Home » Visie

Categorie archieven: Visie

Heeft het klassieke scheppingsgeloof en het daarop voortbordurende scheppingsparadigma toekomst in Nederland en Vlaanderen? – Mijn bijdrage voor de visiebijeenkomst in 2023

Vandaag is er een overkoepelde visiebijeenkomst, georganiseerd door Logos Instituut. Helaas kon ik vanwege opname in het ziekenhuis, maar ook vanwege gezondheidsredenen niet aanwezig zijn. Graag wil ik mijn twee spreekwoordelijke centen daarom via deze website bijdragen aan de visiebijeenkomst en de vraag of het klassieke scheppingsgeloof en het daarop voortbordurende scheppingsparadigma toekomst heeft in Nederland en Vlaanderen? Ik zal hier wat kritische noten kraken. Kritiek op de ander, overigens zonder namen te noemen, is ook gelijk een spiegel voor mijzelf.

“Kritiek op de ander, overigens zonder namen te noemen, is ook gelijk een spiegel voor mijzelf.” Foto: Lago di Limides (Dolomieten), Italië. Bron: Pixabay.

Heeft het klassieke scheppingsgeloof en het daarop voortbordurende scheppingsparadigma toekomst in Nederland en Vlaanderen? Die vraag heeft een eenvoudig antwoord: alleen als God het wil, want als het aan creationisten zelf ligt dan is het soms wat teleurstellend. Hieronder probeer ik dat uit te werken. Nogmaals, elke constatering is eveneens een spiegel voor mijzelf.

Psalm 127

Bij al het creationistische bezigzijn moet ik steeds denken aan het eerste gedeelte van Psalm 127:

“Een lied Hammaaloth, van Salomo. Zo de HEERE het huis niet bouwt, te vergeefs arbeiden deszelfs bouwlieden daaraan; zo de HEERE de stad niet bewaart, te vergeefs waakt de wachter. Het is tevergeefs, dat gijlieden vroeg opstaat, laat opblijft, eet brood der smarten; het is alzo, dat Hij het Zijn beminden als in den slaap geeft.”

Al ons bezigzijn is tevergeefs als de Heere er Zijn zegen niet over geeft. Creationist zijn is dus allereerst veel knieënwerk of de Heere er Zijn zegen over wil geven. Anders: tevergeefs gebouwd, tevergeefs gewaakt, tevergeefs vroeg opgestaan, tevergeefs laat naar bed gegaan, tevergeefs moeten lijden, tevergeefs… Moeten we dan geen goede werken doen? Uiteraard, want de Heere is het waard om gediend en gevreesd1 te worden en Gods geboden zijn goed voor alle mensen! Maar wat zijn goede werken eigenlijk? De Heidelbergse Catechismus zegt in vraag en antwoord 91: ‘Alleen die uit waar geloof, naar de wet Gods, alleen Hem ter ere geschieden, en niet die op ons goeddunken of op menseninzettingen gegrond zijn2. Kunnen we onze creationistische goede werken langs deze meetlat leggen: alleen uit een waar geloof, naar Gods Wet en Hem ter eer? Zo niet, dan is het ons eigen goeddunken of op menseninzettingen gegrond en dan geldt …tevergeefs… Let wel: deze constatering is tegelijkertijd ook een spiegel.

‘Ik heb…’

