Home » Artikelen geplaatst door Arthur Alderliesten

Auteursarchief: Arthur Alderliesten

Betrek man meer bij onbedoelde zwangerschap en mogelijke abortus

Rond onbedoelde zwangerschap en abortus hebben mannen een ondergeschoven rol. Dat kan gevolgen hebben voor hun gezondheid. De man verdient volgens Arthur Alderliesten meer erkenning, hulp en aanmoediging om partner en vader te zijn.

Een man belde vorige week met onze hulpverleningsafdeling: ‘Mijn vrouw is zonder dat ik het wist naar de abortuskliniek gegaan voor een abortuspil. Mag dat zomaar?’ Ja, dat mag zomaar. Juridisch heeft de man niets in te brengen. Ook in de hulpverleningspraktijk rond onbedoelde zwangerschap en abortus, zoals de gesprekken binnen de abortusklinieken is er nauwelijks ruimte voor de man, zo blijkt uit richtlijnen voor abortusklinieken in Nederland van het Nederlands Genootschap van Abortusartsen. Het (feministische) ideaal ‘de vrouw beslist’ is juridisch en protocollair verankerd. Dit heeft een prijs. Bij een abortus geldt dat niet alleen voor het ongeboren kind, maar ook de mannelijke partner, al is dat natuurlijk afhankelijk van de mate van betrokkenheid.

Betrokken mannen

Uit Australisch onderzoek (diepte-interviews) onder tien jonge mannen (2015) bleek dat hoe langer de relatie al standhield, en dus hoe meer emotionele gehechtheid en toewijding er was tussen beide partners, hoe meer de jonge mannen wensten betrokken te zijn in het beslissingsproces. De Belgische onderzoeker Joke Vandamme kwam tot vergelijkbare conclusies. Wanneer mannen niet werden betrokken, voelden zij zich ondergewaardeerd, machteloos en boos. De ideale rol die ze voor zichzelf beschouwden in dit proces was de rol van iemand die verschillende opties voorstelt en hun vriendin ondersteunt. De uiteindelijke beslissing lieten zij over aan de vrouw. Hun eigen emoties onderdrukken zij in een poging om hun partners te steunen.

Vrouwen wegen de kwaliteit van hun relatie en de mate van steun van de betrokken partner die ze ervaren mee bij de beslissing om hun zwangerschap al dan niet te beëindigen. In de Amerikaanse studie uit 2014 onder 954 vrouwen die dit aantoont, werden de volgende drie redenen om te kiezen voor abortus het meest genoemd door vrouwen: een zwakke relatie, het willen vermijden van alleenstaand moederschap, het hebben van een partner die niet wil of niet in staat is de vrouw te steunen bij het opvoeden van de baby en partnereigenschappen die niet passen bij de rol van een vader. Hieruit blijkt de beslissende betekenis van een partnerrelatie. Dit biedt een interessant en hoopvol perspectief: een relatie tussen man en vrouw, en zeker een kwalitatief goede relatie, kan een factor zijn om de zwangerschap en daarmee het kind te behouden.

Rouw en verlies

Abortus kan gevoelens van opluchting brengen, maar mannen kunnen ook andere emoties ervaren waaronder angst, verdriet, schuldgevoelens, hulpeloosheid en machteloosheid. Dat blijkt uit tal van onderzoeken. Machteloosheid heeft ofwel te maken met het gevoel geen keuze te hebben gehad (omdat abortus wordt beschouwd als de enige oplossing) of met de ondergeschikte positie van de man ten opzichte een zwangere vrouw. Er treden vooral gevoelens van rouw en verlies op.

PTSS

Mannen worstelen op zijn minst met ambivalentie zowel voor als na de abortus. Mannen lijken, ondanks het feit dat ze zich hulpeloos voelen, gemotiveerd om behulpzaam te zijn om hun partners te steunen, ook al is er onenigheid over de abortusbeslissing. Tegelijk blijkt onenigheid met partners over abortusbeslissingen te kunnen leiden tot PTSS-gerelateerde klachten. Vanuit het hulpverleningsperspectief is er alle aanleiding om meer ruimte te vragen voor de rol van de man en hem te helpen deze rol in te vullen. Niet om naar een situatie te gaan waarin de man beslist, maar een waarin – met behoud van de autonomie van de vrouw – de morele positie van de mannelijke partner wordt recht gedaan.

