Home » Artikelen geplaatst door Jaco van den Brink
Auteursarchief: Jaco van den Brink
Burgerschap boven de Bijbel op school?
Als burgerschap en rechtsstaat op school gaan samenvallen met een keuzemenu voor levensstijlen, is dit niet verenigbaar met Bijbelgetrouw onderwijs. Voor de politiek is daarom een smalle definitie van de rechtsstaat belangrijk. Wij moeten onvermoeibaar uitleggen waarom de Bijbel op school heilzaam is en de ruimte moet krijgen.
Voor veel partijen is de kop boven dit artikel geen vraag. In de laatste Kamerbrief over onderwijsvrijheid (van 3-7-2023) schreef minister Dijkgraaf dat de burgerschapsopdracht boven de onderwijsvrijheid gaat (lees: boven godsdienstige opvattingen). Nu hoeft er tussen Bijbels onderwijs en burgerschap helemaal geen tegenstelling te bestaan. Toch lijken politici die soms te creëren, namelijk als zij ervan uitgaan dat burgerschap betekent dat alle kinderen op school moeten leren vrij te kiezen voor een levensstijl. Die vrije keuze voor het kind krijgt veel nadruk in deze Kamerbrief.
De minister vindt burgerschap en de rechtsstaat zelfs zo belangrijk, dat volgens hem ook in informeel onderwijs (bijvoorbeeld rond kerken of moskeeën) het verdedigen van antirechtsstatelijke opvattingen effectief verboden moet worden. Ook de nieuwe toezichtkaders van de Onderwijsinspectie laten een versterkte focus op burgerschap zien. De tendens is dus dat burgerschapsvorming conform de democratische rechtsstaat voor scholen en leraren vereiste nummer één is.
Zal dit botsen met Bijbelgetrouw onderwijs? Dat hangt vooral af van de vraag wat er bij de rechtsstaat hoort. Is dat vooral het vreedzaam samenleven met alle bevolkingsgroepen? Daar zijn we het ook vanuit christelijk oogpunt van harte mee eens.
Of is het al strijdig met de rechtsstaat wanneer we kinderen Gods geboden inscherpen, in afhankelijkheid en zachtmoedigheid? Hen vormen volgens de ene waarheid van Gods Woord? Natuurlijk met oog voor de andere levensvisies die mensen in ons land aanhangen. Maar ook volgens het voortdurend aandringen uit Spreuken 1-9 om verleidingen te mijden, ons hart te bewaren en Gods wijsheid te „zoeken als zilver”.
Basiswaarden
De Onderwijsinspectie heeft acht basiswaarden geformuleerd waarvan zij vindt dat scholen daaraan aandacht moeten besteden. Met die basiswaarden kunnen scholen gelukkig nog steeds alle kanten op. Dit creëert echter wel het risico dat bijvoorbeeld de basiswaarde ”autonomie” op enig moment zo wordt uitgelegd dat we de kinderen niet mogen sturen of beïnvloeden in hun keuzes.
De minister van OCW „zet vraagtekens” (in genoemde Kamerbrief) bij een school die „leerlingen isoleert”. Bedoelt hij daarmee dat een school niet te veel nadruk mag leggen op het anders-zijn van Bijbelgetrouwe christenen ten opzichte van medeburgers? Dat die school niet bedoeld mag zijn voor één achterban, zoals de reformatorische?
Als Kamerleden of ministers die opvatting vereenzelvigen met burgerschap en rechtsstaat, wordt het rechtsstaatbegrip onaanvaardbaar opgerekt. Dan betekent de rechtsstaat ook dat alle kinderen een levensbeschouwelijk menu moeten krijgen om vrij te kunnen kiezen.
Dat kan echter niet de inhoud van de rechtsstaat zijn, omdat die hang naar keuzevrijheid zelf al een levensvisie is. De inhoud van de rechtsstaat moet religieoverstijgend zijn. Ze mag niet zelf een religie inhouden die dan aan alle burgers wordt opgelegd. Juist wanneer we vanuit Bijbelse waarden burgerschap bijbrengen, zorgt dat voor een drijfveer, een diepe wortel en een gedeeld fundament. We kunnen de Bijbelse visie niet losknippen en als extraatje toevoegen aan de „gemeenschappelijke kern” zoals de liberalen die willen zien.
