‘Kijk maar in de spiegel en kijk maar in de spiegel van de natuur’ – Ds. Zondag in een preekfragment n.a.v. de vraag ‘Hoe weet ik dat God bestaat?’

Hoe weet ik dat God bestaat?‘ Predikant mr. dr. W.A. Zondag laat in een preekfragment horen hoe hij, door te kijken naar het Boek der Natuur, deze vraag zou beantwoorden aan jongeren. Uiteraard is het niet verstandig om alleen preekfragmenten te beluisteren (dat zou een selectief beeld op kunnen roepen), maar de gehele preek. Deze is hier te vinden. Met dank aan ‘Evangelie Herauten’ voor plaatsing van dit preekfragment op hun YouTube-kanaal.

‘Al met al is Inzicht een onmisbaar naslagwerk’ – Bespreking van ‘Inzicht: Wetenschap voor Gods Aangezicht’

Kun je wetenschap en geloof combineren? De laatste jaren zijn diverse boeken van christelijke theologen en natuurwetenschappers verschenen die deze vraag met ‘ja’ beantwoorden. Maar ze nemen daarbij vaak de (seculiere) natuurwetenschap als uitgangspunt en zeggen dat Genesis ‘dus’ niet letterlijk kan worden gelezen. De christelijke wetenschappers die aan het boek Inzicht hebben meegewerkt, beantwoorden bovenstaande vraag ook met ‘ja’. Alleen nemen zij Genesis wél letterlijk.

Inzicht is een bundel met bijdragen van achttien theologen, filosofen en natuurwetenschappers die allemaal de historische lezing van Genesis onderschrijven. Ieder focust in zijn bijdrage op zijn eigen vakgebied. De oplettende Weet-lezer zal diverse namen herkennen van artikelen uit vorige nummers.

Voor elk wat wils

De ondertitel van Inzicht is ‘wetenschap voor Gods aangezicht’. Wie alleen op de kaft afgaat, kan bedrogen uitkomen. De meeste mensen vereenzelvigen ‘wetenschap’ met ‘natuurwetenschap’. Dat is echter maar een van de vier secties in dit boek. De andere drie gaan over theologie, geschiedenis en filosofie. Wetenschap in de bredere zin van het woord dus. Maar dat maakt ook dat er voor iedere lezer wel iets in staat wat hem of haar aan zal spreken. De geschiedenisliefhebber kan zijn hart bijvoorbeeld ophalen aan de bijdrage van Benno Zuiddam over hoe de kerkvaders over Genesis dachten. Een meer natuurwetenschappelijk ingestelde lezer zal smullen van het betoog van Mart de Groot over de finetuning van het heelal of van Erik van Engelen over de complexiteit van het leven.

Publiek

Dat de auteurs allemaal een doctorstitel hebben is goed terug te zien in de verschillende bijdragen. Sommige gaan al snel diep de materie in (zoals Peter Borger over het menselijk genoom) of focussen op een klein deel van het grotere debat (zoals Aart Goedvree in zijn bijdrage over theoloog Herman Bavinck). Ook valt op dat er bij de selectie van auteurs die over theologie en kerkgeschiedenis schrijven, overwegend is gekozen voor scribenten die zich tot de gereformeerde kerken rekenen. Dat is een gemiste kans, want ook in andere christelijke stromingen zijn er velen die veel waarde hechten aan het klassieke scheppingsgeloof. Deze twee zaken maken Inzicht wat minder aantrekkelijk voor het brede publiek. Inzicht lijkt vooral te zijn geschreven voor studenten en academici, al is deze bundel voor de geïnteresseerde leek ook onmisbaar op z’n boekenplank.

Onmisbaar naslagwerk

Inzicht is voorzien van meer dan 700 voetnoten, sommige ter verduidelijking van de hoofdtekst, maar de meeste zijn bronverwijzingen, zodat de lezer handvatten krijgt om zich verder in bepaalde zaken te verdiepen. Sommige hoofdstukken sluiten af met een verklarende woordenlijst, en een beknopte index helpt de lezer om snel informatie terug te vinden. Hoewel Inzicht is voorzien van een voorwoord waarin de intenties van de auteurs en initiatiefnemer (‘onze’ Weet-redacteur Jan van Meerten) helder uiteen worden gezet, is er geen nawoord met een overkoepelende conclusie van de redactie. Als lezer blijf je dan een beetje met een ‘onaf’ gevoel zitten. Al met al is Inzicht, voor wie oprecht in geloof en wetenschap is geïnteresseerd, een onmisbaar naslagwerk.

