Geboorteakte van Hendrik Jan van Kleef (1900-1982)

Geboorteakte van Hendrik Jan van Kleef (1900-1982) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Wageningen.

Hierboven wordt de geboorteakte van Hendrik Jan van Kleef (1900-1982) weergegeven.1 Op 18 april 1900 verscheen Derk Jan van Kleef (1867-1941) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Wageningen om aangifte te doen van de geboorte van zijn zoon. Derk Jan was twee en dertig jaar oud, magazijnknecht van beroep en woonachtig te Wageningen. Hij verklaarde dat Hendrik Jan geboren is op dinsdag 17 april 1900 om half twaalf in de ochtend. Zijn moeder was Berendina Johanna Heij (1868-1941). Het echtpaar woonde in huis C aan de Grindweg te Wageningen. Derk Jan had twee getuigen meegebracht: (1) Albertus van Kleef (1871-1953), acht en twintig jaar oud en houtdraaier van beroep, en (2) Jan Jansen (±1867-?), drie en dertig jaar oud en monteur van beroep.

Voetnoten

Begraafinschrijving van Aartje de Gelder (?-1737)

Hierboven wordt de begraafinschrijving van Aartje (Huijberts) de Gelder (?-1735) weergegeven.1 Op 3 december 1737 werd Aartje begraven in de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente te Buren. Zij was de huijsvrouw van wijlen Jan (Willems) van Meerten (?-1735).

Voetnoten

Begraafinschrijving van Jan van Meerten (?-1735)

Hierboven wordt de begraafinschrijving van Jan (Willems) van Meerten (?-1735) weergegeven.1 Op 13 maart 1735 werd Jan van Meerten begraven in de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente te Buren.

Voetnoten

Begraafinschrijving van Anneke Harmens (?-1693)

Hierboven wordt de begraafinschrijving van Anneke Harmens (?-1693) weergegeven.1 Op 26 april 1693 werd zij begraven in de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente te Buren. Zij was de vrouw van Jan (Willems) van Meerten.

Voetnoten

Provisionele toewijzing aan kinderen en erfgenamen Jan Willem van Meerten (1798-1845) en Marritje Verwoert (1797-1845) in repertoir op notariële akten.

In het Regionaal Archief Rivierenland is het repertoire van akten te vinden van notaris Willem Steven Govert Thomas Post (1794-1890), notaris te Eck en Wiel. In dit archief is ook een provisionele toewijzing te vinden van het regt van opstal van een huis te Opheusden. Hieronder wordt dit beschreven.1

Op 24 mei 1850 verzochten de meerder- en minderjarige kinderen van wijlen het echtpaar Jan Willem van Meerten (1798-1845) en Maartje Verwoert (1797-1845)2 om een provisionele toewijzing van het recht van opstal van een huis te Opheusden. De meerderjarige kinderen handelden eigenstandig, de meerderjarige kinderen waren vertegenwoordigd door een voogd. De akte werd geregistreerd op 27 mei 1850. Het echtpaar was toen al vijf jaar uit de tijd. De akte zelf is niet (nog) gedigitaliseerd, maar kan wel geraadpleegd worden in de studiezaal van het genoemde archief.

Voetnoten

Doopinschrijving van Hendrik van Amerongen (1715-?)

Hierboven wordt de doopinschrijving van Hendrik van Amerongen (1715-?) weergegeven.1 Hij werd op 30 mei 1715 in de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente te Buurmalsen gedoopt. Hij was een zoon van Reijer van Amerongen (?-?) en Anneke van Meerten (?-?).

Voetnoten

Doopinschrijving van Pieternella van Amerongen (1708-?)

Hierboven wordt de doopinschrijving van Pieternella van Amerongen (1708-?) weergegeven. 1 Zij werd op 8 januari 1708 in de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente te Buurmalsen gedoopt. Zij was een dochter van Reijer van Amerongen (?-?) en Anneke van Meerten (?-?).

Voetnoten

Huwelijksinschrijving van Anneke van Meerten (?-?) en Joost van Coesant (?-?)

Hierboven wordt de huwelijksinschrijving van Joost (Janssen) van Coesant (?-?) en Anneke (Ariens) van Meerten (?-?).1 Op 7 augustus 1717 ging het aanstaande echtpaar in ondertrouw in de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente te Buurmalsen. Joost was weduwnaar van Feijken (Janssen) van den Berg. Anneke was weduwe van Reijer (Hendriks) van Amerongen. Na drie zondagse huwelijksproclamatiën zijn zij getrouwd. De huwelijksdatum wordt niet genoemd maar moet ná 28 augustus 1717 zijn geweest.

