Geboorteakte van Casper Johannes van Meerte Janse (1858-1877)

Geboorteakte van Casper Johannes van Meerte Janse (1858-1877) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Utrecht.

Hierboven wordt de geboorteakte van Casper Johannes van Meerte Janse (1858-1877) weergegeven.1 Op 26 januari 1858 verscheen Cornelis van Meerten Jansen (1815-1892) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Utrecht om aangifte te doen van de geboorte van zijn zoon. Cornelis was twee en veertig jaar oud en koetsier van beroep. Hij verklaarde dat Casper Johannes op 25 januari 1858 om half twaalf in de ochtend is geboren. Zijn moeder was Froukje Poutsma (1828-1914).2 Het echtpaar woonde te Utrecht aan de Jufferstraat G. nummer 519. Cornelis had twee getuigen meegebracht: (1) Arie van der Lee (1823-1874), drie en dertig jaar oud en koetsier van beroep, en (2) Cornelis van Egdom (1832-?), vier en twintig jaar oud en koetsier van beroep. De vader verklaarde de akte niet te kunnen ondertekenen, omdat hij niet kon schrijven.

Voetnoten

Parenteel Cornelis van Meerten Jansen (1815-1892) en Froukje Poutsma (1828-1914)

Cornelis van Meerten Jansen werd in 28 september 1815 te Rhenen1 geboren als zoon van Casper Jansen (±1775-1851) en Margaritha van Meerten (1785-1856). Het parenteel van zijn ouders is hier te vinden. Hij is overleden op 26 april 1892 te Utrecht.2 Hij trouwde op 6 mei 1857 te Utrecht3 met Froukje Poutsma. Froukje Poutsma werd op 10 september 1828 te Dokkum4 geboren als dochter van Hendrik Poutsma (1803-1846) en Hendrikje Keuning (1808-1830). Zij is overleden op 19 december 1914 te Utrecht.5

Kinderen

Uit dit huwelijk werden de volgende acht kinderen geboren:

  1. Casper Johannes van Meerte Janse. Hij werd geboren op 25 januari 1858 te Utrecht6 en is overleden op 16 april 1877 aan boord van de galjoot ‘Petrus Henricks‘, zeilende op de Noordzee.7
  2. Hendrik Cornelis van Meerte Janse. Hij werd geboren op 2 mei 1859 te Utrecht8 en is overleden op 26 maart 1948 te Utrecht.9 Hij trouwde op 30 maart 1887 te Utrecht10 met Neeltje Martens, geboren op 23 augustus 1864 te Weesp11 en overleden op 28 november 1921 te Utrecht.12 Zij was een dochter van Frans Martens (1826-1892) en Neeltje Morree (1830-1902). Het parenteel van dit echtpaar is hier te vinden.
  3. Margaretha Clasina van Meerte Janse. Zij werd geboren op 8 februari 1861 te Utrecht13 en is overleden op 5 augustus 1866 te Utrecht.14
  4. Maatje Philippina van Meerte Janse (1864-1951).
  5. Hendrika Petronella van Meerte Janse (1865-1865).
  6. Margaretha Clasina van Meerte Janse. Zij werd geboren op 18 november 1866 te Utrecht15 en is overleden op 1 december 1866 te Utrecht.16
  7. Margaretha Clasina van Meerte Janse. Zij werd geboren op 17 januari 1868 te Utrecht17 en is overleden op 21 augustus 1868 te Utrecht.18
  8. Frans Willem van Meerte Janse. Hij werd geboren op 25 februari 1874 te Utrecht19 en is overleden op 3 juli 1874 te Utrecht.20

Meer informatie over dit echtpaar

Dit parenteel wordt nog verder compleet gemaakt. Hieronder volgen tijdelijk de linkjes naar artikelen op deze website die onder meer dit echtpaar vermelden. Later, als de Heere leven geeft, willen we dit omwerken tot een overzichtelijk en leesbaar geheel.

