Home » Artikelen geplaatst door Edgar Andrews

Auteursarchief: Edgar Andrews

Leven in een deegmixer

Het levengevende wonder van dr. Venter’, schreeuwde de kop in The Times van 26 januari 2008. Samen met andere nieuwsberichten roemde het artikel de recente mededeling dat de Amerikaanse wetenschapper Craig Venter met enkele medewerkers in zijn laboratorium de synthese voltooid had van een bacteriële DNA-sequentie die meer dan 580.000 basenparen bevatte.

Wat zijn basenparen? Het zijn vier verschillende chemische groepen die de ‘letters in het alfabet’ vormen die gebruikt worden door de genetische code. Het Engelse alfabet heeft 26 letters, maar de genetische code heeft er slechts 4, die elk bestaan uit een bepaald basenpaar. Net zoals de volgorde van letters in een woord of in een zin een betekenisvolle boodschap vormen, zo ‘openbaart’ (en bewaart) de volgorde van de basenparen de informatie die een organisme nodig heeft om te leven, te groeien, te functioneren en zich te vermenigvuldigen. (Om verwarring te voorkomen, merk op dat biologen ‘letters’ gebruiken om de 4 individuele nucleotidebasen A, G en C aan te duiden. Elke willekeurige volgorde van deze drie basen vormt een codon dat een bepaald aminozuur specificeert tijdens de eiwitsynthese.) Het artikel vervolgt op wat nuchterder toon: ‘Hoewel de synthese van het DNA van M. Genitalium (de betreffende bacterie) een schitterende prestatie is … is het niet echt een fundamentele technologische doorbraak. Het is niet het eerste levende DNA dat kunstmatig gesynthetiseerd is.

Leven geschapen?

The Guardian van 6 oktober 2007 was minder oplettend. Deze krant verklaarde: ‘Craig Venter, de controversiële DNA-onderzoeker die in de race zit om de menselijke genetische code te ontcijferen, heeft een synthetisch chromosoom gebouwd uit de chemicaliën in zijn laboratorium en is nu gereed om aan te kondigen dat hij de eerste kunstmatige levensvorm op aarde geschapen heeft …’ Dr. Venter vertelde The Guardian dat deze mijlpaal een zeer belangrijke filosofische stap is in de geschiedenis van de mensheid: ‘Wij gaan over van het kunnen lezen van onze genetische code naar de mogelijkheid om hem te schrijven. Dat geeft ons de hypothetische mogelijkheid om dingen te doen die nog nooit in ons opgekomen zijn.’ Welnu, hebben deze onderzoekers kunstmatig leven geschapen? Nee, eigenlijk niet. Ze hebben simpelweg de DNA-sequentie van een bestaand levend organisme gekopieerd. Ik zou een van Einsteins wetenschappelijke artikelen woord voor woord kunnen kopiëren en het ter publicatie kunnen aanbieden als mijn eigen werk, maar ik vraag me af of ik eer zou krijgen voor het scheppen van iets dat al bestond (dat is immers niet de ware betekenis van ‘scheppen’). Dat betekent natuurlijk niet dat deze synthese geen echte wetenschappelijke prestatie was, of dat er geen grote kundigheid nodig was om dit te bewerken. Ik zeg alleen dat er niets ‘geschapen’ is, er is slechts iets gekopieerd. Claimen dat ‘wij overgaan van het kunnen lezen van onze genetische code naar de mogelijkheid om hem te schrijven’ is volkomen misleidend. Als ik de woorden van een sonnet van Shakespeare overschrijf, in welke zin heb ik ze dan geschreven? Een kopieerapparaat kan precies hetzelfde doen. Ik zou de sonnet zeker niet zelf geschreven hebben; ook zou ik niets anders ‘geschapen’ hebben dan ‘tekens op een vel papier’.

