Home » Artikelen geplaatst door Gert van Leeuwen
Auteursarchief: Gert van Leeuwen
Schriftgezag en Schriftkritiek (4) Hete hangijzers
Christelijk Nederland zindert van vragen rond de uitleg van de Bijbel, met name als het gaat over een paar hete hangijzers: huwelijk en (homo)seksualiteit, schepping en evolutie, onderscheid mannen en vrouwen. Denk bij het laatste aan de vrouw in het ambt, maar ook aan de kleding. De broek voor vrouwen wordt steeds meer gemeengoed. En vergis ik me als ik ook een toenemende weerzin tegen de hoed voor vrouwen in onze kring waarneem?
Het relationeel waarheidsbegrip leidt ertoe dat men niemand wil veroordelen, er is er immers Één Die oordelen zal? Wie ben ik, zo klinkt dan, om tegen iemand anders te zeggen dat hij het verkeerd doet? Als iemand gelukkig is in een homoseksuele relatie, in liefde en trouw, wie ben ik dan om zijn geluk te onthouden? En als iemand zich vrouw voelt in een mannenlichaam, waarom zou ik dit niet erkennen en hierin meegaan?
Als iemand een standpunt als on-Bijbels beoordeelt, zegt men tegen zo iemand: niemand heeft de waarheid in pacht. Iedereen mag zijn mening hebben. En zo wordt alles vloeibaar. Het uitoefenen van de tucht is eigenlijk niet meer mogelijk. Het wordt als een vorm van machtsdenken ervaren. Wat is het belangrijk om over dit soort zaken met onze jeugd te spreken en Bijbelse argumenten aan te reiken. En die zijn er ruim voldoende!
Relatie, richting en ruimte
In gezin, catechese en kerkelijk jeugdwerk zijn drie woorden van belang in het gesprek over deze onderwerpen: relatie, richting en ruimte. In de eerste plaats relatie. Er moet connectie zijn, dat is een voorwaarde voor een goed gesprek. Jongeren hebben behoefte aan nabijheid. Harde woorden in de zin van ‘en zo zit dat en niet anders’ ketsen af en hebben een tegengestelde uitwerking.
Begin het gesprek ook altijd met luisteren. Goed beluisteren wat jongeren denken en zeggen. Sluit daarbij aan met het stellen van een paar goede vragen. Dat trekt de aandacht. Vervolgens kan er vanuit Gods Woord richting worden gegeven. De warme gloed van liefde en een open gesprekshouding kan jongeren de goede richting wijzen.
Jongeren begeleiden is geen emmer vullen, maar een vuur ontsteken! Een open en eerlijk gesprek zal jongeren raken. En ten slotte hebben jongeren ruimte nodig om hun eigen mening te kunnen geven en scherpe vragen te stellen. Val hen dan niet direct in de rede en reageer niet direct afwijzend. Pas op voor het waarschuwende vingertje en een veroordelende toon. Beter is het een hand toe te steken om in gesprek te gaan en te spreken met liefdevolle en welgemeende woorden.
Ruimte geven is iets anders dan goedkeuring geven. En natuurlijk is die ruimte niet onbegrensd. Verwijs naar de Bijbel en naar andere geschriften. Er zijn voldoende boeken voorradig over welk onderwerp dan ook, maar dat vraagt wel voorbereiding, zelfstudie en gebed. Op een gegeven moment moeten we onze kinderen loslaten. Dan mogen we ze vasthouden in het gebed. Dat is niet eenvoudig!
Toen Melanchton zich in een bepaalde situatie veel zorgen maakte, zie Luther tegen hem: ‘Er is er Eén Die alle dingen bestuurt. Hij leidt. Weet je wanneer ik me zorgen zou maken? Als het in jouw handen zou liggen!’ Het wapenen en begeleiden van onze jongeren vraagt een nauw gebedsleven.
Augustinus
Als het gaat om jongeren die dreigen af te haken wordt nogal eens moeder Monica genoemd. We weten dat Augustinus zich bij allerlei religieuze en filosofische groepen aansloot, tot verdriet van zijn moeder. Toch liet ze haar zoon niet vallen. Ze reisde hem zelfs achterna. Zeker in die tijd is de betekenis daarvan nauwelijks te onderschatten. Er straalt liefde van af.
Nu kan van ouders en ambtsdragers niet gevraagd worden onze jeugd letterlijk achterna te reizen, maar belangstelling, betrokkenheid en liefde zal worden gewaardeerd. Daar gaat iets van uit. Een harde houding stoot af. Moeder Monica wilde er alles aan doen om haar zoon te overtuigen. Ambrosius vertelde haar dat haar zoon zich niet zou laten overtuigen. Dat was de ervaring in zijn leven.