Voetnoten

Supplementair register huwelijkszaken over de naamsvermelding van Cornelis van Meerten Jansen (1815-1892)

De achternaam van Cornelis luidde Van Meerte Janse, in plaats van zoals gebruikelijk is als Jansen. Cornelis was een zoon van Casper Jansen (±1775-1851) en Margaritha van Meerten (1785-1856). De arrondissementrechtbank te Utrecht maakte een einde aan de verwarring door een achternaam toe te kennen. Hieronder de transcriptie van de akte.1

De transcriptie luidt:

“Op heden Juli achttien honderd zeven en vijftig is aan ons ondergeteekende, Wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Utrecht, overgelegd eene beschikking van de Arrondissements Regtbank alhier, luidende als volgt:

In naam des Konings,

De Arrondissemets Regtbak te Utrecht heeft gewezen de navolgende beschikking op het verzoekschrift, waarvan de inhoud is als volgt:

Aan de Arrondissements Regtbank te Utrecht.

Geeft eerbiedig te kennen Cornelis van Meerte Janse, koetsier, wonende te Utrecht,

Dat in het huwelijksregister der gemeente Utrecht over het loopende jaar 1800 zeven en vijftig op den zesden Mei twee abuizen zijn ingeslopen, doordien de familienaam Janse bij zijn naam daarin niet is vermeld en door de toevoeging van “van Meerte” bij de familienaam van des verzoekers vader, blijkens hierbij overgelegd Extract uit gemeld registier, waarbij hij alleen is vermeld als Cornelis van Meerte.

Dat hij requestrant, blijkens hierbij overgelegde geboorte-akte is de zoon van Casper Janse en Margaretha van Meerten, en dat aan hem de voornaam van Cornelis van Meerte is gegeven.

Dat de requestrant er zeer veel belang in stelt, dat voormeld abuis worde verbeterd; doch hij is overmogend omde kosten daaraan verbonden, te betalen.

Redenen, waarom de requestrant zich wendt tot deze Regtbank, met eerbiedig verzoek, dat het dezelve moge behagen, de verbetering van opgemelde huwelijksakte in de loopende registers van den Burgerlijken Stand der gemeente Utrecht, en op den kant der abusive akte, gelieve te gelasten; endat de uitspraak op dit verzoekschrift zal zijn kosteloos, mij van zegel, registratie en griffierregten.

’t Welke doende enz.
geteekend, J.J. van Leeuwen, procr.
Gescheld in handen vanden officier van Justitie
Utrecht, den 19 Juni 1857.
geteekend, J.O. de Jong.
De Officier van Justitie te Utrecht concludeert tot beschikking overeenkomstig het verzoek.

Parket te Utrecht den 19 Juni 1857 / geteekend / J. Römer.

De Regtbank, gelezen vorenstaand verzoekschrift, Gelezen de conclusie vanden Officier van Justitie, Gezien een woordelijk afschrift der geboortea akte uit het register vanden Burgerlijken Stand der gemeente Rhenen over den jare 1800 vijftien, afgegeven doorden Ambtenaar vanden burgerlijken stand aldaar op den twaalfden Juni dezes jaars behoorlijk gelegaliseerd;

Gezien een uittreksel uit het huwelijksregister van den Burgerlijken stand der gemeente Utrecht over den jare 1800 zeven en vijftig, afgegeven doorden Ambtenaar vanden burgerlijken Stand aldaar op den twintigsten dezer maand, mede behoorlijk gelegaliseerd;

Gezien eene akte van onvermogen op den vijftienden dezer maand door den Burgemeester der gemeente Utrecht aanden verzoeker afgegeven.

Overwegende, dat uit eene onderlinge vergelijking van het afschrift der geboorte akte vanden verzoeker met het uittreksel uit zijne huwelijksakte genoegzaam blijkt, dat in laatstgemelde akte twee dwalingen bestaan, en wel door de weglating vande familienaam Janse bij de vermelding der voornamen vanden verzoeker en door de toevoeging van “van Meerte” bij de familienaam van des verzoekers vader en dat hij verzoeker belang heeft bij de verbetering hiervan;

Gezien artikelen 70 en 71 van het Burgerlijk Wetboek, en artikelen 829 en 872 van het Wetboek van Burgerlijke Regtsvordering.

