Home » Archeologie
Categorie archieven: Archeologie
Archeologen ontcijferen Babylonisch tablet die mogelijk wijst op locatie ark van Noach
Archeologen ontcijferden een oude Babylonische kleitablet die volgens hen mogelijk aanwijzingen geeft over de locatie van de ark van Noach. De 3.000 jaar oude tablet wordt beschouwd als de oudste kaart van de wereld. Dat meldt CBN News.1
Dr. Irving Finkel, curator bij het British Museum en expert in spijkerschrift, legt uit dat deze vondst unieke informatie bevat over de wereld zoals de Babyloniërs die in de zesde eeuw voor Christus kenden. “Dit is de oudste kaart ter wereld”, zegt Finkel. Het artefact toont Mesopotamië (het huidige Irak) omringd door een ‘Bittere Rivier’, een dubbele waterkring die de grenzen van de wereld van de Babyloniërs symboliseerde.
Na maanden van intensief onderzoek geloven wetenschappers dat de inscripties op de tablet verwijzen naar de ark van Noach. “Er staan aanwijzingen op de kaart die reizigers vertellen welke route over het water te nemen en welke kenmerken ze onderweg kunnen tegenkomen”, legt Finkel uit. Een specifieke term, ‘parsiktu’, wordt gebruikt om de grootte van een vaartuig aan te duiden dat groot genoeg zou zijn om een overstroming te overleven. Dit doet sterk denken aan de afmetingen van de ark van Noach.
De tablet verwijst ook naar een plaats genaamd ‘Urartu’, wat bekend staat als ‘Ararat’ in het Hebreeuws. Dit gebied is volgens de Babylonische kaart een bestemming die reizigers zouden kunnen bereiken na een tocht van ‘seven leagues’ (een oude afstandsmaat). In de Bijbel komt de ark van Noach na de zondvloed op de bergen van Ararat terecht. Finkel benadrukt dat deze gelijkenis een interessante en gewichtige overeenkomst biedt tussen de Babylonische en Bijbelse verhalen.
Het Babylonische verhaal vertoont opvallende overeenkomsten met de zondvloed uit de Bijbel. Volgens deze versie geeft een god de opdracht om een vaartuig te bouwen en het te vullen met dieren, waarna de Babylonische Noach veilig strandt op een bergtop in het huidige Turkije. “Het interessante is dat het Babylonische verhaal, net als het verhaal uit de Bijbel, duidelijke instructies geef”, aldus Finkel.
Hoewel de ontdekkingen wijzen op Ararat als mogelijke locatie voor de ark, is niet iedereen overtuigd. Dr. Andrew Snelling, een geoloog van de Universiteit van Sydney, stelt dat de berg Ararat pas na de zondvloed is ontstaan, wat zou betekenen dat de ark daar niet terecht kon komen. De discussie over de locatie blijft daarmee open.
Noot van de redactie: Zie ook deze video van dr. Finkel (in het Engels). Met dank aan dr. Koert van Bekkum die hiernaar verwees in een bericht op ‘X’.
Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website CVandaag. Het originele artikel is hier te vinden.
Archeologie werpt licht op tijd van Jezus
In Galilea werd vorige week een spectaculaire vondst gedaan. Synagogen uit de tijd van Jezus waren al wel blootgelegd in verschillende stadjes in Galilea. Voor het eerst is nu een synagoge ontdekt in een klein dorp uit die tijd, midden op het platteland. In Mattheüs 9:35 staat dat Jezus rondtrok in Galilea in alle steden en dorpen en dat Hij daar leerde in hun synagogen. De archeologische vondst bevestigt anno 2016 wat daar geschreven staat.
Direct verscheen een bericht dat de gevonden ruïne aantoont dat het verhaal van Jezus waar is.2 Dat is te kort door de bocht. Maar een vondst als deze is voor het lezen van het Nieuwe Testament wel relevant. Hoe meer bekend wordt uit de leefwereld van Jezus, hoe levendiger het beeld wordt dat wij te zien krijgen, als we de evangeliën lezen. De Amerikaanse hoogleraar Jodi Magness schreef een boek over het dagelijks leven uit die tijd met de suggestieve titel: ”Stone and Dung, Oil and Spit” (”Steen en drek, olie en spuug”). Gods Zoon kwam in het gewone aardse leven, liep door de dorpen zoals ze er toen uitzagen en deelde ons concrete alledaagse bestaan. Het geloof hangt niet af van de manier waarop we dit voor ons kunnen zien. Maar archeologische vondsten kunnen wel kleur en reliëf geven aan het beeld dat wij van Hem krijgen.
