toen een medewerker van het adviesbureau BAAC de archeologische kaart toelichtte. De concept-nota meldde namelijk dat sommige objecten meer dan tienduizenden jaren oud kunnen zijn. Daarmee gaan gevonden zaken uit de steentijd verder terug dan zesduizend jaar. Voor de BAAC medewerker is dat geen probleem, maar veel mensen uit Staphorst geloven dat de schepping zo’n zesduizend jaar geleden plaatsvond. Dat vondsten ouder zijn dan zesduizend jaar is daarmee onmogelijk. Omdat een groot deel van de Staphorsters deze scheppingsvisie aanhangen en de gemeente dit rapport betaalt is het op z’n minst nodig dat er een passage over de schepping moet worden opgenomen. Daarom verzochten CU-raadslid Klaas Harke en SGP-raadslid Arie den Ouden of er een passage in het rapport opgenomen kon worden die verwijst naar de Bijbel. Na het verzoek van de fracties CU en SGP beloofde wethouder mr. dr. Sytse de Jong5 dat hij het rapport zou laten aanpassen. Volgens De Jong is het ondoenlijk om bij elke melding die ouder is dan zesduizend jaar een bijbelse verklaring te geven, maar dat voorin de nota een dergelijke tekst zou kunnen. BAAC-medewerker gaf wel aan dat deze werkwijze ‘vrij ongebruikelijk is’.
Op de vergadering van 9 februari 2010 (zie ook hieronder) werd uitgebreid hierover doorgesproken. De Meppeler Courant deed verslag. Volgens de Gemeentebelangen-VVD en de PvdA gaat het hier om een ‘non-discussie door de media in een onjuist kader geplaatst’. SGP’er Arie den Ouden gaf aan dat het goed is dat de discussie gevoerd is, volgens hem is het goed dat christenen opkomen voor hun geloof en mening. Is er een botsing geweest tussen Bijbel en wetenschap in het rapport. Zelfs de betrokken medewerker dr. ir. Leo Tebbens van BAAC vond dat niet.6 De passage komt in het voorwoord te staan en maakt geen deel uit van het rapport zelf. Tijdens de vergadering ontstond er ook een discussie over de scheiding tussen kerk en staat. Deze discussie is in de gemeenteraad van Staphorst er een van alle tijden. Henk Messchendorp (PvdA) maakte duidelijk dat hij het niet vindt kunnen dat ‘in een nota van de overheid een passage wordt opgenomen die verwijst naar de Bijbel’. De SGP en CU vinden echter dat deze paar zinnen in een voorwoord wel kunnen. Volgens de hierboven genoemde Den Ouden heeft dit niets met het in geding zijn van de scheiding tussen kerk en staat te maken. Den Ouden: “Wetenschap gaat uit van vooronderstellingen. Er zijn ook mensen die uitgaan van andere vooronderstellingen en daar moet ruimte voor zijn.” Volgens de SGP’er is er een verschil tussen inmenging van een kerk in de staat én door de Bijbel geïnspireerde politiek. Hij verwees naar de Bijbel die in de Staphorster raadzaal staat en diverse verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen in Staphorst.
In deze commissievergadering kwam wethouder De Jong tot een compromis: Een volzin in het voorwoord. In deze volzin wil de gemeenteraad opmerken dat er ook andere opvattingen zijn over de leeftijd van de aarde. De Jong wil daarmee enerzijds recht doen aan de gevoelens van de raad en anderzijds de inhoud van het rapport overeind houden. Volgens Harke is dit compromis te ‘mager’ en ook Den Ouden gaf aan dat er wel méér dan één zinnetje aan het orthodoxe standpunt gewijd mag worden. Uiteindelijk gingen de raadsleden toch akkoord met het voorstel.
Gemeentebelangen-VVD vroeg nog aan de wethouder of het mogelijk is om te vermelden dat een deel van de raad andere uitgangspunten heeft dan in het voorwoord genoemd. PvdA en Gemeentebelangen-VVD denken immers heel anders over de schepping. Volgens wethouder De Jong was dat niet mogelijk, omdat als de gemeenteraad beslist het een democratisch besluit is door de gehele raad genomen.
De (concept) besluitenlijsten
De (concept) besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Staphorst van 9 februari 2010 is digitaal na te lezen. Daar staat tussen punt 5 en 6: “Ten aanzien van pt. 7 volgt een mededeling van wethouder De Jong. Op 27 januari jl. is een gesprek gevoerd met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed te Amersfoort waarin begrip werd getoond voor wederzijdse standpunten. Vandaag is in de terugkoppeling de goede toonzetting bevestigd, hoewel de RCE nog niet helemaal overtuigd is over de keuze die de raad zal maken.”7 De (concept) besluitenlijsten van de vergaderingen van 12 en 26 januari 2010 maken geen melding van deze kwestie. De rest van het jaar is in deze besluitenlijsten ook niets te vinden hierover. Pas in de (concept) besluitenlijst van de vergadering van 11 januari 2011 lezen we opnieuw iets van de archeologische beleidsnota. Helaas gaat het om een opiniërend gedeelte waarvan geen verslag wordt gegeven.8 In de (concept) besluitenlijst van de vergadering van 25 januari 2011 lezen we opnieuw iets over het archeologisch adviesbeleid. Op deze vergadering dient de heer La Roi (van de CU) mede namens de SGP en PvdA een amendement in ten aan zien van het voorwoord van het rapport. Dit amendement wordt unaniem aanvaard. Met algemene stemmen wordt besloten om ‘(1) De ingediende zienswijze van wijlen dhr. J. de Wolde te Staphorst gegrond te verklaren, (2) de archeologische beleids- en adviesnota vast te stellen met de in de bijlage 1 opgenomen en door de raad vastgestelde voorwoord, en (3) het beleid te gebruiken als bouwsteen voor de actualisering bestemmingsplannen’.9 SGP en CU hadden met resp. 6 en 4 zetels in 2010 een meerderheid in de raad van 17 zetels. Andere partijen waren CDA (3 zetels), PvdA (2 zetels) en Gemeentebelangen (2 zetels).
Bijdrage Den Ouden
Hierboven zien we dat op de raadsvergadering van 25 januari 2011 werd besloten tot de aanvaarding van het rapport van BAAC met toevoeging van het voorgestelde voorwoord. Op de vergadering van 11 januari 2011 leverde Arie den Ouden (SGP) een bijdrage aan de discussie. Deze bijdrage is nog terug te lezen op de website van de SGP Staphorst en wil ik hieronder samenvatten.10
Volgens Den Ouden is het beleidsveld archeologie een wettelijke taak van de gemeente. Het raadslid geeft aan dat hij tevreden is met de verwerking van de gegevens van wijlen de heer J. de Wolde. Om welke gegevens het hier gaat wordt niet vermeld. Bij de behandeling van het concept in de commissie is besloten een verstoringsdiepte aan te houden van 50 centimeter en een oppervlakte van 100 vierkante meter. “Als daarbij archeologische resten ongezien verloren gaan, betreuren we dat enigszins, want hier geldt: weg is weg.” Anderzijds komt dat de werkbaarheid wel ten goede, daarom stemt de SGP hiermee in. Den Ouden vraagt zich nogmaals af of er ook rekening gehouden is met zijn vraag over diep geploegde aarde. Hierbij zijn archeologische resten al verstoord. Worden deze percelen van een beschermde status ontheven?