Jongeren die de wereld verkennen weten de argumenten van hun ouders en ambtsdragers vaak maar al te goed. Ze zijn echter vol van andere zaken en laten zich niet overtuigen. Maar we moeten het gesprek blijven voeren en tegenover het aanlokkelijke van dit tijdelijk leven de ernst van de eeuwigheid en de rijkdom van het leven met de Heere blijven plaatsen. Zulke jongeren moeten van binnenuit de leegheid van hun bestaan zonder God leren kennen. De goddeloze heeft vele smarten; maar die op den HEERE vertrouwt, dien zal de goedertierenheid omringen (Ps. 32:10). Het leven van Augustinus laat het belang van een biddende vader of moeder, een biddende ambtsdrager of leerkracht zien. Op het gebed kan de Heere wonderen doen!
Tolle lege
Vanuit de geschiedenis van Augustinus kunnen we ook leren hoe belangrijk het is om met onze jongeren vanuit de Bijbel te spreken. Het is het Woord dat harten verandert en verbreekt, door het werk van de Heilige Geest. Toen Augustinus de woorden ‘Tolle lege’ hoorde -Neem en lees!- maakte de Heere ruimte voor het Woord en werd de Heere hem te sterk. Wat een bemoediging!
Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit De Wachter Sions. De volledige bronvermelding luidt: Leeuwen, G.R. van, 2024, Schriftgezag en Schriftkritiek (4) Hete hangijzers, De Wachter Sions 72 (13): 6-7.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (1) God is groot en wij begrijpen het niet.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (2) Waar waart gij?
- Schriftgezag en Schriftkritiek (3) Moderne hermeneutiek.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (4) Hete hangijzers.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (5) Door Woord en Geest.
Schriftgezag en Schriftkritiek (3) Moderne hermeneutiek
Schriftkritiek is geen populaire term. Men spreekt liever van historisch-kritisch Bijbelonderzoek. Dit onderzoek richt zich op veronderstelde overschrijf- en vertaalfouten, (schijnbare) tegenstrijdigheden, eenzijdigheden en onjuistheden in de Bijbel. De kritische Bijbelonderzoekers hebben vaak meer vertrouwen in de wetenschap en in zichzelf dan in de Bijbeltekst. Schriftkritiek gaat nogal eens uit van een optimistische mensvisie en geeft in die gevallen blijk van een modern zelfverstaan. Echter, God is groot en wij begrijpen het niet (Job 36:26). ‘Als we erkennen dat de Schrift van God is uitgegaan, hoeven we ons er niet over te verwonderen dat er vele dingen in staan die onze pet te boven gaan’, schreef Calvijn al eeuwen geleden.
De hedendaagse Schriftkritiek wordt sterk beïnvloed door het postmodernisme van deze tijd. Dit houdt in dat men ervan uit gaat dat waarheid onlosmakelijk verbonden is met context en cultuur. Een absolute waarheid die alle culturen zou overstijgen is volgens het postmodernisme onmogelijk. De waarheid wordt dus benaderd vanuit de eigen culturele context en die is in Afrika of China geheel anders dan in ons land en zeker als je dat vergelijkt met het oude Israël. De Bijbel staat in de culturele context van het oude Israël. Dat vraagt om een vertaalslag naar onze cultuur in onze tijd. Deze moderne vorm van Schriftuitleg wordt moderne hermeneutiek genoemd.
Verkeerd gelezen?
We horen vandaag steeds vaker dat je de Bijbel op heel verschillende wijzen kunt lezen. Volgens sommigen hebben we hem altijd verkeerd gelezen. We hebben de Bijbel gezien als een zogenaamd historisch verslag van de schepping, de zondeval en Gods handelen met Zijn volk. We hebben er regels uit afgeleid zonder ons af te vragen of die regels nog wel gelden voor vandaag. We lazen bijvoorbeeld dat een vrouw moet zwijgen in de gemeente en we zagen over het hoofd dat Paulus dan spreekt in een bepaalde context. In de wereld van toen was het ongepast dat een vrouw op de voorgrond trad. Dan moest dat dus ook niet in de kerk gebeuren. Dat zou aanstootgevend geweest zijn. Dat zou zelfs de voortgang van het evangelie belemmerd hebben. Dus wat deed de apostel toen? Hij paste zich aan bij de cultuur van die oude wereld. Zou hij vandaag geleefd hebben, hij zou het omgekeerde hebben gezegd. In onze westerse samenleving is het immers aanstootgevend als een vrouw geen leidinggevende functies mag hebben. De kerk moet daarin meebewegen, anders wordt ze beschuldigd van discriminatie en belemmert ze de loop van het evangelie. Alle mensen zijn immers gelijk? En in Galaten 3 vers 28 kunnen we lezen dat er in Christus “noch man noch vrouw” is.
