Home » Artikelen geplaatst door Yme Horjus
Auteursarchief: Yme Horjus
‘Open monogamie’, mag dat volgens de Bijbel?
Voorstanders van alternatieve relaties verwijzen nogal eens naar de Bijbel. Lamech, Abraham, Jakob, David en Salomo hadden meerdere vrouwen. Waarom zou dat nu niet meer mogen?
In een vorig artikel schreef ik over relatietherapeuten die pleiten voor ‘rekbaarheid’ in het monogame huwelijk.1 Door een ‘open monogame relatie’ krijg je wat meer ruimte en zou je ook onverwachte dingen in jezelf kunnen ontdekken. Trouwens, zeggen velen: “de Bijbel is helemaal niet zo benepen en enghartig als het gaat om het alleenrecht van een monogame huwelijksrelatie. Er zijn in het Oude Testament allerlei geschiedenissen te vinden waar uit blijkt dat mannen er meerdere vrouwen op nahielden. Polyandrie (dat één vrouw meerdere mannen heeft), komt trouwens bij allerlei primitieve volken wel voor, maar was in Israël verboden (Encyclopaedia Judaica).
De norm
Over polygamie (beter: polygynie2) in de Bijbel zijn verschillende dingen te zeggen. Vanaf het prille begin van de schepping is het huwelijk bedoeld voor één man en één vrouw.3 Er loopt een duidelijke lijn, die bij Genesis 2:18-25 begint en doorgaat tot Maleachi 2:15. Steeds is duidelijk dat het huwelijk is bedoeld voor één man en één vrouw als ordeningsgegeven in de schepping.4
Verdergaande openbaring
Het bestaan van polygamie in het Oude Testament is alleen te begrijpen als we erop letten dat er een ontwikkelingsgang is in Gods openbaring. Abraham en Jakob hebben nooit een specifiek verbod gekregen om geen tweede vrouw of bijvrouw te nemen. Ds. W. Teellinck zegt daarover: “Het is werkelijk heel vertroostend dat de Heere in het OT de polygamie van de aartsvaders door de vingers heeft gezien en hen tóch gezegend heeft. Ik vat dit zó op dat wanneer ons hart oprecht is tegenover God en werkelijk probeert om in al Gods geboden te wandelen, wij dan Hem aangenaam zijn – niet naar wat we niet weten, maar naar wat we weten en ook doen” (Tijd winnen, 2024; pg. 54).5
De wetgeving op de Sinaï is pas later tot stand gekomen, nadat Israël als volk door God was uitgeleid uit het slavenhuis van Egypte. Gaandeweg leert Israël steeds meer Gods bedoelingen kennen, maar het was al stééds Zijn volk. In de huwelijkswetten (Lev.18) wordt polygamie overigens niet nadrukkelijk verboden. Wel worden er randvoorwaarden gegeven, ter bescherming van de vrouw. Zo mocht een man niet trouwen met twee zussen of twee bloedverwanten. Ook mocht hij het eerstgeboorterecht niet geven aan het nageslacht van zijn meest geliefde vrouw; de eerstgeborene had daar recht op (Deut.21:15-17).
Waarom polygamie?
Er zijn verschillende redenen waarom mensen kozen voor polygamie.6 Vruchtbaarheid is een belangrijke. We lezen dat als Sara, Abrahams vrouw onvruchtbaar blijft, zij haar slavin Hagar aan hem geeft tot een bijvrouw, bij wie de aartsvader een kind verwekt. Een andere reden is dat vrouwen economisch niet zelfstandig waren. Het was beter om met een rijke man in een polygaam huwelijk te leven, dan jezelf te moeten verkopen als hoer of als slavin. Ook zijn er politieke redenen voor polygamie.7 Het was een belangrijke manier om je macht te laten zien en om relaties met omringende landen en volken te onderhouden. David en Salomo hebben Deut. 17:16,17 waarschijnlijk uitgelegd als een verbod om op die relaties, op die paarden en op dat geld hun vertrouwen te stellen. Niet als een absoluut verbod op polygamie dus.
Gevolgen van polygamie
Hoewel we nergens in het Oude Testament een duidelijke veroordeling vinden van polygamie, laat de Schrift toch steeds merken dat polygamie niet volgens Gods bedoeling is. In alle situaties leidt polygamie tot strijd, jaloezie en verdriet.8 Abraham stuurt daarom Hagar en Ismaël weg (Gen.21). Lea en Rachel strijden om de liefde van Jakob (Gen.30). Peninna treitert Hanna, omdat zij merkt dat Elkana meer liefde voor Hanna heeft (1 Sam.1). Davids zonen staan elkaar naar het leven en willen allen troonsopvolger zijn (2 Sam.13 en 15, 1 Kon.1). En Salomo’s polygamie leidt tot poly-religiositeit, wat de dood in de pot betekent voor de dienst aan de God van Israël! Uit 1 Kon.11:1-5 blijkt duidelijk dat Salomo hierin Gods gebod overtrad.
Het Nieuwe Testament
In het Nieuwe Testament komen polygame relaties niet meer voor. De Heere Jezus verwijst terug naar de scheppingsordening (Matth.19:5). Ook Paulus is daarover helder. Hij zegt in 1Thessalonisenzen 4:3-5: ‘Want dit is de wil van God: uw heiliging, dat u uzelf onthoudt van de ontucht en dat ieder van u zijn lichaam weet te bezitten in heiliging en eerbaarheid, en niet in hartstochtelijke begeerte, zoals de heidenen, die God niet kennen’. Er kan dus geen misverstand bestaan over meervoudige relaties. Die kunnen voor Gods aangezicht niet bestaan! Het is pure ontucht, om het nog duidelijker te zeggen: hoererij!