In het verleden had ik veel gesprekken met medecreationisten. Bij veel van hen merkte ik een sterke nadruk op de vrije wil en niet zozeer op de totale onmogelijkheid bij mensen vandaan. Ik hoorde dan vaak zinsneden als ‘Ik heb Jezus aangenomen’, ‘Ik heb voor Jezus gekozen’, ‘Ik heb mijzelf bekeerd’ of ‘Ik heb mensen bekeerd’. Dat de wedergeboorte een eenzijdig Godswerk is en vaak dwars door de onmogelijkheid heen gaat, daar werd niet tot nauwelijks over gesproken. Dat genade soeverein en vrij valt, bij God vandaan, daar werd ook niet tot nauwelijks over gesproken. Wat is genade als ik alles (of een groot deel) zelf heb gedaan? In de Bijbel staat: “Een mens kan geen ding aannemen, zo het hem uit den hemel niet gegeven zij” (Johannes 3:27, SV), “Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage” (Johannes 6:44, SV), “want zonder Mij kunt gij niets doen” (Johannes 15:5) en “Trek mij, wij zullen U nalopen” (Hooglied 1:4, SV). Er valt meer te noemen uit de Schrift! We moeten afgebracht worden van onze eigen werkheiligheid en gebracht worden tot de uitroep: “En hun ogen opheffende, zagen zij niemand, dan Jezus alleen”. Het (semi-)Pelagianisme is nog springlevend en als iemand in de lijn van Semper Reformanda heb ik daar grote moeite mee. Bovendien wordt er door sommige creationisten in het gebed zó joviaal (en half lachend) tegen de Heere God gesproken, dat Gods heiligheid uit het oog verloren lijkt. We zouden een voorbeeld kunnen nemen aan hoe Abraham tot de Heere naderde: “Zie toch; ik heb mij onderwonden te spreken tot den Heere, hoewel ik stof en as ben!” In het besef, net als het volk Israël, dat de Heere een verterend vuur is en een eeuwige gloed bij Wie niemand wonen kan (Exodus 24, Deuteronomium 4, Jesaja 33 en Hebreeën 12). Kan ik dan beter bidden? Nee, zelfs de discipelen vroegen: ‘Heere, leer ons bidden, gelijk ook Johannes zijn discipelen geleerd heeft’ (Lukas 11:1, SV). Wat mij betreft hebben we een reformatorische organisatie nodig, met een instelling van Semper Reformanda. Let wel: deze constatering is tegelijkertijd ook een spiegel.

“Er zijn creationisten die hun ‘wetenschappelijke’ model verheven hebben tot de enige waarheid. Iedereen die een dergelijk model niet aanhangt is ‘ketters, onbijbels, vastgeroest, idioot of …’. Dat leidt tot onderlinge strijd en verwarring.” Bron: Pixabay.

Model = waarheid?

Er zijn creationisten die hun ‘wetenschappelijke’ model verheven hebben tot de enige waarheid. Iedereen die een dergelijk model niet aanhangt is ‘ketters, onbijbels, vastgeroest, idioot of …’. Dat leidt tot onderlinge strijd en verwarring. Creationisten dienen te beseffen dat elk model, hoe goed ook, een beperking is van de werkelijkheid. De werkelijkheid om ons heen is zó complex dat deze zich niet laat vangen in een allesomvattend model. Ik zou hier willen pleiten voor meer bescheidenheid. Bovendien staan de resultaten van geologie of biologie bij sommige creationistische organisaties in de geloofsbelijdenis. Uiteraard heeft het klassieke scheppingsgeloof gevolgen voor hoe je tegen de werkelijkheid aan kijkt. Geologie of biologie vallen echter niet onder geloofszekerheden, maar zijn menselijke vakgebieden waarin op een menselijke wijze de werkelijkheid geïnterpreteerd wordt. We moeten het (historische) geloof niet bouwen op menselijke inzettingen (geologie of biologie), derhalve horen geologische en biologische uitspraken ook niet thuis in een geloofsbelijdenis. Een geloof gebouwd op wetenschappelijke modellen is een zandgrond en zal vroeg of laat vastlopen en schipbreuk leiden. Alleen een door God geschonken geloof door genade vanuit de verdienste van de Heere Jezus Christus zal dageraad hebben (Jesaja 8:20). Let wel: deze constatering is tegelijkertijd ook een spiegel.

Dit onderdeel afsluitend wil ik nog wijzen op een citaat van prof. dr. Willem J. Ouweneel over de creationistisch-wetenschappelijke modellen. Het betreft een citaat uit zijn boek ‘Het Woord van God: Ontwerp van een openbarings- en schriftleer’ dat mij trof en waar ik het van harte mee eens ben.3 Dit citaat zouden we op ons in moeten laten werken4:

“Ik neem bijvoorbeeld het verhaal van de zondvloed serieus, ook in historisch opzicht. Maar dat maakt het ‘zondvloedmodel’ van het creationisme niet identiek met de geschiedenis van de zondvloed. Het bijbelse verhaal van de zondvloed is geïnspireerde waarheid, ook vanuit historisch gezichtspunt (zij dat het alleen echt verstaan kan worden vanuit pistisch oogpunt). Maar het zondvloedmodel is een menselijk-wetenschappelijk construct, niet noodzakelijk onjuist, maar zeker ook niet noodzakelijk juist. Het is een menselijke poging om ons historisch serieus nemen van het zondvloedverhaal te koppelen aan onze kennis van aardlagen en fossielen. Deze poging moge succesvol zijn of niet; maar in elk geval kan iemands trouw aan de Schrift nooit afhankelijk gemaakt worden van zijn al of niet aanvaarden van het zondvloedmodel. De geschiedenis van de zondvloed vormt niet slechts een paar willekeurige bladzijden uit de wereldgeschiedenis, en nog minder een verhaal over het ontstaan van de aardkorst. Het is het verhaal van ’s mensen afvalligheid, van Gods heilig oordeel, en van Zijn verlossende genade aan een klein overblijfsel, waarmee Hij de heilsgeschiedenis van de mensheid voortzet. Gn 6-8 is ‘waar’, niet omdat het geschied- (en natuur-)wetenschappelijk allemaal precies blijkt te ‘kloppen’, maar omdat deze hoofdstukken verwijzen naar de Waarheid, zoals deze op het hoogst gestalte heeft gekregen in Jezus (vgl. Jh 14:6, Ef 4:21).”