Tot op vandaag worden nieuwe ontdekkingen gedaan, die ons helpen de Bijbel beter te begrijpen. Met name in de zomerperiode vinden op tal van archeologische sites opgravingen plaats. Studenten van universiteiten uit de hele wereld helpen daaraan mee. Archeologen kunnen tijdens de academische vakanties gebruik maken van goedkope en geïnteresseerde arbeidskrachten. En het loont soms de moeite. De synagoge die zojuist werd blootgelegd in Tel Rechesh, 17 kilometer ten oosten van Nazareth, lag nota bene slechts 10 centimeter onder de oppervlakte. Er is nog een wereld te ontdekken.
Uiteraard vragen zulke ontdekkingen de nodige interpretatie. In het artikel over de vondst stelt dr. Mordechai Aviam, die de expeditie leidt, dat synagogen in de tijd dat de tempel er nog was, niet gebruikt werden om te bidden.3 Om die reden zou deze synagoge niet gericht zijn naar Jeruzalem. Er werd uit Bijbelrollen gelezen en de Schriften werden uitgelegd. Maar de eigenlijke eredienst vond plaats in de tempel.
Over de verhouding tussen wat er in de synagoge gebeurde en de tempeldienst in Jeruzalem denken wetenschappers nog steeds heel verschillend. Sommigen hebben de stelling verdedigd dat er in het geheel geen synagogen bestonden in de tijd dat de tempel nog niet verwoest was (bv. H. C. Kee). Nu is inmiddels wel aangetoond dat ze er waren. Maar wat er precies gebeurde blijft moeilijker vast te stellen. Zeer interessant is een grote steen die midden in de synagoge van Migdal, het Bijbelse Magdala, werd aangetroffen.4 De steen is vol symboliek uit de tempel. Wellicht gebruikt om een boekrol op te leggen, verwees de steen dan tijdens de Bijbellezing direct naar het heilige der Heiligen, het hart van de eredienst in Jeruzalem. Zo’n directe liturgische verbinding veronderstelt dat men wel degelijk in de synagoge kwam voor een echte eredienst, ook toen de tempel er nog was.
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen van de website van het Reformatorisch Dagblad. Het originele artikel is hier te vinden.
Voetnoten
COLUMN: Israël onder de loep
Hoe zag Jeruzalem eruit in voorgaande eeuwen? De stad kent een rijk verleden. Door middel van archeologisch onderzoek is veel naar boven gekomen dat goed aansluit bij de Bijbelse geschiedenis. In de tentoonstelling Israël onder de loep, in het Israëlcentrum te Nijkerk, wordt het rijke verleden van de stad zichtbaar.
In de Bijbel lezen we dat Jeruzalem millennia lang bewoond is (geweest). Een van de vroegste Schrifverwijzingen naar de stad is wanneer Melchizedek, koning van Salem, brood en wij brengt bij Abraham na de veldtocht tegen onder andere Kedor-Laómer. Toen eeuwen later koning David de burcht Jebus veroverde, kwam de stad in het bezit van het volk Israël. Niet zo lang daarna werd door koning Salomo de tempel gebouwd. Het is een belangrijke stad voor de drie Abrahamitische religies (Jodendom, Christendom en Islam). Dit jaar heeft de genoemde tentoonstelling in het Israëlcentrum veel aandacht voor de geschiedenis van Jeruzalem. De makers willen met de tentoonstelling laten zien dat de archeologische en historische gegevens van deze stad goed aansluiten bij de Bijbelse geschiedenis. In deze column drie voorbeelden van vondsten uit de tentoonstelling, er is véél meer te noemen.
Ten eerste is er een koninklijke zegelafdruk van Hizkia gevonden. Deze in 2009 gevonden zegelafdruk werd gebruikt om officiële documenten mee te verzegelen. Ten tweede is de zegelafdruk van de koninklijke hoveling, Nathan-Melech, van Josia gevonden. Hij wordt genoemd in 2 Koningen 23:11. Ten derde de Gezerkalender. Een landbouwkalender uit het jaar 925 voor Christus met daarom een vroege weergave van het Oud Hebreeuwse schrift. Op de kalender worden de tijden van verschillende oogsten genoemd.
De Bijbel is geen archeologisch handboek of lesboek geschiedenis, maar een geestelijk boek. Dat neemt niet weg dat de Bijbel ook dáár waar het spreekt over historische zaken geïnspireerd is door de Heilige Geest. De Heilige Geest is zéér betrouwbaar als Hij spreekt over historische zaken. We dienen vooreerst het Woord zorgvuldig te onderzoeken, al onderzoekende vragend naar de zin en mening van de Geest. Het is dan niet verbazend dat archeologische vondsten in en rond Jeruzalem aansluiten bij de Bijbelse geschiedenis. Maar bij buiten-Bijbelse tegenspraak dienen we eerder te twijfelen aan onze interpretatie van de vondsten, dan aan het Woord van God. Historiciteit is niet slechts bijzaak, het doet ertoe en heeft alles te maken met betrouwbaarheid. Zoals de Heilige Geest, bij monde van de apostel Petrus, schrijft: “Want wij zijn geen kunstiglijk verdichte fabelen nagevolgd, als wij u bekendgemaakt hebben de kracht en toekomst van onzen Heere Jezus Christus, maar wij zijn aanschouwers geweest van Zijn majesteit” (1 Petrus 1:16, SV). Geen onnavolgbare verhaaltjes, maar in de tijd echt zó gebeurd. Niet omdat er archeologische vondsten zijn, maar omdat God het Zelf zegt. Dat geeft grond onder de voeten!