Na deze korte technische opmerkingen gaat Den Ouden verder in op de verhouding tussen geloof en wetenschap. Volgens de SGP’er heeft de Heere de aarde door wijsheid gegrond en de hemelen door verstandigheid bereid. Hij verwijst hierbij naar Spreuken 3:19-20. “We stellen vast dat velen deze waarheid niet willen geloven. Het merkwaardige is dat deze mensen de uitkomsten van de seculiere wetenschap als onomstotelijk bewezen achten. Dat is echter niet zo! Als we één kernwoord moeten noemen om de seculiere wetenschap te karakteriseren, dan is dat het woord: hypothese (om van het woord reductie nu maar te zwijgen). Er wordt aangenomen…! En dat wordt dan wel geloofd. Het is dus geen geloof tegenover feit, maar geloof tegenover geloof.” Den Ouden geeft aan dat creationistische wetenschappers steeds meer, met de feiten in de hand, aantonen dat de schepping en de zondvloed realiteiten zijn geweest. “Het blijkt dat het ontstaan van zoutlagen, fossiele brandstoffen, de scheiding van werelddelen en de vorming van grillige aardlagen alleen door enorme krachten en hoge temperaturen in relatief korte tijd ontstaan zijn. Ook radiometrische metingen blijken te falen.”
Den Ouden verdedigt naast dit creationistische onderzoek een volwassen schepping. “En heel eenvoudig: toen op de derde dag ‘gras, kruid en bomen’ geschapen werden, waren dat gewoon volwassen bomen, met de jaarringen erin. De leeftijd is in deze bomen meegeschapen, zoals met de gehele schepping.” Bovendien is de wetenschap nog zeer jong en heeft het gewoon nog wat meer tijd nodig.
Het raadslid vat zijn verhaal nog eens samen: “Wij gaan uit van het Bijbelse gegeven dat de aarde ca. 6.000 jaar oud is, en we wijzen het hypothetische uitgangspunt van de evolutionistische wetenschap ondubbelzinnig af. Mitsdien nemen we de datering van de aarde en de daarbij behorende archeologische periodisering zoals in dit rapport neergelegd, voor kennisgeving aan. Dat laat onverlet dat we de feitelijke gegevens die vanuit het bodemarchief tot ons komen, van waarde achten. We stemmen daarom in met de bescherming van het bodemarchief binnen de grenzen van onze gemeente zoals dat vastgelegd is in deze nota.”
Daarna stelt hij namens de SGP-fractie een voorwoord voor. Met daarin de vertolking van het SGP -strandpunt in deze kwestie. Alleen de centrale as citerend: “Als raad van de gemeente Staphorst geven we aan ons uitgangspunt te nemen in het Bijbelse gegeven dat de aarde ca. 6.000 jaar oud is. Het hypothetische uitgangspunt van de evolutionistisch georiënteerde wetenschap wordt door ons niet gedeeld. Daarom wordt de datering van de aarde en de daarbij behorende archeologische periodisering zoals neergelegd in deze nota, door ons voor kennisgeving aangenomen.” Daarmee sloot Den Ouden zijn bijdrage af.
Bijbelse visie versus naturalistische visie
De fracties gaven dus aan dat er ook de Bijbelse visie op de leeftijd en het ontstaan dan de aarde moet worden verwoord. Met de Bijbelse leeftijd doelde men op de creationistische zienswijze dat de aarde maximaal zesduizend jaar oud is. Dit verzoek is, volgens raadslid Klaas Harke (CU), niet vreemd omdat in het Darwinjaar 2009 ook aandacht was voor beide visies. Deze bijbelse visie, naast de naturalistisch-wetenschappelijke visie, gaat volgens het CU-raadslid ook niet tot praktische problemen of een intern conflict leiden: “De plaatsen Staphorst en Rouveen zijn na het ontstaan ervan meerdere keren verplaatst. Naar die vroegere lintbebouwing moet mogelijk onderzoek worden gedaan. Dat gaat misschien 1400 jaar terug, maar over die periode verschillen we absoluut niet van mening.” Hoeveel onbegrip er is over de geloofsuitspraak dat de aarde niet meer dan zesduizend jaar oud is blijkt wel uit een uitspraak van Messchendorp (PvdA): “De wetenschap gelooft in een aarde van 5 miljard jaar oud en sommige christenen hebben het over zesduizend jaar. Dat ligt zover uit elkaar dat ik daar niet eens serieus op in wil gaan.” Hoewel wetenschappers uitgaan van een miljarden oude aarde, geloven de CU en SGP op grond van bijbelse uitgangspunten dat de aarde ongeveer 6.000 jaar oud is. Hoewel CU-raadslid Klaas Hanke zich daar niet helemaal op vast wil pinnen: “Schattingen over de leeftijd van de aarde lopen in christelijke kring uiteen van zes- tot twaalfduizend jaar.”
Zelfs de toenmalige minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dr. Ronald Plasterk (PvdA) liet van zich horen in deze kwestie. De geleerde gaf aan dat volgens hem ‘de aarde (…) vijf miljard jaar oud’ is. ‘En dat is helaas niet onderhandelbaar.’ Toch wilde hij op 30 januari 2010 nog niet oordelen over een gemeentelijk rapport waarin óók de bijbelse visie op de leeftijd en het ontstaan van de aarde wordt verwoord. “Dat wil ik eerst zien.” Hierboven zagen we dat bodemkundige Leo Tebbens tijdens zijn presentatie zich geconfronteerd zag met de wens van de gemeenteraad. Tebbens gaf tegenover NRC aan dat hij bereid is om ‘bij de dateringen een paragraaf in te lassen waarin gewezen wordt op het bestaan van andere standpunten hierover’. In de formulering van wethouder De Jong dat er andere visies mogelijk zijn, kan Tebbens zich niet vinden. “Nee, het woord ‘mogelijk’ is een brug te ver. We zijn bereid feitelijk vast te stellen dat er andere visies zijn. Maar wat ons betreft is het niet mogelijk de leeftijd van de aarde op zesduizend jaar te stellen.”
Dinosaurus in het bos?