WEET MAGAZINE: NOG GEEN ABONNEE?
Het bovenstaande artikel is overgenomen uit Weet Magazine nummer 81 (zie hiernaast). Weet Magazine is een populair-wetenschappelijk creationistisch tijdschrift waarin ingewikkelde wetenschappelijke onderwerpen eenvoudig worden uitgelegd en op een bijbelgetrouwe manier worden besproken. Daarnaast brengt het tijdschrift bij kennis over creationistische wetenschapsbeoefening. Nog geen abonnee van Weet Magazine? Dat kan natuurlijk niet! Ga snel naar de website van Weet Magazine en sluit vandaag nog een abonnement af!

Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit het Weet Magazine. De bronvermelding luidt: Heugten, G.J.H.A. van, 2023, Inzicht, Weet Magazine 81: 14.

De bundel is via dit bestelformulier verkrijgbaar.

Het dolomietprobleem – ‘Letter to the Editor’ van Nederlander en Brit in CRSQ met daarop repliek van Amerikaan

(Het artikel krijgt morgenvroeg D.V. nog een fijnafstemming)

We weten (nog) niet goed hoe dolomiet ontstaat, maar we vermoeden in een ondiepe (sub)tropische zee’, schreef ik in een niet-gepubliceerde reisgids.1 Intussen zijn er in de creationistische literatuur twee artikelen verschenen2 van atmosferisch wetenschapper Michael Oard (MSc.). Hierin wordt ook nagedacht over het ontstaan van dolomiet. Oard, die zich na zijn ijstijdenonderzoek veel met geologie beziggehouden heeft, geeft in die artikelen aan dat de zondvloed weleens de sleutel zou kunnen zijn voor dit dolomietprobleem. Nederlander ing. Stef J. Heerema en Brit dr. John D. Matthews reageerden in het lentenummer van het blad Creation Research Society Quarterly op deze artikelen van Oard.3

“Een minstens twee meter dikke laag gips (evaporiet) uit het Messinien van het Sorbasbekken in Zuid-Spanje. De gipslaag is direct boven het meertje te zien en wordt overdekt door kleilagen.” Bron van foto en bijbehorende tekst: Wikipedia.

‘Letter to the Editor’

In 2020 en 2022 verschenen er van de hand van atmosferisch wetenschapper Michael J. Oard (MSc.) twee artikelen over het zogenoemde dolomietprobleem in resp. Journal of Creation en Creation Research Society Quarterly.4 Vliegtuigbouwingenieur ing. Stef J. Heerema en petroloog dr. John D. Matthews reageren middels een ‘Letter to the Editor’ in CRSQ op deze twee artikelen. Volgens hen zouden te twee artikelen tegenstrijdig zijn. In het eerste artikel zou Oard de zogenoemde evaporieten verklaren vanuit stollingsgesteenten5, maar in het tweede artikel juist een hydrothermaal ontstaan opvoeren.

Volgens de auteurs zou een ‘hot water flow’ van 150 graden Celsius niet kunnen bestaan in atmosferische condities (omdat er dan een druk van vijf bar nodig is). Daarnaast vragen zij zich af hoeveel water er nodig is om de huidige hoeveelheid dolomiet te verklaren. Bovendien stellen ze de vraag hoeveel energie er nodig is en of de ark van Noach daardoor niet gekookt werd. Ze geven met behulp van een paper die te vinden is in de bronnen van Oard de antwoorden. Er is gigantisch veel water nodig wat ook nog eens op 150 graden Celsius moet blijven en er is zoveel energie mee gemoeid dat de ark van Noach gekookt werd. Bovendien geven Heerema en Matthews aan dat het in de genoemde paper gaat om protodolomiet met minder magnesium dan ‘gewone’ dolomiet. Het laat daarmee dus niet zien dat je óók dolomiet kunt verkrijgen vanuit magnesiumrijk water. Heerema en Matthews vragen zich daarom af waarom Oard, in plaats van een oplossing aan te dragen, hiermee juist een groter dolomietprobleem creëert.

