Home » Scheppingsparadigma (Pagina 3)

Categorie archieven: Scheppingsparadigma

‘Pulsating Hormones: Life’s forgotten pacemakers’ – Neuroendocrinoloog dr. Tim Wells op 5 april 2024 D.V. te gast in livestream van CMI

Op 5 april 2024 D.V. is dr. Timothy Wells, neuroendocrinoloog aan Cardiff University, te gast in de livestream van Creation Ministries International om daar te spreken over ‘Pulsating Hormones: Life’s forgotten pacemakers’. De livestream zal via Zoom uitgezonden worden om 20:30 uur plaatselijke tijd (Midden-Europese zomertijd).1

Een goede hormoonhuishouding is van cruciaal belang voor het leven. Mensen waarvan deze hormoonhuishouding verstoord is, kunnen het hele leven lang hiermee last hebben. Gelukkig is er medisch tegenwoordig veel mogelijk. Dr. Tim Wells zal in zijn lezing hoogstwaarschijnlijk echter verder wijzen: naar de Schepper van hemel en aarde. Wells zal pulsatiele hormonen beschouwen als Intelligent Ontwerp van God de Schepper. Net als het hart pulseert ons endocriene systeem ook. In de lezing valt, volgens de samenvatting, de impact van pulsatiele hormonen voor ons leven op. Wells hoopt in zijn lezing in te gaan hoe deze pulsaties ontstaan en maar ook wat er kan gebeuren als dit niet in balans is. Daarom: ‘Pulsatiele hormonen: De vergeten pacemakers van het leven’. Een interessante Engelstalige lezing, vooral voor medische studenten en academici. Het wordt door ons bijzonder aanbevolen om experts te laten spreken over onderwerpen binnen hun eigen vakgebied. Het zou mooi zijn als deze lezing, net als de vorige, opgenomen kan worden. De vorige keer sprak dr. Wells over ‘Embryonic Development of Reproductive Control in Mammals: An Achilles’ Heel for Evolution’.2

Voetnoten

‘Global Evidence for a High Cenozoic Flood Boundary’ – Dr. Timothy Clarey sprak voor de livestream van Logos Research Associates

Dr. Timothy Clarey is de huisgeoloog van Institute for Creation Research en deed een groot deel van zijn leven onderzoek naar geologische verschijnselen. Hij een voorstander van de zogenoemde ‘High-Cenozoic Flood Boundary’. Deze visie steekt hij niet onder stoelen of banken. Afgelopen week was hij te gast in de livestream van Logos Research Associates om daar delen van zijn werk te presenteren.

Onder de video staat een uitgebreide beschrijving (in het Engels):

This presentation will focus on global geological and geophysical evidence that indicate the Noahic Flood deposited the bulk of the Cenozoic. It will begin with a discussion of the amount of seafloor created after the K-Pg boundary and continue with a discussion of the massive volume of sediment deposited globally during the Cenozoic. In addition, most of the world’s mountain ranges were uplifted during the Cenozoic. It examines key Biblical locations, including Turkey and the Middle East, where marine rocks are found continuous from the Cretaceous up through the Upper Cenozoic. Many other evidences will also be presented, like extensive offshore and onshore coals deposited in the Cenozoic and the Whopper Sand in the Gulf of Mexico. These are best explained as part of the Flood. The geophysical data indicate the Flood mechanism (CPT) was not over or slowing down until the end of the Cenozoic. All of these data, the massive uplift of mountains and basin subsidence, the plate motion and collision, and the deposition of roughly one-third of the Phanerozoic rocks during the Cenozoic indicate the Flood ended at about the N-Q boundary (Neogene-Quaternary).

Hongaren beleggen conferentie en andere creationistische activiteiten met Lucien Tuinstra als hoofdspreker

Op 13 april 2024 D.V. wordt er een scheppingsconferentie gehouden in Orgovány (Hongarije). Orgovány is een dorp in de buurt van de stad Kecskemét. Het dorp heeft zowel een dinopark als een creationistisch marien museum. Sprekers op de genoemde scheppingsconferentie zijn Donátné Fiscor, Barbara Kardós en Lucien Tuinstra. De thema’s hebben betrekking op de scheppingsleer, het scheppingsonderwijs en de gevolgen daarvan voor het wetenschappelijk wereldbeeld.1