De Stentor bevroeg de CU- en SGP-fractie over deze kwestie. De verslaggever vroeg zich af: Stel dat er in het Staphorster bos resten worden gevonden van dinosauriërs, resten die volgens wetenschappers miljoenen jaren oud zijn, zouden deze resten dan niet echt kúnnen zijn? Niet echt kunnen zijn, omdat de aarde nog niet zo lang bestaat. Volgens Harke en Den Ouden gaat zou het hier dan wél om echte vondsten gaan, alleen zouden deze vondsten dan vanuit een ander perspectief (of vanuit andere vooronderstellingen) worden bekeken. Den Ouden: “En ook als hier een vuistbijl uit de steentijd gevonden wordt, gooien we die niet bij de vuilnis. In onze visie zijn die resten wel minder oud. Maar of scherven nou 3.000 of 30.000 jaar oud zijn, ze blijven waardevol.” De raadsleden hadden liever gezien dat het complete rapport van BAAC herschreven zou worden. Harke: “Maar ik zie ook wel in dat dat niet haalbaar is.” Harke geeft aan dat de kans op een dinosaurus in het bos niet groot is. “Vooral de linten waar Staphorst en Rouveen vroeger lagen, vormen een belangrijk onderdeel van het rapport. Die bebouwing gaat hooguit 1000 jaar terug en over die periode verschillen de standpunten niet.”
Bijbel tegenover wetenschap?
In de nieuwsberichten wordt een valse dichotomie (valse tweedeling) voorgesteld. In deze Staphorster kwestie gaat het niet over de Bijbel tegenover de wetenschap, maar de creationistische wetenschapsbeoefening tegenover de naturalistische wetenschapsbeoefening. De eerste houdt rekening met Gods openbaring (de Bijbel) als kennisbron, de tweede niet. De kop van De Telegraaf, namelijk ‘Staphorst kent geen Steentijd’ dekt de lading ook totaal niet. Het gaat de CU en SGP-fractie er niet om dat de ‘Steentijd’ weggepoetst moet worden, maar dat dit tijdvak anders gedateerd en geïnterpreteerd moet worden (namelijk in een korte chronologie).11
Ten slotte
Het is bemoedigend dat er mensen zijn in politiek Nederland die op willen komen voor de creationistische visie. Het zou mooi zijn als er rapporten verschijnen waarin ten volle rekening wordt gehouden met de bijbelse chronologie van een zesdaagse schepping, kosmische zondeval, wereldwijde zondvloed en een verspreiding van de mensheid ná de torenbouw van Babel en de spraakverwarring. We hopen dat er rekening gehouden wordt met deze visie in geologische en archeologische rapporten. Vooral in Nederlandse gemeenten waar deze visie door een groot gedeelte van de bevolking gedeeld wordt. Je zou het kunnen vergelijken met de tweemodellenvergelijking die door creationisten voorgestaan wordt in het Nederlandse onderwijssysteem. Het gaat dan niet om primair de creationistische visie, maar om de creationistische en naturalistische visie naast elkaar te zetten.
Voetnoten
Onderzoek naar de aquatische oorsprong van de Coconino Sandstone in naturalistisch-wetenschappelijke tijdschriften en op naturalistisch-wetenschappelijke conferenties – Een overzicht
Masterstudent aardwetenschappen Willem Jan Blom houdt op zijn website een overzicht bij van ‘creationistisch geologisch onderzoek’ in naturalistisch-wetenschappelijke tijdschriften. Hoewel dit overzicht van Blom verre van compleet is, is het goed om een dergelijk overzicht bij te houden.1 Vandaag plaatsten we een presentatie van dr. John Whitmore over de Coconino Sandstone.2 Dit is een onderzoek dat met tussenpozen al sinds de jaren ’80 van de vorige eeuw bezig is. Ook Willem Jan Blom noemt in zijn overzicht dit onderzoek. Hieronder, net als het ‘Dinosaur Research Project’ van dr. Arthur Chadwick3, een overzicht van papers, abstracts op naturalistische conferenties en theses waartoe dit Coconino-onderzoek geleid heeft.
Wetenschappelijke artikelen vanuit het Coconino-onderzoek
(1979) Brand, L.R., Field and laboratory studies on the Coconino Sandstone (Permian) vertebrate footprints and their paleoecological implications, Palaeogeographym Palaeoclimatology, Palaeoecology 28: 25-38.
(1991) Brand, L.R., Tang, T., Fossil vertebrate footprints in the Coconino Sandstone (Permian) of northern Arizona: Evidence for underwater origin, Geology 19 (12): 1201-1204.
(1992) Brand, L.R., Reply to comments on ‘fossil vertebrate footprints in the Coconino Sandstone (Permian) of northern Arizona: Evidence for underwater origin, Geology 20 (7): 668-670.
(1996) Brand, L.R., Kramer, J., Underprints of vertebrate and invertebrate trackways in the Permian Coconino Sandstone in Arizona, Ichnos 4 (3): 225-230.
(1996) Brand, L.R., Variations in Salamander Trackways resulting for substrate differences, Journal of Paleontology 70 (6): 1004-1010.
(2010) Whitmore, J.H., Strom, R., Sand injectites at the base of the Coconino Sandstone, Grand Canyon, Arizona (USA), Sedimentary Geology 230 (1-2): 46-59.
(2015) Maithel, S.A., Garner, P.A., Whitmore, J.H., Preliminary assessment of the petrology of the Hopeman Sandstone (Permo-Triassic), Moray Firth Basin, Scotland, Scottish Journal of Geology 51 (2): 177-184.
(2016) Anderson, C.J., Struble, A., Whitmore, J.H., Abrasion resistance of muscovite in aeolian and subaqueous transport experiments, Aeolian Research 24: 33-37.
(2019) Maithel, S.A., Brand, L.R., Whitmore, J.H., A methodology for disaggregation and textural analysis of quartz-cemented sandstones, Journal of Sedimentary Research 89 (7): 599-609.
(2021) Maithel, S.A., Brand, L.R., Whitmore, J.H., Characterization of hard-to-differentiate dune stratification types in the Permian Coconino Sandstone (Arizona, USA), Sedimentology 68 (1): 238-265.
(2021) Brand, L.R., Maithel, S.A., Small-Scale Soft-Sediment Deformation Structures in the Cross-Bedded Coconino Sandstone (Permian; Arizona, United States); Possible Evidence for Seismic Influence, Frontiers in Earth Science 9: 723495.
Abstracts vanuit het Coconino-onderzoek gepresenteerd op conferenties van de Geological Society of America
(1999) Whitmore, J.H., Peters, R.A., Reconnaissance study of the contact between the Hermit Formation and the Coconino Sandstone, Grand Canyon, Arizona, Geology Society of America Abstrats with Programs 31 (7): 235.
(2004) Whitmore, J.H., An alternative to the mud crack origin for sand-filled cracks at the base of the Coconino Sandstone, Grand Canyon, Arizona, Geological Society of America Abstracts with Programs 36 (5): 55.
(2005) Whitmore, J.H., Strom, R., Sandstone clast breccias, homogenized sand, and sand intrusions: evidence of substratal liquefaction in the basal Coconino Sandstone (Permian), Grand Canyon, Arizona, Geological Society of America Abstracts with Programs 37 (7): 440.