Cultuur
Hieruit blijkt wel dat in dit nieuwe Bijbellezen de cultuur een grote en zelfs beslissende plaats inneemt. Men ziet een enorme afstand tussen de oude godsdienstige, patriarchale cultuur van de Bijbel en de cultuur van onze huidige seculiere, democratische samenleving. Men wil een brug tussen die beide slaan. Gods Woord, zo zegt men, is tot ons gekomen in een bepaalde culturele verpakking, en nu is het aan ons om de kern eruit te halen en deze over te brengen naar de huidige tijd. Vandaag, zo beweert men, zijn er bovendien andere vragen: vragen betreffende gelijkheid en ongelijkheid, van eenzaamheid en verlangen, van klimaat en milieu, van inclusiviteit en emancipatie, en ga zo maar door.
Is het dan niet waar dat er een grote afstand is tussen de cultuur van de Bijbelse tijden en de huidige cultuur in onze westerse wereld? Dat is zeker waar, al moeten we niet overdrijven. In Azië, Afrika en Zuid-Amerika zijn kerken en christenen vaak minder onder de indruk van de cultuur van de westerse wereld. De mensen van het nieuwe Bijbellezen vergeten nogal eens dat het Westen niet het middelpunt van de wereld is. Merkwaardig genoeg voert men een strijd die bij de christenheid op het zuidelijk halfrond veel afkeer oproept. Het lijkt wel alsof de kerken van het noordelijk halfrond opnieuw de toon willen aangeven, maar nu op een liberale en zelfs libertijnse manier.
Andere Schriftopvatting
Vanuit deze nieuwe visie op de Schrift kan men ontspannen omgaan met zaken in de Bijbel die men ziet als tegenstrijdigheden en historische onjuistheden. De kritische vragen uit het verleden zijn ineens niet spannend meer. Zo hoeven we, aldus deze mensen, niet meteen om te vallen als de slang in het paradijs niet gesproken heeft, de muren van Jericho niet echt zijn ingestort na de zevenvoudige rondgang van het volk Israël, Jona niet echt in de vis gezeten heeft1 of de zon niet werkelijk tot staan is gekomen bij Gibeon.
Is de Bijbel dan historisch onbetrouwbaar? Dat zou men niet graag zeggen. Die verhalen zijn wel waar, maar wat betékent waarheid? Ze hoeven niet echt gebeurd te zijn om wáár te zijn! In onze westerse wereld en het moderne denken bedoelen we daarmee een feitelijk, objectief verslag, iets dat historisch correct en empirisch vast te stellen is. De Bijbelschrijvers hielden zich daar echter niet mee bezig. De Schrift heeft dus een ander waarheidsbegrip. Dat moeten we volgens hen ook bedenken bij het lezen van Genesis 1-3.
Zo’n waarheidsbegrip en de nadruk op het geloof als interactie tussen God en de mens wordt ook wel een relationeel waarheidsbegrip genoemd. De waarheid wordt dan afhankelijk gemaakt van de uitleg van de mens. Dan is alles waar, wat die mens voor waar aanneemt. Het is deze gedachte die rond 1980 door de Gereformeerde Kerken is omhelsd (denk aan het rapport “God met ons”) en die daar grote schade heeft aangericht.
Herbronnen
We horen in onze tijd steeds vaker de oproep tot herbronning van de bevindelijke traditie. We moeten terug naar de kerkvaders, zoals Augustinus. De geschriften van de kerkvaders worden dan gelezen door onze eigentijdse bril. Men is daar dan helemaal enthousiast over, maar het vreemde is dat er dan veel mee door kan. Het leven wordt er een stuk gemakkelijker op. Men leest de kerkvaders wel – meestal hapsnap, hier een weinig, daar een weinig – maar men leeft niet als die kerkvaders. Het is natuurlijk goed om ons te laven aan die oude bronnen, maar het vraagt wel een bepaalde scherpte en belezenheid.
Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit De Wachter Sions. De volledige bronvermelding luidt: Leeuwen, G.R. van, 2024, Schriftgezag en Schriftkritiek (3) Moderne hermeneutiek, De Wachter Sions 72 (11): 6-7.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (1) God is groot en wij begrijpen het niet.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (2) Waar waart gij?
- Schriftgezag en Schriftkritiek (3) Moderne hermeneutiek.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (4) Hete hangijzers.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (5) Door Woord en Geest.
Voetnoten
Schriftgezag en Schriftkritiek (2) Waar waart gij?
In het vorige artikel2 schreef ik over het absolute gezag van Gods Woord, zoals dat is verwoord in onze Nederlandse Geloofsbelijdenis en dat Schriftkritiek van alle tijden is. De aard van die kritiek verandert echter wel. Als we ons verzetten tegen kritische commentaren, moeten we zorgvuldig onderzoek doen. Als we onjuiste argumenten gebruiken, heeft dat zijn weerslag op al de andere argumenten, die wel correct zijn. Ik heb dat duidelijk proberen te maken aan de hand van het voorbeeld van het al dan niet draaien van de aarde en de positie van de zon. Er is soms sprake van waarnemingstaal in de Bijbel. Het voorbeeld wat ik gebruikte kan ook tot verkeerde conclusies leiden. Want als À Brakel en Voetius zich zo vergisten in de positie van de hemellichamen, zouden ze zich dan ook niet hebben vergist als het gaat om de ouderdom van de aarde? Zijn de scheppingsdagen dan wel dagen van 24 uur geweest? En heeft de slang nu wel echt gesproken tot Eva?
Kwestie-Geelkerken
Om met de laatste vraag te beginnen, ik denk aan de kwestie Geelkerken. Dr. J.G. Geelkerken plaatste ook vraagtekens bij de streng-orthodoxe Bijbelbeschouwing binnen de toenmalige Gereformeerde Kerken. Dit leidde tot een conflict over het paradijsverhaal. In zijn preek op zondag 23 maart 1924 had Geelkerken gezegd dat voor het verhaal over de slang en de vrucht meerdere verklaringen mogelijk waren, maar dat de tekst de historische gebeurtenis van de zondeval weergaf. Een gemeentelid diende een klacht in bij de kerkenraad, die ongegrond werd verklaard. Maar in hoger beroep bij de Generale Synode van Assen werd Geelkerken op 12 maart 1926 voor drie maanden geschorst. Geelkerken weigerde zijn handtekening te zetten onder de synodale uitspraak dat iedere andere dan de letterlijke opvatting van het verhaal van de zondeval, in strijd was met de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Doordat hij zich niet aan deze schorsing onderwierp, werd hij met nog een aantal predikanten, die zijn kant gekozen hadden, op 17 maart 1926 afgezet, waardoor een aantal kerken buiten het verband van de Gereformeerde Kerken kwam te staan.
Stel dat de evolutietheorie waar is?
Als het gaat om de ouderdom van de aarde denk ik aan de discussie in 2017 over het boek van prof. dr. G. (Gijsbert) van den Brink3 ‘En de aarde bracht voort. Christelijk geloof en evolutie’. Prof. Van den Brink doet in zijn boek een poging om de evolutietheorie en het christelijk geloof met elkaar te verenigen. Hij doet zijn best om de Bijbel zo te lezen dat de wetenschappelijke gegevens er zo min mogelijk mee strijden.
Hij is van mening dat het wetenschappelijk gezien onhoudbaar is om te geloven dat de aarde nog maar ongeveer 6000 jaar oud is. De aarde moet volgens hem al zeer oud zijn. Hij werkt zijn gedachten uit aan de hand van drie basisideeën.
In de eerste plaats de voortgaande schepping. Dit is het idee dat de diverse levensvormen geleidelijk aan op aarde zijn ontstaan gedurende enorme tijdsperioden van vele miljoenen jaren. De schepping is dus niet in zes dagen afgerond, maar gaat nog steeds door. In de tweede plaats de gemeenschappelijke afstamming. Dit is het idee dat alle levensvormen niet onafhankelijk van elkaar op aarde zijn gekomen, maar uit dezelfde bron voortkomen en dus gemeenschappelijke voorouders hebben (oftewel, de mens en de aap hebben dezelfde voorouders). Ten slotte de natuurlijke selectie op basis van toevallige veranderingen (mutaties). Dit is het idee dat het sterkste mechanisme overwint en dat het zwakke verdwijnt. Door toevallige veranderingen gaat een organisme zich steeds beter aan zijn omgeving aanpassen. Hierdoor hebben ze betere overlevings- en voortplantingskansen. In deze strijd om het leven overwint de sterkste.