Dagprogramma

De conferentie start om kwart voor negen in de ochtend met de registratie. De dag wordt begonnen door Donátné Ficsor. Hij zal het programma doorlopen en ook aandacht geven aan het Hongaars-creationistische tijdschrift (een vertaling van het bekende Creation Magazine). Vanaf tien uur spreekt Lucien Tuinstra over vragen die de mensen altijd stellen (en ook hebben) rond de schepping. Na een korte pauze spreekt Lucien Tuinstra voor de tweede keer, ditmaal over de geologische aanwijzingen voor een wereldwijde zondvloed. Voor de lunch is uitgebreid de tijd genomen. Om tien voor half drie in de middag spreekt docente biologie en scheikunde en theologe Barbara Kardos over scheppingsonderwijs in Hongarije. Na een korte pauze spreekt Lucien Tuinstra om tien voor half vier over dat alle mensen van één mensenpaar afstammen: Adam en Eva. Aansluitend is er vanaf tien voor half vijf gelegenheid om vragen te stellen aan Lucien Tuinstra. Om zes uur is het congres afgelopen. Als bonus is het mogelijk om na zes uur een christelijk concert in het dorpshuis bij te wonen.2 Naast dit programma zijn er ook kinderactiviteiten gepland, zodat deze dag geschikt is voor het hele gezin. De toegang tot deze conferentie is gratis. Aanmelden is wel noodzakeli.jk, dat kan via de, in de voetnoot genoemde, link.3 De organisatie heeft al bekend gemaakt dat de volgende conferentie plaats zal vinden op 5 april 2025 D.V. Hoofdspreker is dan de eveneens aan CMI verbonden docent en predikant Philip Robinson (M.Div.).

Tournee

In de Ministry Calendar van Creation Ministries International (CMI) wordt ook melding gemaakt van enkele geplande evenementen (een tournee) in Hongarije. Lucien Tuinstra gaat van donderdag 11 april 2024 tot en met zondag 14 april 2024 D.V. op tournee in dit Oost-Europese land. Naast deelname aan een conferentie op zaterdag 13 april 2024 D.V. spreekt hij nog op diverse locaties.4 Zo spreekt hij op donderdag 11 april 2024 D.V. voor een groep studenten aan de Universiteit van Szeged. Op vrijdag 12 april 2024 D.V. ontmoet hij leerlingen in het creationistische mariene museum ‘Hollósi Búvár Birodalom’ in het dorp Orgovány.5 Op zondag 14 april 2024 D.V. is hij in de ochtend in Boedapest6 (Punkosdi Gyulekezet) en in de middag in Székesfehérvár7 (Lehetosgek Haza). Hij spreekt daar resp. over de geologische aanwijzingen voor een wereldwijde zondvloed en antwoorden op vragen over de schepping.8 Mochten er in Hongarije wonende Nederlanders of Nederlandstalige Hongaren zijn, die een kort verslag van deze conferentie of dit tournee willen schrijven voor ‘Oorsprong’, dan houden wij ons aanbevolen. Neem dan contact op via ons contactformulier.9

Voetnoten

Voorlopig geen fysieke congressen of bijeenkomsten (meer) met ‘Fundamentum’

De afgelopen twee maanden waren lichamelijk (vooral cardiaal) zwaarder dan voorheen. Een infectie door het coronavirus veroorzaakte (waarschijnlijk) een ventrikeltachycardie en zorgde voor algehele malaise.1 Vanwege de broze lichamelijke gezondheid en het ontbreken van fysieke energie heb ik besloten om de komende tijd geen (fysieke) congressen of bijeenkomsten voor ‘Fundamentum’ te organiseren.

Momenteel sta ik op de wachtlijst voor een harttransplantatie. Als de Heere deze middelen zou willen zegenen, hopen we dat de kracht en energie weer terug zal keren. De Heere weet het! Concreet zal dit besluit betekenen dat het congres ‘Bijbel & Wetenschap’ 2024 van 23 november 2024 D.V.2 en de ‘Besloten Geologiebijeenkomst’ van 20 april 2024 D.V. niet door kunnen gaan.3 Dit is ook de reden waarom er de afgelopen twee maanden geen digitale nieuwsbrief is verschenen. Vanaf mijn bed is het gelukkig nog wel mogelijk om een digitale bijdrage te leveren aan het debat over ‘Geloof en Wetenschap’. Dagelijks proberen we via deze website een artikel te publiceren over dit thema of over medisch-ethische zaken. Gelukkig geeft de Heere nog de kracht en energie om dát wel te kunnen doen. Soli Deo Gloria!

