Home » academische vrijheid

Categorie archieven: academische vrijheid

Geoloog mag (toch wel) onderzoek doen in Grand Canyon

Stel je voor, je bent geoloog. Je wilt onderzoek doen naar hoe een bepaalde aardlaag gevormd is. Je wilt monsters nemen om die in het laboratorium te onderzoeken. Maar op grond van je levensbeschouwing wordt je geweerd van het onderzoeksterrein. Dat zou toch discriminerend zijn? Het overkwam geoloog dr. Andrew Snelling. Hij liet er geen gras over groeien en stapte met behulp van Alliance Defending Freedom (ADF) naar de rechter. Gelukkig heeft de zaak een wending genomen: Snelling mag gewoon gesteentemonsters nemen.1

ADF bracht sterke argumenten aan het licht dat Snelling geweerd werd om zijn religieuze (lees: creationistische) overtuigingen. Toen ADF dit aan de kaak stelde en een verzoek tot een rechtszaak indiende hebben Grand Canyon National Park en het departement van binnenlandse zaken alsnog de vergunning afgegeven. Dr. Snelling zijn mag vuistgrote monsters verzamelen. In de brief van de Park Service aan ADF stond dat de verleners van de vergunning van GRCA het voorstel en de methoden van dr. Snelling goedgekeurd hebben als zijnde in overeenstemming met de gangbare wetenschappelijke praktijk. Als reactie daarop heeft ADF haar verzoek tot een rechtszaak bij de federale rechtbank ingetrokken. Snelling is blij: ‘Ik ben blij dat het onderzoeksteam van de Grand Canyon de kwaliteit en de integriteit van mijn voorgestelde onderzoeksproject hebben erkend en de gewenste vergunningen voor het doen van onderzoek hebben afgegeven. Nu kan ik beginnen met het verzamelen van diverse monsters van gesteenten in het park, onderzoek doen naar de monsters en in het openbaar verslag leggen van de resultaten ten gunste van ons allemaal.’ Het onderzoeksproject van dr. Snelling start deze zomer nog en spitst zich toe op de plooien van enkele aardlagen in de Grand Canyon. De geleerde vermoedt dat de lagen nog zacht waren toen ze plooiden. We wachten de onderzoeksresultaten af om te kijken of de voorspelling van Snelling juist is. De wetenschapper verwacht dat de onderzoeksresultaten in ieder geval tot een debat zullen leiden.2

Dit artikel werd in 2017 geschreven.

PERSBERICHT: Nieuw geval van discriminatie in academische kring: christengeoloog mag geen onderzoek doen in Grand Canyon

De Bilt – Een prominent Amerikaans geoloog is vanwege zijn religieuze overtuiging toestemming geweigerd om onderzoek te doen in de Grand Canyon. Daarom heeft Alliance Defending Freedom (ADF) op 9 mei jl. een rechtszaak aangespannen. De wetenschapper in kwestie, dr. Andrew Snelling, geeft aan dat zijn vrijheden als wetenschapper en burger zijn geschonden. Door Grand Canyon National Park (GCNP) werd de geoloog vanwege zijn religieuze overtuiging tweemaal een vergunning geweigerd om wetenschappelijk onderzoek te doen naar het ontstaan van aardlagen in de Canyon. Logos Instituut is verontrust over de verdere inperking van de academische en religieuze vrijheden in de Verenigde Staten en ziet parallellen met de onrust in academische kringen in Nederland en het verzoek vanuit de Tweede Kamer aan de KNAW om onderzoek te doen naar inperking van die vrijheid.

Discriminatie

Volgens de advocaten van ADF is dit een duidelijk geval van discriminatie tegen Snelling. De problemen begonnen in 2013. Snelling volgde toen de officiële procedure die geldt voor het indienen van een onderzoeksvoorstel, dat puur draaide om toestemming om ter plekke onderzoek te doen, niet om financiële tegemoetkoming. Dat onderzoeksvoorstel werd daarna bekeken door enkele personen. Helaas besteedden de reviewers nauwelijks tijd aan de inhoud van het onderzoeksvoorstel maar des te meer aan de religieuze overtuigingen van Snelling. Vanwege deze religieuze overtuigingen werd dit voorstel uiteindelijk verworpen. In 2016 vroeg Snelling opnieuw een vergunning aan. Nu werd de procedure ernstig vertraagd en daarmee werden de kosten van het onderzoek flink opgeschroefd, met uiteindelijk een afwijzing tot gevolg. Er zijn volgens ADF geen gronden voor de weigering van dit voorstel. Uit documenten van het park blijkt bovendien dat geen enkele andere wetenschapper dergelijke belemmeringen ervaren heeft. Volgens ADF en Snelling zouden christenen niet behandeld moeten worden als tweederangsburgers en christengeologen zouden net zoals iedere andere geoloog de vrijheid moeten krijgen om onderzoek te doen.