Van den Brink is op al deze punten niet altijd even zeker van zijn standpunt. Om die reden formuleert hij zijn standpunten in de vorm van een vraag: Stel dat dit waar zou zijn, wat betekent dit dan voor het christelijk geloof? Vervolgens probeert hij wetenschappelijke verklaringen in overeenstemming te brengen met de Bijbel en als dat lastig is probeert hij de Bijbel in overeenstemming te brengen met de wetenschap. We moeten de Bijbel in dat geval natuurlijk wel anders gaan lezen. Het levert allerlei vraagstukken op, waarbij Van den Brink zich in allerlei bochten wringt om hier een Bijbels antwoord op te geven.4
Als we alles zouden kunnen begrijpen of inzichtelijk kunnen maken, zou er geen geloof nodig zijn. Het geloof nu is een vaste grond der dingen die men hoopt, en een bewijs der zaken die men niet ziet. Want door hetzelve hebben de ouden getuigenis bekomen. Door het geloof verstaan wij dat de wereld door het woord Gods is toebereid, alzo dat de dingen die men ziet, niet geworden zijn uit dingen die gezien worden (Hebr.11:1-3).
Betrouwbaar
De schepping van de aarde is niet te bewijzen. Er is niemand bij aanwezig geweest. De Heere spreekt dan ook: Waar waart gij toen Ik de aarde grondde? Geef het te kennen, indien gij kloek van verstand zijt (Job 38:4). We moeten het doen met de gegevens die ons worden aangereikt. God Zelf heeft de schepping bekend gemaakt aan de mensen. Gods Woord bedrijft geen historische wetenschap, maar dat wil niet zeggen dat de Bijbel niet historisch betrouwbaar zou zijn. God heeft Zich in de bewoordingen aangepast aan het menselijk niveau en maakt daarbij ook gebruik van beeldspraak. Ik zal hierbij een voorbeeld noemen. In Job 9:6 staat: Die de aarde beweegt uit haar plaats, dat haar pilaren schudden. De kanttekening schrijft bij ‘pilaren’: hun onderste grondslagen en fundamenten. Hier staat dus niet dat de aarde een platte pannenkoek is, die op pilaren gegrondvest is. Zo mogen we de Bijbel niet lezen.
Het voorbeeld uit Jozua 10:13 heb ik reeds genoemd. Dit soort teksten behoeft niet in tegenspraak te zijn met wetenschappelijke inzichten. De Bijbel is niet bedoeld om als encyclopedie te dienen. God komt tot ons in het gewaad van Zijn Woord. Hij spreekt tot ons door middel van Zijn Woord. Dat Woord is gericht op de zaligheid van Zijn volk, niet op het bedrijven van wetenschap. Wetenschap versterkt nooit vanuit zichzelf Schriftgezag. Maar als wetenschap is geworteld in een gehoorzame houding om te luisteren naar wat de Heere zegt, dan is dat echte wetenschap.
Onbetrouwbaar
De Bijbel is volledig betrouwbaar, dat kunnen we van de evolutietheorie niet zeggen. Er zijn diverse boeken verschenen die aantonen dat de evolutietheorie aan alle kanten rammelt. Prof. dr. M.J. Paul toont in zijn boek ‘Oorspronkelijk’ aan dat uit veel wetenschappelijke publicaties blijkt dat er grote vraagtekens gezet kunnen worden bij de evolutietheorie. Het zou de wetenschap sieren als men de aarde zou onderzoeken door de bril van de Bijbel, in plaats van het lezen van het scheppingsverhaal door de bril van de evolutietheorie. Dat laatste leidt tot het steeds weer opnieuw aanpassen van de Schriftuitleg. De evolutietheorie heeft dan het laatste woord. De Bijbel wil men steeds opnieuw plooien, door de mogelijkheid open te houden dat de Schrift gecorrigeerd of anders uitgelegd kan worden. Zo mogen we de Bijbel echter niet gebruiken.
In de Bijbel worden zaken beschreven die niet op een wetenschappelijke wijze te onderzoeken zijn. Er gebeuren wonderen en die kunnen ook niet herhaald worden om daar nader onderzoek naar te doen. Het is van groot belang dat we met onze jeugd dit soort zaken bespreken en de boeken die hierover geschreven zijn lezen en samen bespreken.
Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit De Wachter Sions. De volledige bronvermelding luidt: Leeuwen, G.R. van, 2024, Schriftgezag en Schriftkritiek (2) Waar waart gij?, De Wachter Sions 72 (10): 5-6.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (1) God is groot en wij begrijpen het niet.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (2) Waar waart gij?
- Schriftgezag en Schriftkritiek (3) Moderne hermeneutiek.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (4) Hete hangijzers.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (5) Door Woord en Geest.
Voetnoten
Schriftgezag en Schriftkritiek (1) God is groot en wij begrijpen het niet
De Bijbel is het meest gelezen en best verkochte Boek. Echter, uit recent onderzoek blijkt dat meer dan 75% van de bevolking van ons land de Bijbel niet of nauwelijks leest. Wat nog ernstiger is, is dat dit ook geldt voor de helft van degenen die zich christenen noemen. Hoewel velen nog wel een Bijbel in huis hebben, in welke vertaling dan ook, het Woord van God blijft voor velen gesloten. De belangrijkste oorzaak is geestelijk van aard en gaat terug tot de zondeval. Ten diepste is de mens een vijand van God geworden en daarom heeft de mens een weerzin tegen Gods Woord gekregen. Alleen woorden die ons welgevallig zijn, willen we nog graag horen. De Bijbel spreekt echter een afsnijdende waarheid: de dood in Adam, maar ook het leven in Christus.
De Bijbel gaat vaak tegen onszelf in. De Waarheid snijdt in ons vlees. We ontvangen liever een bestaansbevestiging. De Bijbel is echter niet bedoeld als een Boek voor ontspanning. Het is een diep geestelijk, gezaghebbend en normatief Boek. Het is God Zelf Die tot ons spreekt. Dat wordt vaak niet beseft. Daar komt bij dat er een forse afstand wordt ervaren in tijd, taal en cultuur. Hierdoor begrijpen we de Bijbelteksten lang niet altijd en vraagt het lezen van de Bijbel studie. Daar zijn goede handreikingen voor, denk aan de kanttekeningen en Bijbel met uitleg, maar ook aan verklaringen van M. Henry, Dächsel, Calvijn etc.
Die studiehouding is lang niet iedereen gegeven. Het wordt zelfs wel eens verdacht gemaakt. Het zou vrome jongelingen kweken, tot werkheiligheid leiden etc. Maar ook het persoonlijk Bijbellezen en het lezen na de maaltijd staat onder druk. Er is in onze jachtige wereld weinig tijd voor aandacht, vertraging en meditatie. De ontlezing wordt versterkt door de digitalisering. De immense invloed van het beeldscherm heeft de woordcultuur veranderd in een beeldcultuur. Dat heeft enorme consequenties voor de leesvaardigheid in het algemeen en het lezen van de Bijbel in het bijzonder. Overigens geldt dat ook voor de luistervaardigheid. Ik kan al deze aspecten niet uitwerken, maar noem dit wel om de complexiteit te duiden.
Schriftgezag
Schriftgezag begint met ‘eenvoudig’ geloven dat God God is, en Zijn Woord is Goddelijk en daarom waar. Alzo zegt de Heere HEERE! (Ezech. 20:3b). De Heere spreekt door middel van Zijn Woord. De Bijbel wordt niet alleen minder gelezen, het gezag van de Bijbel is ook tanende. Dat heeft uiteraard met elkaar te maken. Ik ga nu eerst in op het Schriftgezag in het verleden en het heden. De vraag hoe de Bijbel tot stand gekomen is, heeft velen in het verleden bezig gehouden. Hoe kunnen we weten of al die Bijbelboeken echt zijn en of ze door Gods Geest zijn ingegeven? De Schriftkritiek was vooral gericht op de samenstelling van de canon. Het was Guido de Brès die veel van die vragen heeft beantwoord in artikel 3 t/m 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Nadat de kerk deze geloofsbelijdenis heeft overgenomen en dit geschrift één van de Drie Formulieren van Enigheid werd, is veel van de kritiek verstomd. Ook in onze tijd horen we hier niet zoveel commentaar meer op. Om die reden ga ik hier niet verder op in, maar verwijs ik naar deze geloofsbelijdenis.
Er zijn wel andere vragen voor in de plaats gekomen en misschien zijn die nog wel veel ernstiger. De Bijbelboeken zelf worden dan wel niet ter discussie gesteld, maar de inhoud van de Bijbel wel. Bij het beantwoorden van de kritische vragen is het noodzakelijk om te staan voor de waarheid van Gods onfeilbare Woord, zonder de ogen te sluiten voor wetenschappelijke ontwikkelingen of nieuwe inzichten. Dat vraagt behoedzaamheid bij het spreken. Ik wil dat benadrukken omdat dit ook in onze tijd nogal eens fout gaat.