Leven in een deegmixer

Terug naar het Times artikel. We lezen daarin dat de chemie heeft afgerekend met het idee dat leven iets bijzonders zou zijn: ‘Dr. Venter (…) is simpelweg de laatste in een lange reeks van biochemici die de claim dat leven wel iets heel bijzonders is, heeft doorgeprikt. Tot 1828 geloofde men dat leven, met zijn zogenaamde ‘vitale krachten’ de wetenschap niets verschuldigd was…’ Het idee dat hier wordt gepromoot is dat leven simpelweg complexe chemie is, meer niet. Dat is waarom ze zeggen dat leven in staat was om te evolueren door het ontstaan van toevallige verbindingen tussen gewone niet-levende chemicaliën. Er zitten twee belangrijke denkfouten in deze ‘reductionistische’ benadering van het leven die zo geliefd is binnen de evolutionistische filosofie. Ten eerste: de chemische krachttoer toont aan dat om een betekenisvolle DNA-streng te produceren er veel hard werk door zeer vakkundige en intelligente chemici voor nodig is. Niemand suggereert dat dr. Venter en zijn team gewoon de noodzakelijke chemische ingrediënten in een deegmixer gooiden, deze in de automaatstand zetten en vervolgens op vakantie gingen. En dan hebben we het hier alleen nog maar over het kopiëren van een DNA-molecuul. Het creëren van het eerste DNA-molecuul, zonder dat er een bestaand model voorhanden is, zou naar mijn mening een nog veel grotere hoeveelheid informatie vergen. Het volstaat gewoonweg niet om te claimen dat de deegmixer uiteindelijk echt een ‘levengevend wonder’ produceert als je hem bijvoorbeeld enkele duizenden miljoenen jaren laat draaien. Maar dat is in de basis wel wat evolutie beweert.

Leven is informatie

De tweede denkfout, namelijk de bewering dat leven slechts chemie is, is nog grotere nonsens. Het is waar dat de wetenschap de noodzaak voor een mystieke ‘vitale kracht’ als verklaring voor de vraag waarom leven zo bijzonder is, heeft weggenomen. Maar wat ze er niet bij vertellen is dat de wetenschap die ‘vitale kracht’ vervangen heeft door iets wat nog wonderlijker is – georganiseerde informatie! Het is heel goed mogelijk om enkele basenparen in een willekeurige volgorde met elkaar te verbinden, zodat ze biologische ‘nonsens’ produceren, maar zo’n pseudo-DNA molecuul zou geen leven ondersteunen. Het is dus niet de chemie van het DNA dat leven vormt, maar informatie – de betekenisvolle volgorde van basenparen die instructies vormen die de levende cel kan lezen, interpreteren en gebruiken. Leven kan dus niet zitten in de moleculaire chemie maar in de informatie die opgeslagen wordt door de moleculaire chemie – en dat is iets heel anders. Dit artikel kan op allerlei manieren opgeslagen worden: in de vorm van gedrukte woorden op papier, door magnetische ‘tekens’ op tape, door microscopische puntjes op een CD, of zelfs door radiogolven die onafgebroken hun geluid door de ether dragen. De media die de woorden dragen, die ze hebben opgeslagen, zijn nodig, maar zij zijn niet de informatie die de boodschap vormt. Dezelfde media kunnen gebruikt worden om een betekenisloze mengelmoes van letters op te slaan! Leven is nog net zo bijzonder als het altijd al geweest is omdat het uit informatie bestaat, niet uit chemicaliën. Laat u dus niet misleiden door wat ten onrechte ‘wetenschap’ genoemd wordt.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Origins. De vertaling is afkomstig van dhr. Eddy Maatkamp, uitgever van het boek Wie heeft God gemaakt? en Wat is de mens? van dr. Edgar Andrews. De volledige bronvermelding luidt: Andrews, E.H., 2009, Life in a cake mixer, Origins 49: 17-18.

‘Makkelijke antwoorden op moeilijke vragen’? – Een reactie van prof. dr. Edgar Andrews op een recensie van dr. René Fransen

Een reactie van professor Edgar Andrews1 op de recensie2 van zijn boek Wie heeft God gemaakt? (2012)3 door René Fransen (bioloog en wetenschappelijk auteur bij Science Linx aan de RUG4).

Normaal gesproken reageer ik niet op ongemanierde en oppervlakkige recensies als deze, maar ik zie mij hier nu toch toe genoodzaakt vanwege de vele extravagante onjuistheden die deze ‘recensie’ bevat. Allereerst lijkt de recensent niet te begrijpen wat er bedoeld wordt met deze zin op de achterflap:

‘Het boek behandelt (en dus niet: beantwoordt) moeilijke vragen over wetenschap, filosofie en geloof met verbazingwekkende eenvoud. Edgar Andrews ontmaskert de pretenties van het ‘nieuwe atheïsme’ van Richard Dawkins en anderen, waarbij hij scherpe argumenten op een vriendelijke en humoristische wijze weet over te brengen.’