(2009) Baechtle, K.P., Whitmore, J.H., Characterization of sand in the Nebraska sandhills, Geological Society of America Abstracts with Programs 41 (7): 119.
(2009) Cheung, S.P., Strom, R., Whitmore, J.H., Garner, P.A., Occurrence of dolomite beds, clasts, ooids and unidentified microfossils in the Coconino Sandstone, Northern Arizona, Geological Society of America Abstracts with Programs 41 (7): 119.
(2009) Whitmore, J.H., Strom, R., Petrographic analysis of the Coconino Sandstone, Northern and Central Arizona, Geological Society of America Abstracts with Programs 41 (7): 122.
(2010) Cheung, S.P., Strom, R., Whitmore, J.H., Widespread dolomite in the Coconino Sandstone, Arizona, USA, Geological Society of America Abstracts with Programs 42 (5): 108.
(2010) Maithel, S.A., Whitmore, J.H., Textural analysis of the Coconino Sandstone, Chino Point, Arizona, Geological Society of America Abstracts with Programs 42 (5): 426.
(2010) Whitmore, J.H., Strom, R., Textural trends in the Coconino Sandstone, central and northern Arizona, USA, Geological Society of America Abstracts with Programs 42 (5): 428.
(2011) Emery, M.K., Maithel, S.A., Whitmore, J.H., Can compaction account for lower-than-expected cross-bed dips in the Coconino Sandstone (Permian), Arizona?, Geological Society of America Abstracts with Programs 43 (5): 430.
(2011) Whitmore, J.H., Forsythe, G., Strom, R., Garner, P.A., Unusual bedding styles for the Coconino Sandstone (Permian), Arizona, Geological Society of America Abstracts with Programs 43 (5): 433.
(2011) Garner, P.A., Whitmore, J.H., What do we know about marine sand waves? A review of their occurrence, morphology and structure, Geological Society of America Abstracts with Programs 43 (5): 596.
(2012) Whitmore, J.H., Forsythe, G., Garner, P.A., Significance of parabolic recumbent folds in Permian Rocks, Sedona, Arizona, Geological Society of America Abstracts with Programs 44 (7): 556.
(2013) Maithel, S.A., Brand, L.R., Whitmore, J.H., Morphology of Avalanche beds in the Coconino Sandstone at Chino Wash, Seligman, Arizona, Geological Society of America Abstracts with Programs 45 (7): 126.
(2013) Anderson, C.J., Struble, A., Whitmore, J.H., Cheney, M., Micas in cross-bedded sandstones and their abrasional trends, Geological Society of America Abstract with Programs 45 (7): 128.
(2014) Maithel, S.A., Brand, L.R., Whitmore, J.H., ‘Ripple Marks’, ‘Slump features’, and ‘Rainprints’ in the Coconino Sandstone near Ash Fork, Arizona, Geological Society of America Abstracts with Programs 46 (6): 768.
(2015) Anderson, C.J., Whitmore, J.H., Reinterpretation of Mt. Nebo Pointe sand injectite complex, Pittsburgh, PA, Geological Society of America Abstracts with Programs 47 (7): 584.
(2015) Maithel, S.A., Brand, L.R., Whitmore, J.H., Morphological analysis of ‘grainflow’ cross-strata in the Coconino Sandstone (Permian), Arizona, Geological Society of America Abstracts with Programs 47 (7): 589.
(2016) Maithel, S.A., Brand, L.R., Whitmore, J.H., Using textural trends to interpret cross-bed depositional processes in the Coconino Sandstone (Permian), Arizona, Geological Society of America Abstracts with Programs 48 (7).
(2017) Brand, L.R., Maithel, S.A., Soft-sediment deformation features in the Permian Coconino Sandstone, Arizone, possibly produced by seismic activity, Geological Society of America Abstracts with Programs 49 (6).
(2017) Maithel, S.A., Brand, L.R., Whitmore, J.H., Along-dip textural trends in the Permian Coconino Sandstone from thin section and laser diffraction particle analysis, Geological Society of America Abstracts with Programs 49 (6).
(2017) Whitmore, J.H., Strom, R., Rounding of K-feldspar and quartz sand grains from beach to dune environments: implications for ancient sandstones, Geological Society of America Abstracts with Programs 49 (6).
(2018) Clendenon, C.L., Brand, L.R., Experimental trackways of isopods and millipedes under subaerial and subaqueous conditions: Paleoenvironmental implications for ichnites in fine-grained sandstone, Geological Society of America Abstracts with Programs 50 (6).
(2018) Brand, L.R., Polygonal cracks on bounding surfaces in the Permian Coconino Sandstone, Arizona, Geological Society of America Abstracts with Programs 50 (6).
(2018) Maithel, S.A., Brand, L.R., Whitmore, J.H., New insights on cross-bed facies in the Permian Coconino Sandstone (Arizona, USA) from high-resolution scans and scanning electron microscopy, Geological Society of America Abstracts with Programs 50 (6).
(2019) Brand, L.R., Shear and clay drapes between cross-beds in the Permian Coconino Sandstone, Arizona, Geological Society of America Abstracts with Programs 51 (5).
(2019) Maithel, S.A., Brand, L.R., Whitmore, J.H., Differentiating the undifferentiatable? A classification of hard-to-distinguish dune stratification types in the Permian Coconino Sandstone, Geological Society of America Abstracts with Programs 51 (5).
(2019) Whitmore, J.H., Garner, P.A., Strom, R., Unexpected discoveries in the Coconino Sandstone (Permian, Arizona), Geological Society of America Abstracts with Programs 51 (5).
(2021) Maithel, S.A., Brand, L.R., Whitmore, J.H., Characterizing variation among prints interpreted as ‘raindrop impressions’ in the Permian Coconino Sandstone (Northern Arizona, USA), Geological Society of America Abstracts with Programs 53 (6).
(2021) Clendenon, C.L., Brand, L.R., Experimental trackways of scorpions, tarantulas, and crayfish under subaerial and subaqueous conditions: implications for determing water content of fine sand at the time of trackway, Geological Society of America Abstracts with Programs 53 (6).
(2021) Whitmore, J.H., A comparison of dip angles from ancient cross-bedded sandstones and modern eolian dunes, Geological Society of America Abstracts with Programs 53 (6).
(2022) Maithel, S.A., Nick, K.E., Brand, L.R., Freeze drying as a method for preparing randomly oriented clay mounts for x-ray diffraction (XRD) analysis, Geological Society of America 54 (5).
Abstracts vanuit het Coconino-onderzoek gepresenteerd op overige wetenschappelijke congressen
(1977) Brand, L.R., Coconino Sandstone (Permian) fossil vertebrate footprints – paleoecologic implications, AAPG Program and Abstracts: 66-67.
(1991) Brand, L.R., The influence of substrate characteristics on vertebrate trackways: Implications for systematic study on fossil tracks, Presented at the meeting of the Society of Vertebrate Paleontology (SVP).