Voorbehoudens de regten van derden, welke hierbij niet zijn opgeroepen;

Beveelt dat de huwelijksakte van den verzoeker met Froukje Poutsma, ingeschreven inde registers vanden Burgerlijken stand der gemeente Utrecht over het jaar 1800 zeven en vijftig, indiervolge zal worden verbeterd, dat daaruit blijke, dat de verzoeker genaamd is, Cornelis van Meerte Janse, endat zijn vader genaamd was Casper Janse – endat voortaan geene afschriften of uittreksels van die akte zal worden afgegeven dan aldus verbeterd.

Beveelt voorts dat het afschrift van deze beschikking kosteloos aanden verzoeker zal worden uitgereikt.

Gedaan en gewezen te Utrecht op de teregtzitting der civiele Kamer van vrijdag den zes en twintigsten Juni 1800 zeven en vijftig bij de Heeren en Mrs Jonkheer de Jong van Beek en Donk, President, Jonkheer van Asch van Wijck en van Nooten, Regters, in tegenwoordigheid vanden Griffier. / geteekend / J.O. de Jong; – E.I. van Eeden, Griffr.

Voor Expeditie conform.
/ geteekend/ E.I. van Eeden, Griffr

Gratis geregistreerd twee bladen met een renvooi te Utrecht den zevenden Julij 1800 zeven en vijftig, deel negentig folio zes en dertig vak zes. De ontvanger / geteekend / Hubrecht.

En hebben wij dit vonnis overeenkomstig de bepaling van artikel 73 van het Burgerlijk Wetboek in het suppletoire register dezer gemeente ingeschreven.

J. Hinlópen.”

Voetnoten

Huwelijksakte van Cornelis van Meerten Jansen (1815-1892) en Froukje Poutsma (1828-1914)

Huwelijksakte van Cornelis van Meerten Jansen (1815-1892) en Froukje Poutsma (1828-1914) zoals weergegeven in de Burgerlijke Stand van de Gemeente Utrecht.

Hierboven wordt de huwelijksakte van Cornelis van Meerten Jansen (1815-1892) en Froukje Poutsma (1828-1914) weergegeven.1 Op 6 mei 1857 verscheen het aanstaande echtpaar voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Utrecht om een huwelijk aan te gaan.

Cornelis van Meerten Janse was een en veertig jaar oud en koetsier van beroep. Hij was geboren te Rhenen en woonachtig te Utrecht.2 Cornelis is de meerderjarige zoon van wijlen de echtelieden Casper Jansen (±1775-1851) en Margaritha van Meerten (1785-1856).3

Froukje Poutsma was acht en twintig jaar en dienstmeid van beroep. Zij was geboren te Dokkum en woonachtig te Utrecht.4 Froukje was de meerderjarige dochter van wijlen de echtelieden Hendrik Poutsma (1803-1846) en Hendrikje (Pieters) Keuning (1808-1830).

De huwelijksafkondigingen hebben onverhinderd plaatsgehad op 26 april 1857 en op 3 mei 1857. Het aanstaande echtpaar heeft de volgende stukken aan de ambtenaar overhandigd: (1) De geboorteakten, en (2) Overlijdensakte van de ouders van de bruid. Na de vragen van de ambtenaar hebben zij elkaar het ‘Ja’-woord gegeven.

Het echtpaar had de volgende vier getuigen meegebracht:

  1. Hendrikus de Graaff (±1803-?), drie en vijftig jaar oud, conciërge van beroep en woonachtig te Utrecht.
  2. Willem Martinus van Monsjou (±1788-1859), negen en zestig jaar oud, stadsbode van beroep en woonachtig te Utrecht.
  3. Jan Smit Tjabring (1840-1916), negen en veertig jaar oud, stadsbode van beroep en woonachtig te Utrecht.
  4. Josephus Vermeulen (1825-1892), een en dertig jaar oud, stadsbode van beroep en woonachtig te Utrecht.

De bruidegom kon de akte niet ondertekenen, omdat hij verklaarde niet te kunnen schrijven.