Persoonlijk netwerk

Ook het persoonlijke netwerk van een vrouw die onbedoeld zwanger is en mogelijk abortus overweegt, doet er goed aan om ook oog te hebben voor het welzijn en de behoeften van de (eventueel) betrokken partner. Dit geldt ook voor hulpverleners, medewerkers van abortusklinieken en huisartsen.

Hulpverlening aan mannen zal expliciet aangeboden moeten worden. Betrek de partner erbij als de vrouwelijke hulpvrager dat wil. Het helpt om mannen en vrouwen samen te laten praten over wat een abortus betekent, maar ook hoe de keuze voor het leven er uit zal zien. Relaties zorgen ervoor dat je elkaar aanvult en hebben een helende werking. Dat is de kracht van de geschapen menselijke structuur. Laten we daarvan gebruik maken.

Stichting Schreeuw om Leven organiseert morgenavond (D.V. 18 september 2024) een symposium met het bovenstaande als thema. Zie dit persbericht voor meer informatie.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Nederlands Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Alderliesten, A., 2024, Betrek man meer bij onbedoelde zwangerschap en mogelijke abortus, Nederlands Dagblad 80 (21.774): 16 (artikel).

Ongeboren leven verliest het in Frankrijk

Frankrijk is trots dat het als eerste land abortus in de grondwet verankert, schrijft Arthur Alderliesten, directeur van Schreeuw om leven. „Blijkbaar verwachten de Fransen dat andere landen volgen. Als het inderdaad net zo gaat als na de Franse Revolutie kunnen we onze borst natmaken.”

Frankrijk heeft het recht op abortus als fundamenteel recht in de grondwet verankerd (RD 5-3). Voor veel Fransen is dit een volgende historische mijlpaal op de weg van de vrijheid. Voor anderen vormt het echter een historisch, huiveringwekkend dieptepunt. Het doden van pril menselijk leven wordt verankerd als fundamenteel recht. In een grondwet staan de meest fundamentele waarden van een samenleving. Abortus is er blijkbaar zo een, volgens de meerderheid van de Fransen.

Het Franse parlement stemde in met een overweldigende meerderheid. 780 stemmen voor, 72 tegen. Dus 92 procent voor, 8 procent tegen. Het tekent de verhoudingen. De mensen die pal staan voor de beschermwaardigheid van het leven vormen in West-Europa een steeds kleiner wordende minderheid.

In een democratie kan het betekenen dat je dan het nakijken hebt. In een democratie kan het ook betekenen dat de waarheid het nakijken heeft. Of dat het meest kwetsbare niet hartstochtelijk wordt beschermd, maar dat het onbarmhartige recht van de sterkste of van de meerderheid domineert.

Franse Revolutie

Saillant gegeven is dat het Franse parlement voor deze stemming speciaal naar het paleis van Versailles was getogen. Een historische plaats, die eraan meewerkt om deze gebeurtenis diepgaander te duiden. De laatste Franse koning, Lodewijk XVI, woonde er samen met zijn vrouw koningin Marie Antoinette, totdat zij in het revolutiejaar 1789 door het volk gevangen werden genomen, door een volkstribunaal ter dood veroordeeld werden en onder de guillotine onthoofd werden.

Dat kwam niet helemaal uit de lucht vallen. In de maanden ervoor vonden verschillende revolutionaire gebeurtenissen plaats. De bekendste is de bestorming van de Bastille (gevangenis in Parijs) op 14 juli 1789. Op 4 augustus werden in een wetgevende vergadering de oude rechten afgeschaft en op 26 augustus werd de verklaring van de rechten van de mens en de burger gepresenteerd.