(1992) Brand, L.R., Kramer, J., Underprints of vertebrate and invertebrate trackways in the Coconino Sandstone (Permian) in Northern Arizona, The Paleontological Society Special Publications 6: 33.
(2016) Whitmore, J.H., Preliminary correlation and isopach map of the Pennsylvanian and Permian Sandstones of the western United States, Cedarville University Research and Scholarship Symposium.
Bachelor- en Mastertheses en Dissertaties vanuit het Coconino-onderzoek
(1977) Emtage, M.A., Modern invertebrate footprints compared with fossil footprints from the Coconino Sandstone (Permian), Masterthesis Loma Linda University.
(2019) Maithel, S.A., Characterization of cross-bed depositional processes in the Coconino Sandstone, Ph.D. Dissertation Loma Linda University.
Voetnoten
Prof. dr. Wim van Vlastuin (VU) zoekt promovendus voor promotie op prediking ds. A. Vergunst
Drs. Arie Vergunst (1926-1981) was predikant en tot zijn overlijden een van de leidinggevende figuren van de Gereformeerde Gemeente. Vergunst had contacten in de breedte van de Gereformeerde Gezindte en velen zien hem daarom ook als samenbindend figuur. Afgelopen maand verscheen er van prof. dr. Wim van Vlastuin in De Saambinder, het landelijke kerkblad van de Gereformeerde Gemeente, een verzoek tot promotiestudie naar de prediking van deze markante predikant.
Prof. dr. Wim van Vlastuin is hoogleraar Theologie en spiritualiteit van het gereformeerd protestantisme aan de Vrije Universiteit en rector van het Hersteld Hervormd Seminarium (HHS).1 Hij pleit in De Saambinder voor een promotieonderzoek naar de prediking van drs. Arie Vergunst. Dr. Van Vlastuin kreeg dit idee na het lezen van de biografie ‘Dienen, leiden, samenbinden. Leven en werk van ds. A. Vergunst‘. Deze biografie verscheen in 2019 en is geschreven door Wim Kranendonk. Van Vlastuin: “Al lezend dacht ik dat het goed zou zijn om ook theologisch onderzoek te doen naar de prediking van ds. Vergunst. Ik heb enkele preken geluisterd. Daarbij trof hoe scherp de wet en hoe ruim het Evangelie in deze preken functioneerden, terwijl ook de toepassing hiervan door de Heilige Geest oplichtte. Ik hoorde ook een profetisch element doorklinken.” Een diepgravend academisch onderzoek naar de prediking ziet de hoogleraar als heilzaam ‘Voor de prediking, de theologie en het geestelijk leven in het geheel van de gereformeerde gezindte‘.
Bij dr. Van Vlastuin rees het plan om een promovendus te vragen om hier onderzoek naar te doen. Uiteraard moet de aankomende promovendus als kwalificatie-eis wel een doctoraal of masterexamen hebben gedaan binnen de theologie. Van Vlastuin: “Hij/zij moet ook kritische academische distantie kunnen bewaren tot het onderzoek, juist als er innerlijke verbondenheid met ds. Vergunst is.” De promovendus zou een gepensioneerd persoon kunnen zijn, een dienstdoend predikant of een betrokken gemeentelid. Als er fondsen voor zijn zou het zelfs kunnen gaan om een promotieplaats aan de universiteit. Het gaat op dit moment slechts om een globaal idee dat uiteraard nog verder uitgewerkt moet worden. “Ik stel mij voor dat dit in overleg met een gegadigde nader ontwikkeld kan worden. Intussen verneem ik graag iets van zo’n gegadigde.”
Een dergelijk promotieonderzoek is aan te moedigen. Er zijn steeds meer predikanten in de Gereformeerde Gemeente die promotieonderzoek doen. Het promotieonderzoek van bijvoorbeeld wijlen predikant dr. Marinus Golverdingen (1941-2019) laat zien dat onderzoek naar de eigenheid van de Gereformeerde Gemeente veel waardevolle inzichten oplevert en ook bron is voor broederlijke discussie. Een onderzoek naar de prediking van drs. Vergunst kan dat ook opleveren. Van Vlastuin verzoekt een potentiële gegadigde om contact op te nemen. Dat kan via w.van.vlastuin@vu.nl. Van harte aanbevolen!2
Voetnoten
Met de focus op biologie zet ICR het ijstijdenonderzoek van dr. Jake Hebert in de ijskast – Een gemiste kans!
Het departement onderzoek van het Amerikaanse Institute for Creation Research (ICR) focust zich momenteel op het vakgebied biologie. Daardoor sneeuwt het ijstijdenonderzoek van de natuurkundige dr. Jake Hebert en zijn voorganger dr. Larry Vardiman onder. Dat is jammer, want onderzoek binnen de vakgebieden geologie en klimaatwetenschappen is voor het scheppingsparadigma net zo belangrijk als onderzoek binnen het vakgebied biologie.
