Parenteel van Margaretha van Abcoude van Meerten (?-1602) en Cornelis van Assendelft (?-1600)

Slot Assumburg ten oosten van Heemskerk. Bron: Wikipedia.

Margaretha van Abcoude van Meerten werd op ? geboren te ? als dochter van Gerrit van Abcoude van Meerten (?-1537) en Geertruijt van Loon van Hensbergen (?-1566). Het parenteel van haar ouders is hier te vinden. Zij is overleden in juni 1602 te Slot Assumburg. Zij trouwde rond 1565 te ? met Cornelis van Assendelft. Cornelis van Assendelft werd op ? te ? geboren als zoon van Otto van Assendelft (?-?) en Geertruijd van Sevenbergen (?-?). Hij is overleden op 13 mei 1600 te Slot Assumburg.

Kinderen

Uit dit huwelijk werden de volgende vier kinderen geboren:

  1. Floris van Assendelft. Hij werd geboren rond 1566 te ? en is overleden anno 1584 te Slot Assumburg. Hij is ongehuwd en kinderloos overleden.
  2. Gerrit van Assendelft. Hij werd geboren rond 1567 te ? en is overleden op 13 juni 1617 te Slot Assumburg. Hij is ongehuwd en kinderloos overleden.
  3. Anna van Assendelft. Zij werd geboren op ? te ? en is overleden in februari 1626 te Slot Assumburg.1 Zij trouwde in september 1594 te ?2 met Gerard (of: Gerrit) van Renesse van der Aa, geboren op ? te ? en overleden anno 1609 te Slot Assumburg. Hij was een zoon van Adriaan van Renesse van der Aa (?-?) en Agnes van Renesse van Wulven (?-?).
  4. Antonetta van Assendelft. Zij werd geboren op ? te ? en is overleden op ? te ?. Zij trouwde op ? te ? met Everard (of: Evert) van Deurne, geboren op ? te ? en overleden anno 1606 te ?. Hij was een zoon van Henrick van Deurne (?-1604) en Maria van Eyck (?-1594).

Meer informatie over dit echtpaar

Dit parenteel wordt nog verder compleet gemaakt. Hieronder volgen tijdelijk de linkjes naar artikelen op deze website die onder meer dit echtpaar vermelden. Later, als de Heere leven geeft, willen we dit omwerken tot een overzichtelijk en leesbaar geheel.

Voetnoten

Stichting Creaton organiseert komende maand D.V. een last-minute excursie naar de Ardennen

De Ardennen is een huzarenstukje geologie in onze achtertuin.1 Creationisten zijn daarom al jaren geïnteresseerd in deze fascinerende geologische puzzel. Al weer een aantal jaren geleden organiseerde Weet Magazine in samenwerking met Stichting Creaton een meerdaagse excursie naar dit gebied.2 Komende maand D.V. organiseert Stichting Creaton een last-minute excursie naar de Ardennen.

Creaton laat op haar website weten dat het programma gevuld is met excursies en lezingen. Vrijdag en zaterdag overdag ‘zullen we (…) met hamer en beitel in de hand de bewogen geschiedenis van het Europese continent zichtbaar maken’. De gids volgt de Maas vanaf Couvin in de meest zuidelijke punt van de excursie via Dinant naar Namen. Op vrijdagavond hopen drs. Tom Zoutewelle en dr. Peter Borger ieder een lezing te geven. Zoutewelle geeft een inleiding in de geologie en geschiedenis van de Ardennen. Borger geeft een overzicht van de nieuwste inzichten in de genetica. De excursie vindt plaats van 20 tot en met 22 september 2024 D.V. Wellicht is het in overleg mogelijk om, in verband met de zondagsrust, al op zaterdagavond huiswaarts te keren. De gasten verblijven op het vakantiepark Villatoile aan de rivier Lesse (Dinant). De kosten bedragen 250 euro. Dit is inclusief overnachtingen en maaltijden. Wanneer er voldoende interesse is kan er, tegen een meerprijs van 50 euro, vanaf Utrecht gebruik gemaakt worden van vervoer met een busje. Aanmelden kan via de website van Stichting Creaton (zie voetnoot).3

De website van Stichting Creaton maakt ook nog reclame voor de excursie van Wort und Wissen naar het bekken van Parijs, een week eerder. In dit artikel is daar meer over te lezen.