Het geocentrisch wereldbeeld van À Brakel
Als voorbeeld noem ik de gedachten van Wilhelmus à Brakel over het wereldbeeld in zijn leerzame standaardwerk ‘De Redelijke Godsdienst’. In hoofdstuk 2 van deel 1, gaat hij uitvoerig in op het Woord van God. À Brakel stelt terecht dat de geopenbaarde verborgenheden in het Woord het menselijk verstand ver te boven gaan. De rede moet op duizend kilometer afstand blijven van geloofszaken. À Brakel noemt dan als voorbeeld de wetenschappelijke stelling dat de aarde om de zon draait en dat de zon stilstaat. Hij neemt daar met ontzetting kennis van. God kan immers niet liegen. In de Bijbel staat duidelijk dat de aarde stilstaat en onbeweeglijk is en dat de zon omloopt. We moeten ons niets aantrekken van de wijsgeren en sterrenkundigen die hier andere inzichten over hebben, stelt À Brakel. God is de Schepper, Onderhouder en Regeerder van alle dingen. “Kent Hij Zijn eigen werk niet, en niet beter dan een mens met een klein en duister begrip? Moet men zijn oordeel niet onderwerpen aan het zeggen van God? Of zou men de heldere uitdrukkingen van God ombuigen en verdraaien naar zijn dwalend verstand? Al wat God, ook van natuurlijke dingen, zegt, is waarheid. God zegt dat de wereld stil, onbeweeglijk staat en dat de zon omloopt, zo is dit dan een vaste en ontegensprekelijke waarheid.”
Zoals hieruit blijkt verdedigt À Brakel een geocentrisch wereldbeeld: de zon draait om de aarde. Gisbertus Voetius (1589-1676) nam datzelfde standpunt in. We moeten hierbij bedenken dat het heliocentrische model, waarin de aarde om de zon draait, nog relatief jong was. Nicolaas Copernicus (1473-1543) kwam met het eerste ontwerp, maar pas in de zeventiende eeuw werd de theorie onderbouwd en bevestigd door Galileo Galileï (1564-1642) en Johannes Kepler (1571-1630).
Galileï kwam vanwege zijn theorie diverse malen in aanvaring met het kerkelijk gezag. In 1633 werd Galileï veroordeeld: hij moest het heliocentrisch model afzweren en kreeg levenslang huisarrest. Toen Galilei stierf, was Wilhelmus à Brakel 7 jaar oud. Theologen waren in die tijd erg georiënteerd op Aristoteles, die ook een geocentrisch wereldbeeld verdedigde. Het is duidelijk dat de ontkenning van het geocentrisme door hen werd gezien als een vorm van nieuwlichterij en een aanval op de Bijbelse waarheid.
Inmiddels onderkennen we allemaal dat de aarde om de zon draait en dat in de Bijbel op een menselijke wijze gesproken wordt, bijvoorbeeld in Jozua 10:12-13a: Zon, sta stil te Gíbeon, en gij maan, in het dal van Ajálon. En de zon stond stil en de maan bleef staan. De Heere sprak op deze wijze om het vanuit menselijk oogpunt duidelijk te maken. Dit wordt ook wel waarnemingstaal genoemd. Met dit voorbeeld probeer ik duidelijk te maken dat we niet te snel moeten zijn in onze oordelen. Wijsheid en voorzichtigheid is ook hier geboden. Maar dit voorbeeld kan ook tot verkeerde conclusies leiden. Daar kom ik in een volgend artikel op terug.
Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit De Wachter Sions. De volledige bronvermelding luidt: Leeuwen, G.R. van, 2024, Schriftgezag en Schriftkritiek (1) God is groot en wij begrijpen het niet, De Wachter Sions 72 (7): 5-6.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (1) God is groot en wij begrijpen het niet.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (2) Waar waart gij?
- Schriftgezag en Schriftkritiek (3) Moderne hermeneutiek.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (4) Hete hangijzers.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (5) Door Woord en Geest.