In de Acts & Facts, het blad van ICR, maakt dr. Jake Hebert er melding van dat zijn ijstijdenonderzoek voor ICR ten einde loopt.1 Niet omdat het dan afgerond is, maar omdat ICR de focus verlegt naar de biologie. Dr. Jake Hebert promoveerde in 2011 aan de University of Texas op een proefschrift met als title: ‘Atmospheric electricity data from Mauna Loa Observatory: Additional support for a global electric circuit-weather connection?’ Hebert is ook sinds 2011 in dienst van ICR. Hij heeft veel in-depth artikelen over de ijstijden gepubliceerd in de creationistische literatuur. Met zijn werk (dat bestond uit eigen simulaties, maar ook kritiek op de naturalistische versie van de ijstijden) heeft hij veel kunnen betekenen in het ijstijdenonderzoek. In de tabel hieronder worden zijn in-depth ijstijdenpublicaties weergegeven. Hebert bekritiseerde in een serie artikelen de bekende Milanković-parameters, waarmee door naturalisten de opeenvolgende glacialen en interglacialen verklaard worden.2
Eén ijstijd
Wetenschappers die uitgaan van het klassieke scheppingsgeloof beweren dat er maar één ijstijd is geweest die werd veroorzaakt door de zondvloed (als één van de na-effecten van de zondvloed). Het oceaanwater werd tijdens de zondvloed vanwege de snelle zeebodemspreiding opgewarmd. Dit veroorzaakte (ook na de zondvloed) veel meer verdamping, wat ten gevolge had dat er zware sneeuwval plaatsvond in de bergen en op de hogere breedtegraden. Daarnaast zorgde explosief, zwavelrijk, vulkanisme voor blokkade van zonlicht mede vanwege rondzwevende aerosolen. Hierdoor werden de zomers kouder en deze koude zomers voorkwamen het smelten van sneeuw en ijs, waardoor snelle groei van de ijskappen mogelijk was. Onder creationisten wordt gediscussieerd of deze ijstijd direct na de zondvloed plaatsvond of ongeveer honderd jaar daarna. Dr. Steve Gollmer deed ook simulaties en kwam tot de conclusie dat er eerst een warme periode vóór de ijstijd moet zijn geweest.3 Hoe het ook zij, creationisten zijn het er onderling over eens dat er één ijstijd is geweest (mogelijk verdeeld in cycli kende).4
Opvolging
Dr. Jake Hebert volgde bij ICR atmosferisch wetenschapper dr. Larry Vardiman op. Vardiman deed al vanaf de jaren ’70 onderzoek naar ijstijden. Vardiman was begonnen met het simuleren van een ijstijd en Hebert heeft zijn werk voortgezet. Met het computermodel is het mogelijk om snelle ijskapopbouw te simuleren. Dat heeft Hebert ook gedaan en daarover gepubliceerd. De onderzoeksresultaten van Vardiman en Hebert worden ook gebruikt in de nieuwe tentoonstellingsruimte over de ijstijd in het nu drie jaar oude ICR Discovery Center. ICR Discovery Center is het nieuwe creationistische museum van ICR.5 Uiteindelijk heeft dr. Hebert ook een boek gepubliceerd over de ijstijd onder de titel: The Ice Age and Climate Change: A Creationist Perspective.6 Voor het Nederlandse publiek heeft wetenschapsjournalist Bart van den Dikkenberg (MSc.) deze samengevat in een artikel voor het Reformatorisch Dagblad.7 Een gemiste kans van ICR om dit werk nu niet door te laten gaan. Gelukkig hebben de semi-technische publicaties van dr. Jake Hebert nog die we uitgebreid kunnen bestuderen. Hieronder in een tabel in chronologische volgorde. Het gaat hier overigens alleen om de ‘technische’ publicaties van dr. Jake Hebert in de journals ‘Anwers Research Journal’, ‘Journal of Creation’ en ‘Creation Research Society’. Er is door creationisten (en dr. Jake Hebert) in de periode 2011-2022 veel meer gepubliceerd over ijstijden, ook in tijdschriften voor leken zoals Answers Magazine, Creation Magazine en Acts & Facts, maar dat laat ik hier rusten.
Tabel
Titel | Journal | Jaar van publicatie | Verwijzing |
Apparent difficulties with a CMAS cosmic ray–weather/climate link | Journal of Creation | 2013 | Artikel |
Two possible mechanisms linking cosmic rays to weather and climate | Journal of Creation | 2013 | Artikel |
Are cosmic rays affecting high-latitude winter cyclones? | Journal of Creation | 2014 | Artikel |
Circular Reasoning in the Dating of Deep Seafloor Sediments and Ice Cores: The Orbital Tuning Method | Answers Research Journal | 2014 | Artikel |
Milankovitch Manipulation? Why Secular Scientists No Longer Accept as Valid Many of the Data Used in the Iconic “Pacemaker of the Ice Ages” Paper | Creation Research Society Quarterly | 2015 | Geen artikel |
The Dating “Pedigree” of Seafloor Sediment Core MD97-2120: A Case Study | Creation Research Society Quarterly | 2015 | Artikel |
Global warming and ‘climate change’—recent developments and guidelines for discernment | Journal of Creation | 2016 | Artikel |
Revisiting an Iconic Argument for Milankovitch Climate Forcing: Should the “Pacemaker of the Ice Ages” Paper Be Retracted? Part 1 | Answers Research Journal | 2016 | Artikel |
Revisiting an Iconic Argument for Milankovitch Climate Forcing: Should the “Pacemaker of the Ice Ages” Paper Be Retracted? Part 2 | Answers Research Journal | 2016 | Artikel |
Revisiting an Iconic Argument for Milankovitch Climate Forcing: Should the “Pacemaker of the Ice Ages” Paper Be Retracted? Part 3 | Answers Research Journal | 2016 | Artikel |
The “Pacemaker of the Ice Ages” Paper: Toppling an Iconic Argument for Milankovitch Climate Forcing | Creation Research Society Quarterly | 2016 | Geen artikel |
Youthfulness of Antarctic ice sheets | Journal of Creation | 2016 | Artikel |
A broken climate pacemaker? — part 1 | Journal of Creation | 2017 | Artikel |
A broken climate pacemaker? — part 2 | Journal of Creation | 2017 | Artikel |
The “Pacemaker of the Ice Ages”: Closing Loopholes in Its Refutation | Creation Research Society Quarterly | 2017 | Geen artikel |
The “Pacemaker of the Ice Ages” Paper Revisited: Closing a Loophole in the Refutation of a Key Argument for Milankovitch Climate Forcing | Creation Research Society Quarterly | 2017 | Artikel |
Tephra and inflated ice core ages | Journal of Creation | 2018 | Artikel |
Have uniformitarians rescued the ‘Pacemaker of the Ice Ages’ paper? | Journal of Creation | 2019 | Artikel |
“Missing” Ice Age Forests: Evidence for the Flood? | Creation Research Society Quarterly | 2019 | Artikel |
Improving Young-Earth Ice Sheet Computer Models | Creation Research Society Quarterly | 2021 | Geen artikel |
The current state of creationist ice core research | Journal of Creation | 2021 | Artikel |
Towards a More Realistic Young-Earth Ice Sheet Model: A Shallow, Isothermal Ice Dome with a Frozen Base | Creation Research Society Quarterly | 2021 | Artikel |
Using Vardiman’s Young-Earth Ice Sheet Model and a Simple Computer Code to Estimate Annual Layer Thicknesses | Creation Research Society Quarterly | 2021 | Artikel |
Voetnoten
‘Yes! Papa gaat trouwen’ en de noodzaak van kleding
“Fenna hapte naar lucht toen iets of iemand met kracht tegen haar rug kwam. De sultana waar ze met tegenzin een volgende hap van wilde nemen, vloog uit haar handen en belandde in stukjes op de vloer. ‘Hallo, heb jij geen ogen gekregen of zo?’ foeterde Rosalie. Fenna hief haar hand op, ten teken dat Rosalie haar mond moest houden, maar haar beste vriendin ging gewoon door ‘Nu heeft Fenna voor de rest van haar leven rugproblemen én ze kan niet eens haar koekje opeten. Allemaal jouw schuld.’”
Mirjam Schippers heeft weer een leuk boek met een interessant thema geschreven. De titel is ‘Yes! Papa gaat trouwen’. Het boek is een vervolg op ‘Help! Mam is verliefd’. Het laatstgenoemde boek heb ik hier kort besproken.1 Twee gezinnen vormen de hoofdpersonages in het boek. De moeder van het ene gezin is weduwe en de vader van het ander gezin is weduwnaar. Ze komen elkaar tegen op Bijbelstudie en besluiten ze samen verder te gaan. Voor de kinderen is dat wel even wennen, maar het gaat verrassend goed. Naomi en Julian (zo heten de ouders) besluiten om te trouwen en de kinderen hebben erg veel zin in de bruiloft. Het boek gaat over verhuizen en de (voorbereidingen op) de bruiloft. Schippers kan goed schrijven en er gebeuren allerlei zaken die ik in deze bespreking niet zal verklappen. Het boek is vorig jaar (2021) verschenen bij De Banier en beslist de moeite van het lezen waard.