Voetnoten

Vogels blijven verrassen

U ziet twee meeuwen. Ze staan op de brugleuning van het Tollewaardviaduct en houden mij goed in de gaten. Want ik had gezien dat de voorste vogel geringd was en kwam sluipend fotograferend dichterbij.

In mijn optiek zag ik twee adulte Zilvermeeuwen. Mooi die opvallend oranjerode vlekken op de gele snavels. De voorste vogel draagt een blauwe ring en een gele ring met de code LT. De foto verstuurd naar het Vogeltrekstation. Altijd boeiend om te weten waar en wanneer een vogel geringd is. Vogeltrekstation gaf mij het adres van iemand van een meeuwenproject.

Maandenlang vernam ik niets. Opnieuw informatie opgevraagd. En wat bleek uiteindelijk? De verstuurde informatie bereikte niet mijn mailbox. In de praktijk bouncen (nooit van gehoord, betekent mixen) hetnet.nl en planet.nl regelmatig niet!

Op 23 juli kreeg ik via een app de gevraagde gegevens. De meeuw was op 22 juni 2021 als nestjong geringd op het stuwcomplex van Amerongen. Het was het jong van een mengpaar, dus een hybride. Ouders: een Zilvermeeuw (Larus argentatus) en een uit Zuid-Europa afkomstige Geelpootmeeuw (Larus michahellis)!

De geringde vogel lijkt sterk op een Zilvermeeuw maar er zijn verschillen. O.a. in pootkleur: Zilvermeeuwen roze, Geelpootmeeuwen gele (bio-logica!), de fotomeeuwen beige. Allebei waarschijnlijk hybride. Bijna alle broedgevallen van Geelpootmeeuwen in Nederland betreffen mengparen of hybride nazaten daarvan. Verassend!

De geringde vogel is gespot 6 augustus 2021 Amerongen stuwcomplex, 8 oktober 2021 Barneveld vuilstort en 31 december 2021 Oss vuiloverslag. Door mij drie jaar later bij Lienden. Ook verassend!

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2024, Vogels blijven verrassen, Het GemeenteNieuws 23 (34): 5.

Selectie voor perfectie of perfect door intellect

‘Waar komen we vandaan?’ Dit is een fundamentele vraag die ons allen in meer of mindere mate bezighoudt. Dat het ons diep raakt blijkt wel uit de verhitte gemoederen tijdens discussies over ‘schepping of evolutie’.

De gangbare opvatting in onze samenleving is dat er geen twijfel bestaat over de evolutionaire oorsprong van het leven op aarde. Het idee van een schepping, zoals verhaald in Genesis 1 en 2, zou achterhaald zijn. In tegenstelling tot de evolutietheorie zou een zogenaamd scheppingsmodel – dat een alternatieve wetenschappelijke verklaring wil geven – geen voorspellende waarde hebben. En wellicht nog belangrijker: ‘Nothing in Biology makes sense except in the light of Evolution’ (Dobzhansky, 1973). Dus, laat het scheppingsmodel alstublieft buiten de deur der wetenschap.

Bovendien, zo voegen veel christenen daar aan toe, zou een andere interpretatie van Genesis 1 ook een evolutionaire oorsprong van de soorten toelaten. Vasthouden aan het scheppingsmodel is daarom onnodig, en zou slechts getuigen van koppigheid in weerwil van de feiten.

Dat is wat we vaak horen, maar is er echt niets voor schepping volgens Genesis te zeggen, en is deze schepping als ontstaansmodel echt achterhaald? In het vervolg van dit artikel wil ik me concentreren op de voorspelling van het scheppingsmodel dat variatie binnen een groep beperkt is, terwijl de voorspelling van het evolutiemodel moet zijn dat variatie onbeperkt is.

De observaties

Wanneer we spreken over evolutie bedoelen we vaak macro-evolutie: het proces waarbij oorspronkelijk planten- en diervormen door mutaties, genduplicaties etc. en vervolgens recombinatie en natuurlijke selectie over miljoenen jaren tot de huidige levensvormen leidden. Dit betekent in essentie dat variatie onbeperkt moet zijn.