Commentaar Logos

Logos Instituut, een Nederlandse organisatie die zich bezighoudt met vragen rond geloof en wetenschap, is zeer bezorgd over deze ontwikkeling. Jan van Meerten van Logos Instituut: “Academische vrijheid houdt in dat een wetenschapper ongeacht levensbeschouwing, huidskleur of politieke of religieuze voorkeur onderzoek mag doen. Ook in ons land staat dit onderwerp gelukkig nadrukkelijk op de agenda. Dit jaar nog werd hierover een motie ingediend door twee leden van onze Tweede Kamer. De motie riep de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) op om te onderzoeken of academische vrijheid in het geding is in Nederland. De indieners zijn van mening dat de vrije wetenschap nooit gehinderd mag worden door verschillen in morele of politieke meningen. Een voorval als dat van dr. Snelling zou in het onderzoeksrapport van KNAW donkerrood kleuren.

Academische vrijheid

Een van de verzoeken die Snelling had gedaan, was om ongeveer 40 monsters te mogen nemen op diverse locaties in de Grand Canyon. Snelling wilde de monsters nemen bij plooien in de Canyon om te onderzoeken hoe deze lagen ontstaan zijn. Waren ze nog zacht toen ze plooiden en hoe zou dit dan passen binnen een veronderstelde periode van 450 miljoen jaar? Maar het onderzoek van dr. Snelling werd kennelijk gezien als een bedreiging voor de naturalistische gedachte dat de aardlagen in deze Canyon ontstaan zouden zijn in een periode van miljoenen jaren.

Snelling geeft aan dat het in deze zaak allemaal draait om de van vrijheid van een wetenschapper: “Om wetenschap te bedrijven zonder dat het een religieuze lakmoesproef moet doorstaan. De monsters uit GCNP, die ik niet mag nemen, zullen worden onderworpen aan een standaard verwerking in het lab op een wijze zoals een wetenschapper die zou uitvoeren. De resultaten zullen in een algemeen toegankelijk publicatiemedium worden gerapporteerd. Alle wetenschappers zullen op grond hiervan dus hun eigen conclusies kunnen trekken, of ze het nu wel of niet eens zijn met mijn levensbeschouwelijke interpretatie van de geschiedenis van de aarde.

Bronnen:
(1) https://adflegal.blob.core.windows.net/web-content-dev/docs/default-source/documents/case-documents/snelling-v.-united-states-department-of-interior/snelling-v-united-states-department-of-interior—complaint.pdf?sfvrsn=4
(2) https://answersingenesis.org/about/press/2017/05/09/discrimination-lawsuit-filed-christian-geologist-grand-canyon/
(3) https://oorsprong.info/motie-voor-vrije-wetenschap-duisenberg-en-straus-dienen-een-motie-in-om-academische-vrijheid-te-bevorderen/

Dit persbericht werd in 2017 verstuurd.

Vrijmoedige Studentenpartij voor academische vrijheid – Andere visie op de evolutietheorie weggelachen tijdens VU-college

Vorige maand werd de Vrijmoedige Studentenpartij (VSP) opgericht en ze kregen na studentenverkiezingen twee zetels in de studentenmedezeggenschapsraad van de Vrije Universiteit. De studentenpartij staat voor academische vrijheid en keert zich tegen de woke-ideologie.1

De oostzijde van het hoofdterrein van de Vrije Universiteit. Bron: Wikipedia.

Vrije Universiteit

Het is geen verrassing dat de ideologie van het transgenderisme oprukt op de universiteiten.2 Dat dit ook op de Vrije Universiteit zo gaat is tragisch ziende op het verleden, maar gezien de recente ontwikkelingen ook niet verrassend. De universiteit laat haar christelijke wortels los en is nauwelijks meer te onderscheiden van een seculiere instelling.3 Wel zijn er gelukkig nog een aantal christelijke en bijbelgetrouwe hoogleraren in dienst, die theologie en natuurwetenschap wensen te beoefenen voor Gods aangezicht. Of dit aantal toe- of afneemt kan ik niet zeggen. VSP had graag gezien dat de partij overbodig was geweest. De voorzitter is de 22-jarige psychologiestudent Marlon Uljee. Hij geeft aan dat het niet langer kan dat ‘studenten hun mening inslikken en docenten niet meer vrijuit les durven geven’. Na het nieuws over het op non-actief zetten van dr. Laurens Buijs (UvA) zijn docenten aan de Vrije Universiteit óók voorzichtiger geworden om hun mening te geven over een bepaalde kwestie.4