Zo’n 6000 vrouwen uit Parijs gingen op 5 oktober 1789 naar het koninklijk paleis in Versailles. De hongerlijdende bevolking eiste brood, sleepte de koning en de koningin naar Parijs en doodde hen daar. Zo werd 1789 het jaar van de revolutie.

Zelfbeschikkingsrecht

De slogan van de Franse Revolutie was: ”Ni Dieu, ni maître” (Geen God, geen meester). De revolutionaire geest streefde, vrijwel nietsontziend, naar vrijheid. Het decor van de revolutionaire geest werd gevormd door het paleis van Versailles. Het paleis is nu, in maart 2024, het decor waarin niet alleen gestemd werd over abortus als grondrecht, maar waarin de realisering ervan ook feestelijk werd verwelkomd.

De hervormde hoogleraar F.O. van Gennep schreef in zijn boekje ”De terugkeer van de verloren Vader” (1989) dat de Franse Revolutie werd gekenmerkt door zowel de moord op de koning als de moord op God. Deze beide tegelijk vormden de ”vadermoord”, die noodzakelijkerwijs leidde tot een vaderloze samenleving. De rol van de Vader werd ingenomen door ideologieën, waaronder ook het feminisme. In Nederland profileerde het feminisme zich in de jaren zeventig met de leus ”De vrouw beslist!” We zien dat het effect ervan nu tot het uiterste wordt doorgevoerd: het recht om andermans leven te doden ten behoeve van de eigen vrijheid.

Frankrijk heeft de autonomie van de vrouw vrijwel absoluut gemaakt. Het zelfbeschikkingsrecht wordt niet eens meer als waarde afgewogen tegen de waarde van (de beschermwaardigheid van) het ongeboren leven. Het ongeboren leven is uit het blikveld verdreven.

De ambiance van het paleis van Versailles, waar deze geschiedenis is geschreven, is een teken aan de wand. Uiteindelijk leidt het verlichtingsdenken tot een mensbeeld waarin de mens zichzelf vernietigt. Wat kort door de bocht: ”Geen God, geen meester, geen beschermwaardigheid van (ongeboren) menselijk leven”. „De barmhartigheid van goddelozen is meedogenloos”, sprak koning Salomo (Spreuken 12:10b).

Revolutiegeest

De Fransen melden steeds niet zonder trots dat zij het eerste land ter wereld zijn dat abortus als fundamenteel recht in de grondwet heeft vastgelegd. Blijkbaar verwachten ze dat andere landen zullen volgen. Als het inderdaad net zo gaat als bijna 250 jaar geleden, na de Franse Revolutie, kunnen we onze borst natmaken. De geest van de revolutie kreeg vrijwel geheel Europa in de greep. Laten we daarom maar doen wat een van mijn collega’s uit Parijs mij voorhield toen ik contact met hem zocht rond de Franse abortusperikelen. Hij wees op de bekende uitspraak van de Spaanse geestelijke Ignatius van Loyola (1491-1556): „Doe alsof alles van jou afhangt en bid alsof alles van God afhangt.”

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Alderliesten, A., 2024, Ongeboren leven verliest het in Frankrijk, Reformatorisch Dagblad 53 (288): 26-27 (artikel).

Prolifebeweging moet menswaardig Europa beogen

Een Europabrede prolifebeweging moet in gezamenlijkheid haar verantwoordelijkheid nemen. Haar opdracht is om bij een onbedoelde zwangerschap hoop te geven aan ouders en kind.

Menselijke waardigheid is niet alleen in het in West-Europa dominante liberale denken, maar ook binnen de christelijke traditie belangrijk. Ze komt dan ook vaak terug als grondslag in allerlei mensenrechtenverklaringen. Toch wordt ze dagelijks geschonden. Aan de randen van het leven, rond abortus en actieve stervenshulp, krijgt zowel Nederland als Duitsland wetgeving die de menselijke waardigheid steeds erger met voeten treedt. Ik zoom in op abortus. Hoe gaat het daarmee in Nederland?