Het moet mij dunkt toch duidelijk zijn dat de ‘verbazingwekkende eenvoud’ waarmee het boek ‘moeilijke vragen over wetenschap, filosofie en geloof behandelt’, naar de schrijfstijl verwijst (die toegankelijk is voor leken), maar de recensent geeft er in zijn hoofd de betekenis aan van ‘makkelijke antwoorden op moeilijke vragen’, en daarom, zo geeft hij zelf toe, heeft hij de nodige scepsis voordat hij het boek ook nog maar opengeslagen heeft. Dat is geen veelbelovende start.

Aangemoedigd door deze fundamentele non sequitur (onlogische gevolgtrekking), voelt hij de behoefte om het boek te trivialiseren door te beweren dat ik de wetenschap verwerp en elke moeilijke vraag beantwoord met ‘God deed het’! Hij schrijft: ‘De auteur wil aantonen dat de wetenschappelijke verklaring voor de oorsprong van het universum en de ontwikkeling van leven op aarde niet klopt, zodat hij daarna triomfantelijk kan uitroepen: dus God deed het!’ Ik heb nieuws voor de recensent: er zijn helemaal geen wetenschappelijke verklaringen voor het ontstaan van het universum en de oorsprong van het leven – zoals ik uitvoerig in mijn boek betoog, wat eerlijke critici ook steeds weer beamen; er zijn slechts speculaties.

De recensent ontbreekt het helaas aan de hierboven genoemde eerlijkheid. Hij zegt: ‘De auteur probeert dan ook aan te tonen dat de Bijbel geen ‘platte aarde’ voorstaat, terwijl veel teksten toch echt uitgaan van een aarde met hemelkoepel.’ Nu vind ik het woord ‘koepel’ nergens terug in de Bijbel, en het enige woord dat er vrij dicht bij in de buurt komt, is het Hebreeuwse woord ‘chug’, dat slechts vier keer in het Oude Testament voorkomt, en betekenissen heeft als omtrek (twee keer), cirkel of gewelf (twee keer). Zeker, Jesaja 40:22 gebruikt het woord om de ‘hemelkoepel’ te beschrijven, maar dat is slechts poëtische taal van de soort die we vandaag de dag ook gebruiken. Misschien wil de recensent vertellen waar ik de ‘vele’ andere teksten kan vinden. [Met toestemming van de auteur wil de uitgever eraan toevoegen dat prof. Benno Zuiddam5 ook al eens uitlegde dat de gedachte dat de kerk in een platte aarde geloofde ‘een mythe is die in de 19e werd bedacht’ – voor meer over de koepel, zie raqiya6. Denk ook aan de bolvormige globus cruciger op de munten van Theodosius II.]

De recensie is ongemanierd omdat de recensent het nalaat de lezer te vertellen dat ik schrijf als een hooggekwalificeerd wetenschapper met een doctoraat en een hoger doctoraat in de natuurkunde, en met een internationale reputatie in de moleculaire fysica, en dat ik de academische posten bekleed heb van rector en later hoofd van de faculteit technische wetenschappen aan een toonaangevende Britse universiteit. Hij schrijft: ‘Andrews maakt gebruik van standaard creationistische kritiek op de wetenschap’ en ‘hij grijpt terug op de fictieve strijd tussen geloof en wetenschap.’ O ja, natuurlijk … niemand die dit leest zou beseffen dat mijn boek geschreven is door een wetenschapper met meer dan vijftig jaar onderzoekservaring en die meer dan honderd ‘peer reviewed’ (door vakgenoten besproken) wetenschappelijke artikelen geschreven heeft die in vooraanstaande internationale vakbladen gepubliceerd zijn! Zelfs mijn atheïstische critici hebben geen commentaar op de wetenschap in mijn boek; zij hebben alleen kritiek op mijn theïsme.

In de tweede plaats is de recensie oppervlakkig. De recensent zegt namelijk dat het onzin is ‘dat het oerknalmodel een idee was waar eigenlijk niemand iets van wilde weten’, maar dat ‘het model al snel werd aanvaard, ook door niet-gelovige wetenschappers’. Ik heb in mijn boek zeer uitvoerig uiteengezet hoe het wetenschappelijk concept ‘dat het universum een begin had’, heel geleidelijk aan vorm kreeg, en dat het nog redelijk lang heeft geduurd voordat het algemeen aanvaard was. Het begon met Einsteins algemene relativiteitstheorie, waarbij hij bewust nog een ‘fudge factor’ (zeg maar een veiligheidsmarge of correctie) aan zijn vergelijkingen toevoegde om ze te laten stroken met een ‘steady-state’ universum (zie pag. 114 van Wie heeft God gemaakt? – in de nieuwe editie met lettertype Calibri wordt dat pag. 106) en om onder de suggestie van ‘een begin’ uit te kunnen komen. Dat was in 1915, en het uiteindelijke wetenschappelijke bewijs voor de oerknal kwam pas in 1963, met de ontdekking van de uniforme elektromagnetische achtergrondstraling. Zelfs nog tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw verkondigden de toonaangevende Britse kosmoloog Fred Hoyle en zijn medewerkers het idee van een ‘steady-state’ universum, terwijl ook vandaag kosmologen als Stephen Hawking nog steeds werken aan theorieën die de voorwaarde van een ‘begin in de tijd’ voor het universum zouden moeten wegnemen.