“Dat mensen afhaken is soms onze eigen schuld (mea maxima culpa) en komt ook wel eens vanwege gebrek aan interesse of tijd.” Bron: Pixabay

Creasimplisme

Tegen een goede kennis zei ik ooit: ‘Het is wat met de huidige Nederlandse creationisten, zo dat ze: of worden weggenomen/sterven, of afhaken (om wat voor reden dan ook) of belanden in creasimplisme. Dat mensen sterven, daar kunnen wij niets aan doen: de mens wikt, maar God beschikt. Dat mensen afhaken is soms onze eigen schuld (mea maxima culpa) en komt ook wel eens vanwege gebrek aan interesse of tijd. Het kan ook zijn dat er mensen zijn opgeschoven naar oudeaardecreationisme of theïstisch evolutionisme. Daarvoor zou je, naar de mens gesproken, de argumenten kunnen wegen en zo nodig kunnen weerleggen. Aan creasimplisme is heel veel te doen: namelijk studeren, studeren en nog eens studeren. Maar ook: je laten gezeggen, je laten gezeggen en nog eens je laten gezeggen. Wil je de Rhynie Chert onderzoeken?5 Prima, maar dan dien je een groepje experts te verzamelen, samen flink de literatuur in te duiken, na deze literatuurstudie dien je met deze experts naar Schotland af te reizen en flink wat veldwerk te doen en dan dien je uiteindelijk deze data eerlijk te wikken en te wegen. Gesteund met doorlopend gebed of het werk door de Heere gezegend mag worden en tot Zijn eer mag zijn. Hoe moet het niet? In de luie leunstoel een losse polsverklaring bedenken en die te berde brengen. Vaak leiden deze ‘losse pols leunstoelverklaringen’ tot creasimplisme en nog meer afhakers.

Het is dit creasimplisme waar mannen als bijvoorbeeld Augustinus en Voetius tegen waarschuwden. Zoals dr. Benno A. Zuiddam heeft laten zien kan Augustinus niet gebruikt worden om de historiciteit van Genesis te ondergraven, maar bevat zijn werk wel een dringende waarschuwing: “Want als iemand een aantal christenen betrapt op fouten in een zaak die men zelf goed kent, en tot het oordeel komt dat onze Schriften waardeloos zijn, hoe moeten ze dan die Boeken geloven over de opstanding van de doden, en over de hoop van het eeuwig leven en het koninkrijk der hemelen, wanneer het zonder twijfel vast is komen te staan dat die op allerlei plaatsen fouten bevatten over toetsbare zaken?” Wijze woorden van Augustinus.6 Ik sprak onlangs nog met een wetenschapper (die ook uitgaat van het klassieke scheppingsgeloof) over de milieu- en klimaatblunders onder creationisten. Hij zei: “Als het hier al niet klopt, wat is er dan óók niet waar (of: wat is er wél waar) van de evolutiekritiek van creationisten.” Deze geleerde had volkomen gelijk. We moeten geen kletspraat verkopen, maar het veld, het lab of de boeken induiken en onze gedachten staven met bronnen, waarnemingen en onderzoeksresultaten. En als we toch kletspraat verkocht hebben, dat kan immers ook onbewust gebeuren, dan moeten we ons haasten om deze kletspraat te rectificeren.