Dit artikel verscheen eerder in het gezinsblad ‘Om Sions Wil’ en is met toestemming van de redactie hier overgenomen. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2024, Israël onder de loep, Om Sions Wil 2024 (20): 21. Hier is wat meer te lezen over ‘Om Sions Wil’.
COLUMN 2: De getijgerde lijmspuiter.
COLUMN 3: Het vogelbekdier.
COLUMN 4: Israël onder de loep.
Wetenschap wordt helaas gestuurd door vooroordelen
Het is volgens Gerard Peppink een utopie te denken dat het in de wetenschap nog zou gaan om een waardevrij, objectief debat.
De Nijmeegse filosoof Frank Hartmann bestrijdt terecht de misvatting dat wetenschap en geloof niet zouden samengaan (ND, 6 september). De empirisch-materialistische vooronderstelling van de seculiere wetenschap leidt echter niet slechts tot een misvatting, maar tot een bedenkelijke, dogmatische boycot van serieuze wetenschappers met andere vooronderstellingen. Hun artikelen worden geweigerd in internationale vaktijdschriften. Peer reviews (een methode om de kwaliteit en objectiviteit van wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijk werk, gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift, te verbeteren, verifiëren of controleren) zijn hierdoor niet mogelijk. Uitgevers worden onder druk gezet. Er wordt gedreigd met ontslag. Financiering wordt stopgezet, vergunningen voor veldonderzoek worden ingetrokken.
Uitgaan van bijbelse chronologie
Zo heeft archeoloog en epigraaf Douglas Petrovich moeten ervaren dat zijn artikelen door vakbladen werden geweigerd, omdat hij uitgaat van de bijbelse chronologie. Hierdoor liep hij ook peer reviews mis. Toen hij vervolgens zijn onderzoeksresultaten in boekvorm liet uitkomen, werd hem verweten dat hij deze niet eerst gepubliceerd had in vakbladen met de mogelijkheid van peer reviews. Zie zijn Origins of the Hebrews uit 2021. Toen Amerikaanse uitgevers een eerder boek van hem (The World’s Oldest Alphabet) hadden geweigerd, moest hij uitwijken naar uitgeverij Carta in Jeruzalem.
De Universiteit van Bazel dreigde moleculair bioloog Peter Borger met ontslag omdat hij enkele artikelen had geschreven voor een creationistisch blad. In het Reformatorisch Dagblad beklaagde hij zich daar eind 2021 over: ‘Een wetenschapper wordt pas serieus genomen als hij de evolutietheorie aanvaardt. En als je er niet in gelooft, en je zegt dit hardop, dan gaat vaak ook de geldkraan dicht. Dan stopt daar je wetenschappelijke carrière. Dat heb ik bij meerdere mensen zien gebeuren.’
Geoloog Andrew Snelling heeft jarenlang moeten procederen om een verlenging te krijgen van zijn vergunning voor onderzoek in de Grand Canyon. Deze was hem aanvankelijk geweigerd omdat hij creationist is. Het is een utopie te veronderstellen dat het in de wetenschap nog zou gaan om een waardevrij, objectief debat. De empirisch-materialistische wetenschap wordt tegenwoordig helaas gestuurd door vooroordeel, geld, eer en macht.
Noot van de redactie: In 2017 werd, over deze laatste kwestie, een persbericht verstuurd namens ‘Logos Instituut’ (zie hier). Later, na voorbereidingen om te komen tot een rechtszaak door ‘Alliance Defending Freedom’ (ADF), bleek dat dr. Snelling alsnog onderzoek mocht doen (zie hier). Dit onderzoek leidde tot een aantal omvangrijke papers in ‘Answers Research Journal’ (ARJ).
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Nederlands Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Peppink, G., 2024, Wetenschap wordt helaas gestuurd door vooroordelen, Nederlands Dagblad 80 (21.787): 16 (artikel).