Andere visie op de evolutietheorie weggelachen

Toen Uljee op de universiteit zijn eerste colleges volgde, merkte hij al snel dat men niet openstond voor andere geluiden. Tijdens een college kwam de evolutietheorie aan de orde. Als christen kijkt Uljee anders naar deze theorie dan een mainstream seculier student. Een open gesprek daarover werd echter niet tot nauwelijks getolereerd. Tegen RD-journalist Anne Lok-Vader zegt hij: “Zelf kijk ik daar als christen anders tegenaan. Maar mijn visie werd weggelachen en niet serieus genomen. Het idee was: zo moet je het zien en zó moet je het leren voor het tentamen. Na afloop kwamen medestudenten naar me toe: Wat moedig en dapper dat je dat durfde te zeggen; ik durf dat niet.” Waarom durven die studenten dat niet? Uljee geeft aan dat ze bang zijn voor buitensluiting en uit angst met meel in de mond praten. “Zelf kan ik daar wel mee omgaan, maar ik vind het erg als medestudenten geïsoleerd komen te zitten of niet zichzelf durven te zijn. Ik voel me moreel verplicht me voor hen in te zetten.” G. Kornet reageerde in een RD-opiniestuk op het interview en gaf aan dat ‘als studenten bijvoorbeeld met iets anders naar voren komen dan de evolutietheorie, dan worden ze weggehoond en uitgelachten [sic]. Studenten zijn ook bang om ertegen in te gaan vanwege eventuele lage beoordelingen en uitsluiting’. Kornet noemt het ‘vreselijk dat zo’n studentenpartij nodig is op de universiteit die dr. Abraham Kuyper in 1880 met eigen middelen oprichtte om wat meer kennis onder zijn volgelingen te kunnen brengen’. Kornet geeft aan dat hij voor deze beginjaren van de VU veel respect heeft. Vooral als hij erover leest hoe deze zogenoemde kleine luyden geld daarvoor bijeenbrachten. Hij noemt het ‘schandalig’ hoe deze erfenis nu wordt verkwanseld.5

Ten slotte

Het is helaas een bekend fenomeen dat wanneer er alternatieven aangedragen worden voor de evolutietheorie, in de zin van Universele Gemeenschappelijke Afstamming, dit niet zonder consequenties is voor de student of academicus.6 Gelukkig is dit niet altijd het geval, maar er zijn talloze voorbeelden te noemen waar dit wél zo is.7 Dat is vreemd, want juist een natuurwetenschappelijke theorie (hoe sterk ook) kan per definitie niet verheven worden tot heilige graal of alles overheersend dogma. Daarom wijzen veel voorstanders van bijvoorbeeld Intelligent Design in de biologie op academische vrijheid. Creationisten in Nederland hebben zelfs jarenlang het project Fair Science voor academische vrijheid in leven gehouden.8 Ziende op het interview is het geen overbodige luxe om dit initiatief nieuw leven in te blazen. Het is teleurstellend om te zien dat deze inperking van academische vrijheid ook geldt voor de universiteit van dr. Abraham Kuyper, waar men in de vorige anderhalve eeuw streefde naar een eigen christelijke wetenschap.

Voetnoten

Het creationisme één grote complottheorie? – Een reactie op theoloog dr. Taede Smedes

Volgens de theoloog en godsdienstfilosoof dr. Taede Smedes is het creationisme dat onder de Evangelicals gemeengoed is één grote complottheorie. Het complot zou de samenzwering zijn van naturalistische wetenschappers om creationistische wetenschappers te weren uit het academische discours. Er bestaat echter geen overkoepelend complot om creationistische wetenschappers te weren, er is wél discriminatie tegenover creationistische wetenschappers en vreemd genoeg heeft dr. Smedes in het verleden zijn eigen gedachte zelf van voer voorzien door een ‘heksenjacht’ te openen tegen twee hoogleraren.