Verschillende creationisten praten soms wat badinerend over mensen met een academische titel alsof ze deze academici bij het kopen van een pakje boter hun certificaat hebben meegekregen. Velen hebben daar veel tijd, jaren studie en energie in gestoken. Wanneer je hun proefschriften leest dan zijn deze detailzaken vaak nuttig voor een scheppingsparadigma.7 Uiteraard moeten we niet op deze mensen met een academische titel bouwen, want dat is een rietstaf die de hand zal doorboren (2 Koningen 18:22 en Jesaja 36:6). Maar respectvol spreken over mensen die gewoekerd hebben met de hun door God gegeven talenten is wel het minste dat gevraagd kan worden. Daarnaast dienen we te zoeken naar wegen hoe het academische werk dat daaruit voortgevloeid is inzetbaar is voor een scheppingsparadigma. Bovendien bewaren deze kenners ons, als het goed is, voor het hierboven genoemde creasimplisme. Let wel: deze constatering is tegelijkertijd ook een spiegel.

“Er zijn ook creationisten die een té grote broek aantrekken.” Bron: Pixabay.

Té grote broek

Er zijn ook creationisten die een té grote broek aantrekken. Zij menen dan dat hun wetenschappelijke model de theorieën van Darwin, Lyell of Einstein (net voor wie het geldt) compleet weerlegt of vervangt. Woorden als ‘Beëindiging van het tijdperk van Darwin’, ‘Het vervangen van Darwin’ of ‘Nieuwe natuurkunde ná Einstein’ komen dan voorbij. Aan de moderne evolutietheorie hebben miljoenen wetenschappers honderden jaren gewerkt, zou je dat als eenling allemaal kunnen vervangen of weerleggen? Daarnaast overstijgt de moderne evolutietheorie momenteel meerdere vakgebieden waar je onmogelijk op allemaal expert kunt zijn. Om Darwin te vervangen heb je een geoloog, paleontoloog, ontwikkelingsbioloog, embryoloog, evolutiebioloog, microbioloog, zoöloog, geneticus, ecoloog en nog talloze experts in andere vakgebieden nodig. Bovendien: creationisten zijn helemaal niet tegen evolutie8 en een groot gedeelte van het evolutieonderzoek zou prima passen binnen een scheppingsparadigma. Denk bijvoorbeeld aan allopatrische en sympatrische soortvorming. Zie ook de bijdrage van dr. Willem Binnenveld deze week op deze website.9 Het laatste punt geldt overigens ook voor de natuurkunde van Einstein.10 Daarmee hoeven ‘Darwin’ of ‘Einstein’ grotendeels niet vervangen te worden en zijn de woorden ‘Beëindiging van het tijdperk van Darwin’ meer een propagandastunt dan dat ze berust op waarheid. Let wel: deze constatering is tegelijkertijd ook een spiegel.

Negeren van kritiek

Sommige creationisten zijn goed in het wegkijken vóór en het negeren ván kritiek. Of de criticus wordt badinerend en koeionerend bejegend. Ik zou zeggen: wees blij dat er critici zijn die creationistische werkhypothesen en modellen aanvallen. Daar worden we allemaal alleen maar beter van. Ik moet denken aan de spreekwoorden ‘iron sharpens iron’ of ‘writing is killing your darlings’. Als voorbeelden wil ik noemen de kritiek van masterstudent aardwetenschappen Willem Jan Blom (BSc.). Hij heeft een compleet e-book gemaakt met een flink aantal voorbeelden waarom het Paleozoïcum, volgens hem, niet door de zondvloed kan zijn afgezet.11 Daar is zeer weinig publieke reactie vanuit creationistische zijde op gekomen. Ik moet bijvoorbeeld denken aan de vragen van o.a. bewegingswetenschapper drs. ing. Bart Klink.12 Toen ik nog fulltime met het scheppingsparadigma bezig was, waren we, Nathan van Ree en ik, enthousiast begonnen met de beantwoording van de vragen.13 Dat lijkt bij Logos Instituut, na mijn vertrek, helaas gestopt te zijn. Toch zijn nog lang niet alle vragen beantwoord. Ik moet bijvoorbeeld denken aan de argumenten van Tjarko Evenboer14, de website Denk-eens-echt-na15 of de onderzoeksvoorstellen van dr. René Fransen16. Allemaal kritische en soms ook meedenkende artikelen. Met Fundamentum hebben we een begin gemaakt aan de bespreking van het recent opgerichte kritische blog van dr. Gerdien de Jong.17 Natuurlijk moeten we niet 100% van de door God aan ons gegeven (vrije) tijd besteden aan onze tegenstanders, maar 20% zou al een mooi begin zijn. Fundamentum staat er voor open om van een divers pluimage aan geleerden reacties te ontvangen. We zijn met deze website wel gevoelig voor ad hominem-drogredenen. De artikelen worden daarom voor plaatsing wel gecontroleerd op o.a. deze gevoeligheden. We moeten kritiek van opponenten serieus nemen, en bespreken, maar niet wegkijken, koeioneren of negeren. Dat is schadelijk voor het klassieke scheppingsgeloof en niet tot heil van onze naaste. De spreekwoordelijke hand moet óók vaker in eigen boezem, dat kan kritiek ook aan de voorkant voorkomen.18 Let wel: deze constatering is tegelijkertijd ook een spiegel.