Ten slotte beschuldigt hij mij ervan dat ik ‘aperte nonsens’ schrijf over evolutie. Dat is heel vreemd, vooral omdat ik in niet één van de meer dan honderd eerdere recensies van het boek ervan beschuldigd ben ‘nonsens’ te schrijven over evolutie. Vorig jaar (in 2012) heb ik een uur lang op de radio gedebatteerd over mijn boek met de toonaangevende atheïst en bekende emeritus hoogleraar biologie Lewis Wolpert. Het kan nog steeds beluisterd worden (hier7).

Niet eenmaal suggereerde hij dat mijn bespreking van de relevante wetenschap niet klopte. Integendeel. Hoewel hij uiteraard mijn theïstische conclusies verwierp, zei hij dat het ‘heel goed’, ja, zelfs ‘prachtig geschreven’ was. Dat zou hij natuurlijk niet gezegd hebben als het boek vol zou staan met ‘aperte nonsens’ over zijn eigen vakgebied.

De recensent zegt dat ‘de auteur ook geen ruimte laat voor de visie dat God via evolutie zou kunnen hebben gewerkt’. Dat is natuurlijk nauwelijks een eerlijke samenvatting van de vier hoofdstukken en zeventig pagina’s waarin ik juist dit onderwerp grondig analyseer. Hij zegt ook nergens dat ik geen probleem heb met micro-evolutie, maar om heel goede wetenschappelijke redenen macro-evolutie verwerp. Hij heeft natuurlijk het recht om het oneens te zijn met mijn conclusies, maar in plaats van mijn gedetailleerde wetenschappelijke argumenten te trivialiseren, had hij er beter gewoon op kunnen reageren. Helaas doet hij geen poging om mijn argumenten te weerleggen.

Ik neem afscheid van de lezer met een laatste voorbeeld van de verkeerde weergave van mijn gedachten door de recensent. Hij citeert mij als volgt: ‘Al het leven bestaat hoofdzakelijk uit taal.’ Hij laat echter het vervolg van de zin gewoon weg, die luidt: ‘(…) gecodeerde informatie die wordt samengesteld, opgeslagen, gecommuniceerd en geïnterpreteerd en waarop gereageerd wordt.’ Zelfs theïstisch evolutionist Francis Collins noemde zijn eigen boek over genetica De taal van God.

Red.: We zijn bezig met het opstellen van een bibliografie van prof. dr. Edgar Andrews. Zie daarvoor: https://oorsprong.info/bibliografie-van-natuur-en-materiaalkundige-prof-dr-edgar-h-andrews/.

Voetnoten

‘Wat is de mens?’ (7) – Prof. dr. Edgar Andrews over argumenten voor een historische Adam

In 2018 was prof. dr. Edgar Andrews te gast op ‘De Bronckhorsthoeve’ in het Gelderse Brummen. Hij sprak daar over zijn verschenen boek ‘Wat is de mens?’. Voorafgaande aan de boekpresentatie werden hem een zevental vragen voorgelegd. Dit is op video opgenomen door Geloofstoerusting. Vandaag het zevende deel. Veel zegen bij het kijken en luisteren.

Feedback & Vragen 2022: Doet Andrews aan ‘quote mining’?

Deze maand kwam er via de Facebookpagina van Jan van Meerten kritiek op de video van prof. dr. Edgar Andrews over de vraag of wij ons brein zijn.1 Volgens de criticus doet prof. Andrews aan quote mining.2 Andrews beantwoordt hieronder deze kritiek.