Rijker
Om dat duidelijk te maken, is het goed als we ons als christenen uitspreken. Wat houdt de Bijbelse levensvisie in? En waarom is die onverenigbaar met het keuzemenu voor onze kinderen? Laten we als reformatorische scholen glashelder zijn over onze identiteit. De Bijbelse levensvisie heeft het volste recht om in alle helderheid op school (en daarbuiten) tot uiting te komen. Ook als dat betekent dat dit een andere levensinvulling vraagt dan waar veel medeburgers naar streven. We mogen dus duidelijk zijn in waar het schuurt, maar ook uitnodigend. Want niets is rijker dan het christelijk leven.
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Brink, J. van den, 2023, Burgerschap boven de Bijbel op school?, Reformatorisch Dagblad 53 (191): 20-21 (artikel). Het artikel is mogelijk gemaakt door het werk van de auteur bij de VBSO. Hier is meer informatie te vinden over de VBSO: https://vbso.nu/.
Leg Bijbelse levensvisie compleet uit aan omgeving
Velen begrijpen de Bijbelse levenshouding niet. Dat verklaart mede de maatschappelijke druk op de Schriftuurlijke visie op relaties en seksualiteit. Daarom drie aanbevelingen op basis van juridische ontwikkelingen.
Er zijn rechtszaken gevoerd tegen predikanten vanwege uitlatingen over homoseksualiteit. Er komt een wetsvoorstel ”strafbaarstelling van conversietherapie”, met een nog onduidelijke reikwijdte. Wat gebeurt er precies? Waar moeten we als kerken rekening mee houden? Wat kan de maatschappelijke ruimte voor Gods Woord bevorderen?
De belangrijkste aanbeveling is dat we vaak en duidelijk uitleggen hoe de Bijbelse opvatting over
seksualiteit in elkaar zit. We moeten rekening houden met veel ”religieus analfabetisme”, ook bij de overheid (zo luidt een van de conclusies in het boek ”Gescheiden Partners” van Kennedy en Rutjes). In het wetsvoorstel over conversietherapie valt bijvoorbeeld op dat de christelijke visie op seksualiteit lijkt te worden gezien als een losstaand religieus voorschrift, dat verder niet de kern van het geloof zou raken.
Het beste uit je leven
Het is ook logisch: wie als uitgangspunt hanteert dat iedereen zelf het beste uit zijn leven moet halen, kan het maar moeilijk begrijpen dat mensen vasthouden aan zo’n ”beperkend” religieus voorschrift. Dat geldt ook voor wie niet beseft dat de zonde voor elke mens innerlijke strijd moet opleveren. Los van de hele puzzel (van de christelijke levensvisie) is dit ene puzzelstukje van de visie op seksualiteit onbegrijpelijk.
Daarom is het belangrijk, ook in kerken, om nog meer aandacht te besteden aan het leggen van die hele puzzel. In begrijpelijke, niet-theologische taal. En dan niet alleen langs de smalle topkanalen van gesprekken met beleidsmakers.
Het proefschrift van Leonard van ’t Hul, ”Besloten. Politieke onderhandelingen tussen de Nederlandse overheid en religieuze organisaties, 1946-1996”, maakt duidelijk dat in die jaren het overleg achter de schermen vaak effectief was. Nu lijkt aanvullende publiéke rugdekking steeds onmisbaarder. Het begrip dat politici in een persoonlijk gesprek voor het reformatorische gedachtegoed kunnen tonen, is vaak bij hun publieke standpuntbepalingen ineens zoek. Het lijkt dus van belang om ook in publieke artikelen onvermoeibaar de Bijbelse levenshouding toe te lichten.
Die houding (heel kort samengevat) draait om afhankelijkheid (van God en van elkaar), van dienen en vertrouwen. Dat geeft invulling en een hoopvol perspectief aan het leven, voor iedereen. Want onze eigen neigingen zijn vertekend door de zonde. Dat maakt het weerstand bieden aan voor God verkeerde neigingen nodig, voor welke christen dan ook. Maar juist ook daarin is Jezus betrouwbaar, voor iedereen. Mensen ontplooien zich niet als autonome individuen, en je seksuele beleving is niet bepalend voor je identiteit. De Bijbelse visie op seksualiteit is ingebed in de levensvisie van zonde, genade en dienstbaarheid. Precies deze verantwoording zal crucialer worden als er meer procedures komen.
Voor het onderwijs bijvoorbeeld legt de regering veel nadruk op het uitgangspunt dat ”vrij onderwijs” nooit onveilig onderwijs mag zijn. Reformatorische scholen kunnen zich dan het beste verantwoorden door aan de hand van de geschetste puzzel uit te leggen dat de Bijbelse visie niet onveilig is voor lhbti-leerlingen. Van belang daarbij is ook de uitstraling van het zorgen voor en luisteren naar deze jongeren.