Zeldzaam zegel uit Eerste Tempelperiode ontdekt in Jeruzalem
Bij archeologische opgravingen in Jeruzalem is een uniek zegel uit de Eerste Tempelperiode ontdekt. Dat meldt All Israel News. Het zegel, voorzien van een gevleugeld figuur en een inscriptie in paleo-Hebreeuws, werd gevonden bij de zuidelijke muur van de Tempelberg. Dit maakt het tot een bijzondere vondst die nieuwe inzichten biedt in de cultuur en administratie van het oude koninkrijk Juda.5
Het zegel, dat ongeveer 2.700 jaar oud moet zijn, wordt door archeologen als een van de mooiste vondsten ooit gezien. Het zegel werd waarschijnlijk gebruikt door een hoge functionaris van het koninkrijk Juda om documenten te ondertekenen.
De opgravingen werden uitgevoerd door de Israel Antiquities Authority (IAA) in samenwerking met de City of David Foundation. Dr. Filip Vukosavović, een archeoloog en assyrioloog van de IAA, analyseerde het zegel en noemde de vondst “uitzonderlijk zeldzaam en ongewoon.”
Het zegel is gemaakt van zwart steen en gegraveerd met een spiegelbeeld. Het diende zowel als beschermend amulet als instrument voor het officieel markeren van documenten. Het toont een centraal gevleugeld figuur, mogelijk een monarch, die gekleed is in een gestreepte mantel. Naast het figuur staat in paleo-Hebreeuws: “LeYehoʼezer ben Hoshʼayahu”, wat betekent: “Behoort toe aan Yehoʼezer, zoon van Hoshʼayahu.”
Volgens de onderzoekers werd het zegel aanvankelijk gedragen als een beschermend amulet door Hoshʼayahu, een belangrijk figuur binnen de regering van Juda. Na zijn dood zou zijn zoon Yehoʼezer het zegel hebben geërfd en de namen van zichzelf en zijn vader erop hebben geschreven.
Dr. Yuval Baruch, directeur van de opgraving en adjunct-directeur Archeologie van de IAA, benadrukte dat de vondst getuigt van geletterdheid in die tijd. “Dit is een bewijs van het vermogen tot lezen en schrijven dat in deze periode bestond. We weten van veel geschreven zegelafdrukken in paleo-Hebreeuwse schrift uit de omgeving van de Stad van David (een archeologische gebied in Jeruzalem, red.) en het koninkrijk Juda.”
Het zegel toont ook de invloed van de Assyrische cultuur in Jeruzalem. Volgens Baruch is de stijl van het gevleugelde figuur duidelijk Neo-Assyrisch, wat uniek is voor de kunst van de late Eerste Tempelperiode. “De invloed van het Assyrische rijk, dat de hele regio veroverde, is duidelijk zichtbaar.”
Israëlisch minister van Erfgoed, rabbi Amichai Eliyahu, sprak zijn enthousiasme uit over de vondst: “Deze spectaculaire en unieke ontdekking opent voor ons een nieuw venster op de dagen van het koninkrijk Juda tijdens de Eerste Tempelperiode en getuigt van de internationale connecties van die tijd.”
De vondst zal verder worden toegelicht tijdens de 25e jaarlijkse archeologische ‘City of David Research Conference’ die op woensdag 4 september plaatsvindt.
Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website CVandaag. Het originele artikel is hier te vinden.
Archeologische doorbraak: stenen van Jezus’ weg ontdekt in Jeruzalem
In Jeruzalem hebben archeologen een opmerkelijke vondst gedaan: een grote kalksteengroeve waarvan de stenen mogelijk gebruikt zijn voor de bouw van een weg die tweeduizend jaar geleden door Jezus en Zijn discipelen werd bewandeld. De Israëlische Oudheidkundige Dienst (IAA) heeft dit bevestigd in een recent persbericht. Het is mogelijk een van de grootste archeologische ontdekkingen uit die periode, zo meldt Christian Daily International.
Volgens de IAA zijn enkele van de stenen, die elk 2,5 ton wegen, gebruikt als bestrating voor de eeuwenoude pelgrimsweg uit de tijd van Jezus. Die weg is te vinden in de stad van David in Jeruzalem. Het was vroeger de verbinding tussen het badwater van Siloam, waar Jezus een blinde genas, en de tempel. De afmetingen en de “geologische handtekening” van de stenen bevestigde het gebruik ervan, aldus de IAA.
“De indrukwekkende omvang van de stenen die deze steengroeve produceerde, wijst waarschijnlijk op hun gebruik in een van de vele koninklijke bouwprojecten in Jeruzalem tijdens de late Tweede Tempelperiode, die begon onder het bewind van koning Herodes de Grote“, verklaarde archeologe Lara Shilov als eindverantwoordelijke van de opgraving tegenover de Times of Israel. Herodes de Grote stond bekend om zijn grootschalige bouwprojecten die de regio Judea welvarend maakten. Archeologen vermoeden dat de stenen uit de groeve gebruikt werden voor de uitbreiding van de Tempel van Jeruzalem, het Herodium – het grafmonument van Herodes – en de bouw van de havenstad Caesarea.