In de kantlijn staat dat de Arrondissementrechtbank te Utrecht op 26 juni 1857 ingeschreven heeft in het supplementaire register van huwelijkszaken dat de naam Cornelis van Meerte en Casper Janse van Meerte voortaan geschreven zullen worden als Cornelis van Meerte Janse en Casper Janse.5

Voetnoten

Overlijdensakte van Cornelis van Meerten Jansen (1815-1892)

Overlijdensakte van Cornelis van Meerten Jansen (1815-1892) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Utrecht.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Cornelis van Meerten Jansen (1815-1892) weergegeven.1 Op 27 april 1892 verscheen Bastiaan ’t Hooft (1854-?) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Utrecht om aangifte te doen van het overlijden van Cornelis. Bastiaan was acht en dertig jaar oud en schrijver van beroep. Hij deed de aangifte samen met Johannes Veldhuizen (1835-?), zeven en vijftig jaar oud en bode van beroep. Zij verklaarden dat Cornelis op 26 april 1892 om half vijf in de middag is overleden in de leeftijd van zes en zeventig jaar. Hij was koetsier van beroep, geboren te Rhenen en woonachtig te Utrecht aan de Jeremiestraat 3.2 Cornelis was de echtgenoot van Froukje Poutsma (1828-1914) en een zoon van wijlen de echtelieden Casper Jansen (±1775-1851) en Margaritha van Meerten (1785-1856).3

Voetnoten

Overlijdensakte van Froukje Poutsma (1828-1914)

Overlijdensakte van Froukje Poutsma (1828-1914) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Utrecht.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Froukje Poutsma (1828-1914) weergegeven.1 Op 21 december 1914 verscheen Johannes Swagers (±1848-?) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Utrecht om aangifte te doen van het overlijden van Froukje. Johannes was zes en zestig jaar oud en aanspreker van beroep. Hij deed de aangifte samen met Willem de Jager (1882-?), twee en dertig jaar oud en bode van beroep. Zij verklaarden dat Froukje op 19 december 1914 om half zeven in de ochtend is overleden in de leeftijd van zes en tachtig jaar. Froukje was zonder beroep, geboren te Dokkum en woonachtig te Utrecht aan de Kruisdwarsstraat.2 Froukje was weduwe van Cornelis van Meerten Jansen (1815-1892) en een dochter van wijlen de echtelieden Hendrik Poutsma (1803-1846) en Hendrikje (Pieters) Keuning (1808-1830).

Voetnoten

Geboorteakte van Froukje Poutsma (1828-1914)

Geboorteakte van Froukje Poutsma (1828-1914) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Dokkum.

Hierboven wordt de geboorteakte van Froukje Poutsma (1828-1914) weergegeven.1 Op 11 september 1828 om drie uur in de middag verscheen Hendrik Poutsma (1803-1846) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Dokkum om aangifte te doen van de geboorte van zijn dochter. Hendrik was vijf en twintig jaar oud en winkelier van beroep. Hij verklaarde dat Froukje op 10 september 1828 om half tien in de ochtend is geboren. Haar moeder was Hendrikje (Pieters) Keuning (1808-1830). Hendrik had twee getuigen meegebracht: (1) Sake Zoutman (1804-1875), vier en twintig jaar oud en bandenmakersknecht, en (2) Bote Schaafsma (1796-1848), een en dertig jaar oud en stadsbode van beroep.

Voetnoten

Geboorteakte van Cornelis van Meerten Jansen (1815-1892)

Eerste blad van de geboorteakte van Cornelis van Meerten Jansen (1815-1892) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Rhenen.

Tweede blad van de geboorteakte van Cornelis van Meerten Jansen (1815-1892) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Rhenen.

Hierboven wordt de geboorteakte van Cornelis van Meerten Jansen (1815-1892) weergegeven.1 Op 28 september 1815 om elf uur in de ochtend verscheen Casper Jansen (±1775-1851) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Rhenen om aangifte te doen van de geboorte van zijn zoon. Casper was tabaksplanter van beroep en woonachtig te Rhenen. Hij verklaarde dat Cornelis op 28 september 1815 om zes uur in de ochtend is geboren. Zijn moeder was Magaritha van Meerten (1785-1856).2 Casper had twee getuigen meegebracht: (1) Hendrik Vermeer (?-?), timmerman van beroep en (2) Matthijs van Vulpen (?-?), tabaksplanter van beroep. Casper kon de akte niet ondertekenen omdat hij geen schrijven geleerd had.

