Home » Artikelen geplaatst door Leontien Bakermans
Auteursarchief: Leontien Bakermans
Toename aantal abortussen wél schrikbarend
De proabortuslobby zit behoorlijk in zijn maag met het fors grotere aantal abortussen in 2023, in totaal 39.332. Hoe kan het? Kloppen deze cijfers wel? En wat zijn mogelijke verklaringen daarvoor?
Op 19 november besteedde radioprogramma Nieuws BV op NPO1 hieraan uitgebreid aandacht. Een toename van 10,5 procent, boven op een stijging van 14,9 procent in het jaar ervoor, dat is toch wel schrikken. Trudy Dehue, hoogleraar theorie en geschiedenis van de psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en auteur van het boek ”Ei, foetus, kind”, zat als specialist aan tafel en gaf haar visie op die hogere aantallen.
Begin zwangerschap
Haar eerste punt was de vraag: vanaf wanneer ben je zwanger? Dat bleek gelijk een lastig punt voor Dehue. Ze legde uit dat de een van een zwangerschap spreekt vanaf de bevruchting, terwijl de ander een zwangerschap bij de innesteling in de baarmoeder laat beginnen. Voor weer een ander ben je pas zwanger als je het aan je familie hebt verteld. Hiermee bleef ze weg van de realiteit.
De wetenschap zelf geeft in een groot onderzoek onder 5500 wetenschappers uit Amerika aan dat 95 procent van hen het begin van het leven ziet bij de bevruchting, zoals die wordt beschreven in de handboeken van biologen en medici daar waar het gaat om het doorgronden van dat deel van de menselijke voortplanting. Dat is dus duidelijk. Haar bewering dat het begin van een zwangerschap niet duidelijk is, heeft geen grond. Dat je pas zwanger zou zijn als je het aan je familie vertelt, is volledig gebaseerd op beleving in plaats van op feiten. Wat geeft een zwangerschapstest dan aan? Deze benadering, namelijk dat het begin van een zwangerschap niet duidelijk zou zijn, zou er volgens Dehue voor zorgen dat niet elke abortus een afbreking van een zwangerschap zou zijn. Dus zouden de aantallen onterecht zo hoog uitkomen.
Overtijdbehandeling
Dehue stelde bovendien dat de manier waarop het aantal abortussen wordt geteld de laatste jaren is veranderd. Met de afschaffing van de vijf dagen bedenktijd bij een abortuswens zouden nu ook de ”overtijdbehandelingen” (vroege zwangerschapsafbreking, bij een zwangerschapsduur korter dan zes weken en twee dagen, gerekend vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie) worden meegerekend in de abortusaantallen. Voor een overtijdbehandeling gold tot 1 januari 2023 niet de vijf dagen bedenktijd. Tot zestien dagen overtijd (let wel, dan is de foetus al een maand oud gerekend vanaf de bevruchting) was er geen bedenktijd nodig. Overigens legde Dehue uit dat de ”zestien dagen overtijdbehandeling” gerekend is vanaf de bevruchting. Ook dit is niet juist, die is gerekend vanaf de dag dat een vrouw ongesteld zou worden, dat is twee weken later.
Terug naar het meetellen van de overtijdbehandelingen; in tegenstelling tot wat Dehue beweerde, werden de overtijdbehandelingen in het verleden altijd al meegeteld, zo blijkt uit oudere jaarrapportages, uit 2015 en 2017 . Weer sloeg ze de plank volledig mis.
”Ontvruchting”
Tegenwoordig kun je met gevoelige zwangerschapstesten al heel snel vaststellen of er een bevruchting heeft plaatsgevonden. Dus al voordat de vrouw ongesteld zou moeten worden. Een heel vroege behandeling in een abortuscentrum is volgens Dehue een vorm van ”ontvruchting” en die wordt volgens haar onterecht meegeteld in het aantal abortussen.
Bij bevruchting smelten een eicel en een zaadcel samen. Dus wat zou er moeten gebeuren bij een ”ontvruchting”? Worden de eicel en de zaadcel dan weer van elkaar gescheiden? ”Ontvruchting” is duidelijk een onwetenschappelijke en onzinnige term. Bovendien werd zo’n behandeling in een abortuscentrum altijd meegeteld. Opnieuw is het weer klinkklare onzin wat deze hoogleraar vertelt.
Al deze argumenten bij elkaar zouden volgens Dehue de hoge abortuscijfers moeten verklaren en daarom hoeven we ons in Nederland geen zorgen te maken over deze cijfers. Integendeel: bijna 40.000 abortussen in 2023 zijn bijna 40.000 kinderen die niet geboren mochten worden: dode kinderen. En elke toename zou iedereen meer zorgen moeten baren.