“Is dan alles beroerd en belabberd in Nederland en Vlaanderen? Nee, gelukkig niet!” Bron: Pixabay.

Wat is er wel?

Is dan alles beroerd en belabberd in Nederland en Vlaanderen? Nee gelukkig niet. Er is in de afgelopen jaren veel werk verzet. Er is sinds 2010 in Nederland een populair-wetenschappelijk tijdschrift Weet Magazine.19 Er zijn tientallen boeken verschenen met tal van argumenten voor het klassieke scheppingsgeloof, waarvan het boek Oorspronkelijk (van prof. dr. Mart-Jan Paul)20 en het boek Adam, waar ben je? (van prof. dr. Willem Ouweneel)21 vermoedelijk het meest gelezen zijn. Ik denk ook aan de twee mooie publicaties van prof. dr. Edgar Andrews: Wie heeft God gemaakt?22 en Wat is de mens?23 Weet Magazine heeft nog niet zo heel lang geleden een prachtige documentaire uitgegeven met als titel ‘Is Genesis history?24 Deze documentaire neemt de Bijbel als uitgangspunt en probeert daarnaast in alle bescheidenheid te bouwen aan een scheppingsparadigma. Binnenkort komt daarvan een tweede deel uit, waarvan ik hoop dat deze ook met Nederlandse ondertitels wordt uitgebracht.25 Een Nederlandstalig huzarenstuk is ook het boek Evolutie: Het nieuwe studieboek (van dr. Reinhard Junker en prof. dr. Siegfried Scherer), waarvan de vertaling gecoördineerd werd door ir. Kees-Jan van Dam.26 Dit jaar verscheen bij Grace Publishing House het nieuwe (familie)boek van Paul Garner (MSc.), De verloren wereld.27 En zeker niet te vergeten: binnenkort verschijnt er bij Uitgeverij De Banier een mooie bundel over ‘geloof en wetenschap’.28 Dit is slechts een kleine greep uit talloze activiteiten die er worden georganiseerd door Nederlandstalige organisaties/individuen die uitgaan van het klassieke scheppingsgeloof. Dit wil niet zeggen dat alles ook even sterk is, er zit veel kaf tussen het koren, maar gelukkig is er wat gaande!

Er zijn tientallen zo niet honderden wetenschappers die op z’n minst vraagtekens zetten bij een theïstisch evolutionistische harmonie of juist opkomen voor de waarheid van het klassieke scheppingsgeloof. Dat laatste in totale afhankelijkheid van de Heere, de Schepper van hemel en aarde. Sommigen zijn net als Nicodemus of Jozef van Arimathea nog verborgen, sommigen hebben te weinig tijd beschikbaar om zich uitgebreid te verdiepen in creationistische detailkwesties en sommigen zijn nederig en durven publiek nadenken over deze grote vragen (nog) niet aan. Laat je in ieder geval geen Calimero-idee aanpraten dat er géén of slechts een handvol wetenschappers zijn die geloven in het klassieke scheppingsgeloof. Laat je niet net als Elia ontmoedigen met een inwendige stem dat je nog maar alleen overgebleven bent. De Heere zorgt in Zijn voorzienigheid nog steeds voor Europa en óók voor ons wegzinkend vaderland.