Als christenen weten we ons gehouden aan Gods orde in de schepping en daarom is ‘open monogamie’ geen optie. Zoiets valt niet te legitimeren of te verantwoorden met teksten en passages uit het Oude Testament. De hoofdlijn van het Bijbelse denken is onmiskenbaar duidelijk! Polygamie, met alle denkbare varianten tot en met ‘open monogaam’ toe, zijn bedrieglijke verleidingen van de boze! Het zijn niet anders dan influisteringen van de satan.
De hedonistische cultuur van onze dagen pleit voor ‘open monogame relaties’. Dit kan zomaar vanuit de seculiere wereld doorsijpelen in de christelijke wereld. Een gevleugeld gezegde luidt: ‘als het regent in de wereld, drupt het in de kerk’. Laten we daar niet te gering over denken, want dit proces is volop gaande. Paulus wijst op het gevaar van dit alles voor de gemeente en waarschuwt met een understatement: ‘opdat de satan geen voordeel op ons zou behalen’. Hij besluit daarna met de veelbetekenende woorden: ‘want zijn gedachten zijn ons niet onbekend’ (2 Korinthe 2:10b). De boze is een ondermijner van de meest destructieve soort. Met satanisch genoegen breekt hij Gods werk tot de grond toe af!
Laten we waakzaam zijn tegen dit gevaar en zien op Gods trouw voor zijn Kerk. Laten we diezelfde trouw tonen binnen ons eigen huwelijk, om Gods heerlijkheid te weerspiegelen (Ef.5:22-33).
Deze gastbijdrage is met toestemming overgenomen van de website van Bijbels Beraad M/V. Het originele artikel is hier te vinden.
Voetnoten
Boek ‘Vuur dat nooit dooft’ vermijdt echt theologische discussie
Er is een zeer sterke neiging zichtbaar om mensen die zich rekenen tot de lhbtiq+-gemeenschap ook vanuit de kerkelijke wereld met compassie en meeleven te bejegenen. Maar mag de Schrift daarbij zijn eigen zeggingskracht behouden?
Het boek ‘Vuur dat nooit dooft. Gender, seksualiteit en theologie in gesprek’ van prof. dr. René Erwich en dr. Almatine Leene (RD 24-6 en 8-8) heb ik kort na de verschijning van voor naar achter gelezen. Opvallend is dat het boek bijna geheel is gewijd aan de genderproblematiek, terwijl de titel is ontleend aan Hooglied 8:7 en 8, dat één grote ode is aan de liefde tussen man en vrouw (M en V).
Het is mij duidelijk geworden dat de auteurs van ‘Vuur dat nooit dooft’ ruimte zoeken voor alle mogelijke genderuitingsvormen. Een woordvoerder van de organisatie van de Canal Pride in Amsterdam verklaarde op tv dat nu alle letters van het alfabet bij deze manifestatie wel zo’n beetje vertegenwoordigd waren. Het is voor mij echter de vraag of deze ‘rek’ aanwezig is in het Hooglied. Maar de titel van het boek is daar wel aan ontleend!
Maar één conclusie
Het boek is één grote hoeveelheid citaten van vele auteurs. Het toont een enorme belezenheid, die breed wordt uitgestald. Veel mensen zullen erdoor geïmponeerd raken, om niet te zeggen overweldigd. Ik las al ergens dat iemand het boek een ”must have” had genoemd.
Ik begreep dat bij de presentatie nadruk werd gelegd op het niet innemen van standpunten. Dat bevreemdt mij, want de opbouw van het boek is van dien aard dat mensen op grond van het aangedragen materiaal eigenlijk maar één conclusie kunnen trekken: er moet in kerk en samenleving ruimte komen voor alle lhbtiq+-ers en men zou in de kerkelijke wereld niet al bij voorbaat een anti-houding moeten aannemen.
Hermeneutische sleutel
Mij echter overtuigde het boek eigenlijk niet. Ik kwam erachter dat de conclusies ervan al van tevoren vaststonden. De schrijvers kozen voor „het narratief van verlangen” dat in de Bijbel verankerd zou liggen. Dat is hun hermeneutische sleutel. Daarmee hopen ze dat alles wat ze schrijven plausibiliteit krijgt.
In de aanvulling van de auteurs (RD 8-8) op het verslag van de boekpresentatie (RD 24-6) wordt gesteld dat de normativiteit van de Schrift in gesprek moet worden gebracht met inzichten uit andere wetenschappen. Dat lijkt me een goed uitgangspunt, maar hoe voorkomen we dat de Bijbel meteen wordt weggeblazen? Mag de Schrift zijn eigen zeggingskracht behouden?
Onoverkomelijk
Een werkelijk theologische discussie gaan de schrijvers naar mijn opvatting uit de weg. Serieuze tegenspraak komt niet in het boek voor. Ik ben benieuwd naar wat het voor de auteurs betekent dat „zulke mensen (onder anderen mannen die met mannen slapen) het Koninkrijk van God niet zullen beërven” (1 Korinthe 6:10).
Feitelijk is dit een tuchtuitspraak. Ik kan mij niet voorstellen dat andere wetenschappelijke disciplines het gesprek willen en kunnen aangaan over deze uitspraak van Paulus, die niet getuigt van enige acceptatie. In het Bijbels-theologische hoofdstuk geven de schrijvers geen bevredigend antwoord op dit punt, dat voor velen wél onoverkomelijk is in zo’n genderdiscussie.
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Horjus, Y., 2022, Boek ”Vuur dat nooit dooft” vermijdt echt theologische discussie, Reformatorisch Dagblad 52 (112): 25 (artikel).