Weggedrukt

In Nederland geldt sinds 1984 de Wet afbreking zwangerschap (Waz). Het eerste uitgangspunt van deze wet is dat abortus verboden is, tenzij de vrouw zich in een noodsituatie bevindt als gevolg van een onbedoelde zwangerschap. De wet valt terecht nog steeds onder het Wetboek van Strafrecht. Wat een noodsituatie inhoudt, laat de wetgever echter in het ongewisse. Dat baant de weg naar een abortuspraktijk waarin de reden voor abortus er nauwelijks toe doet.

Het tweede uitgangspunt van de Waz is dat het ongeboren leven bescherming toekomt. In de praktijk wordt de waarde van het ongeboren leven echter weggedrukt door de waarde van de autonomie van de vrouw. Dat blijkt bijvoorbeeld uit twee wetsveranderingen die het parlement vorig jaar goedkeurde. Beide maken de beschikbaarheid van abortus laagdrempeliger. Allereerst is de verplichte beraadtermijn van vijf dagen afgeschaft. Ten tweede hoef je voor een medicamenteuze afbreking (de abortuspil) niet meer naar een abortuskliniek; deze is op recept verkrijgbaar bij de huisarts.

Gevreesde tendens

De Nederlandse abortuswet biedt, net als de Britse, ruimte voor abortus tot 24 weken zwangerschap. Dit is in Europa de langste termijn. Vrouwen uit allerlei landen komen dan ook naar Nederland voor een late abortus.

In Nederland worden zo’n 30.000 abortussen per jaar uitgevoerd. Opmerkelijk in de jongste cijfers is dat de meeste abortussen plaatsvinden bij vrouwen tussen 30 en 34 jaar. In eerdere jaren betrof dit een jongere leeftijdscategorie.

Zorgwekkend is de sterke stijging (ruim 50 procent in enkele jaren) van het aantal zwangerschapsafbrekingen op basis van prenatale diagnostiek, dus op grond van een medische indicatie. De oorzaak ervan is niet bekend. Is het een gevolg van de invoering van de 13-wekenecho in 2021 en van de NIPT (niet-invasieve prenatale test)? Is dit het begin van de gevreesde tendens dat geïntensiveerde prenatale screening leidt tot meer abortussen? Dat zou aangrijpend zijn. Vanwege de moeilijke en medisch-ethisch complexe situaties die er kunnen zijn. Maar ook omdat dit cijfer mogelijk vertelt dat we steeds minder goed kunnen omgaan met lijden en gebreken.

Geborgenheid

Mensen staan in relatie tot anderen. Maar rond een onbedoelde zwangerschap voelen veel vrouwen zich juist eenzaam. Ze missen iemand die hen steunt in de keuze voor het leven. Door een abortus wordt niet alleen een zwangerschap afgebroken, maar ook de relatie tussen het ongeboren kind en de moeder en vader. Verder loopt de relatie tussen de moeder en haar partner na een abortus regelmatig stuk (de cijfers variëren van 25 tot 75 procent). Een abortus beschadigt dus wezenlijke relaties en is als zodanig mensonwaardig.

Menselijke waardigheid is ook te zien als een opgave. In relaties gaat het om erkenning en liefdevolle zorg. We hebben als mensen de waardige opdracht om elkaar aandacht en liefde te geven. Menselijke waardigheid is kwetsbaar. Het ongeboren leven is kwetsbaar. Onbedoeld zwangere vrouwen en vrouwen en mannen na een abortus kunnen beschadigd zijn. Juist dan zijn bescherming en liefdevolle geborgenheid van relaties nodig.

Het goede nieuws vandaag is dat prolifemensen hoopbrengers en vredestichters zijn. We zijn geroepen om sjalom te brengen. Dat betekent vrede, harmonie en heelheid brengen waar gebrokenheid is. Sjalom staat voor een samenleving waarin abortus onnodig en ondenkbaar is. Sjalom staat voor gemeenschappen waarin het ongeboren leven welkom is, ook al is het onverwacht of gehandicapt. Sjalom is een arm om een onbedoeld zwangere vrouw heen slaan en tegen haar zeggen: „Ik steun je, je staat er niet alleen voor.” Sjalom staat voor leven dat niet wordt afgebroken en voor het intact blijven van moederschap en vaderschap. Sjalom is de erkenning dat we afhankelijke wezens zijn en niet zonder elkaar kunnen.