“De opgravingen van de IAA kunnen mogelijk antwoord geven op de vraag waar de Herodiaanse familie hun bouwmaterialen vandaan haalde voor hun projecten in Jeruzalem“, aldus een nieuwsupdate van de Biblical Archaeology Society.
Tot op heden is ongeveer een hectare van de groeve blootgelegd, maar er zijn nog meer geheimen te ontdekken. Het terrein is bestemd voor de industriële en commerciële ontwikkeling door het bedrijf Vitania, dat de archeologische opgravingen van de IAA financiert nadat men het terrein ontdekte tijdens bouwwerkzaamheden. Naast de tempel, gebouwd door Herodes de Grote, zouden de grote stenen ook gebruikt zijn op de Tempelberg in Jeruzalem. Herodes Agrippa I, zijn kleinzoon, gebruikte het materiaal bovendien voor de “Derde Muur” van Jeruzalem en andere paleizen en gebouwen uit de eerste eeuw.
Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website CVandaag. Het originele artikel is hier te vinden.
‘De moeizame zoektocht naar Israëls vroege verleden’ – Bijdrage van dr. Van der Veen in de tweeluik over de chronologie van het oude Nabije Oosten
Noot van de redactie: In de nieuwste Radix verscheen een tweeluik over de chronologie van het oude Nabije Oosten. Dr. Peter van der Veen gaf toestemming om zijn artikel te delen via ‘Oorsprong’. Dr. Koert van Bekkum reageert in het andere deel van deze tweeluik op de bijdrage van dr. Van der Veen. Dr. Van Bekkum heeft zijn bijdrage gedeeld via Academia (hier). Masterstudent aardwetenschappen en godsdienstfilosofie Willem Jan Blom wordt bedankt voor zijn inleidende woorden voorafgaande aan deze tweeluik en zijn redactionele werkzaamheden aangaande de artikelen. Hieronder wordt alleen de abstract als html-versie weergegeven. Het hele artikel is te lezen via de pdf-weergave of te downloaden via de daaronder weergegeven link.
Abstract
Dit artikel richt zich op de vraag welke archeologische lagen in Israël (indirect bewijs opleveren voor het verenigde koninkrijk onder Salomo en voor de vroegste geschiedenis van Israël, die van de uittocht uit Egypte en de verovering van Kanaän. De zoektocht naar deze geschiedenis wordt geplaagd door verschillende complicaties, niet in de laatste plaats door het feit dat onze kennis van deze periode nog steeds beperkt is.
Het artikel is hier te downloaden.
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Radix. De volledige bronvermelding luidt: Veen, P.G. van der, 2024, De moeizame zoektocht naar Israëls vroege verleden. Tweeluik over de chronologie van het oude Nabije Oosten – deel 1, Radix 50 (2): 187-195.
Bewijsmiddelen waargemaakt – Over bewijs, weten en geloven; de ark van Noach en de Ark des Verbonds
Noot van de redactie: Onlangs plaatsten we op deze website een artikel van dr. Mart-Jan Paul over de vermeende vondst van de ‘Ark des Verbonds’. Daarop volgend kwam deze reactie binnen van mr. Peter Kerstholt, met het verzoek dit als artikel te plaatsen. Om het gesprek in stand te houden geven wij hier graag gehoor aan.
De mens is een oogwezen, dat wil zeggen het oog is bij uitstek het zintuig dat hem van informatie voorziet. Op het terrein van de Bijbelwetenschap ligt het dan ook voor de hand te zoeken naar voorwerpen die bewijzen dat de Bijbel waar en betrouwbaar is. Want fysische verschijnselen of zichtbare bewijzen die de betrouwbaarheid van de Bijbel verifiëren en onomstotelijk doen vaststaan verlenen zekerheid omtrent het bewijs van de zaken die men niet ziet maar gelooft en ten dele kent.
Bij het lezen van de Bijbel rijzen vragen als: is de ark van Noach gevonden? Zijn de tempelschatten zoals de Ark des Verbonds teruggevonden? Een processie van wetenschappers heeft zich bezig gehouden en ingespannen om dergelijke tastbare voorwerpen als bewijsmiddel boven water te krijgen. Om tenslotte te zeggen: Kijk, de Bijbel is waar. God bestaat. Jezus is Heere en God. Wees niet langer ongelovig, maar gelovig. We zullen nu kort ingaan op een tweetal bewijsmiddelen.