Voetnoten

Klassieke uitleg Genesis staat nog steeds overeind

Zijn de aanwijzingen voor evolutie overweldigend? Maar dat is de kracht van de klassiek-gereformeerde Bijbeluitleg ook. In een respectvol getoonzet artikel (Nederlands Dagblad 28 november 2015) pleit dr. G. van den Brink voor theïstisch evolutionisme. Het respect was helaas even ver te zoeken toen Van den Brink zei dat geen mens zich meer letterlijk voorstelt dat God de mens boetseerde (maakte van ‘klei’). Ik heb de euvele moed me dat wel letterlijk voor te stellen. Dan moet je wel goed lezen wat er staat. Het Hebreeuws gebruikt een zorgvuldig woord; vertaal het met ‘beeldhouwen’. God nam ‘stof’ (materie) van deze aarde en vormde dat, scheppend als een beeldhouwer, om tot een mens.

Op het punt van goed lezen wat er staat heb ik vier vragen aan Van den Brink:

Menselijk brein

1. Van den Brink heeft wel erg veel respect voor de (natuur)wetenschap. Ik mis het besef dat ook deze wetenschap interpretatie is. Wij theologen interpreteren de Bijbelgegevens. Evenzo interpreteert ‘de wetenschap’ de feiten die zij tegenkomt. Menselijk brein interpreteert waarheden (Bijbelse of waargenomen in de werkelijkheid). Waarom staat wetenschappelijke interpretatie zo vast dat theologische daarvoor moet wijken? Theologen zijn in hun interpretatie niet onfeilbaar, andere wetenschappers net zomin. Daarom staat de klassieke uitleg van Genesis 1-3 even vast als de interpretatie van wetenschappelijke gegevens. Beide zijn feilbaar. Bij Van den Brink prevaleert de (natuur)wetenschap. Waarom? Die aanwijzingen zijn ‘overweldigend’. De klassiek-gereformeerde niet? Dat is een subjectieve ervaring. De natuurwetenschap overweldigt Van den Brink. Dat kan gebeuren. Maar breng dat niet als onomstotelijke waarheid.

2. Met het huwelijk van Kaïn is Van den Brink snel klaar. Dat pleit voor het bestaan van preadamitische mensachtigen. Maar het staat toch nergens vast dat Kaïn en Abel de enige kinderen waren van Adam en Eva op dat moment en Seth nummer drie wordt? Waarom moet het huwelijk en de dreiging van Kaïn opgelost worden met mensachtigen die er geweest moeten zijn? Waarom waren Kaïn en Abel niet het 100e en 150e kind van Adam en Eva? Vervelend overigens om dan het woord incest te gebruiken. Dat zet een foute toon. Adam en Eva waren nog volmaakt geschapen. Daarom was huwen binnen de familie, het gezin, nog niet zo problematisch als het nu is.

3. Is het een probleem voor je godsbeeld dat de schepping zucht onder de zonde van de mens? Je kunt wel dicteren dat het niet in de Bijbel staat, maar in Romeinen 8 staat het toch?

Geen duisternis

4. De schepping was tof, geeft Van den Brink aan. Terecht stelt hij dat dit niet ‘volmaakt’ betekent. Volmaakt is de schepping pas na de jongste dag. Tof betekent evenwel niet beantwoordend aan haar doel, maar beantwoordend aan zijn doel: aan Gods doel. God is goed, licht, zonder duisternis. Jakobus wordt woedend als we God iets van het kwade in de schoenen schuiven (Jakobus 1). Ik vrees dat Van den Brink die woede moet duchten als hij beweert dat het kwade (lijden en de strijd om het bestaan, roven en doden) door God geschapen is (al moet je ‘scheppen’ dan weer tussen hoge komma’s zetten). Laten we voor Gods Naam opkomen en die zuiver houden. Als God iets maakt, beantwoordt het aan zijn doel, dus is het goed, zonder kwaad, lijden, strijd.