Publieke kansels
Ook bij de strafrechtelijke beoordeling van waarschuwingen als in de brief van ds. Kort is het uiteindelijk bepalend of deze op een begrijpelijke wijze voortvloeien uit het geheel van onze levensovertuiging. Het Hof wees de klacht tegen ds. Kort af na te hebben bezien of zijn uitspraak over de „zonden tegen de scheppingsorde” voortvloeiden uit zijn levensvisie. In het huidige juridische krachtenveld moet een beroep op de godsdienstvrijheid gepaard gaan met het inzichtelijk maken van de samenhang van geloof en leven.
Daarbij wordt ook getoetst of een uitlating niet ”onnodig grievend” is. Hiermee hangt een tweede aanbeveling samen. Vanaf kansels mogen we duidelijk en zo nodig ook scherp zijn, maar onnodig grieven is strafbaar. Overigens: zolang we beseffen dat we mede namens homoseksuelen uit eigen kring spreken, is alleen al daardoor onze woordkeus zorgvuldig.
Voor ”homofobe en transfobe haatuitingen” komt ook internationaal meer aandacht. Dat maakt het eveneens van belang om de liefdevolle intentie van de Bijbelse boodschap hoorbaar te houden.
Pastoraat
Het wetsvoorstel tegen conversietherapie probeert een bepalend onderscheid te maken tussen het ”afkeuren” van homoseksualiteit of genderexpressie en het ”helpen onderdrukken” van iemands geaardheid of genderidentiteit. Het eerste zou dan niet strafbaar moeten worden maar het tweede wel. Hoewel het voorstel vooral tegen min of meer therapeutische behandelingen is gericht, is de voorgestelde tekst erg onduidelijk over de reikwijdte van het ”helpen onderdrukken”. Ook dat onderstreept de relevantie van een duidelijke uitleg van de innerlijke strijd (met Gods Woord) tegen de zonde. Opnieuw die compleet gelegde puzzel.
Laatste aanbeveling: dit wetsvoorstel is een signaal dat pastorale gesprekken ooit in de publieke belangstelling kunnen komen. Wees er als pastor op bedacht dat dit soort gesprekken soms vragen om een goede gezamenlijke evaluatie. Als er pijnpunten zijn, laten die dan zo goed mogelijk besproken worden. Niemand wil dat er onnodig frustraties blijven zitten die later tot procedures kunnen leiden.
Vrijmoedig
Progressieve opiniemakers én de wetgeving plaatsen genderidentiteit op één lijn met geaardheid bij de vraag in hoeverre een grenzen stellende (Bijbelse) moraal geoorloofd is. In de publieke opinie is het op dit punt verder vooral stil. Alsof de meeste mensen aarzelen als het hierom gaat: het kan toch niet goed zijn (vooral als het kinderen betreft) om verwarring over het geslacht aan te moedigen? Dit onderstreept temeer het belang van een duidelijk tegengeluid, ook uit zorg voor al die kinderen die met een vrij te bepalen genderidentiteit het bos in worden gestuurd.
Hoe zit het juridisch? Mogen christelijke organisaties de Bijbelse principes over huwelijk en seksualiteit blijven benoemen? Jawel, de jurisprudentie is daar helder over. In de Gomaruscasus was het formeel onbetwist dat de school deze opvatting mag uitdragen. Bij ds. Kort is uitgesproken dat er geen strafbaar feit was en ook de zaken tegen politica Räsänen in Finland en dominee Latzel in Duitsland hadden die uitkomst. Toch is alertheid nodig: veel hangt af van de interpretatie van open begrippen als ”basiswaarden van de rechtsstaat”, ”sociale veiligheid” en ”haatuiting”. En bij rechterlijke interpretatie is de publieke opinie nooit ver weg. Daarom heeft de overheid een gezonde visie op de rechtsstaat nodig en moeten wij zo duidelijk mogelijk verantwoording afleggen van ons christelijke leven als man, vrouw, gezin en gemeenschap. Het gaat tenslotte hierom: ook nu onverhinderd en vrijmoedig het hele Woord van God kunnen spreken, voor allen, binnen en buiten de kerk.
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Brink, J. van den, 2022, Leg Bijbelse levensvisie compleet uit aan omgeving, Reformatorisch Dagblad 52 (80): 26-27 (artikel).