Het Grote Huis

We moeten met z’n allen bouwen aan het Grote Huis. Het Grote Huis met vensters op de hemel. Een prachtige metafoor van de historicus dr. Ewald Mackay.29 Uit eigen kracht zal dit niet gaan, we zijn in alles zeer diep afhankelijk van de Schepper. Laat elke organisatie of individu een steentje zijn in dat Grote Huis. Een steentje, niet veel waard in zichzelf, maar toch waardevol. Een huis kan alleen gebouwd worden door nieuwe stenen toe te voegen op de oude stenen. Maar vooral door te bouwen op de Enige Hoeksteen, de Heere Jezus Christus (Efeze 2:20). Het klassieke scheppingsgeloof kent een rijk verleden. Laten we bestuderen wat onze medecreationisten in het verleden gedaan hebben. Laten we deze publicaties uitgebreid bespreken, bekritiseren en de sterke argumenten verder uitbouwen. Met Fundamentum ben ik in de archeologische kwestie van Staphorst gedoken. Mooi en bemoedigend om te zien hoe deze mannen in 2010 vanuit afhankelijkheid van de Heere en Zijn Woord wilden optreden. Niet omdat zij iets zijn in zichzelf, maar wel omdat uiteindelijk Gods eer er mee gemoeid is.30 We hoeven niet elke keer het wiel opnieuw uit te vinden. We staan op schouders van reuzen! Nogmaals: niet omdat zij iets zijn of waren in zichzelf (Galaten 6:3), maar omdat de Heere hen de gaven en talenten heeft gegeven en ook de kracht en wijsheid om het uit te dragen of op schrift te stellen.

“De Heere heeft hen de gaven en talenten gegeven en ook de kracht en wijsheid om het uit te dragen of op schrift te stellen.” Bron: Pixabay.

Top-down

Ik ben zelf een voorstander van een Top-down benadering. Laat academici allereerst diep nadenken over vraagstukken binnen het klassieke scheppingsgeloof en/of het scheppingsparadigma. Laat ze daarna aan de slag gaan met deze vraagstukken en de uitkomsten publiceren in een peer-reviewed tijdschrift van kwaliteit (bijvoorbeeld Nature, Sedimentology of Theologia Reformata). Laat ze dan de uitkomst van dit onderzoek vervolgens creationistisch uitwerken. Dat kan zijn in een creationistisch tijdschrift als Answers Research Journal, CRSQ of Journal of Creation, of in een populair-wetenschappelijk tijdschrift als Weet Magazine of een ander Nederlandstalig tijdschrift. Hiervoor hebben we schrijvers en (wetenschaps)journalisten nodig. De academicus kan er ook voor kiezen om zijn onderzoeksresultaten creationistisch uit te werken in boekvorm. Daarmee bedoel ik geen lekenboek maar een peer-reviewed in-depth monograaf. Laat ze na publicatie alle positieve en negatieve feedback die daarop komt verzamelen en deze proberen in te passen, te bekritiseren of te weerleggen. Gebruik het uiteindelijke gepubliceerde en verdedigende werk in docentenmateriaal (voor allerlei onderwijsniveaus en -vormen), in materiaal voor kerken en verenigingen en op creationistische websites. Probeer voort te bouwen hierop door een andere kwestie die hier veel mee te maken heeft ook op deze wijze uit te werken. Zo gaat het van de academische top naar de eenvoudige lezer. Het hele proces uiteraard in volledige afhankelijkheid van de Heere onze Schepper. Immers, de mens wikt, maar God beschikt.

Ten slotte

We moeten proberen om iets op te bouwen. Naar de mens gesproken een onmogelijke taak. Tevergeefs, zegt Psalm 127. Wanneer? Als de Heere het huis niet bouwt. We moeten proberen op wacht te staan. Naar de mens gesproken een onmogelijke taak. Tevergeefs, zegt Psalm 127. Wanneer? Als de Heere de stad (of: Het Grote Huis) niet Zelf wil bewaren. Tevergeefs vroeg opgestaan en laat gaan slapen. De kritische noten zijn gekraakt. Tevergeefs? Laten we bidden of de Heere er Zijn zegen over wil geven. Want anders…zijn deze woorden óók tevergeefs. We moeten veel minder egocentrisch of antropocentrisch bouwen en veel meer Christocentrisch of Theocentrisch. “Hij [dat is Christus, JvM] moet wassen, maar ik minder worden” Johannes 3:30, SV). Natuurkundige en theoloog dr. Vern Poythress noemt dit ‘a God-centered approach’.31 Dat zou, als ik er was geweest, mijn bijdrage zijn aan de visiebijeenkomst van 2023. Feedback, opmerkingen en vragen kunnen gesteld worden via ons contactformulier of via info@oorsprong.info.

PS. Ik herhaal het nog maar eens: Het is met de bovenstaande bekritisering en mogelijke oplossingen absoluut niet de bedoeling iemand persoonlijk te kwetsen, te beledigen, te drijven tot wanhoop of op een andere manier het leven zuur te maken. Dit is mijn persoonlijke visie op de situatie in Nederland en Vlaanderen.

Voetnoten