Dat geldt ook internationaal. Er worden niet alleen ”Marsen voor het Leven” in Duitsland gehouden. Op 11 november is er de Mars voor het Leven in Nederland, in Den Haag. Laten we als Europabrede prolifebeweging in gezamenlijkheid onze verantwoordelijkheid nemen en samen werken aan een menswaardig Europa dat hoop voor moeder en kind ademt.

Laten we geborgenheid bieden aan mannen en vrouwen rond onbedoelde zwangerschap en aan het ongeboren leven zelf. Dan kunnen we samen met de kwetsbaren, zoals Dietrich Bonhoeffer dichtte, „getrost erwarten was kommen mag. Gott ist bei uns am Abend und am Morgen, und ganz gewiss an jedem neuen Tag”.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Alderliesten, A., 2023, Prolifebeweging moet menswaardig Europa beogen, Reformatorisch Dagblad 53 (145): 24-25 (artikel).

Mensen kweken voor wetenschap botst met christelijke ethiek

Misschien dreigt voor het ongeboren leven een groter gevaar dan abortus: vernieuwde wetgeving opent de deur naar het kweken van embryo’s voor wetenschappelijk onderzoek.

Op 8 mei dienden D66 en VVD een initiatiefwet in om het kweken van embryo’s mogelijk te maken (RD 9-5). Dit hing al in de lucht, maar nu wordt een concrete volgende stap gezet. Dat is zowel een politiek gevoelige als een vanuit medisch-ethisch oogpunt catastrofale stap. Ontluikend menselijk leven wordt opgeofferd aan de wetenschap.

De fractieleiders van D66 en VVD benadrukten op 8 mei in opinieprogramma Op1 dat het is gericht op verbetering van de zorg. Dat is een nobel doel, maar rechtvaardigt niet het creëren en inzetten van menselijk leven als onderzoeksmateriaal. Het medisch-ethisch debat cirkelt rond de vraag die de initiatiefnemers zelf ook stellen in de memorie van toelichting bij hun initiatiefwet: „Het recht op leven en de beschermwaardigheid van het embryo zien op een afweging tussen deze twee waarden en het belang van wetenschappelijk onderzoek.”

Gericht op relatie

Vijf overwegingen bij het wetsvoorstel, waarbij ik aansluit op punten die naar voren komen in de initiatiefwet en de bijbehorende memorie van toelichting:

  • Menselijk leven creëren en inzetten als onderzoeksmateriaal devalueert de waarde ervan. De mens heeft bestaansrecht. Het lijkt me in strijd met de menselijke waardigheid om impliciet te ontkennen dat het leven een doel heeft en daarom geïnstrumentaliseerd, als louter middel, kan worden ingezet.
  • Het doel van het menselijk leven kun je verwoorden als relatiegericht. Dat laat het scheppingsverhaal zien. De mens verhoudt zich tot de Ander (God), het andere (de schepping) en de anderen (de mensen). Embryokweek conflicteert met de belijdenis dat God het leven wil en de mens leeft tot eer van de Schepper. Niet alleen de relatie Schepper-schepsel wordt verstoord (Psalm 139), ook de intermenselijke verhoudingen zijn zoek. Een eerste blijk van de mens als relationeel wezen is dat nieuw leven bij een goede ontwikkeling al binnen 48 uur met de moeder communiceert (”early pregnancy factor”). Van relationeel leven is in het proces van kweek-onderzoek-vernietiging van embryo’s weinig sprake. Ontwikkelingen die de relatiegerichtheid tenietdoen, moeten ontmoedigd worden.
  • In een mogelijk nieuwe definitie van ”embryo” neemt men, in navolging van de in oktober 2022 gepubliceerde evaluatie van de embryowet, de ontstaanswijze als uitgangspunt. Positief hieraan is dat enkele nieuwe technieken hierdoor ook onder de embryowet gaan vallen. Het eerdergenoemde doelperspectief wil ik hier echter naast zetten. Wat is het doel van het leven? Hoe liberaal is het eigenlijk dat beginnend leven niets heeft in te brengen en al wordt vernietigd voordat het tot bewustzijn komt? Hoe autonoom is het nieuwe leven?
  • De wegen van het seculier-liberale denken en het christelijke denken gaan uiteen op mensvisie. Dat blijkt er ook uit dat bij de definitie van ”embryo” (volgens het wetsvoorstel) „het vermogen uit te groeien tot een mens” richtinggevend is. Deze visie vertolkt ook klinisch embryoloog Mastenbroek. In een artikel op RTLnieuws.nl (8-5) wijst hij erop dat embryo’s de eerste dagen na bevruchting nadrukkelijk nog niet zijn uitgegroeid tot foetussen. „We hebben het niet over een foetus, dus iets met een hoofdje en armpjes en beentjes. Dat komt pas weken later. Dit gaat over de heel vroege embryo’s, het gaat over een klompje van enkele cellen.” Volgens het christelijk-ethische denken is er daarentegen vanaf de bevruchting sprake van een nieuw mens. Een klompje cellen, maar wel bezield en dus een uniek mens met een eigen identiteit en DNA-structuur.
  • In de argumentatie ligt het accent op het belang van wetenschappelijk onderzoek. Overheid en politiek beogen een voortrekkersrol bij nieuwe technieken inzake voortplantingskunde. Overheid, politiek en wetenschap zijn zo niet strikt gescheiden.

Gebed

Mensen kweken om het binnen enkele weken te vernietigen als onderzoeksmateriaal moet vanuit het perspectief van christelijke ethiek scherp en principieel worden afgewezen. Schreeuw om Leven spant zich hiervoor in, maar er is meer nodig. Is het zondag ook in uw kerk een gebedspunt of de goede God dit kwalijke plan wil keren?

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Alderliesten, A., 2023, Mensen kweken voor wetenschap botst met christelijke ethiek, Reformatorisch Dagblad 53 (34): 33 (artikel).

Wet afbreking zwangerschap: abortus géén recht

Nu abortus en recht dikwijls in een adem worden genoemd, is het zinvol terug te gaan naar de basis van de wetgeving rond abortus. Deze is met name vastgelegd in de Wet afbreking zwangerschap (Waz). Velen – met name onder feministische, linkspolitieke en progressieve groeperingen – typeren abortus als recht. Maar deze gedachte vinden we niet terug in de Nederlandse wetgeving.

Totstandkoming van de wet

De huidige abortuswet is vanaf 1 november 1984 van kracht. Daaraan is een lang traject vooraf gegaan van maatschappelijk en politiek debat. Ongeveer een eeuw voor deze datum, in 1881, werd in Nederland het Wetboek van Strafrecht ingevoerd. De strafbaarheid van abortus was hierin vastgelegd onder de titel Misdrijven tegen het leven gericht. Niet alleen de aborteur, maar ook de vrouw die abortus veroorzaakte of met haar toestemming liet veroorzaken, was strafbaar. Algemeen werd aanvaard dat abortus slechts was toegestaan indien hiervoor een ‘medische indicatie’ aanwezig was.