Een van de meest effectieve manieren voor evolutie en vorming van nieuwe soorten is populatie-isolatie (allopatric speciation) (Mayr, 1997). Inderdaad treden er snelle veranderingen op in de verschijningsvorm van soorten wanneer een populatie geïsoleerd raakt (Carroll, 1988). Ook in de duiven- en hondenfokkerij worden enorme variaties in, in evolutionaire termen, ongelooflijk korte tijd bereikt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in talloze leerboeken dergelijke variaties naar voren worden gehaald als bewijs voor de evolutietheorie.

Maar is dit echt een bewijs voor de evolutietheorie? Zonder uitzondering bereikt de variatie uiteindelijk een grens, en dat wordt vaak niet verteld. Deze grens is precies wat het scheppingsmodel voorspelt; een katachtige zal altijd een katachtige blijven en een olifantachtige een olifantachtige! Er wordt wel gezegd dat in deze argumentatie de tijd wordt vergeten, maar is dat niet een geloof in de mystiek van tijd? De herhaalde observatie (wetenschappelijke) is vooralsnog dat er een grens aan de variatie is.

Mechanisme voor evolutie: natuurlijke selectie

Natuurlijke selectie wordt gezien als het mechanisme voor evolutie, waarbij de natuurlijke omgeving selecteert uit de al aanwezige variatie. In andere woorden, die individuen die de meeste reproducerende nakomelingen produceren worden door de natuur geselecteerd. Maar een dergelijke selectie selecteert de slecht aangepaste individuen met hun specifieke variatie aan genotypen weg, wat over tijd juist tot een verarming van de variatie in de soort zal leiden. De logische conclusie is dan ook dat natuurlijke selectie alleen geen nieuwe variatie kan creëren.

De nieuwe informatie die voor nieuwe variatie kan zorgen moet komen van mutaties en andere modificaties van het genetische materiaal, zoals genduplicaties, stelt de huidige evolutietheorie. In genduplicatie bijvoorbeeld kan de kopie over tijd een andere functie krijgen. Dit zou de nieuwe variatie moeten zijn waar de natuur uit kan selecteren. Daar valt wel iets op af te dingen: verandering van een letter in een zin en zelfs verdubbeling van stukken van een zin, analoog aan een mutatie in de genetische code, leidt immers tot informatieverlies! Toch blijkt dat simulaties van mutaties en selectie goed in staat zijn om een goed lopende zin te construeren (Dawkins, 1976). Ook moderne computer programma’s zijn in staat evolutie te simuleren met processen als recombinatie, mutatie en selectie (Foster, 2001; Yedid & Bell, 2002). Daarbij moet aangetekend worden dat de toegestane variatie in deze programma’s beperkt is.

Wim de Jong heeft een simulatieprogramma geschreven waarin ook onbeperkte variatie mogelijk is. Het is een simulatie met digitale ‘damoebes’, computer programmaatjes die kunnen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen of delen. We zagen dat selectie voor een bepaalde damoebe leidde tot een toename in de populatie van de betreffende damoebe. Maar onbeperkte mogelijkheden tot variatie, dus zonder mutatiebescherming zoals die in de natuur en computerprogramma´s veelvuldig voorkomt, leidde tot dysfunctionele damoebes (De Jong & Degens, 2011). Dit laat zien dat onbeperkte mutaties niet tot verbetering van functie leiden, maar degeneratie. Dat mutaties doorgaans negatief zijn blijkt ook al uit het feit dat cellen beschikken over 1. verschillende manieren om zich te beschermen tegen het effect van mutaties en 2. een enorme DNA-reparatie-capaciteit (Wood et al., 2005).

Ten slotte, mutaties zouden zich sneller moeten verspreiden in een asexueel voortplantend dan een sexueel voortplantend organisme, doordat de mutatie in sexueel voortplantende organismen door de recombinatie meestal wordt geneutraliseerd. Toch zien we zelfs in asexueel voortplantende organismen met een korte generatieduur, waar we in korte tijd miljoenen organismen kunnen kweken, nooit een bacterie in een meercellig organisme veranderen.