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Bakermans, L., 2024, Toename aantal abortussen wél schrikbarend, Reformatorisch Dagblad 54 (204): 30-31 (artikel).
Drs. Leontien Bakermans over de adviesvraag behandeling met puberteitsremmers – Uitgelicht! 19 juni 2024
Op 19 juni 2024 was drs. Leontien Bakermans te gast in het programma Uitgelicht! van Family7. Zij sprak over adviesvraag van voormalig demissionair minister Dijkstra over de behandeling met puberteitsremmers. Met dank aan Family7 staat deze video online en kunnen we deze via onze website delen.
Onder de video staat de volgende informatie:
“Demissionair zorgminister Pia Dijkstra geeft opdracht aan de Gezondheidsraad om advies uit te brengen over de behandeling met puberteitsremmers bij kinderen en jongeren met genderdysforie. In de studio apotheker Leontien Bakermans.”
Genderdysforie bij tieners en aspecten van behandeling – Drs. Leontien Bakermans sprak op Nederlands congres d.d. 26 februari 2021
Op 26 februari 2021 organiseerde ik, Jan van Meerten, namens Logos Instituut, een congres over ‘Geloof en Wetenschap’. Apotheker drs. Leontien Bakermans sprak over genderdysforie bij tieners en (on)mogelijkheden van behandeling. Deze video is, met dank aan Geloofstoerusting, opgenomen en hieronder te bekijken.
Zie hier ook een artikel van drs. Bakermans over puberteitsremmers.
Goede voorlichting belangrijk bij gebruik puberteitsremmers – Zweeds onderzoek: aanpassing geslacht leidt niet tot minder stemmings- of angststoornissen
Over de gevolgen van het gebruik van puberteitsremmers op bijvoorbeeld de ontwikkeling van de hersenen is nog veel onduidelijk, betoogt Leontien Bakermans, die het hoog tijd vindt dat apothekers zich in de discussie mengen. “Het is belangrijk om in een vroeg stadium bij het recept betrokken te zijn, zodat de risico’s met kind en ouders besproken kunnen worden.”
Puberteitsremmers zijn volop in het nieuws: ze worden voorgeschreven vanaf ongeveer 11 jaar aan kinderen met genderdysforie (onvrede met het biologisch geslacht). Kwam genderdysforie tot een jaar of tien geleden zelden voor, de laatste jaren is er een exponentiële groei en een verschuiving naar het aandeel meisjes dat zich meldt bij de genderkliniek van ongeveer driekwart.1 Voor deze toename is nog geen verklaring gevonden.
De puberteit is een periode waarin kinderen zowel lichamelijk als geestelijk een enorme ontwikkeling doormaken. Puberteitsremmers stoppen die ontwikkeling. Bedoeld om de druk te verminderen van ‘in het verkeerde lijf te zitten’ en om te kunnen nadenken of de genderdysforie blijvend is – of niet – voordat wordt gestart met cross-sekshormonen (hormonen van het ander geslacht). Althans zo wordt het voorgesteld in de richtlijnen. Maar kloppen die richtlijnen? Om dat vast te stellen heb ik de literatuur geraadpleegd.
Puberteitsremmers zijn synthetische GnRH-achtige hormonen, die de werking van het natuurlijke GnRH stilleggen. Het zijn zware medicijnen die onder meer worden gebruikt om vleesbomen in de baarmoeder te verkleinen, maar ook om verkrachters chemisch te castreren. Ze zijn voor de behandeling van genderdysforie niet geregistreerd.
Door het stilleggen van het natuurlijke GnRH stopt de productie van testosteron bij jongens en oestrogeen bij meisjes. Hierdoor komen de uiterlijke geslachtskenmerken niet tot ontwikkeling. De geslachtsdelen blijven ‘bevroren’ in het stadium van puberale ontwikkeling waarin met de medicatie werd begonnen.
Gevolgen
Maar er zijn meer effecten:
Effect op botten
Hoe hoger de botdichtheid, hoe sterker de botten. In de periode voor de puberteit neemt de botdichtheid met 5% per jaar toe, tijdens de puberteit met 10% per jaar. Door het gebruik van puberteitsremmers stopt de toename en kan de botdichtheid niet z’n maximum bereiken.2 Het gevolg is een verhoogd risico op zwakke botten, botbreuken en chronische pijn. Pubers zullen minder snel groeien en minder lang worden.