Van den Brink lanceerde een stellig verhaal. Ik hoop aangetoond te hebben dat er nog veel vragen te stellen zijn en de klassiek-gereformeerde Bijbeluitleg nog steeds heel goed te verdedigen is.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Nederlands Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Voorberg, P.L., 2015, Klassieke uitleg Genesis staat nog steeds overeind, Nederlands Dagblad 72 (19.092): 12 (artikel).

Betuwehof: langdurige zorg én Eiberzorg!

24 februari 2024 – De Betuwehof, Opheusden. Een nieuwe woning voor Ooievaars wordt geplaatst. Wat een Eiberzorg! Bron foto: Jasper Huisman.

Ooievaar 4E481 is geringd in juni 2017 in Klarenbeek. De vogel is door mij (HvdK) voor het eerst bij de Betuwehof gezien in april 2020. Dat jaar, en in 2021, 2022 en 2023, had het paar (ongeringde vogel en 4E481) steeds een nest met jongen. Op 2 juni 2023 werd ontdekt dat boktor de paal van het ooievaarsnest ernstig had aangetast. Daar het nest toen al verlaten was, is met medewerking van een vrijwilliger van Stichting Ooievaar (STORK) diezelfde dag nog het ooievaarsnest neergehaald!

Maar hoe verder? Een duurzame paalwoning kost geld. Eiberzorg ontwaakt. Vanuit vrijwilligers komt spontaan een actie op gang om sponsors te zoeken. De actie verloopt goed. In 2024 is het zover. Op twee zaterdagen is met vrijwilligers van Betuwehof Zorg en hulp van sponsoren de nieuwe paal, van 9 meter, met ooievaarsnest geplaatst. Zullen de vorige bewoners terugkeren? Of zijn ze al verhuisd? We hopen dat deze prachtige paalwoning weer bewoond wordt. Dan kunnen de bewoners van Betuwehof Zorg en andere natuurliefhebbers weer genieten van de heerlijke, klepperende taal van de Ooievaar.

Tot slot in vogelvlucht de sponsoren die alle kosten betaald hebben: Ochten: Gijsbert van den Brink en Betuws Kalver Centrum B.V; Opheusden: Dik Hendriks van Warbij, Loon- en Grondverzetbedrijf G. Frentz, Van de Bijl & Heierman B.V, NOESK en Kegelaar Transport B.V ; Dodewaard: J. van Dam Tuinaanleg en De Keij Betonplaten B.V.; Randwijk: Houtzagerij de Vree. Sponsoren en vrijwilligers: dank! Met ons ziet u dus deze vogels graag vliegen!

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2024, Betuwehof: langdurige zorg én Eiberzorg!, Het GemeenteNieuws 23 (11): 1.

Bijna 100 Grote Zilvers!

Grote Zilverreigers slapen in tegenstelling tot Blauwe Reigers sociaal. De vogels verzamelen zich op gemeenschappelijke slaapplaatsen veelal binnen een half uur na zonsondergang en vertrekken veelal binnen een half uur voor zonsopkomst. Het is en blijft altijd weer een belevenis om in de schemer de witte vogels binnen te zien komen of te zien gaan.

Eind februari was er weer een landelijke slaapplaatstelling Grote Zilverreiger en Aalscholver. Op 24 februari telde ik vanuit de vogelhut in de Blauwe Kamer ongeveer 65 uitvliegende Grote Zilverreigers (op 25 februari 2023 ‘slechts’ 35)! Op 27 februari op naar ‘mijn’ tweede slaapplaats, die in de Marspolder, vijfeneenhalve kilometer van de Blauwe Kamer af. Ik ontdekte rond 7.00u de witte vogels in de struik-boomrand van de oever van de rechthoekplas en wel 32 (een record): bijna 100 Grote Zilvers in vier dagen! Natuurlijk, overlap is niet uit te sluiten. Op 29 februari hier weer geweest, voor foto’s. U ziet 10 van de ‘slechts’ 20 aanwezige Grote Zilverreigers.

Grote Zilverreigers zien we pas vanaf 1976 jaarlijks in ons land. Vanaf 1990 werden ze snel talrijker. De Grote Zilverreiger is nu in het winterhalfjaar een normale verschijning, ook in onze omgeving. Landelijk overwinteren er meer dan 2500 exemplaren! Dat ze dit jaar in onze regio beduidend meer aanwezig waren dan in het vorige winterseizoen kan heel wel te maken hebben met het feit dat veel uiterwaarden nog geheel of ten dele onder water staan. Grote Zilverreigers zoeken graag wadend in ondiep water voedsel.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2024, Bijna 100 Grote Zilvers!, Het GemeenteNieuws 23 (11): 5.