Onze computersimulatie en de beperkte variatiemogelijkheden in de natuur lijken er op te wijzen dat levensvormen een genenpool bezitten die aanpassing aan wisselende omstandigheden, binnen grenzen, mogelijk maakt. Tegelijkertijd zijn ze voorzien van mechanismen die het effect van ongewenste mutaties: 1. beperkt door de aanwezigheid van meerdere kopieën van een gen in het genoom, 2. zoveel mogelijk wordt voorkomen en 3. effectief wordt herkend en gerepareerd. Dit alles zet een rem op evolutie.

Literatuur

  • Carroll R.C. Vertebrate Paleontology and Evolution. W. H. Freeman and Co. New York, 1988.
  • Dawkins, R. The selfish gene. Oxford University press, 1976.
  • De Jong W., Degens H. The evolutionary dynamics of dynamic and nucleotide codes: a mutation protection perspective. The Open Evolution Journal 5:1-4, 2011.
  • Dobzhansky T. Nothing in Biology Makes Sense Except in the Light of Evolution. The American Biology Teacher 35:125-129, 1973.
  • Foster J.A. Evolutionary computation. Nat Rev Genet. 2:428-436, 2001.
  • Mayr E. This is Biology; Harvard University press, 1997.
  • Wood R.D., Mitchell M., Lindahl T. Human DNA repair genes, 2005. Mutat Res 577:275-283, 2005.
  • Yedid G., Bell G. Macroevolution simulated with autonomou
  • sly replicating computer programs. Nature 420:810-812, 2002.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen van de website Geloof en Wetenschap. Het originele artikel is hier te vinden.

Aantekeningen betreffende Evert van Delen in de ‘Collectie Van der Dussen’

In de ‘Collectie Van der Dussen’, te raadplegen bij de Hoge Raad van Adel, zijn wat aantekeningen opgenomen van de Evert van Delen. Deze aantekeningen zijn nuttig voor verder onderzoek naar de ‘Van Meertens’. Met dank aan Bertus Barendrecht die foto’s wilde maken van deze aantekeningen en ze met mij wilde delen.

In de genoemde collectie is een schriftje te vinden over de familie Van Delen met daarop het nummer 309. Evert van Delen tot Laar was een zoon van Wijnand van Delen tot Laer en Anna van Cattenburgh, dochter van Floris van Cattenburgh en ? van Pavoirt. Wijnand komt voor van 1539 tot 1573. Waarschijnlijk wordt bedoeld komt voor in het ridderschap. Op het blad staat dat Evert sterft op 8 februari 1586 op Huize Te Laer. Hij trouwde anno 1562 met Elizabeth van Leeuwen. Zij was een dochter van Albert van Leeuwen en Hillegonda van Meerten.1 De huwelijkslieden waren Wijnold van Delen, Brand van Delen en Johan van Cattenbosch vanwege der bruidegom. Vanwege de bruid waren dat Adriaan van Leeuwen en Herman van Leeuwen. Evert is beleend geworden met Huize Te Laer ‘door afgifte zijns vaders 1568’.

Elisabeth en Evert kregen vier kinderen: Albert, Herman, Floris en Anna. Alleen de eerste twee overleefden. De laatste twee kinderen waren een tweeling, ‘beiden stierven in de wieg’.

Voetnoten

Akte waarbij hertog Arnold van Gelre aan Peter van Meerten (Janszoon) het bodeambt te Tiel en Zandwijk geeft

Transcriptie RAG archief 0001 nummer 1105: Afschrift van een acte waarbij hertog Arnold ven Gelre aan Peter van Meerten Janszoon het bodeambt te Tiel en Zandwijk geeft, de dato 22-04-1429.1