Het Vulkanisch Zoutmodel (dolomiet valt immers onder de zouten) zou volgens Heerema en Matthews wél een oplossing genereren.6 Hoe dat precies te werk gaat laten de auteurs onvermeld, maar ze geven aan dat dit in ieder geval maar een fractie van de warmte-energie vrijlaat.

Reactie van Oard

Michael Oard (MSc.) reageert in dezelfde CRSQ op deze ‘Letter to the Editor’.7 Hij geeft aan dat hij kritiek op zijn werk niet uit de weg gaat, maar toch wat in verwarring was door sommige statements in de brief van Heerema en Matthews. Oard geeft aan dat hij geen steun heeft gegeven aan het idee dat de zogenoemde evaporieten ontstaan zouden zijn als stollingsgesteenten. Hij geeft aan drie verklaringen te hebben geopperd: (1) hydrothermale stromen, (2) carbonaten zijn direct geschapen door God, (3) vanuit carbonaatrijke stollingsgesteenten. Volgens Oard zou ook een combinatie van deze factoren het ontstaan kunnen verklaren.

Oard geeft aan geen U-bocht te maken als het gaat om het ontstaan van dolomiet. In de aangehaalde paper van Arvidson en Mackenzie gaat het volgens Oard om een laboratoriumexperiment die uiteraard verschilt van de situatie tijdens de zondvloed.8 Hij bestrijdt de gedachte dat er atmosferische condities nodig zijn met dat hij niet dacht aan de huidige situatie, maar aan de situatie tijdens de zondvloed. De hitte zou een meer geordende dolomiet doen laten ontstaan, dat zien we tegenwoordig ook niet. De bron van magnesium zou ook geen probleem vormen, omdat zelfs het zeewater van tegenwoordig 10 tot 100 keer zoveel magnesium bevat. De bron van het magnesium in het zondvloedwater zouden de oceanen voor de zondvloed kunnen zijn, of door hydrothermale stromen, vulkanisme, oplossing vanuit de gesteenten etc. Het ontstaan van de kalken is mogelijk door middel van de drie, door Oard, al eerder genoemde oorzaken.

Het koken van het zondvloedwater zal volgens Oard ook wel meevallen. Het gaat immers om lokaal zeer heet zondvloedwater. Bovendien moet er volgens de atmosferisch wetenschapper rekening gehouden worden met Gods beschermende hand, Die de mensen en dieren in de ark beschermde. Oard geeft aan dat hij er nog niet uit is of evaporieten ontstaan zijn als stollingsgesteenten of op een andere wijze. Evaporieten die tijdens de zogenoemde Messinian Salinity Crisis (Mioceen, Middellandse Zee) zijn ontstaan lijken, volgens Oard, het tegenovergestelde te laten zien. Oard geeft aan dat het ook kan dat dolomiet op een andere (voor ons (nog) onbekende) wijze is ontstaan. Volgens Oard moeten alle ontstaansmogelijkheden in detail onderzocht worden. Hij besluit zijn reactie met een verzoek tot meer creationistisch onderzoek naar evaporieten.9

Ten slotte

De conclusie van Oard kan ik van harte toejuichen: Er is veel meer onderzoek nodig aangaande het ontstaan van evaporieten. Het is goed dat we elkaar daarop uitdagen in de grotere creationistische tijdschriften. Heerema en Matthews zouden er goed aan doen om samen een paper voor te bereiden waarin ze de stelling dolomiet als stollingsgesteente verdedigen. Uit deze brief wordt niet duidelijk hoe hun voorstel in detail mogelijk is. Het dolomiet dat ontstaan is tijdens de zogenoemde Messinian Salinity Crisis kan als goede testcase hiervoor gebruikt worden.10 Bovendien is verder kijken ook nodig, omdat het Vulkanische Zoutmodel zeker óók niet zonder problemen is.11