Theïstische evolutie: vlees noch vis

Op een warme oktoberavond benam Jesse Kilgore, een jonge student, zichzelf het leven. Het lezen van Richard Dawkins’ ”The God Delusion” was zo ondermijnend voor zijn christelijke levensbeschouwing dat hij het vooruitzicht met dit atheïstische perspectief te moeten leven, niet aankon.

Een extreem geval – maar het illustreert de nietsontziende destructiviteit van het neodarwinisme voor het christelijk geloof. De evolutietheorie biedt immers een verklaring voor de werkelijkheid zonder daarbij God nodig te hebben. Daarmee is het –in de woorden van bioloog William Provine– de grootste motor van het atheïsme ooit bedacht. Evolutionair bioloog Douglas Futuyma brengt het scherp op noemer als hij de consequenties van de evolutietheorie uit de doeken doet. „Als de wereld en zijn schepselen puur door materiële, fysieke krachten ontwikkelde, kunnen ze niet ontworpen zijn en hebben ze geen bestemming of doel.” Provine beschrijft haarfijn de wereldbeschouwelijke implicaties hiervan. „Het begint met het opgeven van een actieve godheid, vervolgens de hoop dat er een leven is na de dood. Als je die twee opgeeft, volgt de rest heel makkelijk. Je geeft de hoop op dat er een immanente moraliteit is. En, ten slotte, er is geen menselijke vrije wil. Als je gelooft in evolutie, kun je niet hopen op enig idee van vrije wil. Er is überhaupt geen hoop dat er enige diepe zin is in het leven: we leven, we sterven, en wij zijn er helemaal geweest als we sterven.

Gezien het enorme aanzien dat het neodarwinisme geniet en de verlegenheid die dit bij christenen oproept, is het niet vreemd dat er gezocht wordt naar synthese. Is het neodarwinisme wel zo bedreigend? Moeten we opteren voor antithese? Of kan het ook anders? Velen menen van wel. De fysicus Karl Giberson schreef enige jaren geleden dat de dichotomie tussen evolutie en schepping verkeerd is. En hij spreekt voor velen. Zo meent de bekende christenfilosoof Alvin Plantinga dat de mutaties van de evolutie door God gepland zijn. Hoe aannemelijk deze gedachte ook is, ze heeft tegelijkertijd iets verbazingwekkends. Walter Rossiter, evolutionair bioloog, die enkele jaren geleden van atheïst christen werd, noemt het samengaan van evolutie en christelijk geloof een verbazingwekkend naast elkaar zetten van twee –in zijn ogen– onverenigbare posities.

Een belangrijke reden om theïstische evolutie af te wijzen wordt door de evolutietheorie zelf aangedragen. Aanhangers van theïstische evolutie menen dat God op bepaalde momenten ingrijpt en zo het evolutieproces stuurt. Maar evolutie is per definitie een blind proces dat alle kanten op kan gaan. In de woorden van de bekende paleontoloog Stephen Jay Gould: „We hadden er net zo goed niet kunnen zijn. En als je de tape zou terugdraaien en opnieuw zou beginnen, zou de uitkomst volslagen anders zijn.” Het is tegenstrijdig om te stellen dat zo’n proces enig beoogd doel kan bereiken. Iets kan niet bedoeld én onbedoeld zijn.

Kerngedachten

Daarnaast kan de theologie van theïstische evolutie de lakmoesproef van christelijke orthodoxie niet doorstaan. Je kunt niet God en Darwin hebben, zonder iets wezenlijks los te moeten laten. Dat betreft bijvoorbeeld de verhouding tussen Schrift en werkelijkheid. Theïstische evolutie gaat uit van twee kerngedachten: dat God de ultieme schepper is en dat evolutie de ontwikkeling van het leven op aarde beschrijft. Er is echter geen noodzakelijke relatie tussen die twee aannames: de aanname dat God Schepper is vereist niet dat evolutie het mechanisme van schepping is. God zou ook op een andere manier geschapen kunnen hebben. Echter, wanneer je uitgaat van de juistheid van de tweede aanname –dat evolutie waar is–, beïnvloedt dat onvermijdelijk de eerste aanname. Als Darwin gelijk heeft, dan bepaalt zijn theorie de manier waarop de Schepper gewerkt moet hebben. We lezen het scheppingsverhaal dus door de bril van de evolutie – niet andersom.

