Home » Artikelen geplaatst door Christiaan Bremmer
Auteursarchief: Christiaan Bremmer
Orthodoxe corruptie van bijbelteksten? – Antwoord van drs. Bremmer (GBS) op deze vraag
Vraag
Ik was al helemaal gewend aan het woord “Kapernaum” maar in de NBV wordt mij er op attent gemaakt dat dat het “Kafarnaum” moet zijn. Blijkbaar heeft de Griekse tekst twee verschillende ‘lezingen’. Ooit heeft een kopiïst blijkbaar Kafarnaum in Kapernaum veranderd en dat is héél raar. Met welke bedoeling heeft hij dat gedaan? Bart D. Ehrman weet precies waarom “je vader en ik” in Lukas 2:48 door een kopiist veranderd is in “Jozef en ik.” Iedere verandering heeft een reden, een oorzaak. En dat is in dit geval nogal raadselachtig.
Is het een antiadoptische of een antidocetische of een antiseparatische verandering? In het kwadraadschrift schijf je Kapernaum of Kafarnaum als: כְּפַר נַחוּם Kefar Nachum = dorp van Nahum. Die “Pee” mag je, dacht ik, als een P of als een F vertalen. Maar dat is geen Grieks! En de evangeliën zijn oorspronkelijk in het Grieks geschreven. Hoe zit dat?
Eigenlijk zou ik de vraag aan Bart D. Ehrman moeten stellen want die heeft het boek geschreven “Wie veranderde de tekst van de Bijbel en waarom?” Maar dan zou ik mijn vraag in het Engels moeten formuleren, want ik denk niet dat hij Nederlands kan lezen. En ik zou ook eerst nog betalend lid van zijn fanclub moeten worden en dat ziet deze zuinige Zeeuw niet zitten. Nou ja, het geld wordt goed besteed aan liefdadigheid; maar liefdadigheid in de Verenigde Staten klinkt voor mij als een contradictie in terminus.
Antwoord
Het komt vaker voor dat de spelling van namen in de Griekse handschriften verschilt. Dat heeft te maken met de wijze waarop men buitenlandse namen weergaf in de eigen taal. Ook in onze hedendaagse taal spelen dat soort kwesties. Denk aan het feit dat Kiev vroeger een algemene schrijfwijze voor het Nederlands was, maar dat veel media nu Kyiv zijn gaan schrijven. Inderdaad is het zo dat een Hebreeuwse Pe als harde letter (p) of als zachte (f) getranscribeerd kan worden. We moeten ons daarbij ook realiseren dat de kwestie ‘hard of zacht’ (wel of geen puntje in de Pe) in het oorspronkelijke Hebreeuws niet genoteerd werd.
Het is de vraag of er een bewuste reden is voor dit spellingsverschil, of dat het gewoon te maken had met de conventies van bepaalde (groepen) kopiisten. Dat laatste lijkt het meest waarschijnlijk. Daarbij is het ook de vraag welke spelling oorspronkelijk was. U schrijft: “Ooit heeft een kopiist Kafarnaum in Kapernaum veranderd”, maar het zou ook andersom geweest kunnen zijn.
Verder noemt u het voorbeeld van Lukas 2:48, maar dat is niet zomaar te vergelijken. Dan gaat het echt weer om een andere discussie, die inderdaad wel degelijk een inhoudelijke discussie is. Bart Ehrman hangt al lange tijd de gedachte aan dat orthodoxe kopiisten de oorspronkelijke Griekse tekst bewust hebben ‘gecorrumpeerd’, zodat die beter bij de orthodoxe leer zou passen (“The orthodox corruption of Scripture”; en recenter dus: “Misquoting Jesus”). Voor Ehrman is de orthodoxe leer overigens ook onjuist; zelf is hij agnostisch-atheïstisch en hij gelooft niet dat Jezus God is.
Vanuit gereformeerde hoek wordt echter juist andersom geredeneerd: wij geloven dat bepaalde kopiisten vanuit ketterse overtuigingen bepaalde elementen uit de grondtekst hebben weggelaten bij het kopiëren. Bij Lukas 2:48 is het echter zo dat zowel de Griekse tekstuitgaven van de Meerderheidstekst en Textus Receptus als van de kritische tekst (Nestle-Aland) de lezing “Uw vader en ik” hebben. Het is namelijk ook vanuit de orthodoxe visie niet problematisch dat Jozef de vader van Jezus wordt genoemd. Dat kan immers als ‘stiefvader’ bedoeld zijn. De discussie speelt met name in vers 33, waar de Meerderheidstekst/Textus Receptus “Jozef en Zijn moeder” heeft, terwijl de kritische tekst “Zijn vader en moeder” heeft. O.a. Theodorus Beza en ook de Statenvertalers schrijven ook over de interpretatie dat Jezus de zoon van Jozef werd genoemd vanuit de mening van de Joden gedacht. Beza schrijft bij vers 27: “De Evangelist ziet daarbij ongetwijfeld meer op de mening van het volk dan op hoe de zaak werkelijk was.” De Statenvertalers geven dat bij vers 48 ook als mogelijke verklaring: “Zo spreekt Maria naar de mening der Joden, Lukas 3:23, of omdat men ook een stiefvader met den naam van vader placht te noemen.”
Beza gaat bij vers 27 ook in op de adoptionistische discussie en geeft daarbij de orthodoxe visie weer: Christus is als God zonder moeder en als mens zonder vader (vgl. Hebreeën 7:3 met kanttekening in de Statenvertaling). Het is niet terecht, schrijft Beza, dat de Ebionieten en andere ketters op basis van deze en andere teksten concludeerden dat Jezus werkelijk de zoon van Jozef was.
We zien in Ehrmans boek “The orthodox corruption” (pagina 55-56) dat hij eerst betoogt dat vers 33 door de orthodoxen is gecorrumpeerd door “vader” te wijzigen in “Jozef”. (Echter, de orthodoxen behoeven helemaal geen probleem te hebben met de tekst “vader”. Ook Beza schrijft bijvoorbeeld dat de lezing “vader” hier wellicht toch de originele lezing is.) Voor vers 48 erkent Ehrman dat het opvallend is dat de Griekse manuscripten hier toch massaal de lezing “vader” hebben; toch zegt hij dat ook hier gecorrumpeerd is, wat hij dan betoogt op basis van citaten uit m.n. oude bijbelvertalingen. Maar hij geeft toe dat de wijzigingen (van authentiek naar orthodox, in zijn visie) nogal willekeurig toegepast lijken te zijn en dat ook orthodoxen toch eigenlijk geen moeite hoefden te hebben met woorden als “vader” en “ouders”. Op mij komt de beschuldiging van orthodoxe corruptie bepaald niet overtuigend over.
Deze gastbijdrage is met toestemming van de redactie overgenomen van de website Refoweb. Het originele artikel is hier te vinden.