Halverwege de vorige eeuw veranderde de maatschappelijke visie op zaken als seksualiteit, huwelijk, zwangerschap, anticonceptie en gezinsvorming. Jan de Bruijn, gepromoveerd op de geschiedenis van de abortuswetgeving, benoemt ook de veranderde positie van het ongeboren kind: ‘De nadruk kwam voor velen meer te liggen op een menswaardig bestaan, terwijl voorheen – onder invloed van het geloof – het leven of bestaan op zichzelf centraal stond.’1

Ook wijzigde de positie van de vrouw. Niet langer was moederschap “het hoogste goed”. Onder invloed van het zelfbeschikkingsrecht namen het welzijn en de zelfontplooiing van de vrouw een steeds belangrijkere plaats in. Deze maatschappelijke ontwikkelingen plaatsten abortus in ander perspectief. De discussie spitste zich steeds meer toe op de vraag hoe enerzijds de bescherming van de ongeboren vrucht en anderzijds het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw tegen elkaar moesten worden afgewogen.2

In combinatie met de opening van de eerste abortusklinieken in het begin van de jaren zeventig, waar het verzoek van de vrouw om abortus als uitgangspunt werd genomen3, ontstond onder invloed van deze veranderende maatschappelijk opvattingen meer ruimte voor het afbreken van zwangerschappen. De roep om legitimering van abortus zwol zowel in Nederland als breder in Europa stevig aan. Tussen 1970 en 1980 leidde het tot acht wetsvoorstellen in de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel van Ginjaar en De Ruiter werd op 18 december 1980 met nipte meerderheid aangenomen: 76 stemmen voor, 74 tegen…

Hoofdlijnen Wet Afbreking Zwangerschap

Het eerste voornaamste uitgangspunt van de Waz4 is dat abortus verboden is (de wet valt immers onder het Wetboek van Strafrecht), tenzij de vrouw zich in een noodsituatie bevindt als gevolg van een onbedoelde zwangerschap. Dan moet haar hulp worden geboden. De Waz bevat strafbepalingen die ingaan op de noodsituatie. Wat de noodsituatie echter inhoudt laat de wetgever in het ongewisse. Het besluit of er sprake is van een noodsituatie valt onder de verantwoordelijkheid van de vrouw en de arts.5 De Memorie van Toelichting op de Waz geeft aan dat zij hierbij ‘met de grootst mogelijke zorgvuldigheid zullen moeten handelen in het besef van de zware verantwoordelijkheid tegenover ongeboren menselijk leven en van de gevolgen voor de vrouw en de haren.’6 Het tweede uitgangspunt is dat het ongeboren leven bescherming toekomt.

Stem binnen juridische context

Vele christenen stonden destijds terecht op de bres om de legalisering van abortus te voorkomen. Dit protest vormde zelfs directe aanleiding voor onder meer prof. dr. G.A. Lindeboom voor de oprichting van de Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind (VBOK). Het is een opmerkelijke gedachte dat het inmiddels toe te juichen zou zijn als de abortuspraktijk en het debat erover, meer het karakter rond de totstandkoming van de wet zou hebben vanwege de waardering van de waarde van het ongeboren leven dat er in doorklinkt. Respect, eerbied voor het ongeboren leven en het recht op leven zijn waarden die anno nu steeds minder gehoord en meegewogen worden. Dat is een pijnlijke constatering, maar drijft des te meer om stem te geven aan het kwetsbare, onschuldige leven, ook binnen wettelijke en juridische contexten. Dat abortus als recht niet is terug te vinden in de Nederlandse wetgeving, correspondeert met de overtuiging dat het ongeboren leven bescherming geniet. En dat moet vooral zo blijven. Het beëindigen van menselijk leven door menselijk ingrijpen is géén recht!

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit het Leef Magazine. De volledige bronvermelding luidt: Alderliesten, A., 2023, Wet afbreking zwangerschap: abortus géén recht, Leef 39 (1): 10-11 (artikel).

Niet abortus maar leven moet Europees grondrecht zijn

President Macron pleitte in het EP voor erkenning van het recht op abortus. Deze fundamentele verschuiving tast de waardigheid van het leven aan.

In juni vorig jaar werd in het Europees Parlement het rapport-Matić aangenomen. In dit rapport gaat het onder meer over seksuele en reproductieve (gericht op voortplanting) gezondheid, waarbij abortus wordt beschouwd als een mensenrecht.