Voetnoten

De waarde van Genesis voor een verantwoordelijk wereldbeeld – Dr. Henk Jochemsen sprak op het congres ‘Geloof jij het?’ (2013)

Op 4 januari 2014 sprak dr. Henk Jochemsen in Assen voor de congressenserie ‘Geloof jij het?‘ (2013). De titel van zijn lezing was ‘De waarde van Genesis voor een verantwoordelijk wereldbeeld‘. Met dank aan Geloofstoerusting is deze video opgenomen en kunnen wij die hieronder delen.

Parenteel van Gerrit van Meerten (1889-1970) en Hermanna Johanna Kappert (1890-1958)

Gerrit van Meerten werd geboren op 30 juni 1889 te Opheusden1 als zoon van Ruth van Meerten (1826-1890) en Dora Peters (1850-1892). Het parenteel van zijn ouders is hier te vinden. Hij is overleden op 6 januari 1970 te Arnhem.2 Hij trouwde op 13 april 1916 te Ambt Doetinchem3 met Hermanna Johanna Kappert. Hermanna Johanna Kappert werd op 2 juli 1890 te Ambt Doetinchem4 geboren als dochter van Johan Kappert (1864-1937) en Naatjen Stoltenborg (1865-1904). Zij is overleden op 30 september 1958 te Arnhem.5

Kinderen

Uit dit huwelijk zijn twee kinderen geboren. Deze worden hier niet als parenteel weergegeven omdat zij na 1900 geboren zijn. Alle kinderen zijn al overleden en van de meeste kinderen zijn de graven openbaar bekend. Informatie rond de grafsteen wordt op deze website in aparte artikelen besproken. Volg de linkjes hieronder voor meer openbare informatie rond de overleden kinderen.

  1. Johan Rutgerus van Meerten (1917-?).
  2. Theodorus Bernardus van Meerten (1921-?).

Overige informatie over dit echtpaar

Dit parenteel wordt momenteel verder aangevuld en compleet gemaakt.

Voetnoten

‘Peels heeft een prachtig boek geschreven over Gods lankmoedigheid’ – Bespreking van ‘Traag tot toorn’

​Waarom blijft de komst van Gods koninkrijk nog uit, waarom duurt het zo lang? In het Nieuwe Testament wordt deze bange vraag beantwoord met een verwijzing naar Gods lankmoedigheid. God laat het eindoordeel nog niet komen. Hij wil nog dat mensen tot bekering komen (2 Petrus 3:9). Deze boodschap heeft volgens Peels diepe wortels in het Oude Testament. Binnen de oudtestamentische wetenschap is er tot nu toe weinig aandacht voor Gods lankmoedigheid. Met deze studie tracht Peels dit aspect van de Godsopenbaring weer op de kaart te zetten.

Traag tot toorn

Dat is God. Deze eigenschap van God is door God zelf bekend gemaakt nadat Israël verviel in de zonde van het gouden kalf (Exodus 34:6-7): “Toen de HEERE bij hem voorbijkwam, riep Hij: HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van goedertierenheid en trouw, Die goedertierenheid blijft bewijzen aan duizenden, Die ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft, maar Die de schuldige zeker niet voor onschuldig houdt en de ongerechtigheid van de vaders vergeldt aan de kinderen en kleinkinderen, tot in het derde en vierde geslacht”. De HEERE is dus lankmoedig, traag tot toorn enerzijds en groot van goedertierenheid anderzijds.

Een nieuw begin maken

Vanwege deze eigenschappen, traag tot toorn en groot van goedertierenheid, kan God weer een nieuw begin maken met Zijn zondige volk. God is geen mens! Mensen hebben vaak een kort lontje. Denk aan Lamech. Lankmoedigheid is een woord dat Lamech niet kende (Gen. 4, 23-24). Evenmin waren de goden in de oudheid toonbeelden van geduld. Zij waren juist trots op de snelheid van hun toorn. Dit kwam omdat deze goden door de mensen zijn ontworpen en dus op hen lijken maar zo is God niet. Gelovigen moeten op Hem gaan lijken. Afgoden die vol ongeduld zijn en snel boos worden zijn beelddragers van de mens maar de mens dient beelddrager van God te worden.