Deze week publiceerde het Algemeen Dagblad een artikel met als titel ‘Complottheorieën krijgen voet aan de grond in de evangelische kerk: ‘Corona is plan uit de hel’’.1 Het artikel vormde de aanleiding voor predikant Jan Wolsheimer om een Twitterbericht te schrijven en aan te geven dat hij daarom kritisch is op de preek van dr. Paul Visser. Deze preek over Openbaring 13 ging afgelopen week viral, werd tienduizenden keren bekeken én zorgde voor veel ophef. Deze preek laat ik hier rusten eveneens de stelling van de krant dat complottheorieën een voet aan de grond zouden krijgen in de evangelische kerken. Het is mij te doen om de stelling van dr. Smedes dat het creationisme één grote complottheorie is.

Smedes

Als reactie op het bovenstaande bericht twitterde theoloog dr. Taede Smedes het volgende2:

”Complottheorieën zijn altijd onderdeel van de evangelische beweging geweest. Zo is het creationisme dat onder veel evangelicalen heerst één grote complottheorie: de waarheid die door een elite (lees: natuurwetenschappers) wordt onderdrukt…”

Paul Robert Borg stelt als reactie op deze tweet de vraag wat het complot van het creationisme is[3 en dr. Smedes antwoordt het volgende4:

”Het complot is de samenzwering van naturalistische natuurwetenschappers om creationisten te weren uit het wetenschappelijk discours. Het geheim is dat creationisme waar is en dat natuurwetenschappers dat stiekem wel weten (maar de feiten daarover verzwijgen).”

Creationisme

Hoewel ik zelf worstel met het woord ‘creationisme’ en mijzelf daar wat ongemakkelijk bij voel gebruik ik deze term hier toch. Is het creationisme één grote complottheorie? Nee, het creationisme is een geloofsovertuiging die bestaat onafhankelijk óf er een algeheel complot is vanuit de naturalistische wetenschap of niet. Creationisme wordt niet gevoed door een complot, maar door de overtuiging dat God de Schepper is van hemel en aarde en dat deze schepping in zes dagen tot stand is gekomen. Samen met een historische zondeval, een wereldwijde zondvloed, een historisch bestaan van Israël én een historische Jezus die gekomen is om de straf te dragen en de vloek weg te nemen, is dat de kern van het creationisme. Creationisten beschrijven de werkelijkheid vanuit deze basisovertuiging en komen vanzelfsprekend tot een ander verhaal dan naturalistische wetenschappers. Het standpunt van creationisten is dat Gods Woord (de Bijbel) en Gods Vinger (de werkelijkheid) niet met elkaar in tegenspraak zijn, maar op den duur in harmonie. De discussie tussen naturalisten en creationisten is eerder een clash tussen twee wereldbeelden dan dat er een complot zou zijn van de ene tegen de andere. Veel wordt veroorzaakt door een zich ‘niet kunnen of niet willen inleven in de ander’. Dat geldt voor beide wereldbeelden. Het verschil en de discussie tussen deze twee wereldbeelden zorgt op een universiteit of andere onderzoeksinstelling nog wel eens voor wrijving en discriminatie op de werkvloer, maar dat er één groot complot van naturalistische wetenschappers tegen creationistische academici is dat is evident onjuist. Veel creationistisch denkende academici hebben een aanstelling op de universiteit óf werken binnen een onderzoeksinstelling. Ik ken tientallen zo niet honderden Nederlandstalige academici met een dergelijke aanstelling. Mogelijk ervaren die soms wat weerstand op de werkvloer, maar geen complot van naturalistische collega’s dat ze koste wat het kost weggewerkt zouden moeten worden. Ik ken zelfs creationistisch denkende academici die genomineerd worden of zelfs in de prijzen vallen voor het onderzoek dat zij uitvoer(d)en. Wanneer er een naturalistisch complot zou zijn dan zou het prijzen van een dergelijke onderzoeker not done zijn.