Het rapport, opgesteld onder aansturing van de Kroatische Europarlementariër Matić, pleit (op grond dus van abortus als grondrecht van de vrouw) voor toegang tot veilige en legale abortus.Volgens de commissie zou dit nu beslist nodig zijn in de EU, omdat vrouwenrechten steeds meer onder druk zouden komen te staan. De ambitie van Macron dat abortus als recht wordt erkend, komt daarom niet als een verrassing.

Enkele dagen voor de gewraakte uitspraken van de Franse president werden mensen die staan voor het ongeboren leven aangenaam verrast door de benoeming van de nieuwe voorzitter van het Europees Parlement: Roberta Metsola. Deze Maltese politica staat bekend om haar kritische houding tegenover abortus. Haar benoeming leidde tot de nodige onrust in de internationale media en de wandelgangen van de EU. Maar één dag na haar verkiezing, en kort na een ontmoeting met de Franse president, beloofde Metsola reeds een liberaal pact te ondertekenen dat de toegang van vrouwen tot abortus en voorbehoedsmiddelen in de EU garandeert. Is de ferme uitspraak van Macron soms een reactie op de verkiezing van de consciëntieuze EP-voorzitter?

Het standpunt dat abortus een (vrouwen)recht is, kun je alleen innemen als je vindt dat het ongeboren leven enkel beschermwaardig is tot een bepaalde wettelijke grens van bijvoorbeeld 12 of 24 zwangerschapsweken. In de Nederlandse abortuswet is, net als in vele andere nationale wetgevingen, naar een balans gezocht tussen het belang van de vrouw en het belang van het ongeboren leven. Deze weging van waarden is bij Macron helemaal weggevallen. Het kwalijke in zijn uitspraak is dat de waarde van het ongeboren leven volledig ondersneeuwt ten gunste van het ideologisch gedreven idee dat abortus een recht is. Bij Macron gaat het leven van het kind ten koste van de liberale abortusideologie. De Europese Unie moet zich echter niet laten leiden door een feministische, liberale abortusideologie, maar door de wil om kwetsbaar, onschuldig leven te beschermen.

Andere toon

In veel landen valt de abortuswet onder het strafrecht. Daarin klinkt de ethische afweging door dat het leven niet zomaar mag worden afgebroken. Abortus is geen normaal medisch handelen. Abortus als recht zien en als zodanig verankeren, tendeert naar normalisering van abortus.

Het ”Handvest van de grondrechten van de Europese Unie”, waarin Macron het recht op abortus wil laten opnemen, slaat een fundamenteel andere toon aan. Artikel 1 gaat over de menselijke waardigheid: „De menselijke waardigheid is onschendbaar. Zij moet worden geëerbiedigd en beschermd.” En artikel 2 vervolgt: „Eenieder heeft recht op leven.” Er is juridisch van alles over te zeggen in hoeverre dit van toepassing is op het ongeboren leven. Maar bezien vanuit een ethiek die uitgaat van de beschermwaardigheid van het ongeboren leven kunnen menselijke waardigheid en het recht op abortus niet samengaan.

Ik wil geen EU die het recht op het vernietigen van leven bepleit en verankert, maar de menselijke waardigheid van onze kleinste mensjes eerbiedigt en beschermt. En daarom juist het recht om geboren te worden bepleit en verankert.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Alderliesten, A., 2022, Niet abortus maar leven moet Europees grondrecht zijn, Reformatorisch Dagblad 51 (253): 28 (artikel).

Uitgelicht! – Arthur Alderliesten over de afschaffing van de bedenktijd van abortus

Gisteren was er een debat over de afschaffing van een verplicht beraadtermijn van vijf dagen. Op 26 januari was Arthur Alderliesten, directeur van Schreeuw om Leven, te gast bij Uitgelicht! van Family7. Hieronder is deze uitzending terug te kijken. Het gesprek over het beraadtermijn begint op 4:30 en duurt ongeveer 10 minuten. Arthur Alderliesten: “Die bedenktijd is zó belangrijk. Als dit wordt afgeschaft wordt ook de druk op vrouwen groter om gelijk een abortus te ondergaan.”