De ark van Noach spreekt boekdelen. De locatie is gegeven is het boek Genesis 8:4: Het gebergte van Ararat, dat ligt in het uiterste oosten van het huidige Turkije. Wie er serieus meer van wil weten kan bij het boek van dr. W.J. Ouweneel, hoofdstuk 1 de actualiteit van de ark terecht.6 Een aantal verklaringen, met name van horen zeggen, van getuigen door de geschiedenis heen passeert de revue. Maar er zijn tenminste twee verklaringen van ooggetuigen bij. Zo’n verklaring bevat feiten en omstandigheden die de getuige zelf heeft waargenomen en ondervonden. Weet wel dat de mate waarin iemand feiten en omstandigheden zelf kan waarnemen en ondervinden afhankelijk is van de omvang van zijn ervaring en van zijn op aanleg of ervaring berustend onderscheidings- en combinatievermogen.7 Soms geeft de getuige bij zijn getuigenverklaring zijn reden(en) van wetenschap op. Vanouds geldt dat een zaak vaststaat door twee of meer getuigen; de zaak wordt dan wettig en overtuigend bewezen geacht, mits de getuigen betrouwbaar zijn. De getuigenverklaringen stemmen dan overeen met de feitelijke werkelijkheid. De waarheid staat dan vast. In het geval van de ark van Noach is er overtuigend bewijs geleverd dat de ark op het Araratgebergte was gevonden.
Het tweede bewijsmiddel is de Ark des Verbonds. Volgens oude geschriften volgens het boek 2 Makkabeeën 2 moet de plek onbekend blijven waar deze ark verborgen is vlak voor de Babylonische ballingschap. En volgens Jeremia 3:16 zal de ark niet opnieuw gemaakt worden. Of dat betekent dat de originele ark is vergaan is niet gezegd; dat kan ook blijken
uit 2 Kon. 24:13; 25: 13-18 en Jer. 52: 17-23 waar de Ark des Verbonds niet is vermeld. Eind vorige eeuw ging de amateur archeoloog R. Wyatt op zoek naar de Ark des Verbonds. Maar zijn ooggetuige verslag, dat in sommige christelijke kringen nogal wat stof heeft doen opwaaien, voorziet niet in een beslissend of overtuigend bewijs dat de Ark van het Verbond is ontdekt. En dat wordt bevestigd op de website Wyattmuseum. Daarbij komt dat de regel: één getuige, namelijk R. Wyatt zelf, is geen getuige, zijn opgang doet.
Voetnoten
Sommige christenen wijzen op vondst ark des verbonds: terecht?
Steeds weer doen verhalen over sensationele archeologische vondsten in Israël de ronde. Dit gebeurt vooral op internet. Maar hoe kun je die verhalen toetsen? Een vuistregel is om de volgende twee zaken na te gaan: 1) Hoe deskundig en betrouwbaar is de verteller? 2) Hoe kunnen de aangevoerde gegevens en argumenten gecontroleerd worden?
Die vragen zijn ook van belang bij de beoordeling van een oud bericht dat onlangs weer gepubliceerd werd op Revive.nl: “Video gaat opnieuw viral: Archeoloog vindt ark des verbonds met, wat blijkt, het nog steeds levende bloed van Jezus!”8
Volgens het bericht heeft een archeoloog genaamd Ron Wyatt bewijs gevonden voor het feit dat Jezus heeft bestaan. Hij verklaarde op 6 januari 1982 dat hij de ark des verbonds had gevonden. Wat het extra interessant maakte was dat hij een enorme spleet zag boven de grot waar de ark was ontdekt. En het leek alsof er een opgedroogde, zwarte substantie over het verzoendeksel van de ark was gemorst. Toen ze terugkeerden naar het laboratorium om het te testen, ontdekten ze dat het uniek bloed was met 24 chromosomen. En extra bijzonder: Op de een of andere manier leefde het nog! Toen hij terugkeerde naar de plaats waar hij de ark had ontdekt, ontdekte hij dat deze precies onder de plek was begraven waar Christus was gekruisigd. Het wijst erop dat dit het bloed zou kunnen zijn dat naar beneden droop toen de aarde openbarstte tijdens de kruisiging. Tot zover het sensationele bericht.
Betrouwbaarheid verteller
Om dit nieuwsbericht op waarde te schatten, is het van belang de twee genoemde criteria te hanteren. Laat ik beginnen met de vraag hoe betrouwbaar de verteller is. Wie op onderzoek uitgaat, komt er achter dat de Amerikaanse christen Ron Wyatt (1933-1999) een verpleegkundige en hulp-anesthesist was die vaak naar het Midden-Oosten gereisd is. Hij heeft ongelooflijk veel bijzondere vondsten gedaan. In bepaalde kringen in Amerika, voornamelijk onder zevendedagsadventisten, is hij een held. Daarbuiten is er onder christenen voornamelijk lichte scepsis tot volledig afwijzing van zijn claims van opmerkelijke vondsten. In kringen van serieuze wetenschappers, ook christen-wetenschappers, wordt het meeste van Rons werk goed beargumenteerd afgewezen.