Gods lankmoedigheid vertraagt de toorn

God is traag tot toorn. Maar in het woord lankmoedig zit wel Gods toorn. Traag tot toorn wil niet zeggen dat God alles maar door de vingers ziet. God houdt zijn toorn in volgens Karl Barth opdat wij tijd krijgen om in Hem te gaan geloven. God geeft omdat Hij traag is tot toorn zondaren genadetijd. Tijd om hem te zoeken. De bouw van de ark van Noach was zo’n periode waarin God Noach gebruikte om de zondaren nog tot inkeer te brengen. Ook Nineve kreeg nog 40 dagen en de profeten moesten de straf aankondigen en het volk oproepen om zich te bekeren. Zo kon met Gods troon ontvluchten door te vluchten tot Hem. De vertraging tot toorn heeft dus een functie. Alleen door bekering en geloof ontkomen we aan Gods uiteindelijke toorn. De lankmoedigheid van God is de periode waarin wij God moeten zoeken. Het is kostbare genadetijd. Exodus 34:6-7 resoneert door in de rest van de Schrift. Peels geeft divers voorbeelden.

Voorbeeld in Psalmen

Psalm 86:14-15
“O God, hoogmoedigen staan tegen mij op (…)
Maar U, Heere, bent een barmhartig en genadig God,
lankmoedig en groot van goedertierenheid en trouw”.

Psalm 103:8-10
“Barmhartig en genadig is de HEERE,
lankmoedig en groot van goedertierenheid.
Hij zal niet voor altijd ter verantwoording roepen,
niet voor eeuwig handhaaft Hij Zijn toorn.
Hij doet ons niet naar onze zonden
en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden”.

Voorbeelden in de profeten

Joel 2:13 “En scheurt uw hart en niet uw klederen, en bekeert u tot den HEERE, uw God; want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwade”.

Jona 4:2 “En hij bad tot den HEERE, en zei: Och HEERE! was dit mijn woord niet, als ik nog in mijn land was? Daarom kwam ik het voor, vluchtende naar Tarsis; want ik wist, dat Gij een genadig en barmhartig God zijt, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwaad”.

Een voorbeeld in het Nieuwe Testament

2 Petrus 3:9: “De Heere vertraagt de belofte niet (gelijk enigen dat traagheid achten), maar is lankmoedig over ons, niet willende, dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen”.

Conclusies die Peels trekt

  • Exodus 34:6-7 resoneert door in heel de Schrift volgens Peels.
  • Peels merkt op dat Gods lankmoedigheid weliswaar niet heel vaak letterlijk in het Oude Testament voorkomt maar op de achtergrond speelt Gods lankmoedigheid heel vaak mee. Zou God niet traag tot toorn zijn geweest dan was het allang met Israel afgelopen maar God redt hen keer op keer! Traag tot toorn betekent niet dat God slap is en nooit toornt. Zijn toorn kan wel degelijk ontbranden maar er zit altijd een vertraging in. Pas als de maat vol is, grijpt God in.
  • Heel anders zijn de goden van de volken rondom Israel. Heet woord lankmoedig komt bij hen niet voor. Integendeel. Zij staan zo in vuur en vlam en toornen bij het minste of geringste. De toorn van de godheid leidt meteen tot een strafgericht.
  • Peels stelt dat het opvallend is dat lankmoedigheid en groot van goedertierenheid samen genoemd worden. Hieruit blijkt volgens Peels dat Gods goedheid en Gods toorn niet symmetrisch zijn. Gods toorn is veel kleiner omdat God traag tot toorn (arag afajiem) is en zijn goedheid is veel groter. God is groot van goedertierenheid (rav chesed). Goed doen is Gods liefste werk en straffen en boos worden is niet Zijn liefste werk. Het is een werk dat God noodzakelijk doet. God heeft namelijk geen lust in de dood van de goddeloze.