De natuur en de Schriftuur kunnen niet in conflict zijn, zo stellen aanhangers van theïstische evolutie. En dus legt de Schriftuur het loodje ten opzichte van het dictaat van de natuur, in casu de evolutie. De evolutie heeft gelijk, de Schrift is plooibaar, open voor correctie of alternatieve interpretaties. De Schrift danst op de muziek van de wetenschap. Dat is een ontoelaatbaar verstaan van de verhouding natuur-Schriftuur. Een dergelijke lezing van de natuur leidt op meerdere punten tot conflict met de Schrift. In de eerste plaats impliceert theïstische evolutie een deïstisch godsbeeld; er is geen actieve betrokkenheid van God op de werkelijkheid. De god van de theïstische evolutie is een god die hooguit de boel in gang zet en vervolgens miljarden jaren wacht tot de eerste mens op het toneel verschijnt en dan pas actief op de werkelijkheid betrokken raakt. De christenfilosoof James Anderson vergelijkt de god van de theïstische evolutie met een geheim agent die voorzichtig alle sporen van zijn activiteiten uitwist. Dit is zo anders dan het Bijbelse beeld van God Die actief betrokken is op de werkelijkheid en desnoods, als Hij het nodig acht, de natuurwetten doorbreekt.

In de tweede plaats: de kern van het darwinisme is de gedachte dat evolutie plaatsvindt door mutaties; we weten echter inmiddels dat in vrijwel bijna alle gevallen deze mutaties beschadigingen zijn in het DNA; feitelijk is er sprake van degeneratie in plaats van progressie. De gedachte dat God mogelijk evolutie gebruikte, „maakt Hem de auteur van grote destructie en pijn (…) Kwaad, kosmisch onrecht, lijden en dood zijn precies de mechanismen die God gekozen heeft te gebruiken in het scheppingsproces”, aldus Walter Rossiter. Misschien is dit nog wel het meest fundamentele argument. Hoe verhoudt de god van de evolutie zich tot de God en Vader van de Heere Jezus Christus? Hoe verhouden zich de ”struggle for life” en de ”survival of the fittest” tot de God van Israël, Die juist een kennelijke voorkeur heeft voor al wat zwak en gebroken is?

Verder leidt theïstische evolutie tot een nieuw verstaan van de zonde. Als Giberson zegt dat „zonde vooral zelfzucht [is]”, is dat een lachertje. Zelfzucht is immers dé drijvende kracht achter evolutie. Hoe kan datgene wat God blijkbaar als motor van de evolutie beoogd heeft ineens zonde heten? Als zelfzucht de basis van de zonde is, noem het hoe je het noemen wilt, maar noem het geen zonde. Dat geldt ook voor het verstaan van de erfzonde. Volgens gangbare opvattingen stamt de huidige mensheid af van zo’n 10.000 verschillende voorouders. Maar hoezo zou je delen in een schuld van een ander als je niet eens van hem afstamt?

Laatste Adam

Dat geldt ook voor de toekomstige verheerlijking van de christen. Paulus verbindt in 1 Korinthe 15 het dragen van het beeld van de laatste Adam, Christus, aan het gedragen hebben van het beeld van de eerste Adam (1 Kor. 15:49). Dit wordt uiteraard problematisch voor diegenen die niet van hem afstammen – en dat zijn er nogal wat als theïstische evolutie een feit is. We kunnen het beeld van de laatste Adam alleen dragen als we ook het beeld van de eerste Adam gedragen hebben – en dus ook van hem afstammen.

Ten slotte, theïstische evolutie verhoudt zich ook moeizaam met een klassiek verstaan van de scheppingsorde: waar volgens Paulus Adam eerst gemaakt is en daarna Eva –en dat heeft consequenties voor het huwelijk en het gemeenteleven– is de prioriteit van Adam in een theïstisch-evolutionair kader niet vol te houden. Kortom, wie klassiek christelijk geloof wil verenigen met evolutie, komt in de knel. Theïstisch evolutionisme is een gedrocht, vlees noch vis. Onverteerbaar vanuit consequent christelijke orthodoxie, onaanvaardbaar voor naturalisten. Het is of theïsme of evolutie – maar het samenvoegen van die twee is eten van twee walletjes.