Een voorbeeld bij de vraag naar controle is de Schelfzee/Rietzee in het boek Exodus. Meestal wordt aangenomen dat die dichtbij Egypte lag, zoals de Golf van Suez of de Bittermeren. Er zijn echter ook argumenten om aan te nemen dat de Golf van Akaba bedoeld is en dat de berg Sinaï in Midian lag (en niet in het schiereiland Sinaï, waar de berg meestal gesitueerd wordt). Ron Wyatt koos voor de Golf van Akaba, en hij verzon een ondiepte van 300 meter op de plaats van de doortocht van de Israëlieten, maar die is er niet. Ron beweerde daar ook een oude granieten kolom te hebben gezien met Fenicisch of oud-Hebreeuws schrift. Hij beheerste die talen echter niet. Controle is niet mogelijk, want er zijn geen foto’s beschikbaar.
Een tweede voorbeeld is de zoektocht naar de ark van Noach. Wyatt heeft dit grote schip ook kunnen lokaliseren, maar geen enkele wetenschapper gelooft hem.
De ark van het verbond
Nu de ark van het verbond. Het korte bericht en de bijbehorende video bevatten geen materiaal dat gecontroleerd kan worden. Wij zouden wel eens willen weten welke ruimte onder Golgotha ontdekt is, hoe hij daar gekomen is en ook hoe hij weet dat die plaats exact onder het kruis van Jezus was. De ontdekking van de Ark van het Verbond zou natuurlijk direct gemeld moeten worden aan de Oudheidkundige dienst in Israël, maar dat is niet gebeurd. Overigens verleent deze dienst alleen maar toestemming tot opgraving aan erkende archeologen. Maar het verhaal gaat dat deze dienst de vondst geheim wilde houden. Ook van deze ark zijn geen duidelijke opnamen beschikbaar.
De ark van het verbond stond in de tabernakel en in de eerste tempel, maar is waarschijnlijk door de Babyloniërs weggevoerd en niet meer teruggekomen. Volgens Flavius Josephus was het Heilige der heiligen in de tweede tempel leeg, en stond er dus geen ark meer (Joodse Oorlog 5.219). Er zijn tal van verhalen in omloop wat er met de ark gebeurd is. Zo heeft 2 Makkabeeën 2:4-8 het bericht dat de ark in opdracht van de profeet Jeremia verstopt is in de berg Nebo. Andere verhalen geven aan dat de ark naar Ethiopië vervoerd is of verstopt is in de tempelberg. Voor Ron Wyatt is het echter duidelijk dat de ark zich in de heuvel Golgotha bevindt. Maar bij gebrek aan bewijs moeten we helaas de conclusie trekken dat hij deze vondst waarschijnlijk verzonnen heeft.
‘Bloed van Jezus’
Volgens het nieuwsbericht heeft Ron het opgedroogde bloed laten onderzoeken in een laboratorium. De medewerkers hebben daarna opgebeld met de mededeling dat dit menselijke bloed 24 chromosomen bevat. Ron legde zelf later uit: “Weet je, iedereen heeft er 46; 23 van je moeder, 23 van je vader. Dit bloed had 23 chromosomen van moederszijde en slechts één Y-chromosoom. Daarnaast zeiden ze dat het bloed leeft.” Elders blijkt dat Ron die samenstelling ziet als een bewijs van de bijzondere geboorte van Jezus, zonder toedoen van een man.
Dit wonderlijke verhaal roept de vraag op welk laboratorium het bloed onderzocht heeft en waar de schriftelijke uitslag is. Maar helaas, Ron vertelde alleen dat het laboratorium ergens in Israël stond. Ook is er geen schriftelijke verklaring, want Ron werd slechts gebeld voor de uitslag. Op deze manier is controle onmogelijk en blijft de lezer van dit verhaal zitten met de vraag wat er echt en wat er gefantaseerd is.
Het aantal chromosomen is afwijkend. Volgens Ron is dat een bewijs van Jezus’ bijzondere afkomst. Wie zich verdiept in het onderzoek naar chromosomen merkt al gauw dat er bij celdeling afwijkende aantallen chromosomen gevormd kunnen worden. Deze genetische afwijkingen zijn nagenoeg altijd schadelijk. Ron houdt zich echter niet bezig met de vraag wat de negatieve consequenties zijn van een afwijkend aantal chromosomen.