Alle citaten horen in feite thuis in de categorie ‘quote minen‘ omdat dit simpelweg ‘selectief’ betekent, en alle citaten worden per definitie uit een grotere tekst geselecteerd. Wat van belang is bij dat selecteren zijn de volgende punten:

  1. Is het citaat correct weergegeven? Oftewel: gebruikte de geciteerde persoon die woorden op exact dezelfde wijze als ze geciteerd zijn?
  2. Wordt het citaat zodanig uit de context gehaald dat de betekenis van het citaat verandert? Bijvoorbeeld: de geciteerde persoon kan iemand anders citeren waarmee hij het oneens is zodat je met het citaat een argument kunt weerleggen.
  3. Een beschuldiging van ‘quote minen‘ met zijn negatieve bijbetekenis, moet aantonen dat het citaat een of meer van bovengenoemde fouten bevat.
  4. Het is echter géén ‘quote mining‘ als de persoon zichzelf elders over het onderwerp tegenspreekt, of na verloop van tijd van mening verandert. Dit is omdat de auteur op het moment dat hij het geciteerde stuk schreef, op dat moment echt geloofde in de mening die in het citaat wordt weergegeven. Hier zijn vele voorbeelden van in allerlei vormen van literatuur. Bijvoorbeeld: Einstein stond er bekend om dat hij op verschillende momenten tegenover verschillende mensen tegenstrijdige beweringen deed over zijn religieuze overtuigingen.

Voetnoten

‘Wat is de mens?’ (6) – Prof. dr. Edgar Andrews over buitenaards leven

In 2018 was prof. dr. Edgar Andrews te gast op ‘De Bronckhorsthoeve’ in het Gelderse Brummen. Hij sprak daar over zijn verschenen boek ‘Wat is de mens?’. Voorafgaande aan de boekpresentatie werden hem een zevental vragen voorgelegd. Dit is op video opgenomen door Geloofstoerusting. Vandaag het zesde deel. Veel zegen bij het kijken en luisteren.

‘Wat is de mens?’ (5) – Prof. dr. Edgar Andrews over onze speciaal geschapen planeet

In 2018 was prof. dr. Edgar Andrews te gast op ‘De Bronckhorsthoeve’ in het Gelderse Brummen. Hij sprak daar over zijn verschenen boek ‘Wat is de mens?’. Voorafgaande aan de boekpresentatie werden hem een zevental vragen voorgelegd. Dit is op video opgenomen door Geloofstoerusting. Vandaag het vijfde deel. Veel zegen bij het kijken en luisteren.

Op 22 oktober 2022 D.V. zal de sterrenkundige dr. Peter Korevaar op het jaarlijkse congres van Fundamentum spreken over dit thema.

‘Wat is de mens?’ (4) – Prof. dr. Edgar Andrews over de vraag of wij ons brein zijn

In 2018 was prof. dr. Edgar Andrews te gast op ‘De Bronckhorsthoeve’ in het Gelderse Brummen. Hij sprak daar over zijn verschenen boek ‘Wat is de mens?’. Voorafgaande aan de boekpresentatie werden hem een zevental vragen voorgelegd. Dit is op video opgenomen door Geloofstoerusting. Vandaag het vierde deel. Veel zegen bij het kijken en luisteren.

‘Wat is de mens?’ (3) – Prof. dr. Edgar Andrews over theïstische evolutie en het eerste mensenpaar Adam en Eva

In 2018 was prof. dr. Edgar Andrews te gast op ‘De Bronckhorsthoeve’ in het Gelderse Brummen. Hij sprak daar over zijn verschenen boek ‘Wat is de mens?’. Voorafgaande aan de boekpresentatie werden hem een zevental vragen voorgelegd. Dit is op video opgenomen door Geloofstoerusting. Vandaag het derde deel. Veel zegen bij het kijken en luisteren.

‘Wat is de mens?’ (2) – Prof. dr. Edgar Andrews over de wereldwijde zondvloed en zondvloedgeologie

In 2018 was prof. dr. Edgar Andrews te gast op ‘De Bronckhorsthoeve’ in het Gelderse Brummen. Hij sprak daar over zijn verschenen boek ‘Wat is de mens?’. Voorafgaande aan de boekpresentatie werden hem een zevental vragen voorgelegd. Dit is op video opgenomen door Geloofstoerusting. Vandaag het tweede deel. Veel zegen bij het kijken en luisteren.

‘Wat is de mens?’ (1) – Introductie videoserie prof. dr. Edgar Andrews

In 2018 was prof. dr. Edgar Andrews te gast op ‘De Bronckhorsthoeve’ in het Gelderse Brummen. Hij sprak daar over zijn verschenen boek ‘Wat is de mens?’. Voorafgaande aan de boekpresentatie werden hem een zevental vragen voorgelegd. Dit is op video opgenomen door Geloofstoerusting. Vandaag het eerste deel. Veel zegen bij het kijken en luisteren.