Discriminatie

Toch ervaren veel creationisten discriminatie op de academische werkvloer. Dit gaat vaak om naturalistische individuen of kleine groepjes naturalistische lobbyisten. In Nederland denk ik bijvoorbeeld aan de casus van dr. Joris van Rossum (geen creationist) die negatief schreef over een naturalistische verklaring van het ontstaan van seksualiteit en waarbij een viertal geleid door dr. Gerdien de Jong een ‘proces’ begon tegen de toen nog promovendus.5 Of aan die student die, omdat hij creationist was en dat niet onder stoelen of banken stak, in de problemen kwam toen hij wilde promoveren. Of aan dr. Michael Reiss, de voormalige directeur van de onderwijstak van de Royal Society en geen creationist, iets positiefs zei over het onderwijzen van creationisme aan kinderen.6 Hij kon zijn jas pakken en opstappen als directeur. Het gaat hier om individuen of groepjes van verstokte naturalisten die een monopolie willen afeisen. Dit is wat anders dan een algeheel naturalistisch complot tegen creationistische wetenschappers. Dergelijke discriminerende gevallen zijn evident en daarmee geen complot. Dergelijke discriminerende gevallen zouden wel de schijn kunnen opwekken dat er een algeheel naturalistisch complot is tegen creationistische academici. Zeker als geval X zorgt voor geval Y en daarmee dus aanstekelijk werkt. Gelukkig is hier (van een algeheel complot) geen sprake van en kunnen creationisten gewoon hun werk doen op de universiteiten en hun onderzoek presenteren op naturalistisch-wetenschappelijke congressen zonder in de weg gezeten te worden.7

Smedes voedt zijn vermeende complottheorie

Bijzonder is dat deze beschuldiging van ‘complottheorie’ uit het toetsenbord van de theoloog dr. Taede Smedes komt. En zeker zijn omschrijving van het complot, d.w.z. dat naturalistische wetenschappers erop uit zijn om creationistische wetenschappers te weren uit het wetenschappelijk discours. Het is bijzonder omdat Smedes ooit zelf wilde dat twee hoogleraren verdwenen van de universiteit vanwege een neigen naar de creationistische geloofsovertuiging. Het is bijzonder omdat Smedes ophef veroorzaakte binnen de Partij van de Dieren vanwege een mogelijk creationistisch standpunt binnen het partijprogramma.8 Wakkert dr. Smedes hier zelf niet het complotgevoelen aan en komen we daarmee terecht vicieuze cirkel? Wat gebeurde er in 2014?

In 2014 was de toenmalige stichting De Oude Wereld bezig met de oprichting van een wetenschappelijk instituut. Ze wilde op den duur ook eigen onderzoek gaan doen en op een congres in 2014 op Urk mocht ik iets daarover presenteren. De bovengenoemde stichting had ook een Raad van Advies met daarin onder andere de hoogleraren prof. dr. Henk Jochemsen en prof. dr. Marc de Vries. Dit schoot dr. Smedes in het verkeerde keelgat. Hij schreef: ‘Ik vind dat een universiteit eens een goed gesprek zouden moeten aangaan met dergelijke hoogleraren om te zien of hun positie nog wel te handhaven is’. Waarom? Iemand die meewerkt aan een dergelijke creationistische organisatie zou ‘actief bezig’ zijn ‘met de uitholling van het wetenschapsbedrijf’.9 Op de geschetste karikaturen in het artikel valt veel aan te merken, maar het gaat erom dat dr. Smedes deze hoogleraren liever zag vertrekken. Een vervolgartikel van de godsdienstfilosoof hierover zorgde niet voor een beter beeld.10 Het dagblad Trouw kreeg er lucht van en schreef er een artikel over en dit leidde inderdaad tot een gesprek met de hoogleraren.11 Gelukkig liep het goed af en bleek de universiteit uiteindelijk niet gevoelig voor deze ‘rel’, de hoogleraren mochten aanblijven.

Ten slotte

Er is dus geen algeheel naturalistisch complot tegen creationistische academici, het creationisme is een geloofsovertuiging en bestaat niet bij gratie van een vermeend complot van de naturalistische wetenschappers, er zijn wel een heel aantal gevallen van discriminatie op de werkvloer maar dit wordt vooral veroorzaakt door individuen of groepjes verstokte naturalisten én dr. Smedes werkt in een vicieuze cirkel door de gedachte van een algeheel complot zelf te voeden en deze gedachte daardoor, spreekwoordelijk tussen de oren, in stand te houden.

Voetnoten

Evolutionair vooroordeel zorgt voor disclaimer

Dat er een naturalistisch vooroordeel bestaat tegenover creationistische wetenschappers en academische ID’ers dat is bekend.1 We hebben hier al vaker over geschreven.2 Gelukkig publiceren creationisten of ID’ers regelmatig hun bevindingen. Wanneer een creationist of een ID’er een wetenschappelijk paper wil publiceren in de naturalistische literatuur waar creationistisch woordgebruik in voorkomt dan wordt er door diehard naturalisten een lobby opgezet om de (auteur(s) van de) paper in diskrediet te brengen en/of van de uitgever geëist om afstand te nemen van de inhoud en een disclaimer te plaatsen. Creationisten kunnen wel publiceren, maar dan moeten ze dat doen in een naturalistisch jargon en vanuit een naturalistische basisovertuiging met miljarden jaren en universele gemeenschappelijke afstamming. Woorden zoals bijvoorbeeld ‘intelligent design’, ‘Creator’, ‘Flood’ etc. zorgen voor allergische reacties.3