Ron Wyatt heeft jarenlang gereisd en is met groot aantal fantastische verhalen thuisgekomen. Er is echter niet één wetenschappelijke organisatie die met hem samenwerkte (ook niet uit orthodox-christelijke hoek) en in de gelegenheid gesteld werd zijn bevindingen te onderzoeken. Ook zijn de resultaten alleen maar wereldkundig gemaakt in vage nieuwsberichten en video’s met onduidelijke beelden. Dit maakt de beweringen ongeloofwaardig. Toch heeft de avonturier nog steeds aanhangers. Wie meer wil weten over hem kan terecht op de Nederlandstalige of Engelstalige site van Wikipedia. Daar staan allerlei voor- en tegenstanders vermeld.
Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website CVandaag. Het originele artikel is hier te vinden.
Voetnoten
Was Sisera een ‘Italiaan’?
Op een heuveltop in Israël, niet ver van Megiddo, met uitzicht op de berg Karmel en de kust van de Middellandse Zee, hebben archeologen een unieke vesting opgegraven. De muur van deze vesting is niet zo regelmatig mogelijk, zoals bij de steden en vestingen van de Israëlieten en de Kanaänieten het geval was, maar enorm onregelmatig. Het terrein binnen de muur van deze vesting was grotendeels onbebouwd en door binnenmuren verdeeld in vijf kleinere gedeelten. Uit het gevonden aardewerk valt af te leiden dat de vesting alleen tussen ongeveer 1220 en 1170 v. Chr. bewoond is geweest, en later nooit meer. Anders dan vrijwel overal elders is er dus slechts één opgravingslaag. Alles wijst erop dat de bouwers van deze vesting, die tegenwoordig bekend staat als El-Achwat, noch Israëlieten noch Kanaänieten waren. Evenals de Filistijnen behoorden ze tot de zogenoemde Zeevolken, die geen Semieten maar Indo-Europees waren, en die zich via Egypte in de kuststreek van Palestina vestigden rond de tijd waarin ook Israël Kanaän probeerde te veroveren.
Heel opvallend aan de vesting op El-Achwat zijn ronde gebouwen van losse stenen die nog het meest aan iglo’s doen denken. Ze zijn meestal zo’n drie meter in doorsnede en twee meter hoog. Dergelijke bouwwerken vindt men nergens in het Midden-Oosten, maar wel op Sardinië. Zeker 6500 van deze ronde gebouwen zijn bekend. Op Sardinië werden ze als huizen gebouwd door een volk dat nog niet kon lezen en schrijven, de Shardana. Deze Shardana trokken naar het Oosten van de Middellandse Zee kort voordat de Filistijnen hetzelfde deden. Op diverse afbeeldingen in Egypte zijn de Shardana herkenbaar aan hun gehoornde helmen. Egyptische teksten duiden erop dat de Shardana als een soort huursoldaten nu eens vóór, dan weer eens tegen Egypte vochten. Ze worden voor het eerst genoemd in de 14e eeuwse Amarna-brieven. Een eeuw later duiken ze op als lijfwachten van de beroemde farao Ramses II. Rond 1100 v. Chr. reisde de Egyptische priester Amenope door de kustvlakte van Kanaän en trof daar zowel Filistijnen als Shardana aan.
Worden deze Shardana in het Oude Testament genoemd? Ja, waarschijnlijk tweemaal. In Genesis 10:5 is sprake van ‘kustlanden der volken’ (Hebr. iyei ha-goyim). De beroemde archeoloog William F. Albright (1891-1971) meende dat met deze ‘volken’ speciaal de Zeevolken zoals Filistijnen en Shardana bedoeld worden. Het lijkt erop dat de nieuwe ontdekkingen hem gelijk geven.
In Richteren 4:2, 13 wordt de woonplaats van Sisera, een tegenstander van Debora en Barak, ‘Haroset van de Volken’ (Haroset ha-goyim) genoemd. Dit Haroset is nooit gevonden maar alles wijst erop dat het geïdentificeerd kan worden met El-Achwat. De ligging van deze vesting past goed in de verhalen van Richteren 4 en 5. Dat betekent dat de tegenstanders van Debora en Barak vanuit Haroset opereerden. De Shardana hadden zich in die periode blijkbaar verhuurd aan de Kanaänitische vorst Jabin (Richt. 4:2).
Als deze gedachte juist is, verklaart ze waarom de vesting op El-Achwat maar korte tijd in gebruik was: de Shardana moesten na hun verpletterende nederlaag het land weer verlaten. Ook begrijpen we hoe het mogelijk was dat Sisera 900 ijzeren strijdwagens had (Richt. 4:3). De Zeevolken, zowel de Filistijnen als de Shardana, waren in die tijd de enigen die ijzer konden maken (vgl. 1 Samuël 13:19-22). De raadselachtige, niet-Semitische naam Sisera kan nu worden verklaard als afkomstig van Sardinië. Daar komen vergelijkbare namen nog altijd voor.
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Ellips. De volledige bronvermelding luidt: Lalleman, P.J., 2004, Was Sisera een ‘Italiaan’?, Ellips 29 (249): 21.