Voetnoten

Akte van Huwelijkse Voorwaarden van Joost van Coesant (?-?) en Anneken van Meerten (?-?)

Hieronder volgt de akte van huwelijkse voorwaarden van Joost van Coesant (?-?) en Anneken van Meerten (?-?). Het echtpaar is getrouwd in augustus 1717. De akte van huwelijkse voorwaarden is te raadplegen via het Regionaal Archief Rivierenland.1

De transcriptie luidt:

“Op huijden den sevende augustij 1717 is ter eeren Godts, tot vermeerderinge van vrientschap, voortplantinge des manschap geslaghte en wettigh en wil voorbedagt huijwelijck opgeregt en gesloten, tusschen Joost Janse van Coesant, wedúwnaar van wijlen Feijtje Jans van den Bergh, toekomende brúijdegom ter eende ende Anneken Aertse van Meerten, Laest wede van wijlen Reijer Hendrickse van Amerongen geassisteert met den Scholtús Gerard Roels Judesen als haeren gekoren vooght ter andere seijde, welcke húijwelijck naer ordre der Christtelijcke kercke, sal gesolimniseert, ende met den bijslaep geconformeert worden.

Tot welck onderhoút en súbsidie vant voorz. aenstaende húwelijck, den voorn: toekomende brúijdegom, aenbrenckt eerstelijck een huijs en erff met een boomggertje staende ende gelegen in den dorpen van Búúrmalsen, beneffens den inboedel soo van Cooper tin linden en wollen katten en kitten mitsgrtz vier koeijen als korkel t’geen onder haer lieden gewaardeert sijnde met het huijs te samen soom van op een seven hondert guldens nogh derhalven mergens weijlandt met aende múúrsteegh tot Malsen gelegen benevens de opkomsten van elf hont lant te weten soo lange het kint van toekomende brúijdegom, onmondigh is, en mondigh sijnde bij haer selven moet werden gexatiner (?) volgens acte van uijtkoop.

Waar tegens de voorz brúijt tot onder standt als boven aenbrenckt, allee soodanigen inboedel Soo van húijsraedt linden en wollen katten en kitten, neffens een hockeling, schaapen, ’t geene om de geringheijts wil mede onder haer leden te saemen gewaerdeert op een somme van Twee hondert gulden, met nogh aght en veertigh gld. t’geene te Patfangen staet.

Ende is bevoorwaert, ende speciael besprooken en gestipúleert van goederen tússchen de toekomende eghtelúijden sal wesen dan alleen waert en verliet staende húijwelijck te vallen, sonder dat daer onder begreepen sal wesen, eenige Erffenisse ofte besterffenisse, dat oock d’een voor des anderen schuldig ende borghtogte, voor banden des húijwelijks gemaekt niet aensprackelijck off Confennibel sal wesen maar dat de brúijt, tot aller teijden bij voorn affsterven van brúijdegom met de voorz: somme leben en vrij úijt sterfhúijs sal mogen gaen.

Wijders is geconditioneert ende besprooken dat indien de toekomende eghtgenoten offte een van haar beijden moghte komen te overleijden sonder geboorte aen anderen (wicht naar sal of dat als daer de goederen werderseijts aengebraght, ende Die Elck van haar nogh ’t van mogten, weder tussen gaen, ende keeren aende seijde, ende nachte bloedt verwachten (ab Jusittato).

Edogh indien de toekomende Eghteluijden offte een van haar beijde moghte komen te overleijden met blijckende geboorte aen den andere verweckt maar te laten, dat Ja sulk een geval, de goederen bijt voor overleijden van kint off kinderen súllen sterven en De vol werrk op vader off moeders als dan in leven sijnde maar anders niet.

Is nogh geconditioneert ende bevoorwaert dat den toekomende brúijdegom, bij voor affsterven van de bruijt, sonder blijckende geboorte naast dat in tot een morgen gaaff úijt haere gerechte goederen geniet en sal een somme van vijftigh gulden.

Ende bij aldien den toekomende brúijdegom, voorde aanstaende brúijt moghte komen te overleijden sonder kint offte kinderen, úijt desen húijwelijck verweckt te hebben, dat de brúijt als dan úijt des brúijdegoms gerechte goederen tot een Doúaire offte morgen gaeff twecken en genieten sal en so van hondert vijfftigh gulden.