Kleren en de zondeval
Op een dag krijgt Fenna (een van de meisjes) met haar klas een kledingworkshop. De workshopleidster is een christin en verwijst aan het begin van haar workshop naar de vroegste geschiedenis. Mirjam Schippers schrijft op bladzijde 197:
“In de Bijbel kun je ook over kleding lezen. De allereerste keer dat het genoemd wordt, is na de zondeval. Adam en Eva bedekten zich met bladeren, maar God maakte toen kleding voor hen, van dierenvellen. Ik vind het altijd heel bijzonder om te lezen dat de mensen, nadat ze gezondigd hadden, toch genade van God kregen. En kleding hoort daar helemaal bij. Tegelijk is kleding ook iets om ons lichaam te bedekken, het verwijst dus naar de zondeval. Die twee dingen moet je, wat mij betreft, altijd in de gaten houden als je kleding gaat kopen. Maar goed… misschien denk je nu wel: kleding is dus eigenlijk een gevolg van de zonde, misschien is het wel fout om me daarmee bezig te houden. Wat denken jullie?”
Daarna denken de leerlingen in de klas verder na over het gebruik van kleding in de Bijbel en hoe dit praktisch toepasbaar is. Heel goed dat de auteur Bijbelse voorbeelden geeft en dit in haar boek verwerkt heeft.
Dit artikel is in 2021 geschreven en vandaag op deze website geplaatst.
Andere boeken van Mirjam Schippers worden ook op deze website besproken. Het gaat om ‘Vrije val‘, ‘Chaos‘ en ‘Help! Mam is verliefd‘.
Deze bespreking is onderdeel van het project ‘Onderwijzen en opvoeden voor de toekomst – Leren over onze vroegste geschiedenis in 2022’. Dit opvoedings- en onderwijsproject is onderdeel van het jaarplan ‘Fundamentum 2022’. Het boek is hier opgenomen in de lijst van gelezen kinder- en jeugdboeken.
Voetnoten
The Genesis Fund, een nieuw fonds voor creationistische wetenschap
De documentaire Is Genesis geschiedenis? is een internationale bestseller geworden. De film wordt, dankzij het vertaalwerk van Weet Magazine1, ook in Nederland verkocht.2 De computerwetenschapper dr. Del Tackett, initiatiefnemer van The Truth Project en een van de initiatiefnemers van de film komt samen met zijn collega’s met een nieuw initiatief: The Genesis Fund.3 Een nieuw fonds voor creationistische wetenschapsbeoefening.
Financiering onderzoek
Toen de film Is Genesis geschiedenis? werd gemaakt, is er ook gesproken over de behoefte aan meer financiering van creationistische onderzoeksprojecten. Daarnaast zag het team dat jonge studenten vanwege geldgebrek vastlopen en zo niet wat kunnen betekenen voor de creationistische wetenschap. Als laatste is er een enorme behoefte aan meer educatief materiaal voor jonger publiek. Reden te meer om een nieuw fonds op te richten: The Genesis Fund. Binnen het fonds wordt samengewerkt met de christelijke non-profit organisatie The Nehemiah Foundation.
Projecten
Welke projecten staan in de steigers? Hieronder een korte opsomming:
- Er is 15.000 dollar nodig om het nieuwe rijk geïllustreerde boek over fossielen en de aardgeschiedenis van de geoloog Paul Garner (M.Sc.) te financieren.4 Zie hier voor de frontcover van het boek en een hier voor voorbeeld van een hoofdstuk. Anno 2022 is het bedrag opgehaald en het boek verschenen.
- Er is 50.000 dollar nodig om door te gaan met het publiceren van artikelen op New Creation Blog.5 Dit blog is een online hulpmiddel, ontwikkeld door studenten en wetenschappers, om meer zicht te krijgen op de mogelijkheden en uitdagingen in het scheppingsparadigma. Zo is er een artikel te lezen over gevederde dinosauriërs of over de bombardeerkever.
- Er is 500.000 dollar nodig voor de vervolgdocumentaire van Is Genesis geschiedenis? De titel van de documentaire is al bekend: Is Genesis History? Mountains after the Flood. Als alles meezit willen ze deze film halverwege van dit jaar uitbrengen.6
- Er is 150.000 dollar nodig om het onderzoek van de geoloog dr. Steve Austin te financieren. Hij wil een goot van een halve mijl bouwen om daarin de sedimentaire omstandigheden tijdens de zondvloed na te bootsen. Zie hier voor zijn voorstel.
- Er is 1.000.000 dollar nodig voor algemeen-creationistisch wetenschappelijk onderzoek. Er zijn tientallen onderwerpen geselecteerd waarbij jonge wetenschappers samenwerken met ervaren wetenschappers. Ze willen deze onderzoeksprojecten filmen om zo een nieuwe documentairereeks te maken. Het fonds wil daarmee laten zien hoe creationistische wetenschapsbeoefening eigenlijk werkt.
Dit onderzoek is hard nodig. Ik hoop dat het fonds niet alleen Amerikaans/Engelse wetenschappers stimuleert om onderzoek te doen, maar dat ze verder kijken en dat ook Nederlandse studenten en wetenschappers en beroep kunnen doen op het fonds. Laten we meer onderzoek doen om zo het creationistische wereldbeeld nog beter en met nog meer argumenten uit te bouwen.
N.a.v. een artikel dat verscheen op de website van ‘Is Genesis History?’. Zie op deze pagina ook de video met de oprichters van het fonds: https://isgenesishistory.com/support-creation-science-with-the-genesis-fund/.
Voetnoten
Zesdaagse schepping in een identiteitsverklaring sektarisme? – Voorwoord nieuwsbrief d.d. 23-10-2021
Afgelopen maand lag het bijzonder onderwijs onder vuur. Identiteitsverklaringen moesten worden afgeschaft én schoolboeken mochten niet meer gekuist worden op zaken die strijdig zijn met de identiteit. Een theoloog merkte naar aanleiding van een stelling in de identiteitsverklaring van een Reformatorische VO-school (Pieter Zandt Scholengemeenschap) op dat het zogenoemde ‘creationisme’ niet in de biologieles onderwezen zou mogen worden. De zesdaagse schepping zou al zeker niet als leerstuk in een identiteitsverklaring mogen staan, wat wel het geval was bij de genoemde school. Dit zou sektarisme zijn én daarnaast moet in de biologieles slechts de evolutieleer onderwezen worden, want dat is de wetenschappelijke consensus.
Alleen bij de godsdienstles?