Voetnoten

Huwelijksakte van Maatje Philippina Jansen (1824-1899) en Brant Westbroek (1821-1879)

Eerste blad van de huwelijksakte van Maatje Philippina Jansen (1824-1899) en Brant Westbroek (1821-1879) zoals weergegeven in de Burgerlijke Stand van de Gemeente Wageningen.

Tweede blad van de huwelijksakte van Maatje Philippina Jansen (1824-1899) en Brant Westbroek (1821-1879) zoals weergegeven in de Burgerlijke Stand van de Gemeente Wageningen.

Hierboven wordt de huwelijksakte van Maatje Philippina Jansen (1824-1899) en Brant Westbroek (1821-1879) weergegeven.1 Op 18 juni 1875 verscheen dit aanstaande echtpaar voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Wageningen om een huwelijk aan te gaan. De ambtenaar in functie was burgemeester Jacob Knel.

Brant Westbroek was twee en vijftig jaar oud en zonder beroep. Hij was geboren en woonachtig te Wageningen.2 Brant was de meerderjarige zoon van wijlen de echtelieden Jochem Westbroek (1786-1851) en Johanna Christina Blankenbijl (1785-1825).

Maatje Philippina Jansen was vijftig jaar oud en zonder beroep. Zij was geboren te Rhenen en woonachtig te Breukelen.3 Maatje Philippina was de meerderjarige dochter van Casper Jansen (±1775-1851) en Margaritha van Meerten (1785-1856).4

Het aanstaande echtpaar overhandigde de volgende stukken: (1) Geboorteakte van de bruidegom. (2) Geboorteakte van de bruid. (3) Bewijs van gedane afkondigingen te Breukelen. De huwelijksafkondigingen zijn onverhinderd geschied te Wageningen en te Breukelen op 6 juni 1875 en op 13 juni 1875. Na de vragen van de ambtenaar hebben zij elkaar het ‘Ja’-woord gegeven.

Het echtpaar had de volgende getuigen meegebracht:

  1. Reijer Rutgers (1811-1882), drie en zestig jaar oud, molenaar van beroep en woonachtig te Wageningen.
  2. Hendrik Taster (±1798-?), zeven en zeventig jaar oud, zonder beroep en woonachtig te Wageningen.
  3. Christiaan Willem Lijsen (±1838-?), zeven en dertig jaar oud, schrijver van beroep en woonachtig te Wageningen.
  4. Johannes Klaassen (1831-1889)5, vier en veertig jaar oud, metselaar van beroep, zwager van de bruidegom en woonachtig te Wageningen.

Voetnoten

Overlijdensakte van Maatje Philippina Jansen (1824-1899)

Overlijdensakte van Maatje Philippina Jansen (1824-1899) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Wageningen.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Maatje Philippina Jansen (1824-1879) weergegeven.1 Op 8 februari 1899 verscheen Jacob van de Peppel (1836-1901) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Wageningen om aangifte te doen van het overlijden van Maatje Philippina. Jacob was twee en zestig jaar oud en tabakswerker van beroep. Hij deed de aangifte samen met Derk Folkerts (1862-1931), zes en dertig jaar oud en bakker van beroep. Zij verklaarden dat Maatje Philippina op woensdag 8 februari 1899 om negen uur in de ochtend is overleden in de leeftijd van drie en zeventig jaar en een maand. Zij was zonder beroep, geboren in het jaar 18252 te Rhenen en woonachtig te Wageningen in de Marktstraat A nummer 364.3 Maatje Philippina was weduwe van Brant Westbroek (1821-1879) en een dochter van wijlen de echtelieden Casper Jansen (±1775-1851) en Margaritha van Meerten (1785-1856).4

Voetnoten