Wij Arnolt van der genaden Gaitz Hertoge van Gelre ende van Gulich ende Greve van Zutphen doen kont ende bekennen mit desen apenen brieve dat wij, omme sunderlinge gonsten wille ons dairtoe bewegende, gegeven hebben ende geven mits desen selven brieve voir ons, onsen erven ende nacomelingen Peter van Meerten Janssoen dat baidampt in onsser stat van Tijele ende tot Zandwijck mit allen sinen rechten, vervallen, toebehoren ende opkominge, nijet dairaff uutgescheijden, dat Peter van Meerten vurscreven sijn leven lanck hebben, halden ende gebruicken sal, rustlich ende ongehijndert, gelijckerwijt als onser zeliger alderen ende voirvaderen baden datselve badeampt aldair tot Tijele ende toe Zandwijck gehadt ende gebruijct hebben. Alsoe dat wij dairomme ontbieden ende mit desen onssen brieve ernstlich bevelen u onssen amptman, richter ende voirt buermeisteren, schepenen, rade ende ganser gemeijnten onsser stat van Tijele ende van Zandwijck vurscreven, die nu sijn ende hiernamaels dair wesen sullen, dat gij den vurgenanten Peter van Meerten dairtoe ontfanct, kennet ende haldet ende hoen in allen saken duet als gij onssen ende uwen bade tot Tijele ende tot Zandwijck van gaeden alden rechten ende gewoenheiden sculdich sijt te doen. Datz onsse eijntlicke meijnninge ende willen dat oich also van u gedaen hebben sonder ennige wederreden off bekoen2. Ende omme dat die vurgenanten Peter van Meerten diss vast ende seker sij sijn leven lanck gelijck vurscreven steet, sunder argelist, soe hebben wij te orkunde onssen zegel van onsser gerechter wetentheit aen desen brieff hebben doen hangen. Gegeven in den jair onss Heren dusent vierhondert negen ende twintich des vrijdages na den sonendages Jubilate3.

Pro dominum ducem presentibus de concilio Johanne Schelert de Obbendorpp magistro curie, Theodoro de Aernhem militibus ac Johanne de Apelteren marscalko armiger.4

Transcriptie door dr. P.D. Spies, de dato 28-08-2024.

Voetnoten

‘Goddelijk ontwerp zichtbaar in skeletspieren’ – Dr. Hans Degens spreekt in Leeds op een Engels scheppingscongres

Aan het begin van de zomer wees Weet Magazine haar lezers op een drietal creationistische congressen die dit najaar aan de overkant van ‘de grote plas’ hopen plaats te vinden.1 Overigens vergat het populair-wetenschappelijke tijdschrift er nog één (en wellicht zijn er nog meer te noemen): de CViE Conference 2024 met de professoren Stuart Burgess, Andy McIntosh en Steve Taylor als hoofdsprekers.2 Vier congressen dus, ongelofelijk! Op één van die congressen spreekt de van oorsprong Nederlandse bioloog en spierfysioloog prof. dr. Hans Degens.

Dr. Hans Degens is al een aantal keren als spreker geweest op congressen in Opheusden of elders.3 Samen met Hans Degens schreef ondergetekende in 2017 een artikel over EVOKE.4 Onlangs verscheen van zijn hand samen met dr. ir. Wim de Jong een artikel over het onderscheid tussen micro- en macro-evolutie.5 Om niet meer te noemen deed hij ook mee met een artikel contra de evolutievisie van systematisch theoloog prof. dr. Gijsbert van den Brink.6 Nu spreekt hij dus, over zijn eigen vakgebied, op een Engelstalige conferentie over de schepping in Leeds (Groot-Brittannië). De bijdrage van dr. Degens heeft als titel ‘Skeletal Muscle’s Grand Design’. De conferentie hoopt plaats te vinden op vrijdag 20 en zaterdag 21 september 2024 D.V. in het Bridge Conference Center te Leeds. Andere sprekers zijn Philip Bell, Brian Edwards, Tony Brown, Stuart Burgess, Phil Robinson, Lucien Tuinstra, Thomas Fretwell, Andrew Sibley en Nigel Jones. Hans Degens spreekt op vrijdagavond om 20:15 uur. De conferentie wordt georganiseerd door de internationale creationistische organisatie Creation Ministries International. Meer informatie over deze conferentie en aanmelden is mogelijk via de website van deze organisatie (zie voetnoot). Vier congressen kort na elkaar, wellicht een reden om eens de Noordzee over te steken.7

Voetnoten

De erfenis van Bonaventura – Lessen van een Franse geleerde uit de middeleeuwen over schepping en zondeval

In De Waarheidsvriend van 4 juli 2024 werd de 750ste overlijdensdag van Bonaventura herdacht. Ds. H. Liefting, emerituspredikant uit Gouda, schreef een lezenswaardig artikel over deze middeleeuwse geleerde. Een stuk dat ook voor hedendaagse creationisten zeer leerzaam is. Daarom hieronder een samenvatting.