Dit artikel is een weergave van het referaat dat de auteur in 2017 hield tijdens de presentatie van het boek van prof. dr. M. J. Paul, ‘Oorspronkelijk’. De boekpresentatie is hier terug te kijken.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Klaassen, M., 2017, Vlees noch vis, Reformatorisch Dagblad Accent 47 (137): 5 (artikel).

Denken om te dienen – 125 jaar Theologische Universiteit Apeldoorn

In 2019 bestond de Theologische Universiteit te Apeldoorn 125 jaar. Ter gelegenheid van dit jubileum schreef dr. Niels van Driel1 een handzaam boekje over de geschiedenis van deze Christelijke Gereformeerde universiteit, met als titel Denken om te dienen. Hieronder een korte inleiding en een weergave van het debat rond (de historiciteit van) Genesis op deze Apeldoornse universiteit.

Dr. Van Driel wil geen zeer uitgebreide geschiedenis schrijven van de universiteit. “In chronologisch-thematisch geordende flitsen en fragmenten schetst dit boekje een beeld van deze opleiding” (p. 9). De Theologische school voor de Christelijke Gereformeerde Kerken start in 1894. Eerst in Den Haag vijfentwintig jaar later (in 1919) verhuist de school naar Apeldoorn. Vanaf 1928 worden de docenten voortaan hoogleraar genoemd. Vanaf 1953 zijn er voor het eerst in de geschiedenis ook ‘gedoctoreerde hoogleraren’, dr. B.J. Oosterhoff en dr. J. van Genderen, die college geven. “Oosterhoff en Van Genderen, geven samen met hun collega’s een nieuwe impuls aan het wetenschappelijk niveau van het onderwijs” (p. 39). Sinds 1968 mogen ook studenten uit andere kerkgenootschappen studeren in Apeldoorn, tenminste ‘die bereid zijn instemming te betuigen met de drie Formulieren van Enigheid’ (p. 49). Vanaf 1975 is het ook mogelijk om te promoveren in Apeldoorn, ‘de eerste promovendus laat overigens nog vele jaren op zich wachten’ (p. 57). Sinds 1989 heet de hogeschool in Apeldoorn voortaan ‘Theologische Universiteit’. In 1992 promoveert dr. H.G.L. Peels als eerste promovendus van ‘eigen kweek’ op een proefschrift met als titel ‘De wraak van God. De betekenis van de wortel NQM en de functie van NQM-teksten in het kader van de oudtestamentische Godsopenbaring’.2 Sindsdien zijn er tientallen3 geleerden gepromoveerd aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (de TUA). Dr. Van Driel stelde een kort, bondig en lezenswaardig boekje samen over 125 jaar Theologische Universiteit Apeldoorn.

(De historiciteit van) Genesis

Ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de (toen nog) Hogeschool, verscheen de bundel Woord en Kerk. In de bundel volgen de Apeldoornse hoogleraren ‘de ontwikkelingen in de Gereformeerde Kerken kritisch en verontrust’ (p. 47). Dr. J.P. Versteeg schrijft voor de bundel een artikel over de historische Adam contra dr. Harry Kuitert. De bundel krijgt lovende recensies en die zorgen er voor dat de bundel twee keer wordt herdrukt. De bijdrage van dr. Versteeg is in 2012 ook in het Engels vertaald.4