Is het zogenoemde ‘creationisme’ slechts voor de godsdienstles? Moet in de biologieles slechts de evolutieleer als in de zin van Universele Gemeenschappelijke Afstamming (en niet in de zin van verandering) onderwezen worden? Wordt zo niet het naturalisme als Paard van Troje binnengehaald en een scheiding van geesten voorgesteld? De lezer van dit voorwoord kan wel raden dat wij het daar niet mee eens zijn. Gods Woord (de Bijbel) en Gods Vinger (de geschapen werkelijkheid) kunnen niet met elkaar in tegenspraak zijn. Universele Gemeenschappelijke Afstamming is dé naturalistische interpretatie van de werkelijkheid én evident in strijd met enkele basispunten uit de Bijbel. Uiteraard moet Universele Gemeenschappelijke Afstamming onderwezen worden, het hoort immers bij de examendoelen én vroeg of laat krijgen onze kinderen daar toch mee te maken. Het onderwijs moet dan gegeven worden als begeleide confrontatie met daartegenover tijdens de biologieles het wetenschappelijke concept van polyfylie. Namelijk dat er basissoorten zijn die geen gemeenschappelijke voorouder hebben. Uit deze geschapen basissoorten (ook wel baramins of baranomen genoemd) heeft het leven zich ontwikkeld. Alle hondachtigen behoren tot het basissoort hondachtige etc. Monofylie en polyfylie moeten tegenover elkaar gezet worden. Dus nee niet slechts bij de Godsdienstles als een (achterhaalde) keuze van christenen, maar als overstijgend leerstuk voor alle vakken. Overigens: alsof het alleen onderwijzen van de evolutieleer als ultieme waarheid (want consensus) niet neigt naar sektarisme. Zeker omdat de evolutieleer in strijd is met het Bijbelse wereldbeeld.
Gelukkig
Gelukkig zijn er in Nederland (en andere Nederlandstalige gebieden) nog heel veel docenten, onderwijsondersteuners, opvoeders en ouders die daar hetzelfde over denken. Die hun kinderen naar scholen sturen waarbij onderwijs wordt gegeven over de zesdaagse schepping én de kinderen verwondering bijbrengen over de door God zo mooi geschapen werkelijkheid. Maar ook dat deze werkelijkheid na de zondeval verdorven is en hoe het alleen goed kan komen door het bloed van Jezus Christus. Want alleen het bloed van Jezus Christus reinigt van alle zonden. We komen dit basisidee gelukkig tegen in kinder- en jeugdboeken. We komen dit basisidee tegen tijdens de biologie- of aardrijkskundeles. We komen dit basisidee tegen bij alle vakken: verwondering hoe ingenieus deze werkelijkheid in elkaar zit. Met Fundamentum inventariseren we in het project ‘Onderwijzen en opvoeden voor de toekomst’ welk materiaal er beschikbaar is en welke leemtes er nog zijn. Tijdens het inventariseren proberen we schrijvers en uitgevers aan te moedigen nieuw materiaal (als boeken, dvd’s etc.) uit te geven. Daarnaast becommentariëren we naturalistisch materiaal, zoals de video’s van Paxi, om te kijken hoe dit onderwijsmateriaal met enige aanpassing of begeleide confrontatie alsnog ingezet kan worden. Begin volgend jaar zal het project officieel van start gaan en dan bestaat er ook de mogelijkheid om het financieel te ondersteunen. Aan het aanschaffen en becommentariëren zijn immers kosten verbonden. Het zal vanaf dan ook deel uitmaken van het ‘Vijfjarenplan 2022-2027 van Fundamentum’.
Fundamentum Studium Generale
Niet alleen het onderwijs aan middelbare scholieren is belangrijk voor Fundamentum. Ook de wat meer gevorderde in het scheppingsparadigma moeten bediend worden. Daarom organiseert Fundamentum ieder kwartaal, als de Heere gezondheid geeft en leven spaart, een Fundamentum Studium Generale. Hierbij wordt een ingewikkeld of vakspecifiek onderwerp eenvoudig uitgelegd. Hieronder enkele data en onderwerpen, locaties die moeten nog geregeld worden. Weet u een goedkope locatie om (in het midden van het land) een presentatieavond te verzorgen? Mail locatietips naar info@oorsprong.info. Op 10 december 2021 D.V. spreekt de moleculair bioloog dr. Peter Borger over ‘Baranomen en soortvorming’. Het gaat in zijn lezing over de hierboven genoemde polyfylie. Hier is meer informatie te vinden en de mogelijkheid om uzelf aan te melden. Op 18 maart 2022 D.V. komt bijbels archeoloog dr. Peter van der Veen naar Nederland om een lezing te geven over ‘Archeologie en de Koningentijd’. In juni D.V. spreekt de bacterioloog dr. Erik van Engelen over het bekende E. coli experiment van dr. Richard Lenski en wat dit zegt over evolutie, een datum hiervoor volgt nog. In november D.V. willen we een spreker (theoloog) uitnodigen die wat zegt over de historische zondeval (en de gevolgen daarvan). Naam en datum worden nog bekendgemaakt. Doet u mee?
Wetenschappelijk onderzoek
Een belangrijk onderdeel van het scheppingsparadigma is wetenschappelijk onderzoek. Door de werkelijkheid in detail te bestuderen komen we tot nog meer ode aan onze Schepper. Zo bestuderen we momenteel de geologie van Hongarije en kijken hoe de verzamelde data in verhouding is met de scheppingsleer. Bestuderen we welke impact de verschillende ijstijden ná de zondvloed op de Nederlandse bodem hebben gehad. We hopen dat op verschillende onderdelen creationistische academici aanhaken om ook mee te denken en mee te doen met dit wetenschappelijk onderzoek. Volgend jaar zullen enkele onderzoeken in projectvorm aan u worden gepresenteerd. Onderzoek is heel erg hard nodig, niet alleen om te komen tot meerdere lofprijzing van de Schepper, maar ook om nieuwe argumenten aan te dragen binnen het scheppingsparadigma of oude argumenten te controleren, te testen en indien nodig te restaureren. Het is een groot gemis dat er zo weinig creationistisch onderzoek plaats kan vinden in Nederland (en andere Nederlandstalige gebieden) en dat we moeten leunen op de schouders van onze Duitse, Engelse of Amerikaanse vrienden. Onlangs presenteerde enkele Amerikaanse geologen nog onderzoek op de Geological Society of America (zie daarvoor dit artikel). Heeft u ideeën voor eigen onderzoek, dat kan bestaan uit veldwerk, literatuuronderzoek of een combinatie van beiden? Mail deze tips en ideeën dan naar info@oorsprong.info.
De volgende nieuwsbrief verschijnt op 24 november 2021 D.V. We hopen u dan meer te kunnen vertellen over Fundamentum Studium Generale én de cultuur- en geologiereis naar Hongarije. Abonneren op de nieuwsbrief van Fundamentum kan hier en is gratis.