Wat allee t’welcke parthijen en vrienden kin = einde Eklaeren te niemen volkomen Coutentiment belovende dat te houden en naer te komen, als een Contract van húwelijckke, voorwaerden onder Ebandt in de súbissittie van hare persoons en goederen als naer regt en in oorkonde des waersh. is diter gerechtskamer binnen Tright onderteekt op dagh en jaer voorz. en was geteekt Joost Janse van Coesant Anneken Aertse van Meerten Ger Roels als gekoren voogt bij Anneken Aertse van Meerten en nogs wesen en was geteekt. G. Roels: seervooght 1717.”

(meer…)

Testament van Reijer (Hendrickse) van Amerongen (?-?) en Anneken (Aertse) van Meerten (?-?)

Hieronder wordt het testament van Reijer (Hendrickse) van Amerongen getranscribeerd. Het gaat over het nalatenschap van Reijer (Hendrickse) van Amerongen, waarvoor zijn vrouw weduwe Anneken (Aerts) van Meerten verantwoordelijk is. Deze schepenakte is te vinden in het Regionaal Archief Rivierenland te Tiel.1

“Op huijden den 2e Aúgústús 1717 soo is op approbatie van den Wel Ede. Gestrengen heeren Mr. Jacob Corn: Backer, Drosst Dijck, ende Lingen graeff der Stadt undt graeffschap Búúren, als oppervoogt vant Sheeren wegen, over alle onmondiegen, alhier, een vriendelijck ende minnelijck accort gemaeckt ende opgeregt: tusschen Anneken Aertse van Meerten wede van wijlen Reijer Hendrickse van Amerongen tot momboir gekoren hebbende Joost Jansen van Coesant ter eenre, ende Cornelis Hendrickse van Amerongen alt oom ende bloedt voogt van t’ vaders seijde, over de twee onmondigen ende naargelaten kinderen van wijlen den voorn: Reijer Hendrickse van Amerongen, met naemen Petronella en Hendrick van Amerongen ter anderen seijden, naementlijck dat naar voorgaende rijpe overweginge ende Examinatie van gerugen staet ende gelegentheijt des boedels, en tot Eveteringe van verdere kosten niet weerdigh te sijn, de onnoosele meubeltjes bij Inventaris te Specificeeren, daad van sij wel expresselijk sijn vruúneieerende, de voorn: Anneken Aertse van Meeteren sal hebben ende besitten alleede voorn: meúbeltjes, ende dat soodanigh ende judair voegen als den boedel op heden is geconstitúeert, ende dat onder conditien dat de gemelden Anneke Aertse van Meerten daar tegens ten hoeden latten Is neemende, alle soodanige schulden, als den boedel eenigsints belast offer bewaert, souden mogen weten, waer van sij de voorn: haeren kinderen sal judunueeren, Cost ende Schadeloos houden, en daar en boven aen Eder kint, In plaetse van haar vaders Esterff ende Cúccettie uijt te keeren drie rijxdaelders, maeckende voor de twee kinderen vijftien gulden, en bijt overleijde vant eene kint dat de voorn. portie sal dit volvuren op het laeste kint, en bijt afsterven vant laeste kint, op haer wettige erfgen: (ab justistato) ende belooft de voorn: Anneken Aertse van Meerten, voorts haere voorn: kinderen, nae staet en vermogen des boedels te súllen onderhoúden in kost, dranck kleederen húijsvestingh, havenis ende gemack, ende voorts te laten leesen schrijven, en een goet handtwerck, waer mede sij de kost, soúde kúnnen winnen, en voorts daar omtrent alles te doen wat ien getroúwen moeder aan haar onmúndiegen kinderen Eschúlt en Eobli=geert is te doen, ende dat tot mondiegen daegen húijens offer andere geapprobeerde Staeten en súlken de voorn penningen nossuis de Vevenúe van de selve soolangen onder de moeder blijven berústen, ende geprofiteert werden Toot naakonninge en de prestatie vant geene voorn: verbindt den voorn: Anneken Aertse van Meerten haar persoon in de goederen mitsgdrs: de kúive van dien de selve súbmitteerende ten bedwangh in de súbmissie als maer regteren alles souden oock, in oorkonde des waerht is dese bij parthijen elx betrecht. op dagh Maent en jaer voorn en was geteekt Anneken van Meerten GHA. In margine stont gesien en grexamineert dese onderstaende acte aen mijn onder gesz. vermits absentie van de heer Drossaert Backer gepresenteert, approbeerde en vatijtiende deselve na sijn form, en inhoudende actum bevondn den selven aug: 1717 en was geteekt. G:v:Borgh.”

(meer…)