Eindoordeel

Peels heeft een prachtig boek geschreven over Gods lankmoedigheid. Het boekje bevat slechts 48 bladzijden maar is desondanks zeer inhoudsvol. Ik sluit af met een citaat van Micha 7:18: “Wie is een God als U, Die de ongerechtigheid vergeeft, Die voorbijgaat aan de overtreding van het overblijfsel van Zijn eigendom? Hij zal niet voor eeuwig vasthouden aan Zijn toorn, want Hij vindt vreugde (lust) in goedertierenheid (chesed)”.

Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website van de auteur. Het originele artikel is hier te vinden.

Commissie ‘Schriftgezag’ van de Generale Synode Gereformeerde Gemeente 2022 heeft drie medewerkers benoemd

Op de Generale Synode van 2022 van de Gereformeerde Gemeente stond óók het onderwerp Schriftgezag centraal. De afgevaardigden besloten toen om een academisch geschoolde theoloog aan te stellen om dit onderwerp te onderzoeken.1 De Heere heeft in Zijn goedheid gegeven dat er niet één maar drie theologen zijn aangesteld. Laten we deze theologen ook gedenken in onze gebeden, dat het theologisch onderzoek van deze geleerden ook in Zijn gunst mag zijn en tot uitbreiding van Zijn Koninkrijk.2

Benoeming

In De Saambinder van gisteren (22 juni 2023) wordt melding gemaakt van de benoeming van drie theologen, in plaats van één studiesecretaris. Het gaat om drs. J. van Gurp, J.N. Mouthaan (MA) en J.A. Roukens (MA). Het afgelopen half jaar heeft de synodecommissie hun taak opgepakt en een sollicitatieronde gestart. De synodecommissie bestaat uit ds. A. Schot, ds. G.W.S. Mulder, dr. J.M.D. de Heer én dr. E.G. Bosma. De commissie heeft gekozen voor drie geleerden in plaats van één. Ze zin in de drie benoemde medewerkers ‘kwaliteiten en vaardigheden die complementair zijn. De commissie heeft daarom gemeend niet één studiesecretaris te moeten benoemen, maar drie. Bovendien verkleint dit de kwetsbaarheid van de functie van studiesecretaris’. Na deze sollicitatieronde hebben de commissie en de medewerkers samen ‘een werkwijze vastgesteld en de taken onderling verdeeld’. De publicaties, lezingen en (andere) media-uitingen van de medewerkers vallen onder verantwoordelijkheid van de Commissie Schriftgezag. Op de volgende Generale Synode (van 2025 D.V.) zal de commissie ook rapporteren over de werkzaamheden. Qua arbeidsvoorwaarden zijn de medewerkers ondergebracht bij het al bestaande Centrum voor Godsdienstonderwijs (CGO).

Werkzaamheden?

Dr. E.G. Bosma schrijft ook dat de komende maanden de medewerkers vooral bezig zijn met het doen van onderzoek en het opzetten van de werkzaamheden. “Het is de wens van de commissie en de medewerkers om van betekenis te mogen zijn voor het geheel van ons kerkverband en ook een uitstraling te hebben voor de bredere kring van de gereformeerde gezindte.” Leek het bij het eerste synodeverslag nog veel te gaan om onze jeugd. Nu lijkt dat, gelukkig, wat breder getrokken te worden. Immers is het volgens Bosma ‘nadrukkelijk de bedoeling om diverse doelgroepen op hun eigen wijze en niveau te benaderen met betrekking tot zaken die het Schriftgezag aangaan’.

Geleerdheid en vroomheid

We hopen dat in deze studie en werkzaamheden geleerdheid en vroomheid bij elkaar zullen komen. Zoals ook mijn pleidooi was bij het openingswoord van de bundel Inzicht: Wetenschap voor Gods aangezicht.3 Zodat we niet alleen aardse geleerdheid mogen hebben, maar bovenal van God geleerd zullen worden. Dat is ook mijn wens aan de medewerkers en de commissieleden. Het is goed dat naast het eigen kerkgenootschap ook oog is voor het dienen van de breedte van de Gereformeerde Gezindte. Dergelijke initiatieven kunnen we alleen maar aanmoedigen. Gebed is zeer nodig, want ‘zo dan, die meent te staan, zie toe, dat hij niet valle’ (1 Korinthe 10:12, SV). Het is namelijk niet makkelijk om in de huidige tijdgeest pal te staan voor de waarheid van Gods Woord en het Schriftgezag te verdedigen.