Als het gaat om (de historiciteit) van Genesis en de Theologische Universiteit Apeldoorn is de geschiedenis van prof. dr. B.J. Oosterhof bekend. Oosterhoff gaf eind jaren zestig zijn mening over het lezen van de paradijsgeschiedenis. De kerken willen graag nadere toelichting van deze uitleg, ‘maar zien er óók tegenop’. In 1972 verschijnt zijn boek Hoe lezen wij Genesis 2 en 3? In dit boek geeft Oosterhoff aan dat ‘deze hoofdstukken historische feiten zijn weergegeven in profetisch-symbolische taal’. Kritiek komt van verontruste synodaal-gereformeerden en vooral van gereformeerd-vrijgemaakten. Ook in eigen kerken blijft de kritiek niet uit. “Die komen in de vorm van bezwaarschriften op de agenda van het curatorium. Ze leveren heel wat gespreksstof op. Op zijn Genesis-uitleg laat de hoogleraar zich niet vangen. Moeilijker heeft hij het waar hij zijdelings de dogmatiek raakt: hoe kijkt hij nu precies tegen de toerekening van Adams schuld aan? De curatoren concluderen dat Oosterhoff niet in strijd met de belijdenis komt, maar er zijn er onder hen die meen dat de belijdenis wel ‘iets meer’ zegt dan hij” (p. 55). Een afgevaardigde van de synode van 1974 stelt, in reactie op de commotie rond Hoe lezen wij Genesis 2 en 3, voor om toezicht uit te oefenen op de publicaties. Dit wordt ontraden. “Zij willen op dit punt wel aanspreekbaar zijn, maar dit betekent niet dat het curatorium als ‘een soort censuur-commissie’ moet gaan werken. De synode steunt hen in deze taakopvatting. Later nemen de curatoren wel degelijk een toezichthoudende rol in” (p. 53).

Hoe zit het met het verdedigen van de historiciteit van Genesis aan de Theologische Universiteit Apeldoorn anno 2020? Sinds het verschijnen van het boekje Denken om te dienen hebben twee van de vier hoogleraren en een twee docenten meegewerkt aan de bundel En God zag dat het goed was. Alle aan de TUA verbonden scribenten in deze bundel geven aan geen problemen te hebben met de evolutietheorie en stellen een andere lezing van Genesis voor of verdedigen een boedelscheiding (zo lijkt het tenminste) tussen geloof en wetenschap. Het ‘evolutie om het even’-antwoord in de Gewone Catechismus zorgde ook voor verontrusting binnen de achterban van de universiteit. Het laatste woord is over deze twee publicaties (terecht) nog niet gezegd. We hopen dat de universiteit zich wil (blijven) inzetten voor een verdediging van de historiciteit van Genesis (en van heel de Schrift), want Genesis is óók geschiedenis.

Dit artikel werd in 2020 geschreven.

Voetnoten

Eindejaarsgeschenk: Grote en Punk Zaagbek

In de winter zijn in ons land twee soorten Zaagbekken te spotten: de Grote en de Middelste Zaagbek. De Grote houdt van zoet, de Middelste van zout water. Op 14 december was het heerlijk fietsweer. In de omgeving van de Rijnhoeve langs de Marsdijk zag ik Grote Zaagbekken, twee vrouwtjes en één mannetje. Maar ook een vreemde vogel. Nee, het zal toch niet waar zijn?! Welke vogel was daar baltsend actief? Een adult mannetje Middelste Zaagbek! Door mij al gauw in geen 50 jaar gezien. Wauw! Geweldig.

Op de foto ziet u links een adult mannetje Grote Zaagbek, rechts een adult mannetje Middelste Zaagbek. De Middelste is middelgroot en slanker dan de Grote. Is de Grote vooral wit-zwart, de Middelste heeft een opvallend witte halsband boven een bruinachtige borst! Beide vogels hebben rode snavels, die van de Middelste is bloedroder en dunner. Er is altijd verband tussen bouw en functie. Middelste zaagbekken zijn visspecialisten. De snavel is van een fijne tanding voorzien (de ‘zaag’ in de bek). Deze handige zaagbek dient om goed grip te hebben op watervlugge gladde vissen. Kijken we verder nog even naar het mannetje. Hij heeft een ’ongekamde’ verentooi op het achterhoofd: de kuif is punkachtig.

Nooit gedacht dat ik deze twee volwassen vogels hier zo te zien zou krijgen. Wat een eindejaarsgeschenk! En dan het gedrag van de Middelste Zaagbek. Het mannetje baltste bij de vrouwtjes Grote Zaagbek. Wij zeggen: soort zoekt soort. Echter een oud gezegde luidt: ‘Een uil ziet slecht bij dag. Een kraai ziet slecht bij nacht. Maar wie door de liefde wordt verblind ziet slecht bij dag en nacht.’

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2024, Eindejaarsgeschenk: Grote en Punk Zaagbek, Het GemeenteNieuws 23 (1): 7.