Afgelopen weekend zagen we weer een nieuw voorbeeld van lobbynaturalisten die ervoor zorgden dat een nieuwe paper van twee ID-auteurs een disclaimer ontving. Het gaat om een paper van de wetenschappers Steinar Thorvaldsen en Ola Hössjer in Journal of Theoretical Biology.4 De auteurs willen in de paper kijken of er ook fijnafstemming te vinden is in moleculaire machines en systemen. Tot dusver wordt het argument van de fijnafstemming veelal gebruikt in de natuurkunde. Bij fijnafstemming gaat het om de natuurconstanten die zeer fijn zijn afgestemd zodat er leven (op aarde) mogelijk is. Wanneer deze constanten iets anders waren geweest dan was er een universum zonder leven zoals wij dat nu kennen ontstaan óf was er mogelijk helemaal geen universum geweest.5 Het artikel van Thorvaldsen en Hössjer wil aantonen dat het argument van de fijnafstemming ook gebruikt kan worden in de biologie en wil laten zien dat dit argument het neodarwinistische evolutiedenken uitdaagt. In de paper wordt verwezen naar bekende ID’ers zoals Douglas Axe, Michael Behe en William Dembski. Het ID-journal Bio-Complexity wordt ook een aantal keren aangehaald. Heel mooi dat de auteurs het onderwerp van fijnafstemming in de biologie hebben verkend en dat zij het gepubliceerd hebben in dit naturalistische journal.

Disclaimer

Deze euforie is echter van korte duur. Nadat verstokte naturalisten lucht gekregen hadden van dit artikel ontstond er een lobby en kregen ze het voor elkaar om een disclaimer geplaatst te krijgen bij het artikel.6 De disclaimer luidt:
“Het Journal of Theoretical Biology en de (hoofd)redactie onderschrijft op geen enkele manier de ideologie noch de argumentatie achter het concept Intelligent Design. Na de publicatie van de paper is duidelijk geworden dat de auteurs verbonden zijn aan een creationistische groep (hoewel de adressen die vermeld zijn op de paper verwijzen naar afdelingen binnen betrouwbare universiteiten). We waren ons van dit feit niet bewust toen wij de paper beoordeelden. Bovendien werden de trefwoorden ‘intelligent design’ door de auteurs pas na het beoordelingsproces toegevoegd. We waren ons niet bewust van deze actie. We hebben de trefwoorden verwijderd uit de online versie van dit document. We zijn van mening dat Intelligent Design op geen enkele manier een passend onderwerp is voor Journal of Theoretical Biology.”

Slot

Het is bijzonder dat de redacteuren niet eerder hebben gezien dat het hier om een paper vóór Intelligent Design gaat. Zoals gezegd zien we bekende ID-namen, verwijzingen naar een ID-journal én ID-jargon zoals ‘fine-tuning’, ‘irreducible complexity’, ‘waiting time problem7’ en ‘specified complexity’. Het argument dat de redactie geeft is een slecht excuus. Het lijkt erop dat de redactie is gezwicht voor de evolutionaire lobby. Dat is enerzijds droevig, wanneer wetenschapsbeoefening werkelijk ‘neutraal’ zou zijn dan zouden ID-wetenschappers de mogelijkheid moeten hebben om in standaard journals te publiceren. Anderzijds is het mooi dat, ondanks de disclaimer, dit artikel nu onder ogen komt van verschillende vakwetenschappers. Wellicht leidt dit onder niet-verstokte naturalisten tot een grotere acceptatie van het concept Intelligent Design. Laten we hopen dat dit evolutionaire vooroordeel leidt tot een grotere verbondenheid aan Intelligent Design en dat meer wetenschappers zich bezig gaan houden met met dit concept. De laatste jaren zien we gelukkig dat steeds meer naturalisten de ID-beweging weten te vinden en dat ze uiteindelijk ook gaan meedoen met deze beweging.8 Het publiceren van dit artikel laat zien dat Intelligent Design een volwaardig mee kan doen binnen de wetenschapsbeoefening en tot vergezichten leidt: fine-tuning in de biologie.9

Dit artikel verscheen eerder op de website van Logos Instituut en op de website Hongarije Geologie.

Voetnoten