Voetnoten

Rosetta’s laatste beelden van de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko

Op 12 november 2014 landde Philae, de lander van de ESA-ruimtesonde Rosetta, op de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. Dit leverde unieke beelden en gegevens op. Hieronder zijn de laatste beelden van de lander te zien, met dank aan het YouTube-kanaal SciNews.

‘De Heere geve Godvrezende Jochebeds en biddende Monica’s, opdat we van Hem nog een Mozes en Augustinus zouden ontvangen’ – Bespreking ‘Inzicht: Wetenschap voor Gods aangezicht’

Is het mogelijk geloof en wetenschap te combineren, of zijn het twee gescheiden werelden? Het is een vraag die zich opdringt aan jonge mensen die (gaan) studeren. Het huidige academische denkklimaat staat haaks op het gedachtegoed dat ze van thuis en de kerk meekrijgen. Het is ook een vraag die ouders van studerende kinderen, ambtsdragers en onderwijzers met terechte zorg kan vervullen.

Juist in een tijd waarin iedereen geconfronteerd wordt met medische en technische ontwikkelingen en waarin we onze weg moeten vinden in het omgaan met complexe, maatschappelijke vraagstukken rondom klimaatverandering en ‘maakbaarheid van het leven’. In de coronatijd zijn we heftig met deze vraag geconfronteerd, toen ‘de wetenschap’ de maatstaf was om beleid in te richten tot aan de kerkdeur toe, en toch niet het laatste antwoord gaf. Ook zien we dat de academische beoefening van de theologie ons niet alleen maar goede dingen gebracht heeft.

Het heeft velen in onze kring sceptisch(er) gemaakt richting de wetenschap. Het is daarom een goede gedachte geweest om in de bundel ‘Inzicht‘ achttien protestantse wetenschappers aan het woord te laten die ieder op hun eigen deelterrein proberen geloof en wetenschap te verbinden. Een breed spectrum van wetenschappelijke deelgebieden komt langs, variërend van theologie, filosofie en geschiedenis tot de natuurwetenschappen. Het doet weldadig aan te lezen dat er ook wetenschappers zijn voor wie Gods Woord het kader geeft waarbinnen wetenschap bedreven moet worden. Dat is het kader van schepping, zondeval, verlossing en voleinding. Dat schuurt met de gangbare praktijk.

Het is nuttig voor jongeren te lezen hoe al vanaf de vroegchristelijke kerk geworsteld is met de vraag naar de verhouding tussen geloof en wetenschap. Het is een vraag waar het laatste woord niet over gezegd is. Deze bundel leent zich om in kleinere groepen verder te doordenken. Juist uit eigen kring zijn mensen nodig als leidsmannen voor de aardse woestijnreis. De Heere geve Godvrezende Jochebeds en biddende Monica’s, opdat we van Hem nog een Mozes en Augustinus zouden ontvangen.

Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit De Saambinder. De bronvermelding luidt: Nieuw Amerongen, G.P. van, 2023, Boekennieuws, De Saambinder 101 (25): 11.

De bundel is via dit bestelformulier verkrijgbaar.

Heiligdom met zonnekalender van 4000 jaar oud ontdekt in Tiel – Archeologisch bureau RAAP maakt een korte video

Vandaag werd een nieuwe vondst gepresenteerd: in Tiel is een heiligdom met zonnekalender ontdekt van ongeveer 4000 jaar oud. Een bijzondere ontdekking op Betuws grondgebied. Archeologische onderzoeksbureau RAAP, die betrokken was bij de opgravingen en het onderzoek, maakte vandaag een filmpje over de vondsten. Red.: We zijn bezig met het schrijven van een artikel over de vondsten, maar wilden u dit filmpje van archeologisch bureau RAAP niet onthouden.