Effect op vruchtbaarheid
Bij ‘transmeisjes’ stopt de ontwikkeling van de zaadballen door het testosteron verlagende effect door het gebruik van puberteitsremmers. Willen deze ‘transmeisjes’ op latere leeftijd eigen kinderen, dan kan dat alleen langs kunstmatige weg. Daartoe kunnen zaadcellen worden ingevroren. Is er nog geen zaadlozing geweest, dan moet eerst de zaadcelproductie op gang komen door de puberteitsremmers te stoppen. Maar er is geen garantie dat met de ingevroren zaadcellen ook daadwerkelijk een zwangerschap tot stand komt, als er een (draag)moeder wordt gevonden.
Bij ‘transjongens’ stopt de werking van de eierstokken. Voor een latere kinderwens zullen zij eicellen moeten laten invriezen.3 Ook wordt het bekken ‘bevroren’ in een kinderlijke configuratie. Dit bemoeilijkt een toekomstige natuurlijke bevalling.
Seksuele bevrediging
Kinderen bij wie de puberteit wordt gestopt voordat die goed en wel is begonnen, hebben vaak nog nooit een orgasme of seksuele ervaring gehad. Het wordt dan erg moeilijk om ooit nog een volwassen seksleven te hebben.4
Gevolgen voor latere geslachtsoperatie
Bij een geslachtsveranderende operatie voor ‘transmeisjes’ wordt met weefsel van de balzakken een vagina nagemaakt. Door de puberteitsremmers groeien de balzakken niet uit en is er niet genoeg materiaal voor het maken van een vagina. En moet dan ook darmweefsel worden gebruikt. Een nieuwe vagina uit balzakhuid is al een gecompliceerde operatie, maar het gebruik van darmweefsel brengt nog meer complicaties met zich mee. Een normale seksuele functie behoort helaas niet tot het resultaat.5
Effect op hersenen en psychische effecten
Studies hebben aangetoond dat het gebruik van puberteitsremmers kan leiden tot slechtere cognitieve en uitvoerende functies (zoals onthouden, plannen, redeneren, beslissen en uitvoeren van noodzakelijke acties). Bovendien is er meer kans op depressieve en emotionele (gedrags)problemen.6
Zorgvuldigheid
Genderklinieken vertellen dat deze periode is bedoeld om rustig na te denken of iemand de stap naar een leven in het andere geslacht echt wil zetten. De behandeling wordt voorgesteld als het indrukken van een simpele pauzeknop die de puberteit stilzet. En die desgewenst wordt gestopt waarna de puberteit wordt hervat. Klopt dat wel?
Theoretisch kun je natuurlijk op ieder moment stoppen met de puberteitsremmers. Maar zo natuurlijk of gemakkelijk is het helaas niet. Psychologisch zijn puberteitsremmers namelijk bijna onomkeerbaar, ze worden gezien als opstapje naar verdere transitie.7
Er is nog een groot aantal onbeantwoorde vragen. Denk bijvoorbeeld aan wat de gevolgen zijn op de psychosociale ontwikkeling van de hersenen. Maar ook aan de langetermijneffecten op de geestelijke gezondheid, kwaliteit van leven, osteoporose op latere leeftijd en cognitie.8
Omwenteling
In landen als Australië9, Finland10, Verenigd Koninkrijk11 en Zweden12 is een kentering te zien en wordt het voorschrijven van puberteitsremmers aan het begin van de puberteit als experimenteel en gevaarlijk bestempeld, mede vanwege nog onbekende langetermijneffecten. In Zweden toonde een onderzoek onder de totale bevolking aan dat geslachtsaanpassing niet leidde tot vermindering van stemmings- of angststoornissen. Dit heeft geresulteerd in meer nadruk op het belang van psychische behandeling.13
In Medisch Contact stond recent een opinieartikel over de (on)mogelijkheden van geslachtsverandering.14 Hoog tijd dat ook apothekers zich in de discussie gaan mengen, gezien de ernstige risico’s die aan de te gebruiken medicatie kleven die aan (onvolwassen) kinderen gegeven wordt.
Het is belangrijk om in een vroeg stadium bij het recept betrokken te zijn, zodat de risico’s met kind en ouders besproken kunnen worden. Dit is des te belangrijker omdat een aantal recepten online door buitenlandse artsen zijn afgegeven.15
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Pharmaceutisch Weekblad. De bronvermelding luidt: Bakermans, L., 2022, Goede voorlichting belangrijk bij gebruik puberteitsremmers, Pharmaceutisch Weekblad 157 (29/30): 14-15 (artikel).