‘Praktische en waardevolle richtlijnen voor gezin, school en kerk’ – Recensie ‘Transgenderisme in Bijbels perspectief’
Er is sprake van transgenderisme als men zich niet eenduidig wenst te identificeren met het geboortegeslacht. Transgenderisme is een ideologie die diepe sporen trekt in de samenleving, niet in het minst om de aantrekkingskracht die het uitoefent op jongeren. Digitale media en ideaalbeelden spelen hierin een belangrijke rol. Transgenderisme heeft alles te maken met de seksuele revolutie. Dat wil echter niet zeggen dat er geen echte nood kan zijn, integendeel. Het is ingrijpend als iemand zich niet thuis voelt in zijn of haar eigen lichaam. Dat betekent echter nog niet dat zo iemand ook daadwerkelijk van het andere geslacht is. Ook is het in lang niet alle gevallen zo dat de gevoelens blijvend zijn. De psychische nood van betrokkene kan ontzettend groot zijn. Het plaatst christelijke gezinnen, kerken en scholen voor grote en ingrijpende vragen. Voor deze doelgroepen is dit boek een leerzame en goed leesbare handreiking.
Dr. B.A. Zuiddam geeft in dit boek een beschrijving van de problematiek. Hij plaatst de ontwikkelingen in historisch perspectief en waarschuwt tegen de moderne hermeneutiek (Bijbeluitleg), die allerlei Bijbelse uitspraken niet van toepassing wil verklaren. Dr. Zuiddam geeft daarbij praktische, waardevolle richtlijnen voor gezin, school en kerk. Een liefdevolle houding is essentieel, consequent Bijbels optreden ook.
Dr. A.A.M. Kinneging, hoogleraar rechtsfilosofie, maakt duidelijk dat het bij transgenderisme ideologisch gezien gaat om radicale vrijheid en radicale gelijkheid, ten koste van alles.
Vervolgens beschrijven ds. C. Sonnevelt en dr. Zuiddam wat de Bijbel zegt over dit thema en verwijzen daarbij ook naar de reikwijdte van de tien geboden. Ze eindigen hun bijdrage met een oproep tot bewogenheid en liefde, maar vragen de lezer ook of het wel liefdevol is om een transgender te bevestigen in zijn of haar gevoelens en keuzes. Doen we dat ook bij iemand die bijvoorbeeld anorexia heeft? Ligt een psychologische behandeling niet meer voor de hand? Laura Perry, een transgender die spijt kreeg van de geslachtsveranderende operaties die ze heeft ondergaan, schrijft hierover een brief aan ouders van transgenders. Ze legt uit dat een transgender nooit genoegen neemt met een compromis. Ze adviseert de transgenderidentiteit niet te bevestigen. Niet door het veranderen van roepnamen, ook niet met sieraden en kleding. Perry schrijft: ‘Elke keer als u een transgender bevestigt in zijn gekozen identiteit, bouwt u mee aan zijn kartonnen harnas dat in de praktijk van de levensstrijd waardeloos blijkt. Dat ridderpak is de identiteit waarmee ze zich voordoen aan de wereld, maar iedereen kan zien dat het niet echt is en wordt dus gevraagd om mee te spelen. Zo’n kartonnen harnas loopt gemakkelijk scheuren op. Elke keer als iemand een transgender aan de waarheid herinnert of wanneer ze er zelf tegenaan lopen, is dat als een gat in een kartonnen harnas dat je keer op keer weer moet gaan plakken. Je hebt dan weer extra bevestiging nodig om jezelf te laten geloven dat het nog echt is.’ Het is een sterk punt van dit boek dat een ervaringsdeskundige aan het woord wordt gelaten. Ook een anonieme vader van een transgender levert een leerzame bijdrage, waarin overigens op een weinig onderscheidende wijze over het geloof wordt gesproken.
Ten slotte schrijft drs. E. van Hoek-Burgerhart een medisch-ethische reflectie over transgenderisme. Ze beargumenteert dat er tegen een transitie grote bezwaren bestaan. Ze laat ook zien dat de discussie al lang niet meer op zuivere gronden gevoerd wordt. Er is sprake van een enorme lobby. Een wetenschappelijk onderzoek naar mogelijkheden om transgenders goed te begeleiden is bijna niet meer mogelijk: transgenders moeten volledig vrijgelaten worden om hun eigen keuzes te verwerkelijken. Het is goed dat dit boek hiertegen een dam probeert op te werpen en argumenten aanreikt om de discussie hierover op een juiste wijze te voeren. Van harte aanbevolen voor allen die willen of moeten nadenken over dit ingrijpende onderwerp.
Dit artikel is met toestemming van de auteur en de redactie overgenomen uit De Wachter Sions. De bronvermelding luidt: Leeuwen, G.R. van, 2022, Boekbespreking, De Wachter Sions 69 (41): 6-7.