De St. Bonaventurakerk op de Palatijnheuvel. Bron: Wikipedia.

Bonaventura werd in het jaar 1217 (al zeggen sommigen 1221) geboren in Italië (Bagnoregio) en overleed op 12 juli 1274 te Lyon. Op jonge leeftijd ging hij studeren aan de toen prestigieuze Universiteit van Parijs. Hij studeerde daar eerst ‘vrije kunsten’ en daarna theologie. In 1257 werd hij hoogleraar in de theologie en werd hij collega van Thomas van Aquino.

Tegen het Aristoteles

Bonaventura groeide op in de platoons-augustijnse traditie waarbij sterke nadruk wordt gelegd op het bovenaardse, het innerlijk, de eeuwigheid en de onsterfelijke ziel. Toen hij collega werd van Van Aquino maakte hij kennis met de aristotelische traditie. Deze traditie richt zich, integendeel tot de voorgenoemde traditie, meer op de concrete aardse werkelijkheid. Bonaventura wist zich geroepen om met kracht de augustijnse visie te verdedigen ‘tegen deze aristotelische nieuwlichters’. Het resulteerde in ‘Collationes in Hexaëmeron’, het zesdagenwerk. Om zich te kunnen verdedigen moest Bonaventura zich behoorlijk verdiepen. “Het gevolg was dat ook hij er helaas niet aan ontkwam om in zijn eigen werken allerlei wijsgerig materiaal op te nemen”. De werken van deze Franse geleerde waren van invloed op de bekende kerkhervormer Maarten Luther. Naar eigen zeggen maakte Bonaventura hem ‘bijna dol’, maar deelden ze samen de afkeer van het aristotelisme. Liefting verwijst hiervoor naar de minder bekende 97 stellingen van Luther van 4 september 1517 waarin hij in stelling 41 en 50 het aristotelisme afwijst, onder andere als ‘de ergste vijand van de genade’. Liefting constateert dat toen het aristotelisme de kerk binnenkwam, ‘de kerk geestelijk alleen maar achteruit holde’. Hoewel Luther het aristotelisme krachtig bestreed, waren er toch ‘bepaalde reformatorische theologen na Luther’ die ‘het aristotelisme weer omarmden’.1 Met dien gevolge dat christenen uit de Gereformeerde Gezindte tegenwoordig, door sommige theïstische evolutionisten, opnieuw geconfronteerd (kunnen) worden met deze ‘aristotelische theologen’.2

Schepper en schepping

Bonaventura wilde onderscheid aan brengen tussen scientia en sapientia. Het laatste was in zijn ogen het meest belangrijk. “Geen wereldse wijsheid, maar wijsheid uit God.” Als iemand uit de bevindelijk-gereformeerde hoek zou ik zeggen: het onderscheid tussen rationele kennis en bevindelijke kennis. Een prachtig stukje uit het artikel van Liefting is naar aanleiding van Bonaventuras Breviloquium. De Franse geleerde gaat in dit werk in op de staat der rechtheid en de gevolgen van de zondeval. Daardoor maakt hij gebruik van de vierdeling die bekend is uit de heilsgeschiedenis: schepping-zondeval-verlossing-voleinding. Een lang citaat uit het artikel van Liefting:

“De geschapen wereld was voor hem een ongeschreven boek, waarin de scheppende drie-eenheid weerspiegeld, uitgebeeld en gelezen wordt. Voor de zondeval was dit boek voldoende om God te leren kennen. De Schepper had namelijk sporen van Zichzelf in de schepping achtergelaten, waardoor Hij symbolisch in Zijn schepping aanwezig was. In alle schepselen kunnen we volgens hem een spoor van de Schepper terugvinden, in de met verstand begiftigde schepselen herkennen we Zijn beeld en in alle begenadigde wezens, die de gave van de Heilige Geest ingestort hebben gekregen, Zijn gelijkenis. Na de zondeval verduisterden onze ogen echter en is het moeilijker geworden om de schepping als ‘een door Gods vinger geschreven boek’ te lezen. Gelukkig is dat weer mogelijk doordat Hij zorgde voor het boek van de Schrift. Daarin vinden we de sleutel om het boek van de schepping te spellen. Het is volgens Bonaventura onze roeping om de schepping ‘terug te voeren’ naar de Schepper. Hoe actueel!”

Ten slotte

Bonaventura heeft daarmee veel raakvlakken met tegenwoordige bevindelijk-gereformeerde wetenschappers (of zij nu werken in de alfa-, beta- of gammawetenschappen). Het artikel van Liefting spoort aan om de werken van Bonaventura zelf ter hand te nemen en te lezen. Wie weet geeft de Heere ons de tijd om de vertaalde werken van hem de bespreken op deze website.

N.a.v.: Liefting, H., 2024, Een engelachtige geleerde. Tegen de tijdgeest in verdedigde Bonaventura 750 jaar geleden de augustijnse traditie, De Waarheidsvriend 112 (27): 12-13.

Voetnoten

‘Human Genetic Degeneration?’ – Dr. John Sanford sprak in 2018 voor de National Institutes of Health (NIH)

Op 18 oktober 2018 was dr. John Sanford te gast bij de National Institutes of Health (NIH) om daar te spreken over de degeneratie van het menselijk genoom. Dr. Sanford is via deze website bekend door de samenvatting die dr. Erik van Engelen gaf van zijn boek ‘Genetic Entropy’.1 De lezing van Sanford is opgenomen en hieronder terug te kijken, met dank aan het YouTube-kanaal ‘Evidence and Reasons’.

Voetnoten

Huize Blijwerven op een Ingense verpondingskaart uit 1809

In 1809 werd er een verpondingskaart van Ingen en omgeving (‘dorpe en iurisdictie Ingen’) gemaakt. De kaart is getekend en gemeten door Johannes van Zijlmans en Cornelis W. de Jonghe en wordt bewaard bij het Gelders Archief. Een grote kaart van 190 cm x 116 cm, met daarop de landerijen gelegen in ‘den dorpe en iurisdictie Ingen’. Op de verpondingskaart is ook Huize Blijwerven te vinden. Hierop zijn de contouren van de gracht en het eiland waar het adellijk huis op gestaan heeft goed te zien. Met dank aan Joke Honders die mij op het bestaan van deze kaart wees.1

Op de sterk uitvergrote uitsnede van de verpondingskaart hierboven is de gracht duidelijk te zien. In het midden een eiland. Deze gracht is nu nog te zien en op het eiland staat de tegenwoordige villa Huize Blijwerven. Dit huidig bestaande huis is daar in 1922 gebouwd. Van de gebouwen die op de kaart van 1809 staan is het mij (nog) onbekend wanneer die gebouwd zijn. Het adellijk huis of kasteel (?) is kennelijk afgebroken en naast de gracht en het eiland is een nieuw landhuis gebouwd met de naam Huize Blijwerven. Tot wanneer er een adellijk huis of kasteel heeft gestaan is niet duidelijk. Uiteindelijk is het later gebouwde huis op zijn beurt ook weer afgebroken en is er in 1922 een nieuwe villa verschenen op de dezelfde locatie als waar eerst het adellijke huis stond. De gracht is verbonden met de sloot, deze sloot wordt doorbroken of overbrugd door een oprijlaan. Vanuit HisGIS en de kadastrale gegevens uit deze periode weten we welke landerijen er behoorden bij Huize Blijwerven.2 Ook weten we ongeveer hoe de gebouwen eruit zagen op de verpondingskaart.3 Hieronder wordt een minder ver ingezoomde uitsnede van de verpondingskaart weergegeven. Tegenwoordig is er op het terrein een camping gevestigd, met de toepasselijke naam Camping Blijwerven.

Voetnoten